vrijdag 29 maart 2013

Kabinet akkoord met geld voor e-health

Om mensen met psychische problemen anoniem te kunnen helpen, wordt hulp via internet, de zogeheten e-mental health, blijvend gefinancierd. Dat heeft de ministerraad donderdag besloten. Voor het project geldt nu nog een tijdelijke regeling. Op voorstel van minister Edith Schippers (Volksgezondheid) krijgt de financiering van deze vorm van hulp een blijvend karakter.

donderdag 28 maart 2013

Geprinte organen op bestelling?

Professor Anthony Atala, directeur van het Wake Forest Instituut voor Regeneratieve Geneeskunde is een wereldberoemde arts en wetenschapper op het gebied van tissue engineering en printbare organen. Op dinsdag 2 april houdt hij een lezing over deze baanbrekende innovatieve technologie. In 2006 slaagde hij er al in om een in het laboratorium gekweekte blaas te creëren en was hij in staat deze blaas met succes in een mens te transplanteren.
Momenteel werkt hij aan de ontwikkeling van meer dan 30 verschillende organen en weefsels in het laboratorium, waaronder insuline producerende cellen en bloedvaten voor bypass chirurgie. Atala’s nieuwste uitvinding is een aangepaste 3D inkjet printer die organen kan printen.
Het programma wordt voorgezeten door Peter-Paul Verbeek, hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek aan de Universiteit Twente.

dinsdag 19 maart 2013

De Zorggroep stapt over op Office 365

De Zorggroep wilde eenvoudig kunnen communiceren met haar medewerkers. Een uniforme mailomgeving bleek daarvoor de beste oplossing. PQR heeft Microsoft Office 365 aangeboden en geïmplementeerd.
De Zorggroep is in 2008 ontstaan uit een fusie tussen drie gerenommeerde zorgorganisaties in Limburg. De Zorggroep heeft 8.700 medewerkers en werkt met 2.700 vrijwilligers. Daarnaast zijn er 10.000 cliënten. Al deze mensen zijn verspreid over meer dan 85 locaties. De afdeling PR & Communicatie wilde graag eenvoudig met al deze mensen kunnen communiceren. Dat was lastig, omdat iedereen zijn eigen e-mailomgeving en e-mailadres gebruikte. De Zorggroep besloot daarom over te stappen op een gestandaardiseerde mailomgeving.
Omdat een deel van de medewerkers on premise en een deel in de cloud zou gaan werken, was een hybride omgeving de beste optie. Er werd besloten de bestaande omgeving aan te vullen met Microsoft Office 365. PQR nam het ontwerp en de implementatie voor haar rekening.
Inmiddels draait de nieuwe Office 365 omgeving en werken er zo’n 5.000 medewerkers on premise en zo’n 5.000 in de cloud. “Gelukkig is de kennis en kunde bij PQR-medewerkers meer dan gemiddeld en daar hebben we tijdens dit ‘pioniersproject’ veel profijt van gehad”, aldus Smeets. “Bij aanvang van het project bleek dat Office 365 eigenlijk niet is ontworpen voor hybride omgevingen. Met PQR en Microsoft hebben we hiervoor oplossingen gezocht en gevonden en ons doel gerealiseerd: één gezamenlijke uniforme mailomgeving voor al onze medewerkers!”

Smartphone van Fujitsu meet hartslag met camera

Fujitsu heeft een smartphone voorgesteld waarmee het hartritme van de gebruiker met een simpele blik gemeten kan worden. Het Japanse bedrijf wil de uitvinding nog dit jaar op de markt brengen. Het toestel verzamelt gegevens over de gezondheid van de gebruiker en maakt zo andere meetinstrumenten overbodig.

woensdag 13 maart 2013

VPHuisartsen vraagt rechtbank stopzetting LSP-activiteiten

De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPHuisartsen) heeft de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) gedagvaard als verantwoordelijke voor het Landelijk Schakelpunt (LSP). Dit elektronische netwerk dat uitwisseling van medische gegevens tussen aangesloten zorgaanbieders mogelijk maakt, is op 1 januari van start gegaan. Via publiciteitsacties worden burgers opgeroepen zich, al dan niet via een website, aan te melden en toestemming te geven voor uitwisseling van hun medische gegevens. Deze uitwisseling begint tussen huisartsen, apotheken en huisartsenposten en wordt later uitgebreid met andere zorgverleners.
De VZVZ waarin brancheorganisaties van huisartsen(posten), ziekenhuizen en apothekers verenigd zijn, wordt onrechtmatig handelen ten laste gelegd, door een elektronisch uitwisselingssysteem in te voeren (LSP), dat zulke ernstige onvolkomenheden vertoont dat huisartsen bij deelname hun beroepsgeheim en de privacy van hun patiënten schenden.
De bezwaren van VPHuisartsen tegen het LSP zijn gebaseerd op de volgende argumenten.
- De patiënt verliest zijn keuzevrijheid en zeggenschap om zelf te bepalen welke medische gegevens, aan welke zorgverlener en voor welk doel beschikbaar komen.
- De patiënt weet met de eenmalige, algemene toestemming (opt-in regeling) niet voor welke uitwisselingen in de toekomst hij toestemming heeft gegeven.
- De huisarts kan niet aan zijn wettelijk geheimhoudingsplicht voldoen. Hij heeft geen daadwerkelijke controle op wie gegevens kan inzien en waarvoor, maar loopt achteraf wel risico juridisch aansprakelijk gesteld te worden bij ongewenste inzage of verkeerd gebruik van medische persoonsgegevens.
- Er is geen bewijs voor de beweringen dat het LSP leidt tot betere of veiliger zorg. Het is zeer de vraag of met de wijze van uitwisseling wel de gewenste gegevens beschikbaar gesteld worden. VPHuisartsen meent dat met het LSP juist het risico van schijnveiligheid ontstaat, wat daardoor medische fouten in de hand kan werken.
- Het LSP staat op gespannen voet met oa. de Wet bescherming persoonsgegevens en de geheimhoudingsplicht van artsen. Dit was in 2011 mede aanleiding voor unanieme afwijzing van het LSP door de Eerste Kamer.
- Onderschatte veiligheidsrisico's zijn mede gelegen in de oncontroleerbaarheid van wie gegevens opvraagt, in het massale gebruik van UZI-passen en in de grootschalige, landelijke opzet. Het kan leiden tot niet te herstellen privacyschendingen en ondermijning van het vertrouwen in zorgverleners en in het beroepsgeheim
VPHuisartsen vraagt de rechtbank nu te verklaren dat VZVZ met het invoeren van het LSP, onrechtmatig handelt omdat het in strijd is met art.8 EVRM, Wet bescherming persoonsgegevens, Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst en/of met het beroepsgeheim van artsen.
De vereniging van praktijkhoudende huisartsen, die circa 10% van de praktijkhouders in ons land vertegenwoordigt, vraagt de rechtbank tevens VZVZ te gebieden de uitvoering van de afspraken die zij met zorgverzekeraars, NPCF ea maakte (Convenantafspraken en het Businessplan) te staken.

maandag 11 maart 2013

1,5 miljoen euro voor ontwikkeling en verbetering medische beeldvorming

Institute Quantivision (iQ), waarvan de Molecular Photonics groep van het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences (HIMS) deel uitmaakt, heeft van ZonMw een subsidie ontvangen voor een onderzoeksprogramma van bijna 1,5 miljoen euro.
Hiermee financiert iQ een onderzoekprogramma voor de ontwikkeling van apparatuur en software waarmee artsen sneller en nauwkeuriger ouderdomsziektes zoals kanker en dementie kunnen vaststellen en behandelen. iQ ontvangt deze subsidie in het kader van het Innovative Medical Devices Initiative (IMDI), dat als een publiek-private infrastructuur is ontstaan uit het NWO-thema Nieuwe Instrumenten voor de Gezondheidszorg.
Een belangrijk aspect van het programma is dat het in nauwe samenwerking en overleg met de uiteindelijke eindgebruikers, de specialisten werkzaam in de kliniek, wordt uitgevoerd. Ook is er binnen het programma een uitgebreide samenwerking met bedrijven die beschouwd worden als belangrijke spelers in het marktsegment van medische beeldvorming. Naast wetenschappelijke betrokkenheid zorgen zij  voor een aanzienlijke financiële ondersteuning van het programma.
De nu ontvangen subsidie is onderdeel van een veel groter programma waarin iQ zal uitgroeien tot een centrum met een onderzoeksomzet van ruim 10 miljoen euro per jaar. Een dergelijk expertisecentrum komt bij uitstek tegemoet aan de huidige tijdsgeest waarin de gezondheidszorg een van de grote aandachtspunten is. Het onderliggende model van iQ past derhalve ook uitstekend binnen het topsectoren-beleid en de ambities van Horizon 2020.
iQ is opgericht door het Academisch Medisch Centrum (AMC), de Universiteit van Amsterdam (UvA), het Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL), VU medisch centrum en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). Binnen iQ werken Amsterdamse toponderzoekers op het gebied van medische beeldvorming samen met industriële partners aan de ontwikkeling van nieuwe generaties medische instrumenten, programmatuur en hulpmiddelen voor de best mogelijke en duurzame zorg. iQ is in 2011 officieel erkend als een van de acht Centres of Research Excellence (CoRE) op het gebied van imaging, minimaal invasieve ingrepen en homecare.

zaterdag 9 maart 2013

Ontwikkeling chirurgisch instrument met 'gevoel'

De Universiteiten Twente en Nijmegen zijn een samenwerkingsverband aangegaan met drie MKB-bedrijven om een onderzoek uit te voeren naar het Force Reflecting Operating Instrument (FROI). Dit is een chirurgisch instrument dat kan voelen en dat gevoel ook kan terugkoppelen aan een chirurg.
In het onderzoek worden de prestaties van het instrument onderzocht en getest. Het project zorgt uiteindelijk voor 42 volledige banen in Oost Nederland. In de praktijk zal door het gebruik van dit chirurgisch instrument het aantal complicaties bij patiënten verminderen. Omdat de chirurgische ingreep minder ingrijpend is, kan men eerder naar huis na een operatie. Hierdoor verbetert de kwaliteit van leven.
Deze samenwerking tussen het bedrijfsleven en de kennisinstellingen levert een bijdrage aan het versterken van de innovatiekracht en concurrentiepositie van de deelnemende MKB-bedrijven en de kennispositie van de Universiteiten Twente en Nijmegen.

donderdag 7 maart 2013

Philips krijgt goedkeuring FDA voor medische vinding hartziekten

Het Amerikaanse Food & Drug Administration (FDA) heeft toestemming gegeven voor de innovatieve EchoNavigator van Philips, een systeem dat interventionele cardiologen en hartchirurgen via live beeldsturing helpt bij minimaal invasieve operaties aan structurele hartaandoeningen. Nu Philips, na de CE-markering, ook goedkeuring in het kader van artikel 510(k) van de Amerikaanse Food, Drug and Cosmetic Act in de wacht heeft gesleept, kan de EchoNavigator wereldwijd worden geïntroduceerd. De eerste systemen zijn al geplaatst in Europa en de VS.
Philips EchoNavigator is ontwikkeld in antwoord op de duidelijke opwaartse trend in het gebruik van zowel röntgen beeldvorming als 3D echografiebeeldvorming van het hart (ook wel echocardiografie genoemd) tijdens de behandeling van structurele hartziekten - een gebied binnen de interventionele cardiologie dat met 40% per jaar groeit. Tijdens dit soort ingrepen geeft echografie een essentieel beeld van de anatomie van het zachte hartweefsel, terwijl de röntgenbeelden de hartimplantaten goed kunnen visualiseren.
In samenwerking met partnerziekenhuizen in Europa en de VS heeft Philips EchoNavigator ontwikkeld om de specifieke uitdagingen aan te gaan wanneer beide beeldvormingstechnieken gelijkertijd worden ingezet. Om de hartstructuren nauwkeurig te herkennen op dit soort medische beelden, is jarenlange opleiding en ervaring nodig. Toch kan het gebruik en de interpretatie van beide beeldvormingstechnieken tijdens de ingrepen lastig zijn, met name bij het manipuleren en sturen van de katheters waar de implantaten aan zijn bevestigd. Tijdens het kritieke moment van de ingreep is bovendien bekend dat de communicatie tussen de interventionele cardioloog of hartchirurg die de katheters stuurt en de echocardiograaf die de 3D-echografie-apparatuur bedient, bijzonder cruciaal is.
EchoNavigator van Philips stelt medici in staat om ingrepen efficiënter uit te voeren door röntgen- en 3D-echografiebeelden intelligent in één intuïtief en interactief overzicht te integreren, en door gebruiksvriendelijke systeemnavigatie en betere communicatie tussen de leden van het uitvoerende multidisciplinaire team mogelijk te maken. Zodoende is de EchoNavigator ontworpen om kostbare tijd te besparen en de zorg voor de patiënt te helpen verbeteren.

woensdag 6 maart 2013

Digitale plaslijst krijgt belangrijke update

Synappz Medical Apps kondigt aan dat haar medische iPhone app iP Plaslijst een belangrijke update krijgt. De update kan gratis worden gedownload en uitgeprobeerd. Daarna kan de app voor een eenmalig bedrag van 0,89 euro worden geactiveerd; verder gebruik is dan onbeperkt en gratis. Met deze update komt Synappz tegemoet aan de wens vanuit de markt om herhaaldelijk gebruik van de app goedkoper te maken.
iP Plaslijst is een app om een digitale plaslijst te maken en houdt bij wat de gebruiker drinkt, plast en eventueel aan urine verliest. De app genereert een uiterst informatief infographics rapport over elke voltooide Cyclus. Dat rapport geeft direct inzicht in het eigen blaasgedrag en maakt het ook een stuk gemakkelijker om plasproblemen te bespreken met de huisarts of uroloog.
iP Plaslijst kwam vorig jaar in het nieuws doordat het de eerste medische app was die het prestigieuze CE-certificaat wist te verkrijgen. Dit certificaat verzekert de eindgebruiker ervan dat de ontwikkeling van de app volgens professionele maatstaven is gedaan. Daarmee is deze app uitermate geschikt om in huisartsenpraktijken en ziekenhuizen te worden ingezet als betrouwbaar alternatief voor de huidige papieren plaslijsten.

dinsdag 5 maart 2013

Wat is de status van mHealth?

De ideeën lijken veelbelovend als het gaat om efficiënter maken van de zorg, preventie en procesoptimalisatie. Maar hoe staat met het met mHealth in Nederland? In de praktijk zien we nog niet zoveel succesvolle cases. Hoe komt dat? Wordt de waarde van deze toepassingen overschat, of is er gewoon nog veel werk aan de winkel? Het AMC in Amsterdam zet momenteel met M2Mobi een eerste stap door het ontwikkelen van een app voor patiënten.
mHealth is een hot topic. Steeds meer evenementen staan in het teken van eHealth en mHealth, de ideeën lijken veelbelovend als het gaat om efficiënter maken van de zorg, preventie en procesoptimalisatie. Maar hoe staat met het met mHealth in Nederland? In de praktijk zien we nog niet zoveel succesvolle cases. Hoe komt dat? Wordt de waarde van deze toepassingen overschat, of is er gewoon nog veel werk aan de winkel? Het AMC in Amsterdam zet momenteel met M2Mobi een eerste stap door het ontwikkelen van een app voor patiënten. Dit toonaangevende ziekenhuis zou wel eens een trendsetter kunnen zijn.
Er zijn verschillende partijen die mHealth projecten zouden kunnen initiëren. Ziekenhuizen lijken een logische partij als het gaat om service en procesoptimalisatie. Het is in hun belang dat patiënten zich zo goed mogelijk voorbereiden en zo efficiënt mogelijk door het proces worden geleid. Zorgverzekeraars zouden mHealth oplossingen kunnen inzetten om kosten te besparen. Als deze oplossingen helpen als eerste vraagbaak voor patiënten en dit leidt tot minder huisarts- en ziekenhuisbezoeken, kunnen de premies omlaag. In Amerika wordt bijvoorbeeld het e-consult steeds populairder.
Maar zo simpel blijkt het nog niet te zijn. Er zijn meer belangen die meespelen bij de ziekenhuizen en de zorgverzekeraars. Hoe ingewikkeld deze relatie is, blijkt maar weer uit het conflict tussen Achmea en het Slotervaart ziekenhuis in Amsterdam. Om écht tot een oplossing te komen, zullen ziekenhuizen en zorgverzekeraars moeten samenwerken. Afzonderlijk zijn er op dit moment voor ziekenhuizen en verzekeraars weinig redenen om hierin te investeren. In Nederland kan een arts een e-consult nog maar beperkt declareren. Waarom zou je het dan aanbieden? Laat de patiënt maar langskomen. Ziekenhuizen zijn er namelijk niet bij gebaat als er minder patiënten komen; meer patiënten zorgen voor betere deals met de zorgverzekeraars. Klanten van zorgverzekeraars willen graag zo goed mogelijk verzekerd zijn. Dus om te concurreren moeten de verzekeraars een zo compleet mogelijk pakket aanbieden. En hiervoor bedenken ziekenhuizen steeds weer slimme nieuwe ‘producten’ om patiënten te trekken. Mensen willen zoveel mogelijk aanspraak op zorg kunnen maken, dus deze nieuwe producten moeten dan weer opgenomen moet worden in het pakket van de verzekeraar.
Er zijn vele discussies gaande over hoe samengewerkt kan worden om dit te doorbreken, daar zullen wij ons niet aan branden. We zien wel genoeg mogelijkheden die mHealth kan bieden als het gaat om gezondheidspreventie en efficiëntie in de zorg. In het buitenland zijn hier al verschillende succesvolle voorbeelden van. De mobiele telefoon is een erg persoonlijk apparaat, dat je altijd bij je hebt en is zeer geschikt voor mensen met een chronische ziekte ter motivatie en rapportage. Zo kan een app bijvoorbeeld ondersteuning bieden bij het stoppen met roken of het kan iemand motiveren om meer te gaan sporten of gezonder te eten. Ook kan de voortgang van bepaalde aandoeningen gemakkelijk bijgehouden worden, bijvoorbeeld door het maken van foto’s. Dit levert veel inzicht op voor de arts en kan controlebezoeken aan het ziekenhuis schelen. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan regelgeving om te bepalen hoe ver een toepassing mag gaan om de rol van de arts over te nemen.
En hoe staat het met andere mHealth toepassingen, waarbij het primaire doel niet een besparing in de zorg te doen? Die liggen wat minder gevoelig en zijn daarom makkelijker te realiseren. Voor het AMC ontwikkelt M2Mobi momenteel een app waarmee patiënten hun afspraken kunnen beheren, opzoeken wie hun dokter is en tips krijgen voor hun afspraak. Aangezien het AMC een groot ziekenhuis is waarbij het nog wel eens lastig is om de juiste afdeling te vinden, is navigeren door het ziekenhuis een belangrijk onderdeel van de applicatie. We hebben een pilot met een testgroep in het AMC gedaan en daaruit bleek dat de houvast die de applicatie biedt tijdens een bezoek erg gewaardeerd wordt.
Om een beeld te krijgen hoe het er bij andere ziekenhuizen in Nederland voor staat, hebben we een onderzoek gedaan onder de 50 grootste (in aantal bedden) ziekenhuizen van Nederland naar de inzet van mobiele applicaties en aanwezigheid op de social media. De meeste ziekenhuizen zijn te vinden op Facebook (71 procent) en Twitter (78 procent). Slechts enkele gebruiken sociale media ook echt actief als een kanaal om in contact met hun patiënten te komen. Maar weinig zijn met een applicatie terug te vinden in de Apple App Store (8 procent) of Google Play Market (6 procent). Tien procent van deze ziekenhuizen biedt een mobiele website aan. Dat geeft aan de Nederlandse ziekenhuizen nog niet erg toegankelijk zijn met je smartphone. Kortom, er valt nog veel te doen met mobiel in de zorg en wij denken dat samenwerking tussen de verschillende partijen tot nuttige en innovatieve oplossingen kan leiden.

maandag 4 maart 2013

App waarschuwt voor pollen

De lente staat weer voor de deur en dat gaat voor veel mensen traditioneel gepaard met hooikoorts. Een nieuwe applicatie van farmabedrijf MSD Belgium informeert je over de plaatselijke concentratie pollen in de lucht. Wanneer je de applicatie voor het eerst opstart, kan je in een lijst met steden aanduiden welke het dichtst bij jouw locatie gelegen is. Vervolgens kan je ook aangeven voor welk soort pollen je allergisch bent. Op het dashboard krijg je dan te zien hoeveel pollen er in de lucht hangen.

vrijdag 1 maart 2013

Zuster Ria voor al uw zorg op afstand

Boomerweb, een specialist van zorg op afstand, heeft Multrix gecontracteerd voor de levering van hosting diensten voor zorg op afstand. Deze Software as a Service (SaaS) dienst is onlangs onder de naam “Zuster Ria” op de Nederlandse markt geïntroduceerd. Zuster Ria biedt een antwoord op de veranderende zorgmarkt met haar full service dienstenpakket voor Zorg op Afstand en Welzijn. De dienst is apparaat onafhankelijk en wordt gebruikt op zowel mobiele tablets als op computers. De gebruiker kan met dit systeem eenvoudig beeldcontact maken met de zorgverlener, arts en zelfs met vrienden of familie.

Mobiele app tegen burnout

Een stukje Nederlandse trots is deze week op het Mobile World Congress te zien in de stand van het EIT ICT Labs, een consortium van bedrijven, universiteiten en onderzoekscentra. Een biosensor ontwikkeld door Philips, verder uitgewerkt door de TU Eindhoven, ter voorkoming van een burnout. De stressmeter moet om de pols worden gedragen en geeft samen met een Android-app (iOS volgt later) inzicht in bijvoorbeeld stresspatronen gedurende een langere periode aan de hand van een e-calender. Dat kan nuttig zijn voor behandeling van overspannenheid. “Bij de behandeling heb je in elk geval iets om op terug te vallen”, zegt onderzoekster Johanna Mercurio tegen Emerce. “Een behandelend arts moet nog te vaak afgaan op wat patiënten hem of haar vertellen.”