'Ziekenhuizen zijn complexe organisaties en gedragen zich veelal als bedrijfsverzamelgebouwen met allemaal eigen bedrijfjes er in – lees: maatschappen, labs, afdeling radiologie, enzovoorts. Voor de kwaliteit van de zorg en patiëntgerichtheid is het juist van belang dat het zorgproces met de patiënt centraal staat, ICT-systemen dat ondersteunen en informatie overal beschikbaar is, ook voor de patiënt. Dat kan alleen maar met geïntegreerde Ziekenhuis Informatie Systemen en patiëntportalen. Het vergt ook een meer bedrijfskundige benadering van de bestuurders en de leidende artsen. Zij moeten de silo-oriëntatie verlaten en zich focussen op goede zorgprocessen en -coördinatie.' Dat zegt Jan Christiaan Huysman van UMC Utrecht. Hij is tien jaar actief in de zorgwereld als programma- en interim-manager en geeft richting aan zorginnovatie bij ziekenhuizen Rivierenland en Vitras Thuiszorg. Hij is dagvoorzitter van het congres Emerce eHealth, en leidt een panel onder de noemer Zelfredzaamheid: eHealth verbetert patiëntenzorg.
donderdag 26 september 2013
woensdag 25 september 2013
eHealth, verder dan je denkt
Nederlandse artsen en patiënten maken in vergelijking met het buitenland veel gebruik van eHealth-toepassingen. Maar om eHealth in Nederland echt succesvol te laten zijn, is er nog wel een lange weg te gaan. Dit blijkt uit de vandaag verschenen eHealth-monitor 2013. De eHealth-monitor is een onderzoek, uitgevoerd door het NIVEL en Nictiz, dat beschikbaarheid en gebruik van eHealth-toepassingen door patiënten en zorgverleners volgt.
Van de Nederlanders zoekt 66% informatie over zijn ziekte of behandeling op internet. Veel minder mensen gebruiken vormen van eHealth voor online contact met hun zorgverlener. Zo maakte bijvoorbeeld slechts 2% van de mensen die een huisarts bezocht, daarvoor via het internet een afspraak. Patiënten zijn beperkt op de hoogte van de mogelijkheden die artsen aanbieden voor online communicatie.
Lies van Gennip, directeur van Nictiz vat samen: ‘Als het gaat om het gebruik van eHealth is Nederland een eind op weg in vergelijking met het buitenland. Zo lopen we echt voorop als het gaat om de automatiseringsgraad van huisartsen. Tegelijkertijd is Nederland nog een lappendeken van kleinschalige eHealth-experimenten en worden lang niet alle mogelijkheden al op grote schaal gebruikt. eHealth biedt niet alleen kansen om problemen in de zorg het hoofd te bieden, maar het stelt ons ook in staat om Nederland innovatief te onderscheiden.’
Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL voegt daaraan toe: ‘Veel betrokkenen zijn terughoudend als het gaat om doelmatigheidswinsten, zeker op de korte termijn. Sommigen verwachten zelfs dat kosten van het gebruik van eHealth-toepassingen in eerste instantie zullen toenemen. Gelukkig zijn er ook toepassingen die heel succesvol blijken. Denk bijvoorbeeld aan teledermatologie, waarbij de huisarts een foto van de huid maakt, die door de dermatoloog wordt beoordeeld.’
De jaarlijkse eHealth-monitor geeft inzicht in de ontwikkeling en gebruik van ICT om gezondheid en de gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren. Deze onafhankelijke informatie is bestemd voor politiek, beleidsmakers en beslissers in de Nederlandse gezondheidszorg. De uitkomsten van het onderzoek staan in een uitgebreid onderzoeksrapport, in een samenvatting en in een infographic. In de eHealth-monitor is gekeken naar vier vormen van eHealth: zelf op internet zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door patiënten, online contact tussen patiënt en arts, dossiervoering door artsen en het elektronisch kunnen delen van patiëntinformatie tussen behandeld artsen onderling.
Van de Nederlanders zoekt 66% informatie over zijn ziekte of behandeling op internet. Veel minder mensen gebruiken vormen van eHealth voor online contact met hun zorgverlener. Zo maakte bijvoorbeeld slechts 2% van de mensen die een huisarts bezocht, daarvoor via het internet een afspraak. Patiënten zijn beperkt op de hoogte van de mogelijkheden die artsen aanbieden voor online communicatie.
Lies van Gennip, directeur van Nictiz vat samen: ‘Als het gaat om het gebruik van eHealth is Nederland een eind op weg in vergelijking met het buitenland. Zo lopen we echt voorop als het gaat om de automatiseringsgraad van huisartsen. Tegelijkertijd is Nederland nog een lappendeken van kleinschalige eHealth-experimenten en worden lang niet alle mogelijkheden al op grote schaal gebruikt. eHealth biedt niet alleen kansen om problemen in de zorg het hoofd te bieden, maar het stelt ons ook in staat om Nederland innovatief te onderscheiden.’
Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL voegt daaraan toe: ‘Veel betrokkenen zijn terughoudend als het gaat om doelmatigheidswinsten, zeker op de korte termijn. Sommigen verwachten zelfs dat kosten van het gebruik van eHealth-toepassingen in eerste instantie zullen toenemen. Gelukkig zijn er ook toepassingen die heel succesvol blijken. Denk bijvoorbeeld aan teledermatologie, waarbij de huisarts een foto van de huid maakt, die door de dermatoloog wordt beoordeeld.’
De jaarlijkse eHealth-monitor geeft inzicht in de ontwikkeling en gebruik van ICT om gezondheid en de gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren. Deze onafhankelijke informatie is bestemd voor politiek, beleidsmakers en beslissers in de Nederlandse gezondheidszorg. De uitkomsten van het onderzoek staan in een uitgebreid onderzoeksrapport, in een samenvatting en in een infographic. In de eHealth-monitor is gekeken naar vier vormen van eHealth: zelf op internet zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door patiënten, online contact tussen patiënt en arts, dossiervoering door artsen en het elektronisch kunnen delen van patiëntinformatie tussen behandeld artsen onderling.
FDA stelt regels op voor medische apps
De Amerikaanse Food and Drug Administration heeft regels opgesteld waar medische apps aan moeten voldoen. Het gaat daarbij met name om apps die erop gericht zijn om te fungeren als accessoire voor een medisch apparaat, of metingen uitvoeren. De regels zijn door de FDA op zijn website gepubliceerd. Daarbij stellen de Amerikaanse autoriteiten dat de meeste apps met medische toepassingen niet gereguleerd zullen worden. Het gaat de FDA met name om apps die fungeren als een accessoire voor een medisch apparaat, bijvoorbeeld een app die informatie uitleest van een apparaat dat bloeddruk of bloedglucose meet. In dat geval wordt de app als medical device geclassificeerd, waardoor deze het daarbij behorende keuringsproces moet doorlopen.
dinsdag 24 september 2013
Innovatieve samenwerking MoleMann Mental Health en Therapieland
Een optimale combinatie van online therapie en face-to-face gesprekken voor patiënten met psychiatrische klachten. Hiervoor zorgt een nieuwe samenwerking tussen ggz-organisatie MoleMann Mental Health en online behandelplatform Therapieland. Door de onlangs gesloten samenwerkingsovereenkomst zijn de online zelfhulpprogramma's van Therapieland nu voor alle patiënten van MoleMann-vestigingen beschikbaar.
MoleMann Mental Health en Therapieland vinden het belangrijk dat patiënten zelf de regie houden over hun behandeling. Met de juiste kennis en vaardigheden kunnen mensen zelf actief hun problemen en klachten aanpakken. De inzet van de online behandelmodules Angst & Paniek, Depressie, Overspanning & Burn-out en AD(H)D sluit goed aan bij de gemeenschappelijke visie. Naast de gesprekken met de behandelaar van MoleMann kan de patiënt zelfstandig aan de slag met de online modules van Therapieland. Hierdoor wordt er doelmatiger behandeld, want de behandeling kost minder tijd. Daarnaast ontstaat er meer ruimte voor persoonlijke verdieping in de face-to-face gesprekken.
Een behandeling bij MoleMann kenmerkt zich door maatwerk voor elke patiënt. Het e-health aanbod van Therapieland sluit hier goed bij aan. In de online zelfhulpprogramma's kunnen patiënten in hun eigen tijd, op hun eigen plek en in een zelfgekozen tempo problemen en klachten aanpakken. Hierbij kunnen familie, vrienden en eventueel ook de werkgever en collega's ingeschakeld worden. Zowel MoleMann als Therapieland gaan er namelijk vanuit dat mensen in de omgeving van de patiënt een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan herstel of vermindering van de klachten. Door steun van de omgeving houden deze verbeteringen ook langer stand.
MoleMann Mental Health en Therapieland vinden het belangrijk dat patiënten zelf de regie houden over hun behandeling. Met de juiste kennis en vaardigheden kunnen mensen zelf actief hun problemen en klachten aanpakken. De inzet van de online behandelmodules Angst & Paniek, Depressie, Overspanning & Burn-out en AD(H)D sluit goed aan bij de gemeenschappelijke visie. Naast de gesprekken met de behandelaar van MoleMann kan de patiënt zelfstandig aan de slag met de online modules van Therapieland. Hierdoor wordt er doelmatiger behandeld, want de behandeling kost minder tijd. Daarnaast ontstaat er meer ruimte voor persoonlijke verdieping in de face-to-face gesprekken.
Een behandeling bij MoleMann kenmerkt zich door maatwerk voor elke patiënt. Het e-health aanbod van Therapieland sluit hier goed bij aan. In de online zelfhulpprogramma's kunnen patiënten in hun eigen tijd, op hun eigen plek en in een zelfgekozen tempo problemen en klachten aanpakken. Hierbij kunnen familie, vrienden en eventueel ook de werkgever en collega's ingeschakeld worden. Zowel MoleMann als Therapieland gaan er namelijk vanuit dat mensen in de omgeving van de patiënt een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan herstel of vermindering van de klachten. Door steun van de omgeving houden deze verbeteringen ook langer stand.
maandag 23 september 2013
Emerce eHealth: fysiotherapie online
Martine Rooth is oprichter van online fysiotherapie praktijk Fysiovoorjou.nl. Met haar 25 jaar is ze Nederlands jongste innovator op het gebied van eHealth. De online fysiotherapie praktijk claimt tot 75 procent goedkoper zijn dan bij een reguliere praktijk. Martine spreekt donderdag op Emerce eHealth. “Als praktiserend fysiotherapeute liep ik steeds vaker tegen het feit aan de mensen niet of onvoldoende aanvullend verzekerd zijn en een oplossing hiervoor ontbrak. Daarnaast heb ik altijd al interesse voor de laatste online trends en ontwikkelingen gehad en bij Fysiovoorjou.nl kwam zowel mijn achtergrond als fysiotherapeute als mijn passie voor online marketing samen.
Web-based trainingsmodules drempelverlagend voor training met operatieapparatuur
In de opleiding chirurgie leert de arts veel vaardigheden aan. De gang van zaken rond het aanleren van apparatuurgebruik bij laparoscopische chirurgie (kijkoperaties in de buikholte) kan echter nog beter. Dat concludeert arts en onderzoeker Diederick van Hove, die op vrijdag 20 september op dit onderwerp promoveerde aan de TU Delft. Hij ontwikkelde twee web-based trainingsmodules voor apparatuurgebruik tijdens laparoscopische chirurgie, die de theoretische en praktische vaardigheden significant verbeteren.
Voor laparoscopische chirurgie (kijkoperaties in de buikholte) is er altijd al bijzondere belangstelling geweest in het verbeteren van training. Deze vorm van chirurgie vereist immers andere vaardigheden dan conventionele open chirurgie en is sterk afhankelijk van technologie. Er is al veel gedaan om de training van deze operatietechniek te structureren en te uniformeren, maar een systeem waarmee de bekwaamheid van apparatuurgebruik wordt getraind en getoetst, bestond nog niet.
Wel wordt in bijna alle ziekenhuizen getraind met operatieapparatuur, maar de frequentie daarvan is hoogst variabel, zo vond Van Hove. Bovendien is in een derde van de ondervraagde ziekenhuizen trainen niet verplicht, en zijn er slechts zeven ziekenhuizen waar aan de training een toets is verbonden. In vrijwel alle ziekenhuizen was training met apparatuur gericht op de operatieassistenten. Slechts in vier ziekenhuizen was de training ook specifiek gericht op arts-assistenten en medisch specialisten. Daarnaast vormt het tijdstip van een apparatuurtraining, vaak verzorgd door de fabrikant, een organisatorisch obstakel omdat deze soms moeilijk in de dagelijkse werkzaamheden in te passen is.
Van Hove heeft als mogelijk antwoord op deze problematiek twee interactieve web-based trainingsmodules ontwikkeld voor laparoscopische operatieapparatuur. Beide modules bestaan uit drie delen: een theoretisch gedeelte over de onderliggende natuurkundige principes, een tutorial waarin precies wordt uitgelegd hoe het apparaat bediend moet worden en tot slot een assessment waarin zowel theoretische als praktische vaardigheid getest worden. In beide modules wordt gebruik gemaakt van simulatie van het daadwerkelijke apparaat waarbij aansluitingen kunnen worden gemaakt, knoppen kunnen worden bediend en alarmen af gaan. Deze simulaties worden gebruikt voor oefening en voor beoordeling van praktische vaardigheid.
‘We hebben laten zien dat trainen met beide modules de theoretische en praktische vaardigheden significant verbetert’, zegt Van Hove. ‘In een test met de daadwerkelijke apparaten maakten deelnemers die met de modules getraind hadden minder fouten in de bediening van de apparaten dan deelnemers die niet hadden getraind. Alle deelnemers gaven aan dat de modules een nuttige toevoeging zouden zijn aan chirurgische opleidingen.” Laurents Stassen, gastrointestinaal chirurg en chirurgisch opleider in Maastricht: “Deze modules zijn een veelbelovende trainingsmethode voor personeel in de gezondheidszorg. De voornaamste voordelen zijn dat ze zelfstandig gebruikt kunnen worden in de eigen tijd en dat er geen begeleiding nodig is.’
Voor laparoscopische chirurgie (kijkoperaties in de buikholte) is er altijd al bijzondere belangstelling geweest in het verbeteren van training. Deze vorm van chirurgie vereist immers andere vaardigheden dan conventionele open chirurgie en is sterk afhankelijk van technologie. Er is al veel gedaan om de training van deze operatietechniek te structureren en te uniformeren, maar een systeem waarmee de bekwaamheid van apparatuurgebruik wordt getraind en getoetst, bestond nog niet.
Wel wordt in bijna alle ziekenhuizen getraind met operatieapparatuur, maar de frequentie daarvan is hoogst variabel, zo vond Van Hove. Bovendien is in een derde van de ondervraagde ziekenhuizen trainen niet verplicht, en zijn er slechts zeven ziekenhuizen waar aan de training een toets is verbonden. In vrijwel alle ziekenhuizen was training met apparatuur gericht op de operatieassistenten. Slechts in vier ziekenhuizen was de training ook specifiek gericht op arts-assistenten en medisch specialisten. Daarnaast vormt het tijdstip van een apparatuurtraining, vaak verzorgd door de fabrikant, een organisatorisch obstakel omdat deze soms moeilijk in de dagelijkse werkzaamheden in te passen is.
Van Hove heeft als mogelijk antwoord op deze problematiek twee interactieve web-based trainingsmodules ontwikkeld voor laparoscopische operatieapparatuur. Beide modules bestaan uit drie delen: een theoretisch gedeelte over de onderliggende natuurkundige principes, een tutorial waarin precies wordt uitgelegd hoe het apparaat bediend moet worden en tot slot een assessment waarin zowel theoretische als praktische vaardigheid getest worden. In beide modules wordt gebruik gemaakt van simulatie van het daadwerkelijke apparaat waarbij aansluitingen kunnen worden gemaakt, knoppen kunnen worden bediend en alarmen af gaan. Deze simulaties worden gebruikt voor oefening en voor beoordeling van praktische vaardigheid.
‘We hebben laten zien dat trainen met beide modules de theoretische en praktische vaardigheden significant verbetert’, zegt Van Hove. ‘In een test met de daadwerkelijke apparaten maakten deelnemers die met de modules getraind hadden minder fouten in de bediening van de apparaten dan deelnemers die niet hadden getraind. Alle deelnemers gaven aan dat de modules een nuttige toevoeging zouden zijn aan chirurgische opleidingen.” Laurents Stassen, gastrointestinaal chirurg en chirurgisch opleider in Maastricht: “Deze modules zijn een veelbelovende trainingsmethode voor personeel in de gezondheidszorg. De voornaamste voordelen zijn dat ze zelfstandig gebruikt kunnen worden in de eigen tijd en dat er geen begeleiding nodig is.’
vrijdag 20 september 2013
TNO levert bijdrage aan Diagnose Zorginnovatie
Op 20 september neemt minister Edith Schippers het eerste exemplaar van het boek Diagnose Zorginnovatie in ontvangst. Dit boek van Michel van Schaik (Rabobank) en Philip Idenburg (BeBright), heeft als doel de innovatiekracht in de zorg te vergroten. TNO heeft als kennis- en innovatiepartner meegewerkt aan de publicatie.
TNO heeft in het boek alle technologische ontwikkelingen beschreven en de invloed daarvan op de toekomst. Ook biedt TNO hierin perspectief hoe zorginnovatie meer impact en succes kan hebben. In het boek worden twaalf onderwerpen genoemd die samen de Innovatieagenda vormen. Vier van deze twaalf onderwerpen gaat TNO oppakken: ‘personalized nutrition’ (persoonlijke voeding), ‘personalized medicine’ (persoonlijke zorg), ‘stimuleren van gedeelde besluitvorming’ en ‘nieuwe woonvoorziening voor zelfredzaamheid’.
Er liggen grote uitdagingen op gebied van gezondheid en zorg in de transitie van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. Enerzijds moet de kwaliteit van zorg en de gezondheid van burgers worden verbeterd, terwijl anderzijds de kosten verlaagd moeten worden om de zorg betaalbaar te houden. Innovatie en verbetering in de zorg leiden nu nog te vaak tot een uitgavenstijging. Met een beter innovatieklimaat en een anders, slimmer, ingerichte zorg kunnen we dit veranderen en uiteindelijk de kosten beheersbaar houden. Innoveren vanuit gedeelde belangen en maatschappelijke impact genereren vanuit de opbrengsten van innovaties.
TNO is van mening dat we moeten blijven investeren en innoveren, want gezondheid kent hoge baten, zowel economisch als sociaal. Technologieën zijn van grote invloed op de zorg om een verbetering te bewerkstelligen, maar innoveren is meer dan technologie alleen. Maar liefst 75% van de effecten van innovatie komt vanuit sociale innovaties. Om te innoveren in de zorg brengt TNO kennis samen vanuit verschillende domeinen, juist in de combinatie techniek en gedrag. Bijvoorbeeld de ontwikkeling en implementatie van e-Health technologieën om mensen meer regie te geven over hun eigen gezondheid en zorg.
Op de zorg van de toekomst heeft TNO een visie die is samen te vatten als ‘P4-Gezondheid en Zorg’. Een visie die participatief, preventief, persoonlijk en predictief (voorspellend) is. Kern van het P4-concept is dat mensen naar vermogen gezondheid in eigen hand kunnen nemen, ernaar handelen en daarmee hun bijdrage leveren aan de maatschappij. Dit perspectief is een inspirerende toekomstvisie als we de technologische elementen combineren met sociale verandering. Alleen dan draagt de zorg van de toekomst bij aan de participatie van burgers en verbetert de gezondheid daadwerkelijk, terwijl de kosten van preventie en zorg beheersbaar blijven. TNO investeert daarom met volle overtuiging aan innovaties die daaraan bijdragen en doet dit in samenwerking met diverse publieke en private partijen, onder meer op de onderwerpen van de Innovatieagenda. Ook in regionale proeftuinen laten we zien hoe ondernemend innoveren samen mét partners leidt tot de preventie en zorg van de toekomst.
TNO heeft in het boek alle technologische ontwikkelingen beschreven en de invloed daarvan op de toekomst. Ook biedt TNO hierin perspectief hoe zorginnovatie meer impact en succes kan hebben. In het boek worden twaalf onderwerpen genoemd die samen de Innovatieagenda vormen. Vier van deze twaalf onderwerpen gaat TNO oppakken: ‘personalized nutrition’ (persoonlijke voeding), ‘personalized medicine’ (persoonlijke zorg), ‘stimuleren van gedeelde besluitvorming’ en ‘nieuwe woonvoorziening voor zelfredzaamheid’.
Er liggen grote uitdagingen op gebied van gezondheid en zorg in de transitie van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. Enerzijds moet de kwaliteit van zorg en de gezondheid van burgers worden verbeterd, terwijl anderzijds de kosten verlaagd moeten worden om de zorg betaalbaar te houden. Innovatie en verbetering in de zorg leiden nu nog te vaak tot een uitgavenstijging. Met een beter innovatieklimaat en een anders, slimmer, ingerichte zorg kunnen we dit veranderen en uiteindelijk de kosten beheersbaar houden. Innoveren vanuit gedeelde belangen en maatschappelijke impact genereren vanuit de opbrengsten van innovaties.
TNO is van mening dat we moeten blijven investeren en innoveren, want gezondheid kent hoge baten, zowel economisch als sociaal. Technologieën zijn van grote invloed op de zorg om een verbetering te bewerkstelligen, maar innoveren is meer dan technologie alleen. Maar liefst 75% van de effecten van innovatie komt vanuit sociale innovaties. Om te innoveren in de zorg brengt TNO kennis samen vanuit verschillende domeinen, juist in de combinatie techniek en gedrag. Bijvoorbeeld de ontwikkeling en implementatie van e-Health technologieën om mensen meer regie te geven over hun eigen gezondheid en zorg.
Op de zorg van de toekomst heeft TNO een visie die is samen te vatten als ‘P4-Gezondheid en Zorg’. Een visie die participatief, preventief, persoonlijk en predictief (voorspellend) is. Kern van het P4-concept is dat mensen naar vermogen gezondheid in eigen hand kunnen nemen, ernaar handelen en daarmee hun bijdrage leveren aan de maatschappij. Dit perspectief is een inspirerende toekomstvisie als we de technologische elementen combineren met sociale verandering. Alleen dan draagt de zorg van de toekomst bij aan de participatie van burgers en verbetert de gezondheid daadwerkelijk, terwijl de kosten van preventie en zorg beheersbaar blijven. TNO investeert daarom met volle overtuiging aan innovaties die daaraan bijdragen en doet dit in samenwerking met diverse publieke en private partijen, onder meer op de onderwerpen van de Innovatieagenda. Ook in regionale proeftuinen laten we zien hoe ondernemend innoveren samen mét partners leidt tot de preventie en zorg van de toekomst.
donderdag 19 september 2013
Apple vraagt ontwikkelaars om bronnen van medische informatie
Apple heeft strengere regels voor ontwikkelaars van medische apps ingevoerd, die vereisen dat zij de bronnen van de medische informatie in hun apps geven. Volgens iMedicalApps stuurt Apple ontwikkelaars sinds woensdag berichten, met daarin verwijzingen naar doseringen van medicijnen, met het verzoek om gedetailleerde informatie over de bronnen waarop deze doseringen zijn gebaseerd. Een aantal medische apps worden vanwege “onvolledige metagegevens” door Apple geweigerd of tegengehouden totdat de ontwikkelaars in staat zijn om de bronnen voor de adviserende inhoud in hun apps te overhandigen. Ontwikkelaars hoeven voor goedkeuring overigens geen complete nieuwe databestanden in te dienen, alleen volledige informatie over de oorsprong van hun medische informatie.
Via internet van angst af
Het Erasmus MC gaat onderzoek doen naar een nieuwe behandeling voor angststoornissen. Nieuw is dat de zogenaamde selectieve aandachtsbehandeling voor het eerst bij kinderen en jongeren wordt onderzocht, en via internet wordt aangeboden.
Van alle psychiatrische stoornissen onder kinderen komen angststoornissen, zoals fobiën en verlatingsangst, het vaakst voor. De meest effectieve behandeling is momenteel cognitieve gedragstherapie (CGT), maar die slaat slechts bij 50 à 60% van de kinderen aan.
Kinderen met een angststoornis letten meer op gevaar in hun omgeving en vinden situaties daardoor sneller bedreigend. Selectieve aandachtsbehandeling (SAB) leert hen, met behulp van een online computertaak, de aandacht op neutrale en positieve dingen te richten, wat hun angst vermindert. SAB blijkt bij volwassenen tot een duidelijke vermindering van angst te leiden. Het effect onder kinderen is echter nauwelijks onderzocht.
Dr. Jeroen Legerstee, psycholoog op de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie en Psychologie van het Erasmus MC, leidt het onderzoek: “Als de combinatie van SAB en CGT effectief blijkt, zullen in de toekomst meer kinderen met een angststoornis profiteren van behandeling. Zo worden langdurige negatieve invloeden op het welbevinden en functioneren van het kind voorkomen." Extra voordeel: selectieve aandachtsbehandeling is naar verhouding kosteneffectief en toegankelijk, en kost weinig tijd.
Van alle psychiatrische stoornissen onder kinderen komen angststoornissen, zoals fobiën en verlatingsangst, het vaakst voor. De meest effectieve behandeling is momenteel cognitieve gedragstherapie (CGT), maar die slaat slechts bij 50 à 60% van de kinderen aan.
Kinderen met een angststoornis letten meer op gevaar in hun omgeving en vinden situaties daardoor sneller bedreigend. Selectieve aandachtsbehandeling (SAB) leert hen, met behulp van een online computertaak, de aandacht op neutrale en positieve dingen te richten, wat hun angst vermindert. SAB blijkt bij volwassenen tot een duidelijke vermindering van angst te leiden. Het effect onder kinderen is echter nauwelijks onderzocht.
Dr. Jeroen Legerstee, psycholoog op de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie en Psychologie van het Erasmus MC, leidt het onderzoek: “Als de combinatie van SAB en CGT effectief blijkt, zullen in de toekomst meer kinderen met een angststoornis profiteren van behandeling. Zo worden langdurige negatieve invloeden op het welbevinden en functioneren van het kind voorkomen." Extra voordeel: selectieve aandachtsbehandeling is naar verhouding kosteneffectief en toegankelijk, en kost weinig tijd.
woensdag 18 september 2013
Google in eHealth met eigen bedrijf
Google heeft zojuist een nieuw bedrijf Calico aangekondigd, dat zich
volledig zal richten op gezondheid. Voorzitter is Arthur D. Levinson, de
voormalige CEO van het biotechbedrijf Genentech en bestuursvoorzitter van
Apple. De persmededeling
bevat nauwelijks details, behalve een verklaring van Google CEO Larry Page.
“Ziekte en ouderdom treft al onze families en vergt een lange termijn-aanpak op
het gebied van gezondheid en biotechnologie is gewenst.”
Nederlandse app deelt lichamelijke activiteit met vriendenkring
Niet alleen zien hoeveel je zelf beweegt, maar ook hoe actief je vrienden zijn. Dat is het idee van de app Bouncers die onderzoekers van de faculteit Industrial Design van de TU Eindhoven hebben gelanceerd. Dankzij het sociale karakter van de app worden gebruikers zich meer bewust van hoeveel ze bewegen en motiveren ze elkaar tot een actievere levensstijl, vergelijkbaar met hoe dat bij een sportclub gebeurt. Vanaf vandaag is Bouncers voor iedereen met een Android-toestel gratis te downloaden via de Google Play-winkel. Het principe van de app is eenvoudig: op de achtergrond van het telefoonscherm visualiseren gekleurde, bewegende ringen live jje lichamelijke activiteit en die van je vrienden. Hoe actiever de gebruiker, des te sneller stuitert diens ring over het scherm.
dinsdag 17 september 2013
Arts-assistenten gaan serious gamen
Arts-assistenten in opleiding voor anesthesioloog in het AMC kunnen voortaan hun vaardigheden op het gebied van luchtwegzorg of ‘airway management’ oefenen met een serious game. In de web-applicatie Medialis krijgen de spelers foto’s met cases voorgeschoteld. Terwijl de tijd wegtikt, moeten ze een juiste beslissing maken.
Een goed antwoord levert punten en extra tijd op, een fout antwoord kost daarentegen tijd. De luchtweg-game bevat in deze beginfase zo’n honderd cases. Die cases gaan over concrete situaties, protocollen of medicatie. Op basis van de ervaringen die vanaf nu worden opgedaan, zal de hoeveelheid cases worden uitgebreid.
Een goed antwoord levert punten en extra tijd op, een fout antwoord kost daarentegen tijd. De luchtweg-game bevat in deze beginfase zo’n honderd cases. Die cases gaan over concrete situaties, protocollen of medicatie. Op basis van de ervaringen die vanaf nu worden opgedaan, zal de hoeveelheid cases worden uitgebreid.
zondag 15 september 2013
Diagnosehulp op iPhone helpt ziekte signaleren
Heb ik… voetschimmel? Aambeien? Kanker? Het zijn geen vragen die je graag aan anderen stelt buiten een arts. Maar het zijn wel vragen die je gerust aan een iPhone-app vraagt, zonder consequenties vanuit die app.
De Nederlandse applicatie Diagnosehulp van ontwikkelaar MixCom Media Group helpt je om een ziekte op te sporen. De toepassing telt vragenlijsten voor 263 verschillende ziektes. In de zoekbalk vul je een begrip in waarvan je denkt last te hebben. Een aantal vragen moet je dan helpen een diagnose te formuleren.
De Nederlandse applicatie Diagnosehulp van ontwikkelaar MixCom Media Group helpt je om een ziekte op te sporen. De toepassing telt vragenlijsten voor 263 verschillende ziektes. In de zoekbalk vul je een begrip in waarvan je denkt last te hebben. Een aantal vragen moet je dan helpen een diagnose te formuleren.
donderdag 12 september 2013
Hygiënisch beeldscherm voor de tandartspraktijk
Strenge richtlijnen voor hygiëne in de tandheelkundige praktijk zijn algemeen bekend. Verschillende zones met diverse besmettingsrisico's dienen ieder te voldoen aan de WIP richtlijnen voor kwalitatieve en kwantitatieve desinfectiebehandelingen. De spatzone om en nabij de patiënt dient na elke behandeling gedesinfecteerd te worden. Administratieve apparatuur moet huishoudelijk worden gereinigd, maar wanneer aangeraakt met vuile handen of handschoenen moet ook deze apparatuur na patiëntbehandeling gedesinfecteerd worden.
Tegenwoordig verplaatsen IT producten vanuit de traditionele administratieve zone naar een meer kritieke zone dichtbij de patiënt. Zo zien we steeds vaker displays in de spatzone verschijnen, zodat de patiënt de behandeling kan volgen of entertainment kan kijken. Deze verschuiving vraagt om aangepaste maatregelen bij het handhaven van hygiëne.
Sinds enkele jaren zijn er om deze reden hygiënische toetsenborden verkrijgbaar. Dankzij een volledig vlak oppervlak zijn deze na iedere patiëntbehandeling in een handomdraai te desinfecteren. Als antwoord op hygiënische toetsenborden/ deze ontwikkeling heeft audiovisueel fabrikant Barco nu een hygiënisch display ontwikkeld speciaal gericht op de behoeften van de dentale markt.
Op de vakbeurs IDS in Keulen heeft Barco dit jaar het Eonis display gepresenteerd, die sinds juli verkrijgbaar is op de markt. Als enig medisch-gecertificeerd display is Eonis zowel aan de voor- als achterzijde te desinfecteren. Het beeldscherm is voorzien van een anti reflecterende IP32 glasplaat die bestand is tegen desinfectantia tot op basis van 70% alcohol. Het beeldscherm kan eenvoudig en snel gedesinfecteerd worden met de gebruikelijke desinfectantia uit de tandartspraktijk.
Tegenwoordig verplaatsen IT producten vanuit de traditionele administratieve zone naar een meer kritieke zone dichtbij de patiënt. Zo zien we steeds vaker displays in de spatzone verschijnen, zodat de patiënt de behandeling kan volgen of entertainment kan kijken. Deze verschuiving vraagt om aangepaste maatregelen bij het handhaven van hygiëne.
Sinds enkele jaren zijn er om deze reden hygiënische toetsenborden verkrijgbaar. Dankzij een volledig vlak oppervlak zijn deze na iedere patiëntbehandeling in een handomdraai te desinfecteren. Als antwoord op hygiënische toetsenborden/ deze ontwikkeling heeft audiovisueel fabrikant Barco nu een hygiënisch display ontwikkeld speciaal gericht op de behoeften van de dentale markt.
Op de vakbeurs IDS in Keulen heeft Barco dit jaar het Eonis display gepresenteerd, die sinds juli verkrijgbaar is op de markt. Als enig medisch-gecertificeerd display is Eonis zowel aan de voor- als achterzijde te desinfecteren. Het beeldscherm is voorzien van een anti reflecterende IP32 glasplaat die bestand is tegen desinfectantia tot op basis van 70% alcohol. Het beeldscherm kan eenvoudig en snel gedesinfecteerd worden met de gebruikelijke desinfectantia uit de tandartspraktijk.
maandag 9 september 2013
Medizorg versterkt regiomanagers met mobiele applicatie
Medizorg, specialist in ziekenhuisverplaatste zorg, heeft zijn regiomanagers uitgerust met coresuite mobile. Deze applicatie houdt de mobiele medewerkers op een veilige manier verbonden met het centrale bedrijfssysteem. Dit vergemakkelijkt hun dagelijkse werk: het onderhouden van de contacten met de instellingen die klant bij Medizorg zijn. Klantinformatie is op ieder moment in te zien en te bewerken, ook kunnen de regiomanagers makkelijk en snel bezoekverslagen vastleggen en de urenregistratie bijhouden. Zo wordt volgens Jaap Tempelman, IT-manager bij Medizorg, veel aan efficiëntie en flexibiliteit gewonnen. “Doordat de regiomanagers klantinformatie via hun iPad paraat hebben, kunnen zij hun relaties snel en accuraat van de juiste informatie voorzien. Ook hoeven ze niet langer ’s avonds vanaf huis in te bellen om hun administratie bij te werken. Deze nieuwe manier van werken past helemaal bij deze tijd!”
Coresuite is als aanvullende mobiele oplossing beschikbaar voor het Microsoft Dynamics-platform. Wereldwijd gebruiken al zo'n 5.500 klanten deze door het Zwitserse coresystems ontwikkelde software. Het succes van de oplossing is terug te leiden naar de uitgebreide mogelijkheden in combinatie met lage instapkosten.
Bij de selectie van het nieuwe mobiliteitsplatform heeft Medizorg zich laten adviseren door Abecon. “De inrichting en implementatie van coresuite mobile konden we grotendeels in eigen huis uitvoeren. Alleen voor complexe aspecten van de integratie en aansluiting op ons eigen maatwerk hebben we een beroep gedaan op de Microsoft- en coresuite expertise van Abecon. Deze partner heeft zich opnieuw bewezen als een betrouwbare IT-specialist met veel kennis van zaken die graag meedenkt”, aldus Jaap Tempelman.
Coresuite is als aanvullende mobiele oplossing beschikbaar voor het Microsoft Dynamics-platform. Wereldwijd gebruiken al zo'n 5.500 klanten deze door het Zwitserse coresystems ontwikkelde software. Het succes van de oplossing is terug te leiden naar de uitgebreide mogelijkheden in combinatie met lage instapkosten.
Bij de selectie van het nieuwe mobiliteitsplatform heeft Medizorg zich laten adviseren door Abecon. “De inrichting en implementatie van coresuite mobile konden we grotendeels in eigen huis uitvoeren. Alleen voor complexe aspecten van de integratie en aansluiting op ons eigen maatwerk hebben we een beroep gedaan op de Microsoft- en coresuite expertise van Abecon. Deze partner heeft zich opnieuw bewezen als een betrouwbare IT-specialist met veel kennis van zaken die graag meedenkt”, aldus Jaap Tempelman.
Philips installeert eerste hybride operatieruimte in Rusland
Het Russian Cardiology Research and Production Complex (RCRPC) en Koninklijke Philips hebben vandaag de opening aangekondigd van een innovatieve nieuwe hybride operatieruimte met geavanceerde oplossingen voor live-beeldgeleiding ter ondersteuning van minimaal invasieve cardio- en endovasculaire procedures. Deze nieuwe hybride OK, waarin ook andere technologische Philips-innovaties zijn opgenomen, is de eerste in zijn soort in Rusland. In Nederland hebben onder meer het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht/ Nieuwegein en het Maastricht UMC een hybride OK.
Op het gebied van chirurgische procedures vindt een verschuiving plaats van open chirurgie naar minimaal invasieve procedures, waardoor bij chirurgen behoefte ontstaat aan één hybride OK-oplossing die aan de eisen van beide vormen van chirurgie tegemoetkomt. De nieuwe hybride OK in het RCRPC is uitgerust met de nieuwste interventiehulpmiddelen van Philips, zoals het Allura Xper FD20-systeem met FlexMove, dat eenvoudig toegang biedt tot beeldvorming met hoge resolutie en het navigatiehulpmiddel HeartNavigator, voor ondersteuning van een breed scala van minimaal invasieve procedures. Voorbeelden van procedures zijn herstel van vernauwingen (stenoses) of het aanbrengen van een ballon (aneurysma's) in slagaders of aders, alsmede minimaal invasieve hartklepvervanging (Transcatheter Aortic Valve Implantation of TAVI).
"Het uitvoeren van een hybride interventie in hartchirurgie wordt gezien als de methode die minimale trauma voor de patient oplevert en die resulteert in een gunstige uitkomst bij 95% tot 97% van de procedures," aldus dr. Renat S. Akchurin, universitair hoofddocent Cardiovasculaire Chirurgie en erelid van de RAS & RAMS (Russian Academy of Sciences and Medical Sciences). "De resultaten zijn absoluut indrukwekkend. De patiënten herstellen snel en mogen het ziekenhuis al na een betrekkelijk korte periode verlaten."
Het RCRPC, een Russische federale instelling, is de meest toonaangevende klinische en onderzoeksgerichte instelling voor toegepaste en fundamentele cardiologie in Rusland. Het RCRPC verzorgt de algehele coördinatie van landelijke onderzoeksprogramma's op het gebied van hart- en vaataandoeningen.
Na afloop van de openingsplechtigheid voor de nieuwe hybride OK zullen dr. Renat S. Akchurin en dr. Karl E. Hauptmann, hoofd van de afdeling Cardiologie in het ziekenhuis Barmherzige Brüder (Trier, Duitsland) TAVI- en EVAR (Endovascular Aneurysm Repair)-procedures uitvoeren, die via een webcast te volgen zijn op www.philips.ru/live, in zowel het Russisch als het Engels. Tijdens de procedure krijgen de deelnemers online de mogelijkheid om vragen te stellen en naar de antwoorden te luisteren. Dit biedt zowel behandelaars als leken overal ter wereld de kans om meer te weten te komen over nieuwe behandelmethoden en technologieën op het gebied van beeldvorming en hartchirurgie.
Op het gebied van chirurgische procedures vindt een verschuiving plaats van open chirurgie naar minimaal invasieve procedures, waardoor bij chirurgen behoefte ontstaat aan één hybride OK-oplossing die aan de eisen van beide vormen van chirurgie tegemoetkomt. De nieuwe hybride OK in het RCRPC is uitgerust met de nieuwste interventiehulpmiddelen van Philips, zoals het Allura Xper FD20-systeem met FlexMove, dat eenvoudig toegang biedt tot beeldvorming met hoge resolutie en het navigatiehulpmiddel HeartNavigator, voor ondersteuning van een breed scala van minimaal invasieve procedures. Voorbeelden van procedures zijn herstel van vernauwingen (stenoses) of het aanbrengen van een ballon (aneurysma's) in slagaders of aders, alsmede minimaal invasieve hartklepvervanging (Transcatheter Aortic Valve Implantation of TAVI).
"Het uitvoeren van een hybride interventie in hartchirurgie wordt gezien als de methode die minimale trauma voor de patient oplevert en die resulteert in een gunstige uitkomst bij 95% tot 97% van de procedures," aldus dr. Renat S. Akchurin, universitair hoofddocent Cardiovasculaire Chirurgie en erelid van de RAS & RAMS (Russian Academy of Sciences and Medical Sciences). "De resultaten zijn absoluut indrukwekkend. De patiënten herstellen snel en mogen het ziekenhuis al na een betrekkelijk korte periode verlaten."
Het RCRPC, een Russische federale instelling, is de meest toonaangevende klinische en onderzoeksgerichte instelling voor toegepaste en fundamentele cardiologie in Rusland. Het RCRPC verzorgt de algehele coördinatie van landelijke onderzoeksprogramma's op het gebied van hart- en vaataandoeningen.
Na afloop van de openingsplechtigheid voor de nieuwe hybride OK zullen dr. Renat S. Akchurin en dr. Karl E. Hauptmann, hoofd van de afdeling Cardiologie in het ziekenhuis Barmherzige Brüder (Trier, Duitsland) TAVI- en EVAR (Endovascular Aneurysm Repair)-procedures uitvoeren, die via een webcast te volgen zijn op www.philips.ru/live, in zowel het Russisch als het Engels. Tijdens de procedure krijgen de deelnemers online de mogelijkheid om vragen te stellen en naar de antwoorden te luisteren. Dit biedt zowel behandelaars als leken overal ter wereld de kans om meer te weten te komen over nieuwe behandelmethoden en technologieën op het gebied van beeldvorming en hartchirurgie.
dinsdag 3 september 2013
Philips lanceert Facebook-spel om zorg dichter bij mensen te brengen
Snelle en doeltreffende hulp tijdens de eerste 6 minuten bij een hartstilstand is van levensbelang. Als omstanders naast hartmassage en beademing gebruikmaken van een AED, dan kan de overlevingskans van het slachtoffer oplopen tot 50 procent. Philips wil daarom het bewustzijn over reanimeren en het gebruik van AED's vergroten en ontwikkelde in samenspraak met de Hartstichting het nieuwe Facebook-campagne Red een Hart.
Deelnemers maken vanaf zaterdag 31 augustus via www.redeenhart.nl kans op één van de zes AED's met reanimatietraining die Philips als hoofdprijs weggeeft. De AED's krijgen een plek op een openbare plek naar keuze van de winnaar, die zo zijn eigen buurt, sportclub of school veiliger kan maken.
De hoofdprijzen zullen bijdragen aan het realiseren van de 6-minutenzones van de Hartstichting. In die zones kan binnen 6 minuten de juiste hulp worden gegeven, doordat er voldoende AED's en getrainde mensen aanwezig zijn die via een reanimatie-oproepsysteem kunnen worden ingezet. De Facebook-campagne kent een competitief spelelement. Het draait erom wie het snelst de juiste beslissingen maakt en alle hartpunten verzamelt. Mensen worden zo online en spelenderwijs bewust gemaakt wat te doen als iemand plotseling een hartstilstand krijgt. Deelnemers krijgen de mogelijkheid eenvoudig, maar heel concreet bij te dragen aan de veiligheid in hun sociale omgeving.
De start van "Red een Hart" valt samen met het grootste cardiologencongres ter wereld dat momenteel in Amsterdam plaatsvindt. Op het European Society of Cardiology Congress 2013 introduceert Philips nieuwe innovaties waarmee cardiologen betere diagnoses kunnen stellen en nauwkeuriger en veiliger kunnen werken. Met "Red een Hart" wil Philips naast cardiologen ook anderen de handvatten geven een leven te redden.
"Red een Hart" kan op gespeeld worden op desktop, tablet of mobiele telefoon. Voor de ontwikkeling van het spel sloeg Philips de handen ineen met het Amsterdamse Facebook marketing bureau 'a friend of mine'.
Deelnemers maken vanaf zaterdag 31 augustus via www.redeenhart.nl kans op één van de zes AED's met reanimatietraining die Philips als hoofdprijs weggeeft. De AED's krijgen een plek op een openbare plek naar keuze van de winnaar, die zo zijn eigen buurt, sportclub of school veiliger kan maken.
De hoofdprijzen zullen bijdragen aan het realiseren van de 6-minutenzones van de Hartstichting. In die zones kan binnen 6 minuten de juiste hulp worden gegeven, doordat er voldoende AED's en getrainde mensen aanwezig zijn die via een reanimatie-oproepsysteem kunnen worden ingezet. De Facebook-campagne kent een competitief spelelement. Het draait erom wie het snelst de juiste beslissingen maakt en alle hartpunten verzamelt. Mensen worden zo online en spelenderwijs bewust gemaakt wat te doen als iemand plotseling een hartstilstand krijgt. Deelnemers krijgen de mogelijkheid eenvoudig, maar heel concreet bij te dragen aan de veiligheid in hun sociale omgeving.
De start van "Red een Hart" valt samen met het grootste cardiologencongres ter wereld dat momenteel in Amsterdam plaatsvindt. Op het European Society of Cardiology Congress 2013 introduceert Philips nieuwe innovaties waarmee cardiologen betere diagnoses kunnen stellen en nauwkeuriger en veiliger kunnen werken. Met "Red een Hart" wil Philips naast cardiologen ook anderen de handvatten geven een leven te redden.
"Red een Hart" kan op gespeeld worden op desktop, tablet of mobiele telefoon. Voor de ontwikkeling van het spel sloeg Philips de handen ineen met het Amsterdamse Facebook marketing bureau 'a friend of mine'.