De livegang van de ERP-oplossing Vidaví bij het Ikazia Ziekenhuis is succesvol verlopen. Het Ikazia Ziekenhuis heeft Vidaví, op enkele modules na, volledig afgenomen. Jannes Aman, Voorzitter van de stuurgroep van de Vidaví implementatie, kijkt tevreden terug op deze implementatie.
Ikazia Ziekenhuis en VCD tekenden het contract voor de levering en implementatie van de ERP-oplossing Vidaví. Jannes Aman vertelt: "VCD heeft de implementatie bij ons goed begeleid en door de ERP-oplossing Vidaví denken wij onze bedrijfsvoering nog verder te optimaliseren."
dinsdag 30 september 2014
vrijdag 26 september 2014
Minister Schippers opent e-Health Convention
Minister Schippers gaat Emerce e-Health Convention openen, het jaarlijkse congres over de nieuwste ontwikkelingen rond E-Health, op 4 november in Pakhuis De Zwijger. Schippers propageert al langer het gebruik van e-Health. Zij wil dat de mogelijkheden van deze technologie beter worden benut. De communicatie tussen zorgverlener en de patiënt (op afstand) wordt makkelijker, waardoor de zorg meer en beter rondom de patiënt kan worden georganiseerd.
Strategische samenwerking UMCG en Siemens
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en Siemens gaan een strategisch partnerschap aan voor de ontwikkeling en inzet van nieuwe beeldvormende technieken in de kliniek. Binnen deze samenwerking zal beeldvormende informatie gekoppeld worden aan laboratoriumgegevens. Hiermee wordt nieuwe en op de individuele patiënt toegesneden diagnostiek en therapie, ofwel 'personalized healthcare', ontwikkeld. Minimale belasting voor de patiënt en vermijden van overbodige diagnostiek staan hierbij centraal.
UMCG en Siemens gaan zich in een gezamenlijk onderzoeksprogramma richten op ziektebeelden met een chronisch karakter en/of een hoog sterftecijfer, zoals cardiovasculaire ziekten, chronische longziekten, kanker en dementie. Het UMCG heeft al onderzoekslijnen waarin wetenschappers deze ziektebeelden bestuderen. Deze kennis en kunde wordt gekoppeld aan de informatie die wordt verkregen uit hypermoderne beeldvormende technieken ('imaging'). Een voorbeeld hiervan is de ultra low dose CT. Dit is een veelbelovende techniek die onder andere kan worden ingezet bij het vroegtijdig opsporen van chronische longziekte en tumoren in de long. Op de juiste manier kwantificeren van het volume van de tumor speelt hierbij een belangrijke rol. Naast ultra low dose CT zal het UMCG ook de beschikking krijgen over de allernieuwste systemen op het gebied van realtime PET-MRI en PET-CT.
De enorme hoeveelheden gegevens ('big data') die door deze technieken gegenereerd worden, worden gekoppeld aan overige klinische informatiestromen, zoals laboratoriumgegevens. Ook de kennis van gezonde personen zoals verkregen uit LifeLines, het langlopende drie-generaties bevolkingonderzoek in Noord-Nederland, kan gebruikt worden om tot goede analyses te komen. De kwantitatieve informatie die al deze data zal opleveren (big data analytics) kan zo leiden tot een optimaal en op de patiënt afgestemd behandelvoorstel.
Om de ambities voortkomend uit deze wetenschappelijke samenwerking mogelijk te maken, hebben het UMCG en Siemens afgesproken dat Siemens het beheer en onderhoud van de imaging infrastructuur voor de komende jaren op zich zal nemen. Siemens houdt met 'updates en upgrades' de imaging infrastructuur van het UMCG state of the art. Dit maakt duurzaam wetenschappelijk onderzoek mogelijk en zorgt ervoor dat de klinische praktijk snel kan profiteren van nieuwe mogelijkheden voor diagnostiek.
Deze langjarige en brede samenwerking is uniek in de Nederlandse academische zorg en is voor beide partijen een logische voortzetting van een samenwerking op vele gebieden. Zo leverde Siemens dit jaar de grootste brandmeldinstallatie van Europa voor het universitair medisch centrum. Veel van de medische beeldvormende systemen en gerelateerde IT-infrastructuur, was al geleverd door Siemens Healthcare en de huidige samenwerking is dan ook een logische extensie.. Onlangs maakte Siemens bekend dat het op korte termijn een vestiging met dertig medewerkers opent op de Healthy Ageing-Campus van het UMCG. Bij het nu overeengekomen strategisch partnerschap zijn zowel Siemens Nederland als Siemens AG betrokken. Het is nadrukkelijk de bedoeling om ook andere instellingen en bedrijven te betrekken bij deze innovatieve samenwerking
UMCG en Siemens gaan zich in een gezamenlijk onderzoeksprogramma richten op ziektebeelden met een chronisch karakter en/of een hoog sterftecijfer, zoals cardiovasculaire ziekten, chronische longziekten, kanker en dementie. Het UMCG heeft al onderzoekslijnen waarin wetenschappers deze ziektebeelden bestuderen. Deze kennis en kunde wordt gekoppeld aan de informatie die wordt verkregen uit hypermoderne beeldvormende technieken ('imaging'). Een voorbeeld hiervan is de ultra low dose CT. Dit is een veelbelovende techniek die onder andere kan worden ingezet bij het vroegtijdig opsporen van chronische longziekte en tumoren in de long. Op de juiste manier kwantificeren van het volume van de tumor speelt hierbij een belangrijke rol. Naast ultra low dose CT zal het UMCG ook de beschikking krijgen over de allernieuwste systemen op het gebied van realtime PET-MRI en PET-CT.
De enorme hoeveelheden gegevens ('big data') die door deze technieken gegenereerd worden, worden gekoppeld aan overige klinische informatiestromen, zoals laboratoriumgegevens. Ook de kennis van gezonde personen zoals verkregen uit LifeLines, het langlopende drie-generaties bevolkingonderzoek in Noord-Nederland, kan gebruikt worden om tot goede analyses te komen. De kwantitatieve informatie die al deze data zal opleveren (big data analytics) kan zo leiden tot een optimaal en op de patiënt afgestemd behandelvoorstel.
Om de ambities voortkomend uit deze wetenschappelijke samenwerking mogelijk te maken, hebben het UMCG en Siemens afgesproken dat Siemens het beheer en onderhoud van de imaging infrastructuur voor de komende jaren op zich zal nemen. Siemens houdt met 'updates en upgrades' de imaging infrastructuur van het UMCG state of the art. Dit maakt duurzaam wetenschappelijk onderzoek mogelijk en zorgt ervoor dat de klinische praktijk snel kan profiteren van nieuwe mogelijkheden voor diagnostiek.
Deze langjarige en brede samenwerking is uniek in de Nederlandse academische zorg en is voor beide partijen een logische voortzetting van een samenwerking op vele gebieden. Zo leverde Siemens dit jaar de grootste brandmeldinstallatie van Europa voor het universitair medisch centrum. Veel van de medische beeldvormende systemen en gerelateerde IT-infrastructuur, was al geleverd door Siemens Healthcare en de huidige samenwerking is dan ook een logische extensie.. Onlangs maakte Siemens bekend dat het op korte termijn een vestiging met dertig medewerkers opent op de Healthy Ageing-Campus van het UMCG. Bij het nu overeengekomen strategisch partnerschap zijn zowel Siemens Nederland als Siemens AG betrokken. Het is nadrukkelijk de bedoeling om ook andere instellingen en bedrijven te betrekken bij deze innovatieve samenwerking
zondag 21 september 2014
‘Health app op iPhone 6 kan socialer’
Samen met Apple een ‘gezondheidsrevolutie’ in gang zetten. Laura Bouwman, docent Gezondheid en Maatschappij aan Wageningen University, zou het graag doen. “De gezondheidsapp op de nieuwe iPhone 6 is mooie technologie, maar hij is te veel gericht op het individu.” Ze heeft ideeën om de app ‘socialer’ te maken. Dat is nodig, zegt ze, want “veel beslissingen over onze gezondheid nemen we niet als individu. Eten en bewegen doen we bijvoorbeeld graag samen.”
De Health app meet de hartslag, telt het aantal stappen dat iemand zet, berekent het calorieverbruik en meer van dat soort zaken. Bouwman: “Het idee achter dit soort gadgets is: geef mensen informatie over hun lijf en ze gaan bewust werken aan hun gezondheid. Er is vast een groep mensen die de app zo gaat gebruiken, maar hoe kun je deze technologie zo inzetten dat je ook de rest van de maatschappij motiveert gezonder te gaan leven?” Niet iedereen is de hele dag met zijn of haar gezondheid bezig, wil Bouwman maar zeggen. In haar werk denkt ze daarom na over hoe ‘gezond eten en bewegen’ ingepast kan worden in een leven vol andere belangrijke en minder belangrijke zaken.
Hoe de kloof te dichten tussen de technologie en het gewone dagelijks leven van mensen wil Bouwman graag helpen onderzoeken. Ze verwacht bijvoorbeeld dat het helpt om interactie met mede-gebruikers mogelijk te maken. “Als iemand dan bijvoorbeeld het advies krijgt om calorieën te verbranden door een stukje te gaan lopen, dan denk ik dat je de drempel om dat te doen verlaagt als je anderen kunt uitnodigen mee te gaan lopen”, zegt Bouwman.
Bouwman juicht het toe dat bedrijven als Apple zich richten op gezondheidsbevordering. “Het is een gigantisch bedrijf dat veel mensen weet te motiveren. Daar zouden mensen in de gezondheidssector gebruik van moeten maken.” Natuurlijk is nog weinig bekend of dergelijke apps bijdragen aan een gezonder leefpatroon en of er misschien ook nadelige gevolgen zijn. Dat is volgens Bouwman geen reden om de app weg te zetten als ondeugdelijk of onwetenschappelijk, maar juist aanleiding om te helpen de technologie te verbeteren. “Het is inderdaad de vraag hoe mensen reageren op informatie over hun fysieke gesteldheid die ze krijgen via de app. Gaan ze daar op een gezonde manier mee om? Wat doen ze als de app alarmerende signalen geeft? Dat zijn zaken die ik graag zou onderzoeken.” Technologie heeft immers pas echt impact als deze goed aansluit op de maatschappelijke context.
De Health app meet de hartslag, telt het aantal stappen dat iemand zet, berekent het calorieverbruik en meer van dat soort zaken. Bouwman: “Het idee achter dit soort gadgets is: geef mensen informatie over hun lijf en ze gaan bewust werken aan hun gezondheid. Er is vast een groep mensen die de app zo gaat gebruiken, maar hoe kun je deze technologie zo inzetten dat je ook de rest van de maatschappij motiveert gezonder te gaan leven?” Niet iedereen is de hele dag met zijn of haar gezondheid bezig, wil Bouwman maar zeggen. In haar werk denkt ze daarom na over hoe ‘gezond eten en bewegen’ ingepast kan worden in een leven vol andere belangrijke en minder belangrijke zaken.
Hoe de kloof te dichten tussen de technologie en het gewone dagelijks leven van mensen wil Bouwman graag helpen onderzoeken. Ze verwacht bijvoorbeeld dat het helpt om interactie met mede-gebruikers mogelijk te maken. “Als iemand dan bijvoorbeeld het advies krijgt om calorieën te verbranden door een stukje te gaan lopen, dan denk ik dat je de drempel om dat te doen verlaagt als je anderen kunt uitnodigen mee te gaan lopen”, zegt Bouwman.
Bouwman juicht het toe dat bedrijven als Apple zich richten op gezondheidsbevordering. “Het is een gigantisch bedrijf dat veel mensen weet te motiveren. Daar zouden mensen in de gezondheidssector gebruik van moeten maken.” Natuurlijk is nog weinig bekend of dergelijke apps bijdragen aan een gezonder leefpatroon en of er misschien ook nadelige gevolgen zijn. Dat is volgens Bouwman geen reden om de app weg te zetten als ondeugdelijk of onwetenschappelijk, maar juist aanleiding om te helpen de technologie te verbeteren. “Het is inderdaad de vraag hoe mensen reageren op informatie over hun fysieke gesteldheid die ze krijgen via de app. Gaan ze daar op een gezonde manier mee om? Wat doen ze als de app alarmerende signalen geeft? Dat zijn zaken die ik graag zou onderzoeken.” Technologie heeft immers pas echt impact als deze goed aansluit op de maatschappelijke context.
donderdag 18 september 2014
HealthKit nekt iOS 8
Apple heeft zich verkeken op HealthKit, de software binnen iOS 8 waarmee gebruikers gezondheidsgegevens kunnen meten en waarop developers kunnen inhaken met hun eigen fitness- of gezondheidsgerelateerde apps. HealthKit is namelijk nog niet klaar. Nu in de App Store talloze updates van fitnessapps verschijnen voor iOS 8 zegt Apple 'ho, stop, ho!' en laat het weten dat het door een onbekende bug in de software HealthKit nog niet klaar heeft voor gebruikt. Pas aan het einde van deze maand kunnen apps volledig gebruik maken van de API's, stelt het bedrijf.
VR toepassing voor eetstoornissen
Onderzoekster Anouk Keizer van de Universiteit Utrecht gaat, samen met Ordina en instelling Altrecht Eetstoornissen Rintveld, een virtual reality-toepassing op basis van Oculus Rift inzetten voor onderzoek naar de lichaamsbeleving van mensen met anorexia nervosa.
De studie is een vervolg op een eerder onderzoek van Anouk Keizer. Zij is post-doctoraal onderzoeker en verbonden aan de faculteit Sociale Wetenschappen, afdeling Experimentele Psychologie van de Universiteit Utrecht. Keizer is gespecialiseerd op het gebied van anoxeria.
In het nieuwe onderzoek staat de vraag centraal hoe mensen met anorexia nervosa hun eigen lichaamsafmeting en lichaamsvorm beleven. Tijdens het onderzoek krijgen de proefpersonen een Oculus Rift op. Met behulp van deze virtuele bril zien ze niet hun eigen lichaam, maar een driedimensionaal model met een gezond gewicht. Vervolgens wordt het lichaam van de proefpersoon fysiek aangeraakt. Deze aanraking ziet de proefpersoon op dezelfde plek via de virtuele bril. Het idee is dat de hersenen de fysieke en virtuele aanraking tot één gebeurtenis integreren. Het gevolg kan zijn dat de patiënte het idee krijgt dat het virtuele lichaam haar eigen lichaam is.
In de toekomst is het denkbaar dat deze toepassing een bijdrage gaat leveren aan de behandeling van patiënten met anorexia. Daarnaast kan het onderzoek voor aanknopingspunten zorgen voor de behandeling van andere eetstoornissen met behulp van moderne technologie.
Keizer is voor de realisatie van de virtual reality-toepassing terechtgekomen bij de afdeling SMART Technologies van Ordina. Die is in staat om op slimme wijze nieuwe technologieën toepasbaar te maken in het dagelijks leven.
De studie is een vervolg op een eerder onderzoek van Anouk Keizer. Zij is post-doctoraal onderzoeker en verbonden aan de faculteit Sociale Wetenschappen, afdeling Experimentele Psychologie van de Universiteit Utrecht. Keizer is gespecialiseerd op het gebied van anoxeria.
In het nieuwe onderzoek staat de vraag centraal hoe mensen met anorexia nervosa hun eigen lichaamsafmeting en lichaamsvorm beleven. Tijdens het onderzoek krijgen de proefpersonen een Oculus Rift op. Met behulp van deze virtuele bril zien ze niet hun eigen lichaam, maar een driedimensionaal model met een gezond gewicht. Vervolgens wordt het lichaam van de proefpersoon fysiek aangeraakt. Deze aanraking ziet de proefpersoon op dezelfde plek via de virtuele bril. Het idee is dat de hersenen de fysieke en virtuele aanraking tot één gebeurtenis integreren. Het gevolg kan zijn dat de patiënte het idee krijgt dat het virtuele lichaam haar eigen lichaam is.
In de toekomst is het denkbaar dat deze toepassing een bijdrage gaat leveren aan de behandeling van patiënten met anorexia. Daarnaast kan het onderzoek voor aanknopingspunten zorgen voor de behandeling van andere eetstoornissen met behulp van moderne technologie.
Keizer is voor de realisatie van de virtual reality-toepassing terechtgekomen bij de afdeling SMART Technologies van Ordina. Die is in staat om op slimme wijze nieuwe technologieën toepasbaar te maken in het dagelijks leven.
dinsdag 16 september 2014
Misfit introduceert goedkope fitnesstracker
Het Amerikaanse bedrijf Misfit heeft een budgetfitnesstracker met een prijs van 50 dollar, omgerekend 39 euro. De goedkope tracker is onder meer in staat om stappen te tellen, het aantal verbrande calorieën te meten en de slaapkwaliteit in de gaten te houden. In samenwerking met de bijbehorende smartphone-app is de fitnesstracker ook in staat om activiteiten als zwemmen en fietsen te tracken. Het apparaat kan via bluetooth aan een relatief recente Android-smartphone of iPhone worden gekoppeld; Windows Phone-ondersteuning volgt binnenkort.
maandag 15 september 2014
Online leren omgaan met chronische pijn
Leven met pijn. In Nederland is dat de realiteit voor ongeveer één op de vijf mensen. Als medicatie niet helpt kunnen psychologische behandelingen ingezet worden. Bijvoorbeeld Acceptance & Commitment Therapy (ACT) die vooral berust op aanvaarding van pijn. Promovenda Hester Trompetter van de UT onderzocht in samenwerking met Roessingh Research and Development als eerste in Nederland de effectiviteit van ACT als online zelfhulp behandelvorm. Trompetter: “De resultaten zijn veelbelovend. Ongeveer een derde van de patiënten voelde zich beter na het volgen van de negen-weekse online cursus ‘Leven met pijn’.”
Centraal in het promotieonderzoek van Trompetter stond het onderzoek naar de mogelijke effectiviteit van ACT als online behandelvorm. Trompetter: “Het aanbieden van behandelingen via internet kent voordelen, zoals de lagere kosten en tijdsefficiëntie voor zowel patiënten als behandelaars.” Trompetter volgde 82 Nederlanders die leden aan chronische pijn. Deze groep kreeg de negen-weekse cursus ‘Leven met Pijn’ aangeboden. De controlegroep bestond uit twee even grote groepen mensen. Drie maanden na afloop van de cursus voelde circa 1/3 van de deelnemers aan Leven met Pijn zich beter. Dat wil zeggen, ze ervaarden minder pijn- en depressieklachten en hadden minder belemmering bij het doen van dagelijkse activiteiten als huishouden, werk of sociale dingen.
De groep die verbetering liet zien waren de mensen die bij aanvang van de cursus beschikten over een hoog positief welbevinden, wat gekenmerkt wordt door o.a. het hebben van doelen in het leven, goede sociale relaties, grip op de eigen omgeving en zelfacceptatie. Trompetter: “De uitkomsten laten zien dat we de online pijnbehandelingen op effectieve manier kunnen aanbieden, maar niet aan iedereen. Ik vind het een reële uitkomst want het zelfstandig volgen van een zware psychologische behandeling zoals deze cursus, is denk ik niet voor iedereen weggelegd. Het is goed dat vooraf een screening plaatsvindt aan de hand van een vragenlijst op ‘welbevinden’.”
Naast de online behandelvorm onderzocht Trompetter bij negen Nederlandse revalidatiecentra de training van ACT aan behandelteams. In totaal ging het om 160 professionals: artsen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers en revalidatie artsen. Trompetter: “Het concept van ‘train de trainer’ werd toegepast. Het eerste ‘trekkersteam’ kreeg de volledige 6-daagse cursus over ACT aangeboden. Op hun beurt trainden zij de collega teams. Professionals voelden zich een jaar na aanvang van de training voldoende competent in het werken met ACT. Ook de patiënten waren zeer positief gestemd over de uitvoering.”
Centraal in het promotieonderzoek van Trompetter stond het onderzoek naar de mogelijke effectiviteit van ACT als online behandelvorm. Trompetter: “Het aanbieden van behandelingen via internet kent voordelen, zoals de lagere kosten en tijdsefficiëntie voor zowel patiënten als behandelaars.” Trompetter volgde 82 Nederlanders die leden aan chronische pijn. Deze groep kreeg de negen-weekse cursus ‘Leven met Pijn’ aangeboden. De controlegroep bestond uit twee even grote groepen mensen. Drie maanden na afloop van de cursus voelde circa 1/3 van de deelnemers aan Leven met Pijn zich beter. Dat wil zeggen, ze ervaarden minder pijn- en depressieklachten en hadden minder belemmering bij het doen van dagelijkse activiteiten als huishouden, werk of sociale dingen.
De groep die verbetering liet zien waren de mensen die bij aanvang van de cursus beschikten over een hoog positief welbevinden, wat gekenmerkt wordt door o.a. het hebben van doelen in het leven, goede sociale relaties, grip op de eigen omgeving en zelfacceptatie. Trompetter: “De uitkomsten laten zien dat we de online pijnbehandelingen op effectieve manier kunnen aanbieden, maar niet aan iedereen. Ik vind het een reële uitkomst want het zelfstandig volgen van een zware psychologische behandeling zoals deze cursus, is denk ik niet voor iedereen weggelegd. Het is goed dat vooraf een screening plaatsvindt aan de hand van een vragenlijst op ‘welbevinden’.”
Naast de online behandelvorm onderzocht Trompetter bij negen Nederlandse revalidatiecentra de training van ACT aan behandelteams. In totaal ging het om 160 professionals: artsen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers en revalidatie artsen. Trompetter: “Het concept van ‘train de trainer’ werd toegepast. Het eerste ‘trekkersteam’ kreeg de volledige 6-daagse cursus over ACT aangeboden. Op hun beurt trainden zij de collega teams. Professionals voelden zich een jaar na aanvang van de training voldoende competent in het werken met ACT. Ook de patiënten waren zeer positief gestemd over de uitvoering.”
dinsdag 9 september 2014
Nieuwe geavanceerde apparatuur op locatie Beatrixoord van het UMCG
Lopen door drukke straten, obstakels omzeilen, evenwicht bewaren: revalideren is vooral veel trainen en hard werken om je balans te (her)vinden en je loopvaardigheid te herstellen. De geavanceerde technologie van de GRAIL (Gait-Realtime-Analysis-Interactive-Lab) biedt een veilige virtuele omgeving voor looptraining en loopanalyse. Met de aanschaf van een GRAIL zet het UMCG Centrum voor Revalidatie samen met drie andere revalidatiecentra en het Revalidatiefonds een grote stap in de innovatie van revalidatie. Op 10 september wordt de GRAIL in Beatrixoord officieel in gebruik genomen.
Het UMCG Centrum voor Revalidatie helpt mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan de maatschappij. Kunnen lopen is daarbij heel belangrijk. Kinderen met een spasme of volwassenen die een herseninfarct, ernstig ongeluk of amputatie hebben gehad, hebben grote problemen met lopen. Zij bewegen daardoor weinig en kunnen of durven vaak de deur niet uit waardoor ze in een isolement kunnen komen. e
Voor deze mensen is de GRAIL een zeer effectief middel. De GRAIL is een geavanceerde loopband die bewegingen in verschillende richtingen maakt en de bewegingen van de persoon die erop loopt registreert. De band is omgeven door een groot scherm met een virtuele wereld, bijvoorbeeld een bospad of drukke winkelstraat. De virtuele omgeving en de bewegingen op de band zijn volledig geïntegreerd. De patiënt ziet zijn bewegingen terug in de virtuele omgeving. Hij waant zich in die omgeving en focust niet op zijn beperking of pijn, maar op het doel dat hij wil bereiken: over de boomstronk stappen, of de fietser ontwijken. En dat werkt! Hoogleraar revalidatiegeneeskunde Jan Geertzen: ‘Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat loopherstel op deze manier veel sneller gaat. Patiënten vinden het oefenen in deze veilige omgeving prettig en hebben er plezier in. Dat motiveert vaker te oefenen en over grenzen te gaan. En dat bevordert sneller en beter herstel.’
Om deze innovatieve en effectieve manier van revalideren voor veel Nederlanders bereikbaar te maken, schaffen vier revalidatiecentra dit jaar een GRAIL aan. Naast locatie Beatrixoord van het UMCG Centrum voor Revalidatie zijn dit: Groot Klimmendaal in Arnhem, Revant in Breda en de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Het Revalidatiefonds en Militair Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn ondersteunen het samenwerkingsverband. Met plaatsing van een GRAIL op locatie Beatrixoord wordt de GRAIL ook bereikbaar voor mensen in Noord-Nederland.
De GRAIL biedt artsen en fysiotherapeuten een schat aan gegevens om voor de patiënt een nog beter revalidatieprogramma op maat te maken. En onderzoekers kunnen grote stappen vooruit maken in het wetenschappelijk onderzoek van lopen. In Nederland wordt al veel onderzoek gedaan op dat gebied, Groningen speelt daarbij een belangrijke rol. Met de nieuwe apparatuur wil Nederland wereldwijd koploper worden op het gebied van looponderzoek.
De eerste van de vier GRAIL is deze zomer in Beatrixoord geplaatst en wordt 10 september om 16.30 uur officieel in gebruik genomen door Mechteld van der Beld, voormalig directeur van het Revalidatiefonds en grote initiator achter de aanschaf van de vier GRAILs in Nederland.
De aanschaf van de GRAILs in het samenwerkingsverband zijn mede mogelijk gemaakt door subsidies van het Revalidatiefonds, het Fonds NutsOhra en het Dr. C.J. Vaillant Fonds. De Stichting Beatrixoord Noord-Nederland en de Stichting BEA hebben financieel bijgedragen aan de aanschaf van de GRAIL voor het UMCG Centrum voor Revalidatie.
Het UMCG Centrum voor Revalidatie helpt mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan de maatschappij. Kunnen lopen is daarbij heel belangrijk. Kinderen met een spasme of volwassenen die een herseninfarct, ernstig ongeluk of amputatie hebben gehad, hebben grote problemen met lopen. Zij bewegen daardoor weinig en kunnen of durven vaak de deur niet uit waardoor ze in een isolement kunnen komen. e
Voor deze mensen is de GRAIL een zeer effectief middel. De GRAIL is een geavanceerde loopband die bewegingen in verschillende richtingen maakt en de bewegingen van de persoon die erop loopt registreert. De band is omgeven door een groot scherm met een virtuele wereld, bijvoorbeeld een bospad of drukke winkelstraat. De virtuele omgeving en de bewegingen op de band zijn volledig geïntegreerd. De patiënt ziet zijn bewegingen terug in de virtuele omgeving. Hij waant zich in die omgeving en focust niet op zijn beperking of pijn, maar op het doel dat hij wil bereiken: over de boomstronk stappen, of de fietser ontwijken. En dat werkt! Hoogleraar revalidatiegeneeskunde Jan Geertzen: ‘Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat loopherstel op deze manier veel sneller gaat. Patiënten vinden het oefenen in deze veilige omgeving prettig en hebben er plezier in. Dat motiveert vaker te oefenen en over grenzen te gaan. En dat bevordert sneller en beter herstel.’
Om deze innovatieve en effectieve manier van revalideren voor veel Nederlanders bereikbaar te maken, schaffen vier revalidatiecentra dit jaar een GRAIL aan. Naast locatie Beatrixoord van het UMCG Centrum voor Revalidatie zijn dit: Groot Klimmendaal in Arnhem, Revant in Breda en de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Het Revalidatiefonds en Militair Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn ondersteunen het samenwerkingsverband. Met plaatsing van een GRAIL op locatie Beatrixoord wordt de GRAIL ook bereikbaar voor mensen in Noord-Nederland.
De GRAIL biedt artsen en fysiotherapeuten een schat aan gegevens om voor de patiënt een nog beter revalidatieprogramma op maat te maken. En onderzoekers kunnen grote stappen vooruit maken in het wetenschappelijk onderzoek van lopen. In Nederland wordt al veel onderzoek gedaan op dat gebied, Groningen speelt daarbij een belangrijke rol. Met de nieuwe apparatuur wil Nederland wereldwijd koploper worden op het gebied van looponderzoek.
De eerste van de vier GRAIL is deze zomer in Beatrixoord geplaatst en wordt 10 september om 16.30 uur officieel in gebruik genomen door Mechteld van der Beld, voormalig directeur van het Revalidatiefonds en grote initiator achter de aanschaf van de vier GRAILs in Nederland.
De aanschaf van de GRAILs in het samenwerkingsverband zijn mede mogelijk gemaakt door subsidies van het Revalidatiefonds, het Fonds NutsOhra en het Dr. C.J. Vaillant Fonds. De Stichting Beatrixoord Noord-Nederland en de Stichting BEA hebben financieel bijgedragen aan de aanschaf van de GRAIL voor het UMCG Centrum voor Revalidatie.
maandag 8 september 2014
VPHuisartsen gaat in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over LSP
De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen heeft hoger beroep laten aantekenen tegen de recente uitspraak van de rechtbank Midden Nederland, over de rechtmatigheid van het Landelijk SchakelPunt [LSP].
Na bestudering van het vonnis en na raadpleging van privacy- en beveiligingsexperts, acht VPHuisartsen de motivering van het vonnis op een aantal punten onvoldoende. Omdat het hierbij om fundamentele principes gaat zoals het beroepsgeheim en het recht op privacy van de patiënt, acht VPHuisartsen het oordeel van een hogere rechter noodzakelijk.
In het vonnis erkent de rechtbank onder meer dat de huisarts bij gebruik van het LSP, niet meer betrokken is of kan zijn bij het uitwisselen van medische gegevens. Tegelijkertijd is de rechtbank van mening dat zorgverleners nog steeds verantwoordelijk zijn tijdens de communicatie via het LSP, voor het niet doorbreken van het beroepsgeheim. Omdat de rechtbank bovendien zonder omhaal erkent dat de door VZVZ voorgestelde keuzevrijheid voor zorgverleners jegens het LSP 'niet reëel is', is VPHuisartsen van mening dat zorgverleners door dit vonnis in een onmogelijke positie worden geplaatst. Dit is voor de beroepsorganisatie reden om in hoger beroep te gaan.
Bestuurslid Herman Suichies: "Feitelijk zegt de rechtbank dat de huisarts verantwoordelijk is voor iets waarvan uit hetzelfde vonnis blijkt dat de huisarts er niet verantwoordelijk voor KAN zijn. Dat heeft grote tuchtrechtelijke gevolgen als het eens mis gaat. Zeker gezien het gebrek aan reële keuzevrijheid voor deelname aan het LSP, plaatst de rechter huisartsen daarmee in een onmogelijk positie."
Na bestudering van het vonnis en na raadpleging van privacy- en beveiligingsexperts, acht VPHuisartsen de motivering van het vonnis op een aantal punten onvoldoende. Omdat het hierbij om fundamentele principes gaat zoals het beroepsgeheim en het recht op privacy van de patiënt, acht VPHuisartsen het oordeel van een hogere rechter noodzakelijk.
In het vonnis erkent de rechtbank onder meer dat de huisarts bij gebruik van het LSP, niet meer betrokken is of kan zijn bij het uitwisselen van medische gegevens. Tegelijkertijd is de rechtbank van mening dat zorgverleners nog steeds verantwoordelijk zijn tijdens de communicatie via het LSP, voor het niet doorbreken van het beroepsgeheim. Omdat de rechtbank bovendien zonder omhaal erkent dat de door VZVZ voorgestelde keuzevrijheid voor zorgverleners jegens het LSP 'niet reëel is', is VPHuisartsen van mening dat zorgverleners door dit vonnis in een onmogelijke positie worden geplaatst. Dit is voor de beroepsorganisatie reden om in hoger beroep te gaan.
Bestuurslid Herman Suichies: "Feitelijk zegt de rechtbank dat de huisarts verantwoordelijk is voor iets waarvan uit hetzelfde vonnis blijkt dat de huisarts er niet verantwoordelijk voor KAN zijn. Dat heeft grote tuchtrechtelijke gevolgen als het eens mis gaat. Zeker gezien het gebrek aan reële keuzevrijheid voor deelname aan het LSP, plaatst de rechter huisartsen daarmee in een onmogelijk positie."
Extreem nauwkeurige medicijnafgifte mogelijk dankzij nieuw type productiemachine
De Eindhovense technostarter EmulTech heeft zijn product INFINITY gelanceerd. Het apparaat is bedoeld voor farmaceutische bedrijven, die er zeer precies ingekapselde medicijnbolletjes mee kunnen maken. Doordat de bolletjes allemaal exact dezelfde grootte en hoeveelheid medicijn bevatten, wordt extreem nauwkeurige afgifte mogelijk. Dit is erg belangrijk voor bijvoorbeeld astma-respirators.
Het encapsuleren van medicatie gebeurt tegenwoordig nog door olie met daarin medisch actieve stof te mengen in water. Doordat de olie niet oplost in water, ontstaan druppels. Die zijn echter niet allemaal even groot en hebben niet dezelfde inhoud, waardoor ze niet allemaal op dezelfde manier het medicijn afgeven. Fabrikanten filteren daarom te grote en te kleine bolletjes eruit. Ze verliezen mede daardoor zo’n 40 procent van de productie. Bij het product van EmulTech is dat minder dan 1 procent. Daarnaast kunnen bij de conventionele technologie makkelijker verschillen ontstaan in de eigenschappen van verschillende batches. Bij het systeem van EmulTech, dat continu produceert, zijn de eigenschappen continu gelijk. Ook dat is van grote waarde voor de farmaceutische industrie.
De technologie van EmulTech, die is bedacht aan de TU Eindhoven en is uitgewerkt door Robin de Bruijn van EmulTech, werkt anders. In microscopisch kleine kanaaltjes komen de olie gemengd met medicijn en water zeer gecontroleerd bij elkaar; het water knijpt kleine druppels af die daarna uitharden tot bolletjes. De producent kan zelf de grootte instellen en kan kiezen voor groottes van 1 micrometer tot 1 millimeter. De bolletjes kunnen verder zo worden gemaakt dat ze hun lading afgeven na een bepaalde tijd, of bij een bepaalde temperatuur of zuurtegraad, waardoor ze precies op de juiste plaats het medicijn afgeven. Op de EmulTech-website staat een heldere animatievideo die de werking van de technologie uitlegt: http://www.emultech.nl/150_emultech-animation.html
Een voorbeeld van mogelijke toepassing is de astma-respirator. Zijn de medicatiedeeltjes te klein, dan schieten ze te ver door in de longen. Zijn ze te groot, dan blijven ze hangen in de keel. Het is dus erg belangrijk dat alle deeltjes precies van de juiste grootte zijn. Een ander voorbeeld is voeding die zijn nutriënten pas in de darmen loslaat in plaats van in de maag. Ook is er voordeel te behalen voor medicijnen die geïnjecteerd worden. Doordat er geen bovengemiddeld grote bolletjes meer zijn, kan de naald kleiner.
Tot nu toe produceerde EmulTech in opdracht voor farmacieproducenten. Met de INFINITY, die de afmetingen heeft van een kleine koelkast, kunnen bedrijven zelf gaan produceren met deze technologie. Het bedrijf presenteerde vorige week donderdag op een mini-symposium het prototype, aan leveranciers en klanten. Over de naam van het product zegt Fränk de Jong, medeoprichter en CEO: “De naam INFINITY is een knipoog naar de oneindige mogelijkheden van het systeem en de mogelijkheid om continu te produceren.”
Het encapsuleren van medicatie gebeurt tegenwoordig nog door olie met daarin medisch actieve stof te mengen in water. Doordat de olie niet oplost in water, ontstaan druppels. Die zijn echter niet allemaal even groot en hebben niet dezelfde inhoud, waardoor ze niet allemaal op dezelfde manier het medicijn afgeven. Fabrikanten filteren daarom te grote en te kleine bolletjes eruit. Ze verliezen mede daardoor zo’n 40 procent van de productie. Bij het product van EmulTech is dat minder dan 1 procent. Daarnaast kunnen bij de conventionele technologie makkelijker verschillen ontstaan in de eigenschappen van verschillende batches. Bij het systeem van EmulTech, dat continu produceert, zijn de eigenschappen continu gelijk. Ook dat is van grote waarde voor de farmaceutische industrie.
De technologie van EmulTech, die is bedacht aan de TU Eindhoven en is uitgewerkt door Robin de Bruijn van EmulTech, werkt anders. In microscopisch kleine kanaaltjes komen de olie gemengd met medicijn en water zeer gecontroleerd bij elkaar; het water knijpt kleine druppels af die daarna uitharden tot bolletjes. De producent kan zelf de grootte instellen en kan kiezen voor groottes van 1 micrometer tot 1 millimeter. De bolletjes kunnen verder zo worden gemaakt dat ze hun lading afgeven na een bepaalde tijd, of bij een bepaalde temperatuur of zuurtegraad, waardoor ze precies op de juiste plaats het medicijn afgeven. Op de EmulTech-website staat een heldere animatievideo die de werking van de technologie uitlegt: http://www.emultech.nl/150_emultech-animation.html
Een voorbeeld van mogelijke toepassing is de astma-respirator. Zijn de medicatiedeeltjes te klein, dan schieten ze te ver door in de longen. Zijn ze te groot, dan blijven ze hangen in de keel. Het is dus erg belangrijk dat alle deeltjes precies van de juiste grootte zijn. Een ander voorbeeld is voeding die zijn nutriënten pas in de darmen loslaat in plaats van in de maag. Ook is er voordeel te behalen voor medicijnen die geïnjecteerd worden. Doordat er geen bovengemiddeld grote bolletjes meer zijn, kan de naald kleiner.
Tot nu toe produceerde EmulTech in opdracht voor farmacieproducenten. Met de INFINITY, die de afmetingen heeft van een kleine koelkast, kunnen bedrijven zelf gaan produceren met deze technologie. Het bedrijf presenteerde vorige week donderdag op een mini-symposium het prototype, aan leveranciers en klanten. Over de naam van het product zegt Fränk de Jong, medeoprichter en CEO: “De naam INFINITY is een knipoog naar de oneindige mogelijkheden van het systeem en de mogelijkheid om continu te produceren.”
maandag 1 september 2014
De digitale dokter op het vakantieadres
Het internet is een informatiebron die steeds belangrijker wordt voor een gezonde voorbereiding van een vakantie. Ook voor de oplossing van eventuele klachten in het buitenland is het een voorname raadgever. Voor vertrek zoekt een op de drie vakantiegangers naar informatie op websites en 18 procent informeert zich via sociale media. Dit leert een onderzoek in opdracht van het NHG uitgevoerd door DirectResearch onder ruim 600 Nederlandse toeristen in het buitenland.