donderdag 18 december 2014

UT, MST en ZGT richten ‘Pioneers in Health Care Innovatiefonds’ op

Medisch Spectrum Twente, ZGT (Ziekenhuisgroep Twente) en de Universiteit Twente starten een gezamenlijk innovatiefonds: het ‘Pioneers in Health Care Innovatiefonds’. Doel van het fonds is samenwerking stimuleren tussen medisch specialisten van MST en ZGT en onderzoekers van UT-onderzoeksinstituut MIRA. De samenwerking moet leiden tot nieuwe inzichten en technologie die de zorg voor patiënten verbetert. De drie partijen stellen voor het eerste jaar gezamenlijk een bedrag van 400.000 euro beschikbaar dat wordt besteed aan acht innovatieve projecten op het snijvlak van geneeskunde en technologie.

Er wordt veel technologie voor de zorg ontwikkeld, maar nog te vaak gaat het om technologie waar de medische wereld niet expliciet om gevraagd heeft. Als wetenschappers en medisch specialisten in een vroege fase met elkaar samenwerken ontstaat juist die technologie waaraan behoefte is en die bovendien sneller is in te zetten in de kliniek. Om duurzame samenwerking tussen onderzoekers en medisch specialisten te stimuleren, richten UT, MST en ZGT daarom het ‘Pioneers in Health Care Innovatiefonds’ op. Voor het eerste jaar hebben de drie founding fathers gezamenlijk een bedrag van 400.000 euro beschikbaar gesteld. Dit geld wordt komend jaar ingezet voor acht innovatieve onderzoeksprojecten op het raakvlak van geneeskunde en technologie. Voor de jaren erna zullen ook andere partners bijdragen aan het fonds.

Zowel MST, ZGT als UT zien het fonds als een middel waarvan uiteindelijk de patiënt profiteert. Bas Leerink, voorzitter van de Raad van Bestuur van Medisch Spectrum Twente: “MST vindt het van groot belang dat het grote onderzoekspotentieel in de regio ten gunste komt van betere uitkomsten van zorg voor onze patiënten. Dat is nadrukkelijk een criterium in het Pioneers in Healthcare Innovatiefonds dat we met ZGT en de UT gestart zijn.” Meindert Schmidt voorzitter van de Raad van Bestuur van ZGT valt hem bij: “Als innovatief ziekenhuis stimuleert ZGT graag onderzoek dat kan bijdragen aan verbeteringen in de patiëntenzorg. Hiermee bieden organisaties in Twente medisch specialisten de mogelijkheid om eigen onderzoek te doen en zo samen de zorg te versterken.”

Ook volgens Albert van den Berg, wetenschappelijk directeur van UT-onderzoeksinstituut MIRA, is het doel van de technologie die zijn onderzoeksinstituut ontwikkelt het verbeteren van het welzijn en de gezondheid van patiënten. “Om de nieuwste technologische ontwikkelingen optimaal in te zetten voor toepassing in de zorg, is het essentieel om te werken vanuit een klinische behoefte. Wij vinden het daarom van groot belang om met de vouchers vanuit het Pioneers in Healthcare Innovatiefonds in te zetten op duurzame samenwerking tussen de UT en onze lokale partners MST en ZGT.”

In totaal werden er 33 onderzoeksvoorstellen ingediend. Deze werden beoordeeld op onder meer de samenhang tussen het klinische probleem en de technologische uitdaging, de verwachte kwaliteitsverbetering, de mate van samenwerking en de toepasbaarheid in de kliniek. Acht voorstellen werden gehonoreerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld de ontwikkeling van een sensorsysteem dat mensen met een nieuwe heup waarschuwt als deze uit de kom dreigt te schieten en onderzoek om de kwaliteit van level van Parkinsonpatiënten te verbeteren door hen met ‘smart glasses-technologie’ feedback op hun manier van lopen en hun houding te geven.

woensdag 17 december 2014

Virtueel oefenprogramma maakt MS-patiënten sterker

Onderzoekers van de UHasselt hebben een softwareprogramma gemaakt waarmee mensen die behandeld worden voor MS, of voor de gevolgen van een herseninfarct, hun armspieren beter kunnen trainen. Zo moeten dagelijkse activiteiten als koken, zelfstandig eten of rolstoelrijden gemakkelijker kunnen verlopen. Het digitale krachttrainingsprogramma, I-TRAVLE genaamd, werd voorgesteld in Overpelt. Het werd de afgelopen twee jaar ontwikkeld door het Expertisecentrum voor Digitale Media, verbonden aan de UHasselt.

dinsdag 16 december 2014

Slimme innovatieve app houdt diabetespatiënten bij de les

Van de 800.000 geregistreerde diabetici in Nederland heeft een kwart te kampen met diabetische voeten. De firma George In der Maur uit Groenekan ontwikkelde een smartphone-applicatie waarmee patiënten hun schoenen en voeten in de gaten kunnen houden.

De applicatie, die vorige maand lovend werd ontvangen op het congres van de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen, is sinds kort in zowel de Apple App Store als Google’s Play Store gratis verkrijgbaar. Met de app in de hand kunnen diabetespatiënten eenvoudig hun voeten en schoenen in de gaten houden.

Diabetes leidt bij een kwart van de patiënten tot gevoelloze voeten. Zenuwen werken niet meer en zenden dus geen pijnprikkels naar de hersenen. “Als gevolg daarvan merken ze (kleine) voetwonden niet op en lopen ze er gewoon mee door, ook als er bijvoorbeeld een legoblokje of een steentje in hun schoen zit.”

Initiatiefnemer Jacco de Bruin van orthopedisch schoentechnisch bedrijf George In der Maur uit Utrecht, heeft zich erover verbaasd dat er nog geen app was die patiënten een preventief instrument in handen geeft. “Geregeld zie je dat diabetici te laat met hun voetproblemen naar de huisarts, schoentechnicus of specialist gaan. En dan kunnen de gevolgen ernstig zijn; soms zelfs met amputatie tot gevolg.”

De diabetische voet-en-schoen-app geeft diabetespatiënten een handig steuntje in de rug. “Bij aankoop van nieuwe schoenen is het bijvoorbeeld van essentieel belang dat ze goed en veilig worden ingelopen. Op de eerste dag moet je elk uur je voeten én je schoenen controleren. De app geeft de eerste dag elk uur, en op de tweede dag, elke twee uur een seintje: tijd voor een check!”

De diabetische voet is een gecompliceerde aandoening. “Ook omdat wondjes bij diabetici vaak slecht herstellen, is voorkomen zeker in dit geval beter dan genezen.” Daarom geeft de app ook de nodige tips aan patiënten. “Loop niet op blote voeten, houd je schoenen ook in huis zoveel mogelijk aan, neem geen hete voetenbaden, et cetera.”

Is er toch een probleem, dan kunnen patiënten met behulp van een persoonlijke contactenpagina in een mum van tijd de juiste contactpersoon raadplegen.

De Bruin heeft geen commerciële overwegingen met de app. “We bieden ‘m gratis aan en hopen dat ook vakgenoten hun klanten wijzen op de applicatie. Elk voetprobleem dat we met de app voorkomen, is winst. Onze drijfveer is voetbehoud.”

vrijdag 12 december 2014

TU/e in groot Europees consortium met EU-steun (KIC) voor zorginnovatie

InnoLife, een collectief van in totaal 144 Europese bedrijven en instellingen waaronder de TU/e, is door de EU gekozen om invulling te geven aan de ‘KIC Health’. Dat maakte de EU eergisteren bekend. KICs zijn ‘Knowledge and Innovation Communities’, die Europa innovatiever en economisch concurrerender moeten maken. De InnoLife-partners gaan innovaties ontwikkelen gericht op gezondere levensstijl en betere gezondheidszorg. InnoLife krijgt daarvoor van 2015 tot en met 2020 zo’n 80 miljoen euro per jaar van de EU.

De TU/e behoort tot de 54 hoofdpartners van InnoLife. Decaan Peter Hilbers, die vanuit de TU/e de trekker is, onderstreept hoe bijzonder de deelname is: “We werken hier al sinds 2009 aan. Dit is voor de TU/e een unieke kans om ons in Europa op de kaart te zetten op gebied van Health. En met in het kielzog diverse betrokken partijen uit Brainport zoals het samenwerkingsverband ‘Slimmer Leven’, de gemeente Eindhoven en Brainport Development.” Andere Nederlandse hoofdpartners zijn de bedrijven Philips, Achmea en Medtronic en Erasmus Medisch Centrum. Het hoofdkantoor van InnoLife komt in München, in Rotterdam komt het kantoor van een van de zes ‘co-locaties’.

Health is een van de focusgebieden van de TU/e. De deelname aan InnoLife levert de TU/e een zeer waardevol Europees netwerk met bedrijven en kennisinstellingen. Bovendien zal de deelname naar verwachting wereldwijd deuren openen voor samenwerking. Daarnaast gaat het leiden tot meer marktrijpe innovatieve producten en meer start-ups. Dat is belangrijk, omdat valorisatie, het verzilveren van wetenschappelijke kennis, een van de drie hoofdtaken van de TU/e is.

De EU financiert in de KICs een kwart van de totale kosten. De partners zelf nemen driekwart voor rekening. De EU-bijdrage is onder mee bedoeld om ervoor te zorgen dat onderzoek omgezet wordt in innovaties. De volgende stap is nu dat de InnoLife-partners projecten gaan definiëren. Volgens Hilbers zal het vaak gaan om bestaande onderzoeksprojecten, waarvoor nu extra middelen beschikbaar komen om nieuwe kennis en technologie (versneld) naar de markt te brengen. InnoLife omvat verder ook onderwijsprogramma’s. Doordat nog niet vaststaat welke projecten precies onder InnoLife gaan vallen, is nog niet bekend hoeveel subsidie elke partner gaat ontvangen.

De EU zet sinds eind 2008 ‘Knowledge and Innovation Communities’ (KICs) op, om Europa innovatiever te maken. De KICs moeten onder meer het gat dichten tussen onderzoek en innovatie, wat uiteindelijk onder meer moet leiden tot economische groei. De EU heeft daarvoor in totaal 3 miljard euro beschikbaar voor de periode van 2008 tot 2020. Europese consortia bestaande uit bedrijven en partijen uit hoger onderwijs en onderzoek kunnen in concurrentie  plannen indienen om de KIC vorm te geven. De eerste drie KICs gingen in 2009 van start, op gebied van klimaat, ICT en duurzame energie. Dit jaar kent de EU twee KICs toe: een op gebied van grondstoffen, en een op gebied van gezondheid. Het consortium van de TU/e, InnoLife, is de winnaar van deze laatste KIC.

Bijzonder is dat de TU/e nu in drie van de vijf KICs hoofdpartner is, net als de TU Delft. De TU/e is behalve in de KIC InnoLife ook hoofddeelnemer in de KIC InnoEnergy (duurzame energie) en EIT ICT Labs (ICT). Naar verwachting zal de deelname in deze consortia ook aanvragen voor EU-financiering van onderzoek ten goede komen, omdat de EU daarvoor deelname in brede consortia vereist.

donderdag 11 december 2014

Zorg moet inzetten op online revalideren

Online revalideren van nek- en schouderklachten bijvoorbeeld door het aantrekken van een vestje met elektrodes die je spieractiviteit monitoren. Of vanuit thuis met behulp van bewegingsvideo’s je revalidatieprogramma voor rugpijn doen. Telemedicine (online zorg verlenen) geeft een positieve impuls aan de zorg en is volgens onderzoeker Stephanie Jansen- Kosterink  een oplossing voor de groeiende zorgvraag en stijgende kosten van de gezondheidszorg. Jansen- Kosterink promoveert deze week aan de Universiteit Twente.

“Tegenwoordig wordt telemedicine (zorg op afstand door zorgverlener met behulp van ict) gezien als de oplossing voor de groeiende zorgvraag en stijgende kosten van de gezondheidszorg. Aan het einde van de twintigste eeuw werd telemedicine voor het eerst geïntroduceerd in de revalidatie, oftewel telerevalidatie. De verwachting is dat telerevalidatie positief bijdraagt aan een betere toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg en lagere zorgkosten. Ondanks deze verwachtingen is de implementatie van deze telerevalidatie- diensten in de dagelijkse praktijk erg beperkt en de meeste diensten blijven na een project of pilot fase op de plank liggen.” Het doel van het proefschrift van Jansen- Kosterink is een bijdrage leveren aan de kennis over de meerwaarde van telemedicine- diensten voor de revalidatie.  

Online nek- en schouderklachten behandelen kan bijvoorbeeld met behulp van een vestje met elektrodes. Deze elektrodes monitoren continu het spieractivatiepatroon van de spieren. Bij onvoldoende spierontspanning wordt er een trilsignaal en zacht geluid afgegeven door een processor aan het vestje en dit is verbonden met een smartphone die het mogelijk maakt spieractivatie data te versturen naar een op afstand toegankelijke server. De zorgprofessional en de patient kunnen beiden deze data bekijken en de voortgang bespreken. Uit de resultaten blijkt dat het gebruik van deze telerevalidatie- dienst een positief effect heeft op zowel de pijnintensiteit als de ervaren beperking bij 40% van de patiënten. Deze dienst is even effectief als reguliere zorg. Daarnaast had de therapeut een efficiëntie winst van 20%  en door de consultatie op afstand had de patiënt minder reistijd en reiskosten.  

Een ander voorbeeld is een telerevalidatie toepassing die patiënten met lage rugpijn  ondersteuning  biedt vanuit een databank met bewegingsvideo’s. De therapeut kan op afstand voor een patiënt een revalidatieprogramma samenstellen en deze persoon begeleiden. Door één dagbehandeling in de revalidatiekliniek te vervangen door één thuistraining met behulp van deze toepassing bleef de kwaliteit van de revalidatie gelijk. Voor 70% van de chronisch lage rugpijn patiënten had het gebruik van de telemedicine- dienst een positief effect op de pijnintensiteit. Tevredenheid en gebruikersgemak bleken voldoende, maar er waren nog duidelijke wensen voor verbetering van de technologie.  

Op basis van de resultaten uit deze beide studies concludeert Jansen-Kosterink dat telemedicine- diensten een antwoord kunnen zijn op de groeiende zorgvraag in de revalidatie en in andere medische disciplines.

Uit de resultaten van beide bovengenoemde toepassingen  blijkt dat mensen die meer oefenen meer vooruitgaan. Strategieën en technieken om het gebruik aantrekkelijk te maken zijn van belang. Een mogelijke oplossing is de inzet van gaming technologie. Deze technologie heeft als voordelen: het afleiden van de patiënt van zijn klachten, bewegen leuk en uitdagend maken en hierdoor de therapietrouw en het daadwerkelijk gebruik verbeteren. In haar proefschrift beschrijft Jansen- Kosterink eerste ervaringen met een beweegspel voor chronische pijn patiënten. Het doel van dit beweegspel is de fysieke conditie van de patiënt verbeteren. De patiënt stuurt dit spel aan met zijn bewegingen en het spieractivatiepatroon. De patiënt kan loopsnelheid trainen, reiken boven het hoofd en de mobiliteit van de nek. De resultaten bewijzen dat een bewegingsspel een veelbelovende technologie is voor revalidatie. Het motiveert simpelweg de patiënten om hun oefeningen te doen. 

dinsdag 2 december 2014

ERC Starting Grant van 1,5 miljoen euro voor Sarthak Misra

Sarthak Misra, van UT-onderzoeksinstituut MIRA, heeft een prestigieuze persoonsgebonden ERC Starting Grant van 1,5 miljoen euro in de wacht gesleept. Hij gaat deze inzetten voor het onderzoeksproject Robotar, waarin hij een robotgestuurd systeem zal ontwikkelen dat met behulp van flexibele naalden extreem nauwkeurig magnetische deeltjes in het menselijk lichaam kan injecteren. De magnetische deeltjes, die je vervolgens in het lichaam kunt bijsturen met een extern magneetveld, kun je bijvoorbeeld voorzien van medicijnen.

Het inbrengen van naalden is een van de meest voorkomende minimaal invasieve chirurgische ingrepen. Denk aan biopsies van tumoren, of het inbrengen van radioactieve deeltjes bij de behandeling van prostaatkanker. Het nadeel van de naalden is dat ze stijf zijn en soms doel missen, bijvoorbeeld doordat de patiënt of een orgaan beweegt. Ook is het met de stijve naalden onmogelijk om om weefsels of botten heen te manoeuvreren.

Misra heeft naam gemaakt met zijn onderzoek naar flexibele robotgestuurde naalden. Deze hebben een asymmetrische punt die daardoor in bochten door het lichaam gestuurd kan worden. Door de naald te draaien kan de chirurg in drie dimensies de route van de naald bepalen. Doordat de flexibele naalden door een robot worden aangestuurd en tijdens het inbrengen met behulp van echoscopie worden gevolgd zijn ze extreem nauwkeurig. De naalden waar Misra aan werkt kunnen in het lichaam een afstand van ongeveer 15 centimeter afleggen en zijn nauwkeurig op millimeterniveau.

Bij het systeem waar Misra aan werkt, injecteert de flexibele naald minuscule magnetische deeltjes, zoals nanodeeltjes, magnetische bacteriën of ‘MagnetoSperm’ (nanorobotjes geïnspireerd op spermacellen). De chirurg kan de magnetische deeltjes, die je kunt voorzien van bijvoorbeeld een medicijn, met behulp van een extern magnetisch veld op de micrometer nauwkeurig (een duizendste van een millimeter), naar de plaats geleiden waar hij ze wil hebben.

Het Robotar project heeft een looptijd van vijf jaar. Aan het einde van het project verwacht Misra een werkend demonstratiemodel gereed te hebben. Eerder kunnen waarschijnlijk al componenten van het systeem in de praktijk gebruikt worden.

De Starting Grant van de European Research Council is een prestigieuze persoonsgebonden Europese subsidie. Bij de toekenning ervan wordt niet alleen naar een ingediend onderzoeksvoorstel gekeken, maar ook naar de kwaliteit van de onderzoeker en van het onderzoek dat hij eerder heeft verricht.