woensdag 28 januari 2015

Technische Geneeskunde uitgegroeid tot volwaardige discipline

Afgelopen week studeerde de tweehonderdste student Technische Geneeskunde af aan de Universiteit Twente. Wat in 2003 begon met twee woorden op papier – ‘Technische’ en ‘Geneeskunde’ – is, anno 2015, uitgegroeid tot een volwaardige discipline. De vraag naar stagiairs overstijgt het aanbod, de medische wereld heeft de Technisch Geneeskundigen hartstochtelijk omarmd en de beroepsperspectieven van de afgestudeerden zijn meer dan goed. Sinds 2014 heeft de overheid de competenties van de beroepsgroep, door toevoeging in de wet BIG, erkend en hebben afgestudeerden de bevoegdheid om zelfstandig patiënten te behandelen.

In 2003 is de Universiteit Twente gestart met de opleiding Technische Geneeskunde. Idee achter de studie is dat de oprukkende technologie in de gezondheidszorg vraagt om professionals die diepgaande kennis van technologie en geneeskunde weten in te zetten voor de verbetering van de zorg voor patiënten. De opleiding werd aanvankelijk met de nodige scepsis ontvangen, maar deze is geleidelijk omgeslagen in enthousiasme.

De Technisch Geneeskundigen hebben zich inmiddels in de praktijk bewezen en er is een grote vraag naar afgestudeerden. Het leeuwendeel van de afgestudeerden heeft binnen enkele maanden een betaalde baan op niveau en de Universiteit Twente kan de vraag naar stagiairs al lange tijd niet meer aan. Er is meer vraag dan er überhaupt studenten zijn. Ook voor studenten die nu bezig zijn, of nog willen beginnen, zijn de beroepsperspectieven erg goed. Volgens Heleen Miedema, opleidingsdirecteur van de studie heeft Nederland op termijn namelijk behoefte aan duizenden Technisch Geneeskundigen. “Je ziet dat, net zoals bij alle goede ideeën zoals de smartphone, het aanbod de vraag genereert. Toen de opleiding werd opgericht vroegen velen zich af of de technisch geneeskundigen werkelijk de problemen rondom het gebruik van technologie in de gezondheidszorg gingen oplossen. De eerste lichtingen TG’ers hebben zich in de praktijk bewezen en sindsdien zijn veel partijen om.” Als belangrijkste succesfactor noemt Miedema de kwaliteit van de studenten en de alumni. “Ik heb groot respect voor ze.”

Sinds de overheid de competenties van de beroepsgroep, door toevoeging in de wet BIG, heeft erkend, hebben afgestudeerden de bevoegdheid om zelfstandig patiënten te behandelen. Hierdoor kunnen TG’ers de technologie die ze ontwikkelen of verbeteren ook daadwerkelijk zelfstandig in de praktijk inzetten.

In 2009 studeerde de eerste Technisch Geneeskundige af en in 2011 vond de eerste TG-promotie al plaats. Momenteel zie je de alumni op veel verschillende posities in de gezondheidszorg, de wetenschap en het bedrijfsleven. 75 procent is werkzaam bij topklinische en academische ziekenhuizen (waarvan 86 procent in een academisch ziekenhuis). Miedema: . “Als ik bijvoorbeeld in het AMC kom, dan heb ik regelmatig het idee dat ik op een reünie ben beland.” Ongeveer 65 procent van de alumni volgt, of volgde, een promotietraject. Er zijn inmiddels zes klinische TG-Fellows in Nederland werkzaam, Technisch Geneeskundigen die zich bekwamen in het inzetten van nieuwe en bestaande technologie ter optimalisatie of vernieuwing van diagnostische of therapeutische trajecten. Miedema verwacht dat binnen tien jaar een van haar Technisch Geneeskundigen het tot hoogleraar schopt.

dinsdag 27 januari 2015

Groei e-health vooral door software

West-Europa zal tegen 2018 bijna anderhalf miljard dollar meer uitgeven aan IT in de gezondheidszorg. Vooral software krijgt een groter budget. Er is een nationaal online medisch platform voorgesteld waar je betrouwbare informatie kan vinden over gezondheid. Nu ben je als patiënt soms overdonderd door de informatie die je dokter je geeft. Thuis zit je dan nog met vragen. Op de site 'Mijn thuisdokter, mijn gezondheid.be' kan je dan rustig de juiste informatie nog eens nalezen.

Artsen gebruiken 3D-technologie bij behandeling hartritmestoornissen in OLV-ziekenhuis Aalst

In het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst zijn voor het eerst twee patiënten behandeld met een nieuwe techniek om hartritmestoornissen aan te pakken. Voorafgaand aan de ablatie werden 3D-prints van de harten van de patiënten gemaakt. Bij hartritmestoornissen verlopen de elektrische prikkels die het hartritme aansturen volgens een ongeregeld patroon. Via een ablatie, een katheter via de lies naar het hart, worden kleine 'littekens' aangebracht ter hoogte van zenuwverbindingen die niet normaal functioneren. Op die manier worden elektrische prikkels uitgeschakeld die de ritmestoornissen aansturen.

maandag 26 januari 2015

Aderverkalking maakt ‘mikado’ van bloedvatenvezels

De vezels van verkalkte bloedvaten blijken niet zoals gebruikelijk netjes naast elkaar te liggen, in de breedte, maar in meerdere richtingen. Promovendus van de TU Eindhoven Chen-Ket Chai, die samen met Erasmus MC werkte aan een biomechanisch model om de scheuring van bloedvatvernauwingen (verkalkte aderen) te voorspellen, zag dit min of meer per toeval op speciale MRI-beelden. De oorzaak hiervan moet nog onderzocht worden. Chai promoveert 28 januari.

Chai zag dit beeld, van verstoorde vezeloriëntatie, bij alle patiënten die hij onderzocht. Dat waren er negen.

Het scheuren van vernauwde bloedvaten is de belangrijkste oorzaak van hartaanvallen en infarcten. Daarom worden de vernauwingen – plaques – vaak operatief verwijderd. Vier van de vijf ingrepen blijkt achteraf echter onnodig, doordat de plaques stabiel waren. Chai ontdekte in zijn studie onder meer dat plaques waarvan de kap minder dan twintig procent is uitgerekt, in principe stabiel zijn. Met deze kennis kan op termijn het aantal ingrepen worden teruggebracht.

vrijdag 23 januari 2015

West-Vlaamse app voor blinden gaat de wereld rond

De K-NFB Reader, een app voor blinden die ontwikkeld werd door Sensotec uit Jabbeke, is wereldwijd gegeerd. Sinds de lancering in september zijn er al 6.000 gebruikers, en de app stond in vier landen op nummer één wat betreft inkomsten op het vlak van productiviteitsapplicaties.

De K-NFB Reader werkt als volgt: blinden of slechtzienden nemen met de camera van hun smartphone of tablet een foto van een tekst - de app assisteert de gebruikers om de foto goed te positioneren door middel van een vibratiesysteem. De toepassing ziet ook of de tekst in kolommen geschreven is en kan een Powerpointpresentatie herkennen. Als de foto gemaakt is, wordt de tekst enkele tellen later voorgelezen. 

Denk behandelt cliënten met levensechte virtual reality therapie

Voor mensen met een angststoornis, zoals een paniekstoornis of sociale fobie, is exposure therapie (de confrontatie met de angst aangaan) een belangrijk onderdeel van de behandeling. Denk basis-GGZ, onderdeel van GGZ Friesland, heeft samen met cliënten een methode ontwikkeld om levensechte situaties te simuleren. De Oculus Rift en Google Cardboard worden ingezet bij deze exposure. 'Hiermee zijn wij de eerste zorginstelling in Nederland die samen met cliënten een dergelijk uniek concept weet te realiseren en waarbij cliënten ook thuis deze therapie kunnen volgen', zegt Wouter Teer, Raad van Bestuur GGZ Friesland. 'Behandeling met virtual reality helpt ons op een vernieuwende manier de zelfredzaamheid van cliënten te verhogen.'

Alina is 28 jaar en kampt al jaren met pleinvrees. 'Door mijn angsten durfde ik de straat niet meer op en zat ik vaak dagenlang op mijn kamer. Ik durfde niet naar openbare locaties te gaan, bang om daar een paniekaanval te krijgen. Na mijn studie werd het alleen maar erger.' Alina is in behandeling bij Denk basis-GGZ en heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van behandeling met virtual reality. 'De simulaties voelden levensecht voor mij en de sessies hielpen me om te gaan met situaties die angstaanvallen kunnen opwekken.'

In de meeste exposurebehandelingen gaan mensen naar een fysieke locatie om zich bloot te stellen aan hun angsten. De confrontatie zorgt ervoor dat mensen hun vermijdingsgedrag veranderen en dat heeft weer een gunstig effect op de angstklachten. Bij Virtual Reality Exposure Therapy (VRET) worden deze locaties gesimuleerd.

Denk basis-GGZ heeft samen met cliënten een programma ontwikkeld waarmee gebruik gemaakt wordt van 360-graden driedimensionaal gefilmde locaties. Hoe werkt dit? Cliënten zetten een Oculus Rift op, een speciale bril die oorspronkelijk ontwikkeld is voor gamers. Dankzij deze bril voelen ze zich ondergedompeld in een virtuele wereld. De cliënt bevindt zich virtueel o.a. op een kermis, een druk plein, in een supermarkt, een bus of op een druk feest. Deze situaties worden door mensen met een paniekstoornis of sociale fobie vaak vermeden. Dankzij de exposure wordt in eerste instantie een angstaanval opgewekt, maar ontdekt de cliënt dat die angst weer wegebt en er niks ernstigs gebeurt. Zo leert hij of zij dat situaties niet meer vermeden hoeven te worden en nemen de klachten snel af. Denk basis-GGZ gaat gedegen onderzoek uitvoeren om de uiteindelijke plaats van VRET in de behandelstrategie te gaan bepalen.

Naast de Oculus Rift, die binnen de locaties van Denk basis-GGZ gebruikt wordt, heeft Denk basis-GGZ ook een programma ontwikkeld voor Google Cardboard. Bij Denk basis-GGZ leren de cliënten met de Oculus Rift hoe de virtuele therapie werkt. Het programma kan van rustige situaties opschalen tot zeer beangstigende situaties. Stap voor stap leren cliënten zich staande te houden in meer beangstigende omgevingen. Cliënten krijgen instructies mee van hun behandelaar, en kunnen met Google Cardboard thuis aan de slag. Google Cardboard is een kartonnen constructie, die mensen in combinatie met hun mobiele telefoon kunnen gebruiken om in een virtual reality omgeving te stappen. Doordat ze hiermee thuis kunnen oefenen, worden cliënten nog meer ondersteund in hun zelfredzaamheid.

donderdag 22 januari 2015

TNO opent de OK–simulator

Een operatiekamer en operatieafdeling ontwerpen, inrichten en verbeteren is kostbaar en tijdrovend. Zolang de ruimte nog niet is gebouwd en ingericht, is het lastig om alle consequenties van keuzes te overzien. Met de OK-simulator in Soesterberg kan TNO vanaf vandaag iedere bestaande of toekomstige OK nabouwen om de gebruikers, leveranciers en ontwerpers snel en levensecht te laten ervaren hoe hun OK in de praktijk gaat functioneren. Aanpassingen in het ontwerp zijn snel door te voeren en de consequenties daarvan te overzien en te beleven. Dat scheelt veel tijd en kosten. In Europa bestaat geen vergelijkbare faciliteit waarmee je door een operatiekamer kan lopen, nog vóór de eerste steen is gelegd.

De flexibele opzet maakt het mogelijk om de OK groter of kleiner te maken en de werking van pendels en operatielampen op elke gewenste plek te beproeven. In samenwerking met leveranciers kan bovendien alle denkbare inrichting en medische apparatuur – inclusief innovatieve concepten – in de ruimte worden geplaatst. Door de flexibele opstelling kan de omgeving ook worden ingezet voor andere toepassingen dan een OK, zoals het ontwerpen of optimaliseren van behandelkamers voor de eerstelijnszorg, intensive care, spoedeisende hulp, patiëntenkamers en andere zorggerelateerde ruimtes.

Deze faciliteit is tot stand gekomen in samenwerking met een groot aantal partners. De grondleggers van de OK-simulator zijn naast TNO: Bussman, CFP Engineering, Elektro Klessens & de Koning, G & A interieurbouw, Lycalux, Medexs, Metaflex Siemens, SIMED, Stöpler en UMC Utrecht.

dinsdag 20 januari 2015

Belgisch zorgplatform bij 15 meest beloftevolle start-ups

Google rekent Cubigo, een zorgplatform van het Limburgse bedrijf Aristoco, tot de 15 meest beloftevolle start-ups ter wereld. Daarom werd Aristoco-CEO Geert Houben als eerste Belg ooit door Google uitgenodigd om deel te nemen aan het veertiendaagse opleidingskamp BlackBox Connect. CEO Geert Houben reist op 8 februari naar Silicon Valley, waar hij contacten zal leggen met investeerders, resellers, experts en verantwoordelijken van andere technologiebedrijven. Ook krijgen de 15 starters allerlei tips en tricks over de verdere uitbouw van hun bedrijf.

maandag 19 januari 2015

Patiënt helpt doktoren door zijn nier in 3D te printen

Elk lichaam is anders en chirurgen zien pas waar ze mee te maken hebben als ze met de operatie bezig zijn. De Britse John Cousins moest geopereerd worden toen hij van pijn ineenzakte door een flinke niersteen. Even daarvoor had hij een presentatie aan doktoren gegeven over hoe de toekomst van 3d-printen hen zou kunnen helpen. Hoe pijnlijk en toevallig deze situatie ook was, dit was voor Cousins het moment om het idee uit zijn presentatie daadwerkelijk te gebruiken.

Zorgverzekeraars geven medische data door aan enquêtebureaus

Stel je krijgt een mailtje van een onbekend onderzoeksbureau die je om je medewerking vraagt aan een enquête over de kwaliteit van de zorg. Niets aan de hand, zou je zeggen. Dan lees je door en schrik je je rot, want dat onbekende onderzoeksbureau weet precies wanneer je bij welke afdeling van een bepaald ziekenhuis bent geweest. Hoe zit dat?

Wat heeft dat onbekende onderzoeksbureau te maken met het feit dat jij onder behandeling staat van de cardioloog, oncoloog of gynaecoloog? Hoe komt dat bedrijf eigenlijk aan die medische gegevens? Je leest de hele mail nog eens goed door en wat blijkt: je zorgverzekeraar heeft die informatie doorgegeven zonder jou vooraf om toestemming te vragen.

Elk jaar worden honderdduizenden Nederlanders ongevraagd benaderd door medische enquêtebureaus in opdracht van zorgverzekeraars. Hiermee kunnen zorgverzekeraars de kwaliteit van de geboden medische zorg evalueren en dit gebruiken bij hun inkoopbeleid het jaar erop. Wie kan beter vertellen of de zorg goed is bevallen dan de patiënt zelf? De zogenaamde 'Consumer Quality Index-onderzoeken' leveren zorgverzekeraars een schat aan informatie op die ze gebruiken in hun jaarlijkse onderhandelingen met de zorgverleners. Ook patiënten kunnen er baat bij hebben, want door dit soort onderzoeken kun je immers online de kwaliteit van bijvoorbeeld ziekenhuizen beter met elkaar vergelijken.

TU Delft-onderzoeker presenteert prototypen van twee nieuwe medische instrumenten

Biomechanisch ingenieur Filip Jelínek, die zijn proefschrift maandag 12 februari aan de TU Delft verdedigde, komt met prototypen voor twee nieuwe medische instrumenten. Om kankerweefsel realtime te kunnen analyseren en verwijderen heeft hij een minimaal invasief instrument voor optische en mechanische biopsieën ontwikkeld. Daarnaast ontwikkelde Jelínek de DragonFlex: een bestuurbaar medisch instrument voor sleutelgatoperaties dat vrijwel volledig met 3D-printen wordt vervaardigd.

Met een zogeheten optische biopsie (optische analyse van weefseleigenschappen) kan realtime worden bepaald of er al dan niet sprake is van kankerweefsel. Als blijkt dat het om kankerweefsel gaat, kan de chirurg het weefsel onmiddellijk en volledig verwijderen. Gevolg is dat verdere pathologische analyse en revisiechirurgie, die beide het risico van kankeruitzaaiing vergroten, niet meer nodig zijn.

Bij de huidige minimaal invasieve laparoscopische biopsietechnieken moet helaas nog een reeks onnauwkeurige biopten worden afgenomen, meestal met een laparoscopische forceps of een ander hulpmiddel. Beperking van potentiële risico's als uitzaaiing van kanker bij het manipuleren van tumorweefsel vereist een betrouwbaarder alternatief in de vorm van één laparoscopisch instrument dat het afnemen van een reeks nauwkeurige biopten mogelijk maakt.

In samenwerking met prof. Paul Breedveld heeft Filip Jelínek daarom een minimaal invasief instrument voor optische biopsieën en mechanische verwerving van geanalyseerd weefsel ontworpen: de biopsy harvester. Dit instrument is voorzien van een laparoscopische instrumenttip voor eenmalig gebruik. Deze tip bevat een centraal gepositioneerde glasvezel voor weefseldiagnostiek, een snij-instrument voor het snel, accuraat en betrouwbaar afnemen van biopten van een nauwkeurig gedefinieerd volume en een houder voor monsteropslag.

Natuurlijke inspiratiebron voor het snijmechanisme van het biopsie-instrument is het kauworgaan van de zee-egel, de zogeheten lantaarn van Aristoteles. Aangezien met deze ‘lantaarn’ weefsel snel en gelijktijdig kan worden ingesneden en omsloten, is het snijmechanisme volgens hetzelfde principe ontworpen: een inklapbare kroonvorm.

De biopsy harvester is bedoeld voor bemonstering van vlakke weefsels, bijvoorbeeld het oppervlakteweefsel van organen. De harvester werkt snel en vrijwel volautomatisch, waarbij gelijktijdig resectie en omsluiting van het weefsel plaatsvindt. Volgens Jelínek zal het voorgestelde instrument een verbetering betekenen ten opzichte van de huidige tijdrovende, onnauwkeurige en potentieel onveilige laparoscopische biopsieprocedures.

Naast het biopsie-instrument ontwikkelde Jelínek (in samenwerking met Paul Breedveld en Rob Pessers) de DragonFlex, een prototype van een bestuurbaar minimaal invasief chirurgisch instrument dat op een schaar lijkt. Minimaal invasieve procedures verkorten de hersteltijd voor patiënten. Bovendien vormt zich postoperatief minder littekenweefsel, wat ook gunstig is voor de patiënt. Het bestuurbare instrument geeft de arts meer flexibiliteit en biedt tevens de mogelijkheid om plaatsen achter obstakels te bereiken, iets wat normaal gesproken een extra incisie vereist.

De DragonFlex bevat een minimaal aantal componenten, waardoor de fabricage- en montagekosten ook laag kunnen worden gehouden. Dit instrument kan dan ook voor eenmalig gebruik op de markt worden gebracht in plaats van als permanent instrument dat telkens moet worden gesteriliseerd (waardoor het ontwerp complexer wordt en de ontwerpvrijheid dus ook wordt beperkt). De buigradius van de kabels die de scharnierverbindingen en de grijper aandrijven, is zo groot mogelijk gemaakt, wat de betrouwbaarheid en levensduur van het product ten goede komt.

donderdag 15 januari 2015

Deze app laat blinden zien, met jouw hulp op afstand

De nieuwe app Be My Eyes laat blinden de hulp inschakelen van vrijwilligers. Zij zien een live videostream vanaf het toestel van de blinde en kunnen vervolgens vertellen wat ze zien om zo de slechtziende te helpen met bepaalde taken. De app is beschikbaar voor iPhone. Een Android-versie is nog in de maak. Op dit moment hebben zich 400 blinden en 2700 zienden aangemeld.

Inschrijving Health app award 2015 gestart

Wat is de zinvolle app in en voor de gezondheidszorg? Dat is het thema van de Health app awards 2015 van Nictiz, MedicalPHIT en MobileDoctors (VvAA). Een jury en een topjury beoordelen welke app het meest zinvol is voor  de gezondheidszorg. Het doel van de Health app award is een bijdrage te leveren aan verbetering van het zorgproces én  aan de versnelling van het gebruik van eHealth. De app die volgens de jury daar de grootste bijdrage aan levert, wint de award.astrazeneca 728 x 90 longpas. De inschrijving voor de Health app award 2015 start 14 januari.

woensdag 14 januari 2015

Lening voor medische startups

Recycling van 3D-printafval, vaccinpleisters, energieopwekkende zonwering, live beelden van DNA, IVF-zwangerschapstest, computers als verwarming, een stof tegen uitzaaiing van kanker en kunstmatige antibacteriële peptides. Dit zijn de acht onderwerpen van de wetenschappelijke start-ups die op woensdag 14 januari 2015 van staatssecretaris Sander Dekker (wetenschap) een subsidie in de vorm van een lening van €250.000 krijgen.

MyLife Technologies maakt pleisters met honderden minutieuze naaldjes waarmee vaccins door de huid in de patiënt gebracht kunnen worden. De naaldjes zijn zo klein dat de patiënt er niks van voelt. Het bijzondere van de naaldjes van MyLife Technologies, dat verbonden is aan de Universiteit Twente, is dat ze van poreus keramisch materiaal zijn gemaakt, waarvan de poriën slechts enkele miljoensten van een millimeter groot zijn. Met de Take-off-financiering zal MyLife Technologies een proof-of-concept op een diermodel leveren.

De spin off van de Vrije Universiteit LUMICKS brengt een apparaat op de markt waarmee live filmpjes gemaakt kunnen worden van de interactie van moleculen met een DNA-molecuul. Zo kun je processen gaan begrijpen waarbij het DNA aangetast wordt, zoals dat bij kanker gebeurt. De mogelijkheid die LUMICKS biedt, is uniek en komt door de slimme combinatie van microscopische technieken (onder andere microscopie met fluorescentie) en systemen om vloeistoffen op de schaal van éénduizendste millimeter te manipuleren (zogeheten microfluidische systemen). Met de Take-off-financiering zal LUMICKS een demonstratie-apparaat voor de markt ontwikkelen.

De spin off van de Vrije Universiteit LUMICKS brengt een apparaat op de markt waarmee live filmpjes gemaakt kunnen worden van de interactie van moleculen met een DNA-molecuul. Zo kun je processen gaan begrijpen waarbij het DNA aangetast wordt, zoals dat bij kanker gebeurt. De mogelijkheid die LUMICKS biedt, is uniek en komt door de slimme combinatie van microscopische technieken (onder andere microscopie met fluorescentie) en systemen om vloeistoffen op de schaal van éénduizendste millimeter te manipuleren (zogeheten microfluidische systemen). Met de Take-off-financiering zal LUMICKS een demonstratie-apparaat voor de markt ontwikkelen.

donderdag 8 januari 2015

Meerderheid patiënten voor uitwisseling van medische gegevens

Patiënten en zorgverleners zijn positief over het nut van elektronische gegevensuitwisseling. Toch is het gebruik van het Landelijk Schakelpunt voor het uitwisselen van medische gegevens nog beperkt. Dit komt vooral doordat nog lang niet aan alle patiënten toestemming is gevraagd. Drie van de vier mensen die nog niet zijn gevraagd, zeggen bereid te zijn toestemming te geven. Patiënten vinden de privacy van belang, maar staan overwegend positief tegenover het elektronisch uitwisselen van gegevens. Zorgverleners vragen aandacht voor veiligheid en gebruiksvriendelijkheid.

Elektronische gegevensuitwisseling heeft als doel de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te vergroten en de patiëntveiligheid te verbeteren. Het Landelijk Schakelpunt maakt het mogelijk om beveiligd en gestandaardiseerd medische gegevens uit te wisselen tussen zorgverleners zoals de huisarts en de apotheek. Maar, dit is alleen mogelijk na expliciete toestemming van de patiënt. Sinds 2012 heeft ongeveer een derde van de Nederlandse bevolking hiervoor toestemming gegeven. Op verzoek van de Vereniging Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) heeft het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) onderzoek gedaan naar de opvattingen over en ervaringen met elektronische gegevensuitwisseling.
 
Het onderzoek is uitgevoerd onder de leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL. Een derde van de panelleden is om toestemming gevraagd voor elektronische gegevensuitwisseling. Van hen heeft 80% toestemming gegeven en negen procent gaat het mogelijk nog doen. Elf procent is niet van plan toestemming te geven, vooral vanwege twijfels over de privacy of omdat zij het (nog) niet nodig vinden. Van de mensen die nog niet om toestemming zijn gevraagd zegt minimaal driekwart eveneens toestemming te zullen geven. Aan mensen met verschillende chronische aandoeningen is vaker om toestemming gevraagd.
 
Naast het onderzoek in het Consumenten Panel is ook een kleinschalige kwalitatieve verkenning gedaan naar opvattingen en ervaringen van zorgverleners. Zij zien het nut van elektronische gegevensuitwisseling, maar vragen aandacht voor de veiligheid en gebruiksvriendelijkheid van het systeem en de kwaliteit van de uit te wisselen gegevens. Daarnaast merken zij dat nog maar een beperkt aantal patiëntendossiers is aangemeld bij het Landelijk Schakelpunt, waardoor zij vaak geen patiëntgegevens vinden als ze het systeem raadplegen. Voordat meer zorgverleners het Landelijk Schakelpunt gaan gebruiken zullen eerst meer patiënten hun toestemming moeten geven. Daarvoor is wel nodig dat patiënten om toestemming wordt gevraagd.