dinsdag 30 juni 2015

Nieuw lab voor microfabricage op TU Eindhoven

Op woensdag 1 juli opent de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) haar nieuwe Microfab Lab. In dit state-of-the-art laboratorium kunnen onderzoekers en studenten gebruik maken van geavanceerde microfabricage-faciliteiten, en microsystemen produceren voor onderzoek en onderwijs. Een van de in het oog springende doelen is het ontwikkelen van technologie voor organs-on-a-chip. Dit door in het lab ingenieurs, celbiologen, en medische onderzoekers samen te brengen. Zo kunnen medicijnen voor ziektes als kanker en Alzheimer uiteindelijk beter en sneller ontwikkeld worden.

Micro-systemen en micro-apparaten nemen een steeds belangrijkere rol in binnen de wetenschap en onderzoek, ook binnen de TU/e. Denk hierbij aan onderzoeksgebieden zoals micro-fluïdica, weefselkweek, lab-on-a-chip, organs-on-a-chip, of de ontwikkeling van ”slimme” materialen die kunnen reageren op de omgeving. De opening van het Microfab Lab geeft onderzoekers en studenten nieuwe mogelijkheden binnen deze onderzoeksgebieden.

Waar veel bedrijven en onderzoeksinstellingen een productiefaciliteit hebben die is gespecialiseerd in één bepaalde technologie, combineert het Microfab Lab verschillende technologieën. Van een cleanroom voor lithografie tot aan geavanceerde 3D-printers, en van laserfabricage tot aan een ruimte geschikt voor het werken met biologische cellen. "Dat we een laboratorium hebben waar we meerdere technologieën kunnen gebruiken is al bijzonder, maar dat we er zowel met technische materialen als met biologische materialen kunnen werken, dat maakt het pas echt uniek”, legt Jaap den Toonder, hoogleraar Microsystems, uit. “Het Microfab Lab is onderdeel van het TU/e-instituut ICMS (Institute for Complex Molecular Systems) en vormt een samenwerking tussen de faculteiten Werktuigbouwkunde, Biomedische Technologie, Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie. Maar ook studenten en onderzoekers van andere faculteiten en partneruniversiteiten kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Juist door laagdrempelig te zijn willen we een ontmoetingsplek creëren en samenwerking tussen verschillende disciplines en faculteiten stimuleren.”

Het Microfab Lab, met een totale oppervlakte van 600 m2, heeft meer dan € 1 miljoen gekost. Samen met het reeds bestaande Nanolab@TU/e heeft de TU/e hiermee nu twee hoogstaande productiefaciliteiten.

maandag 29 juni 2015

MedTech Flanders wil productie Vlaamse medische technologie op vijf jaar verdubbelen

Onder 'medtech' - medische technologie - worden onder meer curatieve middelen zoals operatierobots of diagnostische scantechnologie verstaan. Geneesmiddelen vallen erbuiten. Wereldwijd is de sector goed voor een omzet van 350 miljard dollar, maar volgens de nieuwe vzw speelt Vlaanderen een te beperkte rol. De ambitie om op vijf jaar de productie en export van Vlaamse technologie te verdubbelen wil men bereiken met een drieledig actieplan: via clustervorming elkaar helpen, technologie-experts en ondernemers samenbrengen, alsook technologie tot bij patiënten proberen te krijgen.

UMC Utrecht digitaliseert ziekteleer

De afdeling Pathologie (ziekteleer) van het UMC Utrecht gaat de diagnostiek volledig digitaliseren. Het UMC Utrecht claimt daarmee het eerste academische ziekenhuis ter wereld te zijn dat het onderzoek naar het ontstaan en het verloop van ziekten volledig digitaliseert. Die stap moet diagnoses versnellen en de uitslagen betrouwbaarder maken. Het academisch ziekenhuis maakt gebruik van een systeem dat is ontwikkeld met de Zweedse leverancier Sectra.

Provincie steunt Xilloc Medical

De Provincie Limburg steunt het Maastrichtse bedrijf Xilloc Medical, dat op maat botimplantaten maakt met behulp van een 3D printer. Dat is een apparaat, dat aan de hand van een computertekening een driedimensionaal object kan produceren. Het bedrijf, dat is ontstaan uit de samenwerking tussen een afstudeerproject aan de Universiteit Maastricht en een ingenieursbureau, krijgt een financiële bijdrage van ruim een ton. De 3Dprinter van Xilloc Medical gebruikt hiervoor calciumfosfaat, de voornaamste bouwsteen van menselijk bot.

Het implantaat zal in het lichaam van de patiënt langzaam worden vervangen door lichaamseigen bot. Doordat de 3D-printer het implantaat laagje voor laagje opbouwt kunnen complexe vormen worden gerealiseerd.

Op deze manier kan voor patiënten die een stuk bot missen door een aangeboren afwijking of ten gevolge van een infectie of een tumor een nieuw op maat gemaakt bot worden geproduceerd. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de medisch specialisten van de afdeling MKA-chirurgie (Mondziekten-, Kaak- en Aangezichts-chirurgie) van het Maastricht Universitair Medisch Centrum+. Marleen van Rijnsbergen, gedeputeerde Zorg & Welzijn: ,,Dit is pure zorginnovatie en sluit prima aan op onze Limburg Agenda: het midden- en kleinbedrijf verbinden met de Limburgse campussen. Tevens sluit het naadloos aan op de behoeftes van medisch specialisten, patiënten én van het bedrijfsleven in de zorgsector.”

Limburg telt vier campussen; Brightlands Chemelot Campus in Sittard-Geleen, Brightlands Maastricht Health Campus, Brightlands Greenport Venlo Campus en Smart Services Campus in Heerlen. De laatste twee zijn in ontwikkeling. Brightlands maakt ook de verbinding duidelijk tussen de Kennis/As Limburg. Dat zijn de Universiteit Maastricht, Maastricht Universitair Medisch Centrum+, Zuyd Hogeschool en de Provincie Limburg. Brightlands staat voor een innovatieregio waar onderzoekers, ondernemers en overheden samen de grote uitdagingen aangaan op het gebied van materialen, gezondheid en voeding. Brightlands kent zijn basis in Limburg maar heeft geen geografische grenzen. De kern bevindt zich in de driehoek Eindhoven-Leuven-Aken.

Xilloc levert patiënt-specifieke implantaten voor het reconstrueren van delen van het menselijk skelet. Het bedrijf is in 2011 opgericht door Maikel Beerens en bouwt voort op de ontwikkeling van de eerste 3D-geprinte titanium schedelimplantaten door een team bij Maastricht Instruments en IDEE, onderdeel van Maastricht University Medical Centre+ (MUMC+) en op zijn afstudeerthesis. Xilloc ontwikkelde de eerste 3D-geprinte titanium kaakimplantaten. Xilloc heeft een team van zes medewerkers en is gevestigd op Brightlands Chemelot Campus. Voor verdere informatie: www.xilloc.com.

donderdag 25 juni 2015

ilionx en Koerseigen ontwikkelen zorgapp Regie

ICT-dienstverlener ilionx heeft in samenwerking met organisatieadviesbureau Koerseigen de zorgapp Regie ontwikkeld. De app geeft gebruikers meer zelfstandigheid en zorgt ervoor dat zorgverleners efficiënter en transparanter kunnen werken. De webgebaseerde applicatie is speciaal ontwikkeld voor mensen met een (verstandelijke) beperking, psychiatrische problematiek en ouderen. Het geeft hen en hun zorgverleners meer controle over de dagindeling, ondersteuningsbehoefte en zorgafspraken.

Doordat de overheid mensen stimuleert om zo lang mogelijk thuis te wonen, is zelfstandigheid van cliënten belangrijk. Met Regie is het mogelijk om zelfstandig wonen te combineren met direct en intensief contact zonder dat de zorgverlener continu aanwezig is. Wanneer zich incidenten voordoen, is de zorgverlener snel ter plekke. Daarnaast draagt de app bij aan het terugdringen van administratieve processen, doordat registratie tijdens het zorgproces mogelijk is. Verder is Regie te koppelen aan systemen van P&O en financiën en kan data over bijvoorbeeld de ervaren kwaliteit van zorgverlening eenvoudig worden doorgezet naar de opdrachtgevende gemeente.

Paul Jacobs, Business Unit Manager bij ilionx: “De zorgsector maakt momenteel veel veranderingen door, waarbij kostenreductie en verschuivingen van taken en verantwoordelijkheden centraal staan. ICT kan hierbij ondersteuning bieden, zowel voor de cliënt als voor de zorgverlener. De zorgapp die we samen met Koerseigen hebben ontwikkeld, biedt de gebruiker meer inzicht en duidelijkheid over de te verwachten zorg en uitvoering van de gemaakte afspraken. Met de, in Oracle ontwikkelde, app hebben ze daadwerkelijk meer regie in handen.”

“De kracht van Regie zit ‘m in de eenvoud van de app”, aldus Peter Janssen adviseur bij Koerseigen. “Gebruikers kunnen zelf hun dagprogramma invoeren en een dagboek bijhouden over hun gemoedstoestand en ervaring met de zorgverlening. De app is aan te passen aan verschillende niveaus van begrijpelijkheid en toegankelijkheid voor mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, autisme of doofheid, maar ook voor mensen met een psychiatrische aandoening of voor ouderen die zelfstandig wonen en daarbij enige ondersteuning krijgen. Dit maakt het een gebruiksvriendelijke app voor alle betrokkenen.”

PSW ondersteunt kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking bij wonen, leren, dagbesteding, werk en vrije tijd in Midden- en Noord-Limburg. Zij investeert veel in de transformatie van de zorg, mede als gevolg van de drie decentralisaties, en is vanuit de drive tot continu verbeteren in contact gekomen met ilionx en Koerseigen. Volgens Marc van Ooijen, bestuurder bij zorgaanbieder PSW in Roermond komt het succes van Regie voort uit het feit dat de gebruikers de app zelf hebben mee ontwikkeld: “De wensen van cliënten en medewerkers zijn op een eenvoudige wijze verwerkt in de mogelijkheden die Regie biedt. Dankzij de eenvoud van Regie is een handleiding niet nodig. Het levert efficiency en transparantie op voor ons als organisatie en onze cliënten.”

UT-student wint Vodafone Mobiles for Good Challenge

Marije Kamphuis, student Technische Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Twente, heeft met haar team de Vodafone Mobiles for Good Challenge gewonnen. Deze wedstrijd is bestemd voor sociale ondernemingen die maatschappelijke problemen met behulp van mobiele technologie willen oplossen. Het team gebruikt het prijzengeld van 30.000 euro om een app te ontwikkelen die ouders helpt om de juiste behandeling voor hun kinderen met astma te bieden.

In Nederland krijgen ongeveer 300.000 kinderen van vier tot twaalf jaar oud medicatie tegen astma. Veel van hun ouders vinden het lastig om in te schatten wanneer hun kind benauwd is en wanneer niet. En omdat een artsenbezoek een momentopname is, kan de arts lang niet altijd duidelijkheid verschaffen. Dit alles zorgt voor onzekerheid bij de ouders, maar – erger nog – het kan er ook toe leiden dat een kind te weinig of juist te veel medicatie krijgt.

Marije Kamphuis doet tijdens haar afstudeeronderzoek van de opleiding Technische Geneeskunde onderzoek naar astma bij kinderen. Ze bedacht samen met kinderarts Boony Thio dat een applicatie voor de mobiele telefoon, die automatisch kan herkennen of een kind benauwd is of niet, uitkomst kan bieden. Met dit idee formeerde ze een team waarmee ze deelnam aan de Vodafone Mobiles for Good Challenge. Na meerdere voorrondes en workshops op het gebied van business modellen en pitchtechnieken, mocht ze het idee afgelopen vrijdag presenteren voor een jury. In totaal vielen zes teams in de prijzen, waaronder dat van Kamphuis. Kamphuis noemt het ‘ geweldig’ dat ze hebben gewonnen. ‘Ik heb nog steeds een brede lach op mijn gezicht.’

Het team van Kamphuis ontvangt een geldbedrag van 30.000 euro dat het kan besteden aan de ontwikkeling van de app, die puffer is gedoopt. Daarnaast wil het team, dat naast Kamphuis bestaat uit Boony Thio (kinderlongarts), Jean Driessen (sportarts), Bram Lorist (technologisch ontwikkelaar) en Joost Bakker (zorgmanager), een sociale onderneming opzetten die de app op de markt brengt. Vodafone ondersteunt de winnende teams hierbij met behulp van een Bootcamp waarmee de teams gedurende vier maanden intensief begeleid worden.

eHealth bij de mensen thuis brengen

De directeur Thuiszorg besloot dat zijn wijkteams aan Beeldzorg moesten doen. De thuiszorg zou hiermee efficiënter worden en dat zou financieel voordeliger zijn voor de zaak. Natuurlijk zouden ook de cliënten zo voldoende aandacht krijgen. Elk team kreeg een iPad met beedlbelapplicatie. Het was mijn taak als marketingcommunicatieadviseur om samen met de wijkteams hun promotie en klantenwervingscampagne vorm te geven. Daarvoor ging ik regelmatig bij de teams langs. Ik zag steeds dat veel iPads ongebruikt in de kast lagen. “Wij zitten niet te springen om deze kille vorm van zorg”, zeiden de medewerkers, “en bovendien ons is niets verteld over het hoe, wat en waarom van het beeldbellen.”
 

woensdag 24 juni 2015

‘Zorgtechnologie moet uit de bezemkast’

De zorg is nog teveel een speelbal van de technologie. Dat zegt hoogleraar Persuasive Health Technology Lisette van Gemert-Pijnen morgen in haar intreerede aan de Universiteit Twente. Volgens van Gemert-Pijnen wordt bij het inzetten van zorgtechnologie maar al te vaak voorbijgegaan aan de wensen en mogelijkheden van de gebruikers zelf. Vaak wordt een technologie bedacht door experts, zorgverleners of de industrie. De gebruiker wordt hier niet in betrokken.

dinsdag 23 juni 2015

Google komt met polsband voor medische wereld

Google heeft een experimentele polsband ontwikkeld voor de medische wereld. Het apparaat kan onder andere worden gebruikt voor klinische tests en drugsproeven. Een consumentenversie zit voorlopig niet in de pijplijn. Onderzoekers van Google X, de divisie van de internetgigant voor experimentele technologie, finetunen de polsband op dit moment nog. De bedoeling is dat de medische wereld op termijn gebruik gaat maken van de band, zo meldt persbureau Bloomberg dinsdag.

maandag 22 juni 2015

Nieuwe app helpt mensen met een spraakbeperking in hun communicatie

Een nieuwe app, genaamd cChats, helpt mensen die niet kunnen praten met hun communicatie. Het hulpmiddel is sneller dan bestaande middelen doordat het logisch opeenvolgende zinnen in meerkeuzevorm aanbiedt aan de gebruiker. De app maakt gebruik van een aan de Radboud Universiteit ontwikkelde techniek: Klikpraat.

Stel je voor dat je verdrietig bent, maar het tegen niemand kunt zeggen. Het zal je maar gebeuren dat je niet meer kunt uiten wat er van binnen bij je leeft. Voor veel mensen met ALS is dit de dagelijkse realiteit. Een nieuwe app helpt deze mensen hun gedachten onder woorden te brengen en de communicatie met hun omgeving sneller en efficiënter te laten verlopen. Met behulp van cChats kunnen twee mensen een gesprek met elkaar voeren door om de beurt te kiezen uit logisch opeenvolgende zinnen. De gekozen zin wordt door de computer uitgesproken. Zo kan een samenhangende dialoog gevoerd worden met een patiënt die niet of slechts moeizaam kan spreken en typen.

De cChats-technologie is uitgevonden door prof. dr. Peter Desain van het Donders Institute for Brain Cognition and Behaviour aan de Radboud Universiteit. Hij kreeg er patent op. De zakelijke ontwikkeling is ondergebracht bij MindAffect BV, een spin-off van de Radboud Universiteit. Een valorisatiesubsidie en de zorgvernieuwingsprijs brachten de ontwikkeling van de app en de groei van MindAffect in een stroomversnelling. De app is vanaf 21 juni as., Wereld ALS Dag, beschikbaar in de App Store van Apple, en wordt geleverd met een aantal voorgeprogrammeerde dialogen. De gebruiker bestuurt de app door zinnen aan te klikken; momenteel wordt er gewerkt aan aansluiting op ondersteunende technologie zoals een joystick of oogbesturing voor patiënten met een specifieke behoefte.

cChats is er voor onder meer ALS-patiënten, mensen met een CVA, dwarslaesie of een andere spraakbeperking. cChats wordt geïnstalleerd op een iPad, tablet of op een medisch communicatiehulpmiddel. Als je de applicatie opent, krijg je de keuze: wil je zelf woorden typen en die laten uitspreken, kies je liever uit bestaande zinnen, of maak je gebruik van het aanbod van volledige dialogen die in de app geprogrammeerd zijn? Vooral deze volledige dialogen zijn een aanvulling op de reeds beschikbare communicatiehulpmiddelen.

Zo is een app ontstaan waarmee je een gesprek kunt voeren over hoe je je voelt, maar bijvoorbeeld ook kunt uitleggen wat ALS is of waarom je cChats gebruikt. Vrienden, familieleden en hulpverleners van de patiënt kunnen bovendien zelf nieuwe dialogen schrijven en publiceren. Dialogen over moeilijke onderwerpen, zoals intimiteit en het einde van het leven, zijn eveneens voorhanden. Zelfs voor dergelijke persoonlijke onderwerpen blijkt meerkeuze interactie een zinvol alternatief, omdat de snelheid van de communicatie vaak opweegt tegen de beperking van keuzevrijheid.

dinsdag 16 juni 2015

UZ Brussel wint met iKnow Portal medische innovatie prijs

Voor de vijfde editie van de Agoria e-Health Awards kregen de organisatoren een record aantal inzendingen. De jury, met deskundigen uit de gezondheidszorg, beoordeelde de projecten op basis van volgende criteria: innovatie, veiligheid, rendabiliteit, mobiele toepassingen en resultaat (financieel of medisch). In de praktijk moesten de geselecteerde projecten de burger ‘meer’ bieden: een betere service en meer veiligheid  tegen een lagere kostprijs.

Het UZ Brussel werd beloond voor het breed inzetten van de iKnow Portal. Olivier Naeyaert, verantwoordelijk voor de ICT van UZ Brussel, licht toe: ”Er bestond al een datawarehouse waarmee de gestructureerde gegevens, zoals laboratoriumresultaten, radiologiediagnoses, medicatie-informatie, antecedentenonderzoeken, alsmede informatie over medische ingrepen en doktersbezoeken, zich laten analyseren bij wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de behandeling van   patiënten. Tot voor kort was het echter zeer moeilijk, nagenoeg onmogelijk, de niet gestructureerde klinische documenten, waaronder nota’s, brieven en diagnoseverslagen te gebruiken.

Om het brede spectrum aan vragen van onze medische specialisten te kunnen beantwoorden, hebben we in samenwerking met InterSystems een oplossing ontwikkeld op basis van de ‘smart Indexing’ technologie van iKnow. Deze technologie is voor het eerst gebruikt bij neurochirurgie en cardiologie.  Kenmerkend voor onze oplossing is dat medische teksten automatisch geanalyseerd worden, zonder dat vooraf een model van de kennis in het specifieke domein nodig is.”

Met de iKnow technologie van InterSystems (Belgische ontwikkeling) heeft UZ Brussel toepassingen voor onderzoek kunnen ontwikkelen die rechtstreeks toegankelijk zijn voor de medische specialisten van het ziekenhuis. Dagelijks analyseert een semantische engine duizenden teksten  om nieuwe concepten en onderlinge relaties te vinden. In een oogopslag vindt de gebruiker, in zijn eigen medisch domein, de meest voorkomende concepten, alsook gelijkaardige concepten en hij kan de relatie met andere concepten onderzoeken en eveneens de brontekst waarin het concept eerst voorkwam.

Op basis van deze concepten zijn automatisch patiëntgroepen te creëren om de zorg te verbeteren, klinische studies uit te voeren en wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen. Door synergie met de datawarehouse voor gestructureerde medische gegevens, ontstaat een totaal beeld van de patiënt en zijn proactief kandidaten te selecteren die geschikt zijn voor deelname aan een bepaald klinisch onderzoek.  .

Dit project bij UZ Brussel werd in juni 2013 opgestart en het portaal is sinds april 2015 toegankelijk voor alle specialisten van het ziekenhuis. De resultaten beantwoorden perfect aan de verwachtingen van de gebruikers en zijn direct en indirect van invloed op zowel de patiënten, de instelling als de maatschappij. Om de resultaten te meten, zijn specifieke instrumenten ontwikkeld.

Dankzij een toepassing voor het razendsnel analyseren van een aanzienlijke hoeveelheid ongestructureerde data heeft het Universitair Ziekenhuis van Brussel een prestigieuze  innovatieprijs in de zorgsector in de wacht gesleept.

AMC presenteert gaming apps voor betere zorg

Het AMC heeft twee apps ontwikkeld om medici op een speelse manier medische kennis bij te brengen en zo de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het is volgens ontwikkelaar prof. dr. Marlies Schijven van het AMC een primeur dat er zulke apps beschikbaar komen die medisch inhoudelijk van tevoren grondig zijn geëvalueerd.

Het zijn de eerste van dergelijke apps in Europa; ze zijn ontwikkeld in samenwerking met de Nederlandse gamebedrijven WeirdBeard en Little Chicken. De nieuwe, Engelstalige apps zijn sinds deze week te downloaden voor IOS en Androïd in de respectievelijke winkels.

De eerste app is Medialis, een game die snelle besliskunde traint. Dit gebeurt in de vorm van een quiz waar in sneltreinvaart allerlei vragen worden gesteld rond medische thema’s, zoals het verwijderen van een galblaas via een kijkoperatie of problemen met de luchtwegen. De gebruiker moet uit vier mogelijke antwoorden kiezen. Op het einde volgt een score die gedeeld kan worden met collega’s of met de opleider, zegt Schijven. “Je kunt iemand uitdagen, je score bijhouden of je highscore delen via SMS, WhatsApp, Twitter, LinkedIn of Facebook. De app kost 3,99 euro en is ontwikkeld in samenwerking met het gamebedrijf Little Chicken.

“Het leuke is dat iedereen een eigen quiz kan toevoegen zodat de app spontaan kan groeien”, zegt Schijven. “Alle nieuw ingediende vragen worden wel eerst beoordeeld op inhoud. Zo verhinderen we dat er niet-medische onderwerpen of ongepaste informatie in de game komt.”

De tweede game is gratis en heet Dr. Game: surgeon trouble. Tijdens het spel gaat er iets fout waarna er een probleem moet worden opgelost in de trouble shoot modus. Bij deze game is dit een storing met de apparatuur waar een laparoscopische chirurg van afhankelijk is. Als het probleem goed wordt opgelost, gaat het spel weer verder. De game is ontwikkeld door het gamebedrijf WeirdBeard.

De games zijn voortgekomen uit het project “Patiëntveiligheid, Pieken in de Delta” in samenwerking met de Dutch Game Garden, TNO en Taskforce Innovatie Regio Utrecht. Zorgverzekeraar CZ en het Ministerie van Economische zaken hebben financieel bijgedragen.

Marlies Schijven, hoogleraar Chirurgie, in het bijzonder serious gaming, simulation en applied mobile healthcare, is overtuigd van het nut van de games. “Veel mensen spelen graag even een spelletje op hun telefoon. Daar kun je op inzetten. We hebben aangetoond dat chirurgen beter presteren door gaming. Het is dus logisch om games in de vorm van apps te ontwikkelen. Het is een andere manier om kennis aan te bieden. Uit recent onderzoek blijkt dat de opgedane kennis relevant is. Chirurgen in opleiding die Dr. Game spelen, herkennen in een testsituatie problemen tijdens een operatie sneller en lossen deze beter op dan chirurgen die op de ‘ouderwetse’ manier zijn opgeleid.”

De apps zijn bedoeld voor professionals, er is vakkennis nodig om de vragen te begrijpen en goed te beantwoorden.

maandag 15 juni 2015

'Kickstarter-slaapmonitor krijgt miljoeneninvestering'

Hello, maker van via Kickstarter succesvol gefinancierde slaapmonitor Sense, zou met een investeringsronde 40 miljoen dollar hebben opgehaald. Met een recente investeringsronde, geleid door Singaporese investeringsmaatschappij Temasek, zou Hello 40 miljoen dollar (35,8 miljoen euro) hebben opgehaald. Daarmee zou de startup een waarde van 250 miljoen dollar (223,8 euro) hebben.

zaterdag 13 juni 2015

Nieuwe fase e-health kansrijk voor Nederland

De digitale disruptie van de gezondheidszorg is niet meer te stoppen. Grote marktspelers als Google, Apple en Microsoft zetten hun kaarten vol in op e-health. En tech-investeerders verwachten zelfs dat de nieuwe Uber of Airbnb uit de medische sector komt. Op het populaire SxSW-festival dat jaarlijks in Texas plaatsvindt, werd vorige maand voor het eerst een MedTech Expo georganiseerd. Prominent aanwezig: Philips, waar MedTech en eHealth inmiddels corebusiness zijn. Het Nederlandse elektronicaconcern trok, uitgerust met tracking- en gsm-apparatuur, duizenden bezoekers onder het motto ‘Connect to Healthy’.

maandag 8 juni 2015

Minister Schippers wil netwerk voor zorgstatups

Minister Edith Schippers (VWS) gaat de mogelijkheden onderzoeken van een innovatief, creatief netwerk om jonge startup bedrijven in de zorg nog beter te kunnen ondersteunen. Schippers leidde de afgelopen week een economische missie in Chicago en Boston van Nederlandse bedrijven in de sectoren Life Sciences and Health en Landbouw en Voedingsindustrie.

Geïnspireerd door de nieuwe Amerikaanse incubator (broedplaats voor zorginnovaties) Matter, wil Schippers de kennis en eisen van patiënten en professionals in een vroeg stadium betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, systemen en diensten. Ook wordt onder andere juridische, financiële en verzekeringskennis bij elkaar gebracht.

donderdag 4 juni 2015

UgenTec wint ‘LifeTechLimburg Biomedica 2015 Zorginnovatie Award’

UgenTec heeft op 3 juni de ‘LifeTechLimburg Biomedica 2015 Zorginnovatie Award’ in de wacht gesleept voor meest innovatieve product in de zorg. De FastFinder-software dat het bedrijf ontwikkelde, maakt snellere biochemische analyses in de lifesciencessector en gezondheidszorg (zoals bloedanalyses bij kankeronderzoek) mogelijk. “Het is een innovatief idee van een bedrijf dat intussen succesvol naar de markt is getrokken en groeit”, aldus de jury. De award werd uitgereikt tijdens de ‘Biomedica Summit 2015’, het grootste lifesciencescongres in de Euregio. Op de Innovatiemarkt werden een 30-tal innovatieve producten en diensten aan het grote publiek voorgesteld.

UgenTec-medeoprichter Tom Martens kreeg de ‘LifeTechLimburg Biomedica 2015 Zorginnovatie Award 2015’ uit handen van gedeputeerde voor Economie Marc Vandeput. Het Hasseltse bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling van bio-informaticasoftware – zoals FastFinder. Laten de resultaten van bijvoorbeeld bloedonderzoek nu vaak enkele weken op zich wachten, met de FastFinder-software wordt al binnen enkele uren duidelijkheid verschaft. De start-up haalde recent nog met succes 1,1 miljoen euro op bij Belgische investeerders en 250.000 euro van het IWT.

Ondernemers en onderzoekers presenteerden tijdens de innovatiemarkt maar liefst 30 nieuwe producten en ideeën: van een huidpleister die een signaal geeft wanneer de patiënt een medicijn moet innemen en een medische robot die helpt bij leren lopen/revalideren tot 3D-geprint voedsel voor ouderen (‘smooth food’).

Gerenommeerde binnen- en buitenlandse sprekers debatteerden de afgelopen twee dagen over hoe je een succesvolle lifesciencessector kan uitbouwen en innovatie stimuleren. Studenten kregen dan weer de kans om onder meer via een sollicitatieworkshop en enkele meet-and-greets kennis te maken met bedrijven en bedrijfsleiders (’Meet Your Future Boss!’).

De Biomedica Summit wordt om beurten georganiseerd door Nederland (Maastricht University en TU/Eindhoven), Duitsland (RWTH Aachen University en Forschungscentrum Jülich) en België (UHasselt en ULg). Het is de eerste keer dat LifeTechLimburg/UHasselt voor de organisatie van het internationale congres instaat.

Vlaanderen lanceert website om kwaliteit ziekenhuizen te vergelijken

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen (CD&V) heeft de website zorgkwaliteit.be gelanceerd. Op de website worden de resultaten van de kwaliteitsmetingen van alle deelnemende ziekenhuizen verzameld. "Die informatie helpt een patiënt om, in overleg met zijn arts, een overwogen keuze te maken voor een bepaald ziekenhuis", aldus Vandeurzen. "Het is een verdere stap naar meer transparantie." In een eerste fase zijn er bijna enkel indicatoren over borstkanker beschikbaar.

dinsdag 2 juni 2015

Onderzoekers presenteren ‘slimmere’ versie Hibbot-revalidatierobot op Biomedica 2015

Onderzoekers van de Universiteit Hasselt en Hogeschool PXL stellen vandaag (2 juni) op de ‘Biomedica Summit 2015’ een ‘slimmere’ versie van de revalidatierobot Hibbot voor. “Een eerdere versie van de Hibbot werd eind 2014 voorgesteld, maar via een proces van rapid prototyping hebben we de robot met sensoren uitgerust”, zegt prof. dr. ir. Ronald Thoelen. De Hibbot is slechts een van de vele nieuwe producten en ideeën die op de Innovatiemarkt van het lifesciencescongres Biomedica (2-3 juni) in C-Mine worden gepresenteerd aan het grote publiek.

De Hibbot is een (revalidatie)robot die kinderen met een hersenletsel ondersteunt bij het rechtstaan én die hen vrij laat bewegen. “Kinderen met hersenverlamming kunnen meestal niet zelfstandig stappen. De Hibbot stabiliseert het bekken waardoor het kind handenvrij kan staan. De interactie met vriendjes, spelen en dagelijkse activiteiten worden op die manier gemakkelijker”, zegt ingenieur Dirk Wenmakers die de robot mee ontwikkelde.

Onderzoekers van de Universiteit Hasselt en Hogeschool PXL hebben de robot ‘slimmer’ gemaakt. “We hebben extra sensoren aangebracht die de progressie van kinderen kunnen opvolgen. De data worden naar de cloud gestuurd, zodat kinesisten de gegevens kunnen raadplegen en de patiëntjes een revalidatie op maat kunnen bieden”, aldus prof. dr. ir. Ronald Thoelen (UHasselt). De sensoren meten de snelheid van stappen, de stapgrootte en de houding van de romp van het kind. “Daarnaast worden ook de voeten tijdens het gebruik van de Hibbot gefilmd.”

De UHasselt en Hogeschool PXL zetten maximaal in op ‘rapid prototyping’ in de zorg. Professor Ronald Thoelen: “We willen de termijn van idee tot product inkorten door dit idee te vertalen in een prototype. Bij rapid prototyping worden technologieën snel getest en gevalideerd in een reële zorgomgeving.”

De met sensoren uitgeruste Hibbot is het resultaat van zo’n rapid prototyping. “Dirk Wenmakers pitchte het idee tijdens de Prototyping Innovations in Healthcare-workshop, die de UHasselt, PXL, LifeTechLimburg en het Innovatiecentrum Limburg in april organiseerden. Onderzoekers en ondernemers konden er hun innovaties voor de zorgsector voorstellen. Vervolgens gingen de UHasselt en PXL aan de slag met het beste idee”, aldus prof. dr. ir. Thoelen. Op de Biomedica Summit in Genk wordt de nieuwe versie van de robot dan aan het grote publiek voorgesteld.

App blijkt huidkanker goed te herkennen

SkinVision, een app van Nederlandse makelij die potentiële melanomen in een vroeg stadium opspoort, blijkt goed te werken, zo blijkt uit een voorlopige inventarisatie van de afdeling Dermatologie van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Huidkanker is de meest voorkomende en snelst groeiende kankersoort. Vaak is deze ziekte goed te behandelen, maar vroege opsporing is van groot belang. De smartphone kan daarbij helpen. Voorlopig onderzoek van Monique Thissen, dermatoloog in het Catharina Ziekenhuis, laat in elk geval zien dat mensen met behulp van hun smartphone niet alleen melanomen (10 procent van alle huidkanker), maar ook vrijwel alle andere vormen van huidkanker eerder kunnen opsporen.

maandag 1 juni 2015

Innovatie in de zorgsector: Nederland koploper in de wereld?

94 miljard euro. In 2013 waren dat de totale zorgkosten in Nederland, zegt het CBS. In 2014 verwachtte het bureau een toename van minstens vijf procent per jaar van de ziekenhuiszorguitgaven. Hoe kan innovatie helpen de zorg efficiënter en toegankelijker te maken? Daarover ging ik in gesprek met een collega van Health & Wellbeing. Mijn eerste van tien artikelen rond een innovatie thema.

Wereldwijd zien we de gezondheidszorg veranderen over de volle breedte. De drempel voor zorgtoegang wordt hoger en hoger, net als de administratieve druk om kosten te beheersen. Voeg daaraan toe dat de WHO heeft becijferd dat de gemiddelde levensverwachting wereldwijd gemiddeld zes jaar hoger ligt dan in 1990 – en je begrijpt dat de uitdagingen in de zorg bijzonder groot zijn.