Kind en Gezin ontwikkelt samen met de universiteit Gent (UGent) een meertalige en multimodale app die de communicatie tussen verpleegkundigen en anderstaligen moet vergemakkelijken. Dat staat te lezen op Weliswaar.be, de Vlaamse overheidssite rond welzijn en gezondheid. De communicatie tussen verpleegkundigen en anderstalige ouders of patiënten is niet altijd goed. Soms gebeurt de communicatie met handen en voeten of via visuele hulpmiddelen en soms wordt er een tolk ingeschakeld.
donderdag 31 maart 2016
dinsdag 29 maart 2016
Sofon sluit internationale deal met Philips Healthcare
Sofon heeft een overeenkomst gesloten met Philips Healthcare, waarbij het elektronicaconcern wereldwijd gebruik gaat maken van de Cloud gebaseerde offerte en configuratie software (CPQ) van Sofon. In combinatie met Salesforce (CRM) en Microsoft Azure (Cloud services). CEO Paul Kimmel: 'Met deze opdracht bewijzen we dat we ons kunnen en durven meten met veel grotere system integrators. Voorheen waren alleen zij in staat om een Cloud-oplossing in deze orde van grootte te kunnen aanbieden.'
De overeenkomst met Philips volgt op de certificering door Microsoft. Zij kende Sofon onlangs de onderscheiding Gold Partner toe, omdat zij heeft bewezen te beschikken over brede ervaring, de juiste competenties en kennis op het vlak van Microsoft-producten en oplossingen. Sofon ontwikkelt haar oplossingen met de technologie van Microsoft. Voor de certificering werd het bedrijf beoordeeld op een aantal onderdelen: producttesten volgens Microsoft richtlijnen, klanttevredenheidsonderzoeken, gecertificeerde medewerkers en projectresultaten.
Gold Partnerschap houdt in dat kan worden genoten van een breed pakket aan voordelen, waaronder toegang tot producten, training en specialistische ondersteuning. Eerder ontving Sofon ook al de SQL- en Enterprise-certificering. 'Naast het vertrouwen dat deze waardering van Microsoft uitstraalt richting de markt, zijn het ook de voordelen voor de klanten, die er voor zorgen dat Sofon heel graag de Gold Partner-certificering wilde ontvangen', zegt Kimmel. 'Zo zijn we vroegtijdig op de hoogte van ontwikkelingen binnen Microsoft en kunnen we hier adequaat op reageren. Daarnaast hebben onze klanten toegang tot het hoogste niveau van ondersteuning van Microsoft. Dit betekent gegarandeerde veiligheid en continuïteit.'
Door gebruik te maken van de Microsoft Azure Data Centers hoeft Sofon zelf niet te investeren in een wereldwijde infrastructuur. Kimmel: 'We kunnen een schaalbare wereldwijde infrastructuur aan onze klanten bieden zonder zelf de financiële risico's voor te nemen. Daardoor kunnen we onze klanten redelijke vergoedingen vragen, die lager liggen dan de prijzen van de traditionele partijen. Daardoor is onze applicatie, in plaats van de infrastructuur, plotseling leading. Philips was immers op zoek naar een partner met een applicatie die in de Cloud draait; niet naar een Cloud infrastructuur van servers in data centers. Wij kunnen deze applicatie samen met Microsoft bieden. Uiteindelijk versterken we elkaar en zijn we een belangrijke speler voor Philips. Mondiaal.'
De overeenkomst met Philips volgt op de certificering door Microsoft. Zij kende Sofon onlangs de onderscheiding Gold Partner toe, omdat zij heeft bewezen te beschikken over brede ervaring, de juiste competenties en kennis op het vlak van Microsoft-producten en oplossingen. Sofon ontwikkelt haar oplossingen met de technologie van Microsoft. Voor de certificering werd het bedrijf beoordeeld op een aantal onderdelen: producttesten volgens Microsoft richtlijnen, klanttevredenheidsonderzoeken, gecertificeerde medewerkers en projectresultaten.
Gold Partnerschap houdt in dat kan worden genoten van een breed pakket aan voordelen, waaronder toegang tot producten, training en specialistische ondersteuning. Eerder ontving Sofon ook al de SQL- en Enterprise-certificering. 'Naast het vertrouwen dat deze waardering van Microsoft uitstraalt richting de markt, zijn het ook de voordelen voor de klanten, die er voor zorgen dat Sofon heel graag de Gold Partner-certificering wilde ontvangen', zegt Kimmel. 'Zo zijn we vroegtijdig op de hoogte van ontwikkelingen binnen Microsoft en kunnen we hier adequaat op reageren. Daarnaast hebben onze klanten toegang tot het hoogste niveau van ondersteuning van Microsoft. Dit betekent gegarandeerde veiligheid en continuïteit.'
Door gebruik te maken van de Microsoft Azure Data Centers hoeft Sofon zelf niet te investeren in een wereldwijde infrastructuur. Kimmel: 'We kunnen een schaalbare wereldwijde infrastructuur aan onze klanten bieden zonder zelf de financiële risico's voor te nemen. Daardoor kunnen we onze klanten redelijke vergoedingen vragen, die lager liggen dan de prijzen van de traditionele partijen. Daardoor is onze applicatie, in plaats van de infrastructuur, plotseling leading. Philips was immers op zoek naar een partner met een applicatie die in de Cloud draait; niet naar een Cloud infrastructuur van servers in data centers. Wij kunnen deze applicatie samen met Microsoft bieden. Uiteindelijk versterken we elkaar en zijn we een belangrijke speler voor Philips. Mondiaal.'
vrijdag 25 maart 2016
Medical Delta samen met Californië
Zuid-Holland gaat op grote schaal samenwerken met Californië, op het gebied van medische innovaties. Dat is bekendgemaakt door Medical Delta. Hierin zijn inmiddels ruim vierhonderd instanties en bedrijven in de regio Delft-Leiden-Rotterdam verenigd, ook het Erasmus MC en LUMC.
De deelnemende partijen in Zuid-Holland en Californië bundelen vijf jaar lang hun krachten op het gebied van preventie van ziekten, gezondere leefwijzen en technologie voor de gezondheidszorg, inclusief E-health.
Menno Kok van Medical Delta wijst erop dat de Zuid-Hollandse wetenschappers verbonden worden met een van 's werelds krachtbronnen van innovatie: Silicon Valley. Kok: "Dit verbond versterkt de regio's aan beide kanten van de Atlantische Oceaan en ondersteunt Medical Delta om uit te groeien tot het meest innovatieve gebied van Europa."
De partners van Medical Delta zijn CITRIS (een instituut van de University of California), het Banatao Institute en de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter.
Afgesproken is om begin deze zomer de eerste groepen wetenschappers uit te wisselen. In het najaar volgen ondernemers van de participerende bedrijven.
De deelnemende partijen in Zuid-Holland en Californië bundelen vijf jaar lang hun krachten op het gebied van preventie van ziekten, gezondere leefwijzen en technologie voor de gezondheidszorg, inclusief E-health.
Menno Kok van Medical Delta wijst erop dat de Zuid-Hollandse wetenschappers verbonden worden met een van 's werelds krachtbronnen van innovatie: Silicon Valley. Kok: "Dit verbond versterkt de regio's aan beide kanten van de Atlantische Oceaan en ondersteunt Medical Delta om uit te groeien tot het meest innovatieve gebied van Europa."
De partners van Medical Delta zijn CITRIS (een instituut van de University of California), het Banatao Institute en de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter.
Afgesproken is om begin deze zomer de eerste groepen wetenschappers uit te wisselen. In het najaar volgen ondernemers van de participerende bedrijven.
donderdag 24 maart 2016
Ransomware ontregelt opnieuw ziekenhuizen in VS
Opnieuw zijn in drie Amerikaanse ziekenhuizen vitale bestanden ontoegankelijk geweest als gevolg van ransomware. De datagijzeling volgt slechts een week na een vergelijkbaar geval bij het Hollywood Presbyterian Medical Centre. Dat betaalde 17.000 dollar losgeld om weer bij z'n data te kunnen. Deze keer waren het Kentucky Methodist Hospital, het Chino Valley Medical Center en het Desert Valley Hospital slachtoffer. Alle drie de ziekenhuizen zeggen de situatie inmiddels weer onder controle hebben en geen losgeld te hebben betaald.
10 miljoen Nederlanders zeggen 'ja' tegen delen medische gegevens
Sinds de start van het Landelijk Schakelpunt op 1 januari 2013 hebben 10 miljoen individuele Nederlanders aan een of meer van hun zorgverleners toestemming gegeven hun medische gegevens beschikbaar te stellen voor uitwisseling met andere zorgverleners. Die uitwisseling verloopt via het Landelijk Schakelpunt.
10 miljoen Nederlanders gaven in de afgelopen drie jaar hun huisarts en/of apotheken toestemming bepaalde medische gegevens beschikbaar te stellen voor bevraging door bepaalde groepen collega's. Zorgverleners mogen die gegevens alleen beschikbaar stellen met de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. Andere zorgverleners mogen die gegevens alleen opvragen wanneer dat van belang is voor de behandeling van de patiënt. Er gelden strikte wettelijke eisen aan de uitwisseling. Uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt voldoet aan alle wetten en regels die momenteel gelden. Dat heeft het gerechtshof in Arnhem onlangs opnieuw bevestigd.
Van al die Nederlanders zijn ruim 16 miljoen medische gegevens beschikbaar. Grofweg tweederde daarvan zijn medicatiegegevens en een derde samenvattingen van de huisartsgegevens. De beschikbare informatie is beperkt tot wat de beroepsgroepen zelf hebben vastgesteld als absoluut noodzakelijk bij reguliere (mede)behandeling, bij waarneming en in spoedeisende situaties. Daarnaast is -wanneer dat nodig is- van die patiënten bekend of zij een allergie hebben of een andere indicatie die van belang is bij de behandeling.
De toestemming voor uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt is beperkt tot een specifieke groep zorgverleners met een specifiek doel. Gegevens van de huisarts zijn alleen beschikbaar voor de huisartsenpost (HAP) bij dienstwaarneming. Medicatiegegevens zijn beschikbaar voor huisartsen, apotheken en bepaalde specialisten. Dus geeft een patiënt toestemming aan zijn huisarts, dan zijn de apotheekgegevens niet beschikbaar. Pas wanneer een patiënt zijn apotheek of apotheken elk afzonderlijk toestemming heeft gegeven zijn ook de medicatiegegevens te raadplegen. Daarom komt het voor dat een patiënt verscheidene keren om toestemming gevraagd wordt.
10 miljoen Nederlanders gaven in de afgelopen drie jaar hun huisarts en/of apotheken toestemming bepaalde medische gegevens beschikbaar te stellen voor bevraging door bepaalde groepen collega's. Zorgverleners mogen die gegevens alleen beschikbaar stellen met de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt. Andere zorgverleners mogen die gegevens alleen opvragen wanneer dat van belang is voor de behandeling van de patiënt. Er gelden strikte wettelijke eisen aan de uitwisseling. Uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt voldoet aan alle wetten en regels die momenteel gelden. Dat heeft het gerechtshof in Arnhem onlangs opnieuw bevestigd.
Van al die Nederlanders zijn ruim 16 miljoen medische gegevens beschikbaar. Grofweg tweederde daarvan zijn medicatiegegevens en een derde samenvattingen van de huisartsgegevens. De beschikbare informatie is beperkt tot wat de beroepsgroepen zelf hebben vastgesteld als absoluut noodzakelijk bij reguliere (mede)behandeling, bij waarneming en in spoedeisende situaties. Daarnaast is -wanneer dat nodig is- van die patiënten bekend of zij een allergie hebben of een andere indicatie die van belang is bij de behandeling.
De toestemming voor uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt is beperkt tot een specifieke groep zorgverleners met een specifiek doel. Gegevens van de huisarts zijn alleen beschikbaar voor de huisartsenpost (HAP) bij dienstwaarneming. Medicatiegegevens zijn beschikbaar voor huisartsen, apotheken en bepaalde specialisten. Dus geeft een patiënt toestemming aan zijn huisarts, dan zijn de apotheekgegevens niet beschikbaar. Pas wanneer een patiënt zijn apotheek of apotheken elk afzonderlijk toestemming heeft gegeven zijn ook de medicatiegegevens te raadplegen. Daarom komt het voor dat een patiënt verscheidene keren om toestemming gevraagd wordt.
woensdag 23 maart 2016
Nieuwe startup komt met innovatieve microscoop
De UvA-startup Confocal.nl brengt deze zomer de eerste microscoop met een plug-and-play-functie op de markt. Met de rescan-module kan superresolutie worden bereikt waardoor levende cellen nog scherper bekeken kunnen worden. De methode bestaat uit het koppelen van twee optische scanners aan een standaardmicroscoop.
Erik Manders, onderzoeker aan de UvA en wetenschappelijk oprichter van Confocal.nl: ‘Microscopie zorgt al decennialang voor een beter begrip van celbiologie. Wij zijn echter van mening dat de huidige confocale microscoop niet langer meer voldoet bij het in kaart brengen van complexe moleculaire interacties. Binnen Confocal.nl hebben wij innovatieve ideeën over hoe we de (confocale) microscopie kunnen veranderen’.
Bij een confocale microscoop, ook wel laser scanning microscoop genoemd, wordt met behulp van een laserstraal een preparaat laag voor laag afgetast. De resulterende beelden worden in 3D in een computer opgeslagen. De nieuwe microscoop heeft een betere resolutie en gevoeligheid dan de meeste confocale microscopen, en komt als betaalbare, op maat gemaakte variant op de markt. Naast deze nieuwe microscoop gaat Confocal.nl zich richten op superresolutie-technologie, waarmee een belangrijke stap in de bestudering van levende cellen kan worden gezet. De nieuwe microscoop is gebaseerd op een gepatenteerde technologie ontwikkeld aan het Swammerdam Institute for Life Sciences van de UvA en werd financieel ondersteund door de Nederlandse Technologiestichting STW.
dinsdag 22 maart 2016
Transatlantische samenwerking in medisch onderzoek
CITRIS, het Banatao Institute van de University of California, Medical Delta en de Zuid-Hollandse regionale ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter hebben een Memorandum of Understanding (MoU) getekend. Deze overeenkomst onderstreept de intenties om de samenwerking de komende jaren uit te breiden en te intensiveren. De partijen zetten in op gezamenlijk onderzoek, onderwijs en de ontwikkeling van zakelijke activiteiten op het gebied van eHealth.
CITRIS, het Banatao Institute, Medical Delta en InnovationQuarter, internationaal toonaangevende organisaties op het gebied van eHealth, zijn overeengekomen de samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en business development uit te breiden. De partners gaan gezamenlijke initiatieven ontwikkelen op het gebied van preventie, interventie in de levensstijl en medische technologie, bijvoorbeeld op het gebied van eHealth-applicaties. Ook gaat het om de toepassing van nieuwe big data technologieën. Verder zal er beleid worden uitgevoerd om jonge bedrijven uit de California 'Bay Area' en binnen Medical Delta te betrekken bij gezamenlijke activiteiten. De MoU is getekend in aanwezigheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Jet Bussemaker. De ondertekening maakte deel uit van een ceremonie op de Berkeley Campus in Berkely, Californië.
De Amerikaanse en Nederlandse partijen gaan de samenwerking in Life Sciences, gezondheid en technologie aan voor een periode van vijf jaar. Er zal onderzoek worden gestart tot wederzijds voordeel. Ook zal de samenwerking worden versterkt door de uitwisseling van onderzoekers en ondernemers. Het is de bedoeling dat de groei van wetenschappelijke kennis hand in hand gaat met de ontwikkeling of versnelling van de zakelijke toepassing daarvan. Voor dit doel zullen interdisciplinaire zakelijke en onderzoeksnetwerken op het gebied van eHealth, medische technologie, ziekenhuiszorg thuis en precisiegeneeskunde vormkrijgen. De eerste onderzoeksuitwisselingen vinden deze zomer plaats.
"We zien er naar uit om samen met Medical Delta en InnovationQuarter een impuls te geven aan dit belangrijke en uiterst actuele werk op het gebied van eHealth", zegt Costas Spanos, directeur van CITRIS en het Banatao Institute. "De samenwerking verbindt toonaangevende onderzoekers en ondernemers in Californië en Nederland bij het ontwikkelen van oplossingen met impact voor de samenleving."
CITRIS, het Banatao Institute, Medical Delta en InnovationQuarter, internationaal toonaangevende organisaties op het gebied van eHealth, zijn overeengekomen de samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en business development uit te breiden. De partners gaan gezamenlijke initiatieven ontwikkelen op het gebied van preventie, interventie in de levensstijl en medische technologie, bijvoorbeeld op het gebied van eHealth-applicaties. Ook gaat het om de toepassing van nieuwe big data technologieën. Verder zal er beleid worden uitgevoerd om jonge bedrijven uit de California 'Bay Area' en binnen Medical Delta te betrekken bij gezamenlijke activiteiten. De MoU is getekend in aanwezigheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Jet Bussemaker. De ondertekening maakte deel uit van een ceremonie op de Berkeley Campus in Berkely, Californië.
De Amerikaanse en Nederlandse partijen gaan de samenwerking in Life Sciences, gezondheid en technologie aan voor een periode van vijf jaar. Er zal onderzoek worden gestart tot wederzijds voordeel. Ook zal de samenwerking worden versterkt door de uitwisseling van onderzoekers en ondernemers. Het is de bedoeling dat de groei van wetenschappelijke kennis hand in hand gaat met de ontwikkeling of versnelling van de zakelijke toepassing daarvan. Voor dit doel zullen interdisciplinaire zakelijke en onderzoeksnetwerken op het gebied van eHealth, medische technologie, ziekenhuiszorg thuis en precisiegeneeskunde vormkrijgen. De eerste onderzoeksuitwisselingen vinden deze zomer plaats.
"We zien er naar uit om samen met Medical Delta en InnovationQuarter een impuls te geven aan dit belangrijke en uiterst actuele werk op het gebied van eHealth", zegt Costas Spanos, directeur van CITRIS en het Banatao Institute. "De samenwerking verbindt toonaangevende onderzoekers en ondernemers in Californië en Nederland bij het ontwikkelen van oplossingen met impact voor de samenleving."
maandag 21 maart 2016
Apple lanceert CareKit voor persoonlijke medische begeleiding
Apple heeft vandaag CareKit aangekondigd, een nieuw ‘raamwerk’ voor iOS apps, waarmee patiënten hun behandelplannen kunnen volgen en hun symptomen en medicatie bijhouden.
Bijzonder is dat de informatie desgewenst met dokters, verplegend personeel of familieleden kan worden uitgewisseld. CareKit is een aanvulling op ResearchKit, het raamwerk voor wetenschappelijke medische apps dat eerder door Apple werd uitgebracht.
Bijzonder is dat de informatie desgewenst met dokters, verplegend personeel of familieleden kan worden uitgewisseld. CareKit is een aanvulling op ResearchKit, het raamwerk voor wetenschappelijke medische apps dat eerder door Apple werd uitgebracht.
Malaria-app Momala wint eerste Mobile Health Hackathon
Afgelopen weekend vond in Brussel de eerste 'hackathon' rond mobile health plaats. Zondagavond leverden 12 teams 12 mooie apps af die het leven van zorgverleners en patiënten kunnen veraangenamen. Zondagavond stelden de deelnemers de 12 apps voor aan een jury met onder meer Ri De Ridder (Riziv), Xavier Brenez (LOZ), Catherine Rutten (Pharma.be), Frank Ponsaert (kabinet De Block) en anderen. Zij kozen Momala als winnende applicatie.
'Onderzoeksgegevens veel ziekenhuizen niet goed beveiligd'
Een meerderheid van alle Nederlandse ziekenhuizen loopt een risico dat patiëntengegevens en andere vertrouwelijke informatie op straat kunnen komen te liggen. Voornaamste oorzaak is de onveilige manier waarop naar schatting zo’n 70 procent van alle ziekenhuizen nu nog onderzoeksdata registreert en beheert. 'Bij het verzamelen en registeren van vaak privacygevoelige gegevens werkt een meerderheid nog steeds met Excel of SPPS, een statistisch computerprogramma,' stelt directeur Paul Somberg van Cloud9 Health Solutions op basis van eigen marktanalyse.
De geldende richtlijnen van Good Clinical Practice verbieden het gebruik van niet gevalideerde softwareprogramma’s. Omdat er geen sancties op staan, maken ziekenhuizen er in de praktijk nog steeds veelvuldig gebruik van.
Begin deze maand werd het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in verlegenheid gebracht door de diefstal van een onbeveiligde harde schijf uit de auto van een medewerker. Veel meer ziekenhuizen lopen het risico dat vertrouwelijke onderzoeksgegevens op straat terecht kunnen komen.
De geldende richtlijnen van Good Clinical Practice verbieden het gebruik van niet gevalideerde softwareprogramma’s. Omdat er geen sancties op staan, maken ziekenhuizen er in de praktijk nog steeds veelvuldig gebruik van.
Begin deze maand werd het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in verlegenheid gebracht door de diefstal van een onbeveiligde harde schijf uit de auto van een medewerker. Veel meer ziekenhuizen lopen het risico dat vertrouwelijke onderzoeksgegevens op straat terecht kunnen komen.
Online learning module verbindt werelden van technologie en zorg
De gratis massive open online course (MOOC) eHealth van de Universiteit Twente verbindt de werelden van gezondheid, psychologie en technologie met elkaar. Deelnemers aan de MOOC krijgen in zes weken tijd meer inzicht in de mogelijkheden van eHealth: wat is het? Wat zijn de succesfactoren en barrières? Hoe ontwikkel je eHealth technologieën die aansluiten bij wat mensen willen? Op 23 mei gaat de gratis online module van start, de inschrijving is nu geopend.
We gebruiken technologie steeds vaker in ons dagelijks leven, bijvoorbeeld om geldzaken te regelen, verzekeringen af te sluiten of vriendschappen te onderhouden. Het gebruik van technologie om onze gezondheid en welzijn te verbeteren is sterk in opkomst. Door expertise in zorg en welzijn, psychologie en technologie met elkaar te verbinden, ontstaan er succesvolle zorginnovaties.
“De deelnemers van de online course krijgen basiskennis mee, maar er is ook veel ruimte voor verdieping en analyse. Daardoor is de MOOC zowel geschikt mensen die meer willen weten over eHealth als professionals die met eHealth te maken krijgen in hun werk,” zegt Saskia Kelders, universitair docent bij de vakgroep Psychologie, Gezondheid en Technologie en één van de zogeheten educators van de MOOC. “Bovendien proberen we vaardigheden mee te geven die helpen om nieuwe interventies of apps beter te ontwikkelen.” Het levert niet alleen kennis op, maar ook inzicht in eHealth in de praktijk en concrete handvaten om mee aan de slag te gaan.
De MOOC geeft een goede inkijk in het onderwijs en onderzoek van de Universiteit Twente op het gebied van eHealth. Zo bevat het elementen van de bacheloropleiding Psychologie en de masteropleidingen Health Psychology en Health Sciences. Voor de inhoud van de MOOC wordt nauw aangesloten bij het onderzoek dat wordt verricht in het Centre for eHealth and Wellbeing Research van de Universiteit Twente: het expertisecentrum probeert een brug te slaan tussen technologische innovaties die moeten bijdragen aan welzijn en gezondheid enerzijds en de psychologische kennis in ontwerp en evaluatie die nodig is om de innovaties zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de praktijk.
We gebruiken technologie steeds vaker in ons dagelijks leven, bijvoorbeeld om geldzaken te regelen, verzekeringen af te sluiten of vriendschappen te onderhouden. Het gebruik van technologie om onze gezondheid en welzijn te verbeteren is sterk in opkomst. Door expertise in zorg en welzijn, psychologie en technologie met elkaar te verbinden, ontstaan er succesvolle zorginnovaties.
“De deelnemers van de online course krijgen basiskennis mee, maar er is ook veel ruimte voor verdieping en analyse. Daardoor is de MOOC zowel geschikt mensen die meer willen weten over eHealth als professionals die met eHealth te maken krijgen in hun werk,” zegt Saskia Kelders, universitair docent bij de vakgroep Psychologie, Gezondheid en Technologie en één van de zogeheten educators van de MOOC. “Bovendien proberen we vaardigheden mee te geven die helpen om nieuwe interventies of apps beter te ontwikkelen.” Het levert niet alleen kennis op, maar ook inzicht in eHealth in de praktijk en concrete handvaten om mee aan de slag te gaan.
De MOOC geeft een goede inkijk in het onderwijs en onderzoek van de Universiteit Twente op het gebied van eHealth. Zo bevat het elementen van de bacheloropleiding Psychologie en de masteropleidingen Health Psychology en Health Sciences. Voor de inhoud van de MOOC wordt nauw aangesloten bij het onderzoek dat wordt verricht in het Centre for eHealth and Wellbeing Research van de Universiteit Twente: het expertisecentrum probeert een brug te slaan tussen technologische innovaties die moeten bijdragen aan welzijn en gezondheid enerzijds en de psychologische kennis in ontwerp en evaluatie die nodig is om de innovaties zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de praktijk.
vrijdag 18 maart 2016
Geen zicht op IT-incidenten bij ziekenhuizen en zorgorganisaties
Minister Schippers van Volksgezondheid heeft geen inzicht in het aantal zorgorganisaties en ziekenhuizen dat de afgelopen vijf jaar te maken heeft gekregen met problemen in de beveiliging van hun digitale systemen en apparaten, waardoor de privacy en privédata van patiënten in gevaar zijn geweest. Dat laat de minister weten op Kamervragen van SP-Kamerlid Leijten. Aanleiding voor de Kamervragen was een FBI-waarschuwing dat gezondheidszorgsystemen en medische apparatuur een groter risico lopen om voor financieel gewin te worden gehackt.
donderdag 17 maart 2016
Smart health verovert Nederland
Smart health verovert zijn plaats in Nederland. Momenteel gebruikt één op de drie Nederlanders apps, wearables of meters om zijn gezondheid te monitoren. Vooral apps zijn populair. Hartslagmeters en sporthorloges zijn de meest populaire wearables. Dit blijkt uit cijfers van de Smart Health Monitor, een marktonderzoek van Multiscope onder 6.000 Nederlanders.
Eén op de drie Nederlanders (34%) gebruikt apps, wearables of meters om zijn gezondheid of activiteit te monitoren. Consumenten registreren met name zaken op het gebied van sport & bewegen (20%) en voeding & gewicht (18%). Binnen sport & bewegen zijn het meten van afstand / snelheid (67%) en registreren van calorieverbruik (52%) het populairst. Binnen voeding & gewicht zijn Nederlanders het meest actief met de registratie van gewicht (64%) en eetpatroon (44%).
Beter inzicht krijgen in gezondheid of activiteit (80%) is de belangrijkste reden om health-apps en wearables te gebruiken. Nederlanders die geen gezondheidstrackers gebruiken, vinden het vooral overbodig (53%). Consumenten die al weer gestopt zijn met het tracken van hun gezondheid vinden het vooral niet praktisch en te veel gedoe (59%).
De meeste gebruikers (56%) registreren hun gezondheid via health-apps. Drie kwart betaalt niet voor deze apps. Een kwart betaalt wel en vooral met in-app aankopen. Drie op de tien gebruiken wearables om activiteit te registreren. Zij gebruiken vooral hartslagmeters (48%) en sporthorloges (35%). Ruim één op de vijf gebruikt slimme apparaten zoals een draadloze bloeddrukmeter (45%), een slimme weegschaal (23%) of een draadloze glucosemeter (18%).
Eén op de drie Nederlanders (34%) gebruikt apps, wearables of meters om zijn gezondheid of activiteit te monitoren. Consumenten registreren met name zaken op het gebied van sport & bewegen (20%) en voeding & gewicht (18%). Binnen sport & bewegen zijn het meten van afstand / snelheid (67%) en registreren van calorieverbruik (52%) het populairst. Binnen voeding & gewicht zijn Nederlanders het meest actief met de registratie van gewicht (64%) en eetpatroon (44%).
Beter inzicht krijgen in gezondheid of activiteit (80%) is de belangrijkste reden om health-apps en wearables te gebruiken. Nederlanders die geen gezondheidstrackers gebruiken, vinden het vooral overbodig (53%). Consumenten die al weer gestopt zijn met het tracken van hun gezondheid vinden het vooral niet praktisch en te veel gedoe (59%).
De meeste gebruikers (56%) registreren hun gezondheid via health-apps. Drie kwart betaalt niet voor deze apps. Een kwart betaalt wel en vooral met in-app aankopen. Drie op de tien gebruiken wearables om activiteit te registreren. Zij gebruiken vooral hartslagmeters (48%) en sporthorloges (35%). Ruim één op de vijf gebruikt slimme apparaten zoals een draadloze bloeddrukmeter (45%), een slimme weegschaal (23%) of een draadloze glucosemeter (18%).
woensdag 16 maart 2016
Emma Kinderziekenhuis AMC lanceert website voor ouders
Het Emma Kinderziekenhuis AMC lanceert vandaag 'Het Ouderkompas': een website voor ouders die vanwege de zorg voor hun kind regelmatig in het ziekenhuis komen. Ouders hebben een grote behoefte aan informatie, zo blijkt uit een vooronderzoek van het Emma Kinderziekenhuis onder 227 ouders. Zij hebben moeite met het vinden van betrouwbare informatie en bronnen, waardoor ze te lang met vragen blijven rondlopen.
Op www.hetouderkompas.nl vinden ouders praktische tips en informatie over allerlei onderwerpen waar de ziekte of aandoening van hun kind invloed op heeft, zoals het gezinsleven, de partnerrelatie, werk en vrije tijd. Daarnaast geeft de website informatie over praktische zaken als financiële voorzieningen, wet- en regelgeving. Wanneer ouders meer willen weten over een bepaald onderwerp, wijst het ouderkompas ze de weg naar relevante informatie en websites.
Wanneer een kind een ziekte of aandoening heeft, beïnvloedt dit het hele gezin. Projectleider en hoogleraar pediatrische psychologie Prof. Dr. Martha Grootenhuis: 'Niet alleen het kind, maar het gezin komt bij de dokter. Voor alle gezinsleden geldt dat zij geconfronteerd worden met medische stress en ondersteuning goed kunnen gebruiken.' Die steun en informatie krijgen ouders het liefst via de arts, een website of een verpleegkundige, zo laat het vooronderzoek zien. Het Ouderkompas biedt een unieke aanvulling op de gesprekken van ouders met artsen en verpleegkundigen, foldermateriaal en bestaande websites, doordat het de beschikbare informatie bij elkaar brengt.
Op www.hetouderkompas.nl vinden ouders praktische tips en informatie over allerlei onderwerpen waar de ziekte of aandoening van hun kind invloed op heeft, zoals het gezinsleven, de partnerrelatie, werk en vrije tijd. Daarnaast geeft de website informatie over praktische zaken als financiële voorzieningen, wet- en regelgeving. Wanneer ouders meer willen weten over een bepaald onderwerp, wijst het ouderkompas ze de weg naar relevante informatie en websites.
Wanneer een kind een ziekte of aandoening heeft, beïnvloedt dit het hele gezin. Projectleider en hoogleraar pediatrische psychologie Prof. Dr. Martha Grootenhuis: 'Niet alleen het kind, maar het gezin komt bij de dokter. Voor alle gezinsleden geldt dat zij geconfronteerd worden met medische stress en ondersteuning goed kunnen gebruiken.' Die steun en informatie krijgen ouders het liefst via de arts, een website of een verpleegkundige, zo laat het vooronderzoek zien. Het Ouderkompas biedt een unieke aanvulling op de gesprekken van ouders met artsen en verpleegkundigen, foldermateriaal en bestaande websites, doordat het de beschikbare informatie bij elkaar brengt.
dinsdag 15 maart 2016
Online videotheek met 200 filmpjes over de zorg
Op de website Zorg voor Beter is nu een online videotheek geopend. Meer dan 200 video's op het gebied van zorg en welzijn staan hier bij elkaar. Ze zijn te gebruiken voor onderwijsdoeleinden, bijvoorbeeld voor hbo- en mbo-opleidingen zorg en welzijn, maar ook als bijscholing voor zorgorganisaties in thuiszorg en ouderenzorg.
De online videotheek is net als de hele website Zorg voor Beter vooral gericht op de praktijk. Thema's zijn bijvoorbeeld medicatieveiligheid, hygiëne, valpreventie, mantelzorg, palliatieve zorg. In totaal zijn er 16 thema's gericht op de dagelijkse zorg. Zorgprofessionals vinden hier bijvoorbeeld praktische video's hoe je beter kunt communiceren in de zorg en informatieve video's over verschillende stadia van dementie. De filmpjes zijn gemaakt door verschillende organisaties.
Voor docenten zijn filmpjes mooi lesmateriaal omdat het de zorgpraktijk in beeld brengt. Een docent: 'Het filmpje medicatieveiligheid paste mooi in mijn lesprogramma.' Dit filmpje van Zorg voor Beter is 12.000 keer bekeken. Uit een recent gebruikersonderzoek blijkt dat filmpjes ook veel gebruikt worden voor bijscholing binnen zorgorganisaties: 'Visualisatie werkt goed. Met het team kun je een filmpje bekijken en verdieping aanbrengen door over een filmpje met elkaar in gesprek te gaan'. Anderen schreven: 'Ik laat dit filmpje zien als voorbereiding voor het maken van een verbeterplan' en 'Dit filmpje is onderdeel van een organisatiebrede training medicatieveiligheid'.
De online videotheek is net als de hele website Zorg voor Beter vooral gericht op de praktijk. Thema's zijn bijvoorbeeld medicatieveiligheid, hygiëne, valpreventie, mantelzorg, palliatieve zorg. In totaal zijn er 16 thema's gericht op de dagelijkse zorg. Zorgprofessionals vinden hier bijvoorbeeld praktische video's hoe je beter kunt communiceren in de zorg en informatieve video's over verschillende stadia van dementie. De filmpjes zijn gemaakt door verschillende organisaties.
Voor docenten zijn filmpjes mooi lesmateriaal omdat het de zorgpraktijk in beeld brengt. Een docent: 'Het filmpje medicatieveiligheid paste mooi in mijn lesprogramma.' Dit filmpje van Zorg voor Beter is 12.000 keer bekeken. Uit een recent gebruikersonderzoek blijkt dat filmpjes ook veel gebruikt worden voor bijscholing binnen zorgorganisaties: 'Visualisatie werkt goed. Met het team kun je een filmpje bekijken en verdieping aanbrengen door over een filmpje met elkaar in gesprek te gaan'. Anderen schreven: 'Ik laat dit filmpje zien als voorbereiding voor het maken van een verbeterplan' en 'Dit filmpje is onderdeel van een organisatiebrede training medicatieveiligheid'.
donderdag 10 maart 2016
De OLVG-app meet hartritmestoornissen via de iPhone-camera
Voor mensen met een hartritmestoornis is het vaak lastig om te bepalen of ze ook daadwerkelijk met de stoornis te maken hebben, of dat hun hart gewoon even wat sneller klopt dan normaal. Om te voorkomen dat ze hierdoor constant naar het ziekenhuis moeten rijden om hun hartslag te controleren, heeft het hartcentrum van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam een iOS-app laten maken die vooral voor rust in je hoofd moet zorgen. Via de camera van de iPhone stelt de app vast of de persoon in kwestie met een ritmestoornis te maken heeft.
woensdag 9 maart 2016
High-tech slaapmuts brengt je brein in rustmodus
Het meest gebruikte slaapmiddel is in principe niet meer dan een drug. Belachelijk, vinden de makers van de Sleep Shepherd. Om beter te slapen moet je het brein niet met medicijnen verdoven, maar enkel met de juiste tonen in slaap wiegen. De zogenoemde binaural beats zijn twee verschillende tonen, één in elk oor. De combinatie van de geluiden op twee frequenties heeft volgens de makers van Sleep Shepherd invloed op de hersenactiviteit.
dinsdag 8 maart 2016
Verwerking gezondheidsgegevens wearables door werkgevers mag niet
Twee bedrijven zijn na onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gestopt met het verwerken van gezondheidsgegevens van hun werknemers via draagbare apparaten. Beide bedrijven hadden hun werknemers een armband gegeven waarmee de werkgever inzicht kreeg in de hoeveelheid beweging van de werknemers. Een van de werkgevers had ook inzicht in het slaappatroon. Dit is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). "Een werkgever mag zo'n armband natuurlijk wel cadeau geven, maar het is niet de bedoeling om vervolgens gegevens over de gezondheid van werknemers in te zien. Ook niet als een medewerker hier toestemming voor geeft", aldus Wilbert Tomesen, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Gegevens over de hoeveelheid beweging en gegevens over slaappatronen zijn gevoelige persoonsgegevens die iets zeggen over de gezondheid. Voor deze bijzondere persoonsgegevens gelden strenge wettelijk eisen. Werkgevers mogen deze gegevens niet verwerken. In een arbeidsverhouding, waarin de werknemer financieel afhankelijk is van de werkgever, is over het algemeen geen sprake van 'vrije' toestemming, waardoor het verwerken van gezondheidsgegevens met toestemming van de werknemer niet mogelijk is.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de onderzochte bedrijven laten weten aan welke voorwaarden een werkgever moet voldoen om bij het gebruik van wearables niet in strijd met de Wbp te handelen. Behalve de werkgever, mogen ook collega's of de leverancier van de wearable geen gezondheidsgegevens inzien en verwerken als dit in opdracht van de werkgever gebeurt. Dit houdt eveneens in dat zij de gegevens niet aan de werkgever mogen verstrekken, ook niet als dit anoniem gebeurt.
Een werkgever mag de armband wel cadeau doen aan werknemers, maar hierbij geen voorwaarden stellen voor het gebruik. De werknemer kan er zelf voor kiezen om zijn gegevens met de leverancier van de armband te delen. Hij maakt dan zelf een account aan bij de leverancier. Een medewerker kan er natuurlijk voor kiezen de gegevens via de portal van de leverancier te delen met vrienden of collega's, níet met de leidinggevende. De werkgever mag werknemers hier echter niet toe aanzetten.
Gegevens over de hoeveelheid beweging en gegevens over slaappatronen zijn gevoelige persoonsgegevens die iets zeggen over de gezondheid. Voor deze bijzondere persoonsgegevens gelden strenge wettelijk eisen. Werkgevers mogen deze gegevens niet verwerken. In een arbeidsverhouding, waarin de werknemer financieel afhankelijk is van de werkgever, is over het algemeen geen sprake van 'vrije' toestemming, waardoor het verwerken van gezondheidsgegevens met toestemming van de werknemer niet mogelijk is.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft de onderzochte bedrijven laten weten aan welke voorwaarden een werkgever moet voldoen om bij het gebruik van wearables niet in strijd met de Wbp te handelen. Behalve de werkgever, mogen ook collega's of de leverancier van de wearable geen gezondheidsgegevens inzien en verwerken als dit in opdracht van de werkgever gebeurt. Dit houdt eveneens in dat zij de gegevens niet aan de werkgever mogen verstrekken, ook niet als dit anoniem gebeurt.
Een werkgever mag de armband wel cadeau doen aan werknemers, maar hierbij geen voorwaarden stellen voor het gebruik. De werknemer kan er zelf voor kiezen om zijn gegevens met de leverancier van de armband te delen. Hij maakt dan zelf een account aan bij de leverancier. Een medewerker kan er natuurlijk voor kiezen de gegevens via de portal van de leverancier te delen met vrienden of collega's, níet met de leidinggevende. De werkgever mag werknemers hier echter niet toe aanzetten.
'Gerechtshof mist kans om het LSP - het oude EPD - te verbeteren'
Op 8 maart heeft het Gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in het hoger beroep van VPHuisartsen tegen VZVZ, de uitbater van het elektronisch patiëntendossier (EPD) dat ook wel wordt aangeduid als Landelijk Schakel Punt (LSP) of Zorginfrastructuur.
Het hof erkent het bezwaar van VPHuisartsen niet dat de privacy van patiënten onvoldoende is geborgd in de door VZVZ onderhouden infrastructuur waarmee medische gegevens kunnen worden uitgewisseld. Het gerechtshof stelt dat de toestemming van de patiënt uit vrije wil wordt verleend, voldoende specifiek is en gebaseerd op voldoende informatie.
Het hof meent wel dat van VZVZ verwacht mag worden dat de huidige "iedereen-of-niemand-toestemming", zodra dat technisch mogelijk en uitvoerbaar is, wordt vervangen door een systeem waarbij bepaalde categorieën zorgaanbieders kunnen worden uitgesloten van toestemming. Ook constateert het hof dat de brochures van VZVZ onvoldoende duidelijk zijn, zonder dit als onrechtmatig te willen kwalificeren.
VPHuisartsen is teleurgesteld dat met de uitspraak zal worden voortgegaan met de huidige wijze van uitwisselen van medische gegevens waarbij er volgens VPHuisartsen risico's bestaan voor de privacy van patiënten. In hoger beroep heeft het hof nog eens bevestigd dat bij iedere nieuwe toepassing of uitbreiding van het systeem, burgers opnieuw om toestemming zal moeten worden gevraagd. Dit legt een enorme administratieve last op aan patiënten en hun zorgverleners wat niet nodig is als het uitwisselingssysteem anders was ingericht. Nu is het de LSP-organisatie (VZVZ en ledenraden) die beslist met wie - steeds meer - medische gegevens gedeeld gaan worden.
De vereniging van praktijkhouders maakte jarenlang bezwaar tegen de wijze waarop de veiligheid van gegevens is geborgd in he LSP. Het kostbare systeem sluit slecht aan bij de huidige werkwijze van huisartsen. Het beschermt de privacy van patiënten niet - die moeten straks eerst inloggen op het LSP om te kunnen aangeven met welke artsen ze geen gegevens willen uitwisselen. Terwijl dit in de spreekkamer zou moeten kunnen, wanneer informatie wordt verstuurd naar medebehandelaars. Bovendien is het systeem inmiddels verouderd en sluit het slecht aan bij de huidige werkwijze van huisartsen die medische gegevens willen uitwisselen. Veel burgers maken zich zorgen over hun privacy binnen het LSP. Het aantal burgers dat zijn medisch dossier van de huisarts wil delen via het LSP is beperkt tot 3 op de 10.
De uitspraak van vandaag zal door VPHuisartsen en haar advocaten bestudeerd worden en zij zullen zich beraden op mogelijke verdere stappen.
Het hof erkent het bezwaar van VPHuisartsen niet dat de privacy van patiënten onvoldoende is geborgd in de door VZVZ onderhouden infrastructuur waarmee medische gegevens kunnen worden uitgewisseld. Het gerechtshof stelt dat de toestemming van de patiënt uit vrije wil wordt verleend, voldoende specifiek is en gebaseerd op voldoende informatie.
Het hof meent wel dat van VZVZ verwacht mag worden dat de huidige "iedereen-of-niemand-toestemming", zodra dat technisch mogelijk en uitvoerbaar is, wordt vervangen door een systeem waarbij bepaalde categorieën zorgaanbieders kunnen worden uitgesloten van toestemming. Ook constateert het hof dat de brochures van VZVZ onvoldoende duidelijk zijn, zonder dit als onrechtmatig te willen kwalificeren.
VPHuisartsen is teleurgesteld dat met de uitspraak zal worden voortgegaan met de huidige wijze van uitwisselen van medische gegevens waarbij er volgens VPHuisartsen risico's bestaan voor de privacy van patiënten. In hoger beroep heeft het hof nog eens bevestigd dat bij iedere nieuwe toepassing of uitbreiding van het systeem, burgers opnieuw om toestemming zal moeten worden gevraagd. Dit legt een enorme administratieve last op aan patiënten en hun zorgverleners wat niet nodig is als het uitwisselingssysteem anders was ingericht. Nu is het de LSP-organisatie (VZVZ en ledenraden) die beslist met wie - steeds meer - medische gegevens gedeeld gaan worden.
De vereniging van praktijkhouders maakte jarenlang bezwaar tegen de wijze waarop de veiligheid van gegevens is geborgd in he LSP. Het kostbare systeem sluit slecht aan bij de huidige werkwijze van huisartsen. Het beschermt de privacy van patiënten niet - die moeten straks eerst inloggen op het LSP om te kunnen aangeven met welke artsen ze geen gegevens willen uitwisselen. Terwijl dit in de spreekkamer zou moeten kunnen, wanneer informatie wordt verstuurd naar medebehandelaars. Bovendien is het systeem inmiddels verouderd en sluit het slecht aan bij de huidige werkwijze van huisartsen die medische gegevens willen uitwisselen. Veel burgers maken zich zorgen over hun privacy binnen het LSP. Het aantal burgers dat zijn medisch dossier van de huisarts wil delen via het LSP is beperkt tot 3 op de 10.
De uitspraak van vandaag zal door VPHuisartsen en haar advocaten bestudeerd worden en zij zullen zich beraden op mogelijke verdere stappen.
maandag 7 maart 2016
Groot deel Nederlanders onbekend met mobiele medische toepassingen
Nederlanders gebruiken hun smartphone voor steeds meer toepassingen, van gaming en messaging tot vrij privacygevoelige zaken zoals bankieren. Medische toepassingen worden echter slechts door een beperkte groep Nederlanders gebruikt. Zo’n 64 procent van de Nederlanders is er niet eens mee bekend dat medische gegevens op deze wijze op de smartphone opgeslagen kunnen worden, zo blijkt uit onderzoek van Telecompaper.
Het aantal mobiele zorgtoepassingen neemt snel toe. Zo zijn de mogelijkheden om via een wearable device - zoals een smartwatch of fitnessband - informatie te verzamelen enorm verruimd. Denk aan sensoren die de hartslag of de bloeddruk meten en doorgeven. Het is echter goed zoeken naar de meest geschikte, en bij voorkeur ook medisch gevalideerde app. Privacy en veiligheid van persoonlijke data zijn niet altijd gegarandeerd.
Het aantal mobiele zorgtoepassingen neemt snel toe. Zo zijn de mogelijkheden om via een wearable device - zoals een smartwatch of fitnessband - informatie te verzamelen enorm verruimd. Denk aan sensoren die de hartslag of de bloeddruk meten en doorgeven. Het is echter goed zoeken naar de meest geschikte, en bij voorkeur ook medisch gevalideerde app. Privacy en veiligheid van persoonlijke data zijn niet altijd gegarandeerd.
vrijdag 4 maart 2016
Houden gezondheidsapps zich aan de privacywetgeving?
De wetgeving over het verzamelen van (lichaams)gegevens is niet veranderd. Maar waar uw bloeddruk en hartslag vroeger enkel op het bureau van de dokter lagen, passeren ze vandaag ook via een sport- of gezondheidsapp waar al snel 3 à 4 partijen, al dan niet met commerciële belangen, opduiken. Dat maakt dat we vandaag meer aandacht moeten hebben voor de privacy van onze gegevens. App-ontwikkelaars willen vaak wel aan de wetgeving voldoen. Maar ze staan niet te springen om de Belgische wetgeving uit te pluizen vooraleer ze aan de slag gaan.
donderdag 3 maart 2016
Mobiele telefoon kiest optimale route voor rolstoelgebruiker
Oneffenheden in het wegdek, de hoek van drempels of stoepranden en de ongeschiktheid van wegen, paden en gebouwen veroorzaken problemen voor rolstoelgebruikers. Met de ontwikkelde technieken van de Universiteit Twente kunnen rolstoelgebruikers een veilige en passende route uitstippelen en wegen en paden vermijden die niet geschikt zijn. Onderzoekers van de vakgroep Pervasive Systems van het UT-instituut CTIT ontwikkelden een systeem voor de verwerking en analyse van de sensorgegevens die rolstoelgebruikers zelf met hun mobiele telefoon meten.
Op dit moment bepalen de onderzoekers met behulp van de ontwikkelde technieken de kwaliteit, geschiktheid en toestand van wegen, paden en gebouwen voor rolstoelgebruikers en bieden zij een bijbehorende kaart met kleurcodering aan. Hoogleraar Paul Havinga: “We werken momenteel aan de ontwikkeling van zo’n kaart in de vorm van een app voor de hele campus van de Universiteit Twente. Deze app krijgt in een later stadium een speciale TomTom-achtige functie waarmee alternatieve routes voor rolstoelgebruikers aangegeven kunnen worden.”
Onderzoeker Fatjon Seraj: “Hoewel rolstoelen niet uitgerust zijn met sensoren, beschikken zijn gebruikers meestal wel over een smartphone met sensoren en een GPS. Versnellingsmeters en gyroscopen (een soort kompas) detecteren trillingen en hoekveranderingen en met de door ons ontwikkelde sensor data analytics tool kunnen smartphones deze gegevens registreren, verwerken en delen.” Vervolgens is de verzamelde data en de analyse over de geschiktheid van de wegen op een doelmatige manier toonbaar aan de gebruiker.
Een rolstoel is gevoelig voor trillingen, die meestal door een oneffen wegdek veroorzaakt worden en verschillen in intensiteit en amplitude (maximale uitslag van de trilling). Hierdoor wordt elke trilling doorgegeven aan het frame en dus aan de gebruiker. Dit kan weer tot bijkomend letsel voor de gebruiker leiden. Zo moeten mensen met ruggenmergletsel lichaamstrillingen vermijden die een bepaalde schadelijke grens overschrijden waarbij bijvoorbeeld spasmen optreden. Daarnaast zijn wegen niet altijd mooi vlak en door steile opritten en hellingen kan de rolstoel uit balans raken en bij het rijden over ongeschikt wegdek kan hij vast komen te staan of zelfs onverwacht tot stilstand komen.
Rolstoelgebruikers moeten hun dagelijkse bezigheden uitvoeren in een rolstoel vanwege verscheidene medische en lichamelijke aandoeningen, door een ongeluk, aangeboren afwijkingen of ernstige ziekten. Elke aandoening vereist een specifieke afstelling van de rolstoel. Hoewel ze mobiel zijn, zijn hun bewegingsmogelijkheden beperkt tot plaatsen die toegankelijk zijn voor rolstoelen. De mobiliteit van rolstoelgebruikers wordt door middel van wet- en regelgeving bepaald. Het gaat dan onder meer over de breedte en het materiaal van paden, stoepranden, drempels en het stijgingspercentage van hellingen. Helaas houdt dit beleid nog steeds geen rekening met specifieke aandoeningen en omstandigheden van individuele rolstoelgebruikers. De schaarse informatie over het soort wegdek, stijgingspercentages en de aanwezigheid van liften bemoeilijkt het uitstippelen van een route.
Universitair hoofddocent Nirvana Meratnia: “Ons onderzoek is een mooi voorbeeld van de maatschappelijke relevantie van ICT: verwerken van multidimensionale foutgevoelige sensor data op smartphones om de mobiliteit van de rolstoelgebruikers comfortabeler, efficiënter en veiliger te maken.”
Op dit moment bepalen de onderzoekers met behulp van de ontwikkelde technieken de kwaliteit, geschiktheid en toestand van wegen, paden en gebouwen voor rolstoelgebruikers en bieden zij een bijbehorende kaart met kleurcodering aan. Hoogleraar Paul Havinga: “We werken momenteel aan de ontwikkeling van zo’n kaart in de vorm van een app voor de hele campus van de Universiteit Twente. Deze app krijgt in een later stadium een speciale TomTom-achtige functie waarmee alternatieve routes voor rolstoelgebruikers aangegeven kunnen worden.”
Onderzoeker Fatjon Seraj: “Hoewel rolstoelen niet uitgerust zijn met sensoren, beschikken zijn gebruikers meestal wel over een smartphone met sensoren en een GPS. Versnellingsmeters en gyroscopen (een soort kompas) detecteren trillingen en hoekveranderingen en met de door ons ontwikkelde sensor data analytics tool kunnen smartphones deze gegevens registreren, verwerken en delen.” Vervolgens is de verzamelde data en de analyse over de geschiktheid van de wegen op een doelmatige manier toonbaar aan de gebruiker.
Een rolstoel is gevoelig voor trillingen, die meestal door een oneffen wegdek veroorzaakt worden en verschillen in intensiteit en amplitude (maximale uitslag van de trilling). Hierdoor wordt elke trilling doorgegeven aan het frame en dus aan de gebruiker. Dit kan weer tot bijkomend letsel voor de gebruiker leiden. Zo moeten mensen met ruggenmergletsel lichaamstrillingen vermijden die een bepaalde schadelijke grens overschrijden waarbij bijvoorbeeld spasmen optreden. Daarnaast zijn wegen niet altijd mooi vlak en door steile opritten en hellingen kan de rolstoel uit balans raken en bij het rijden over ongeschikt wegdek kan hij vast komen te staan of zelfs onverwacht tot stilstand komen.
Rolstoelgebruikers moeten hun dagelijkse bezigheden uitvoeren in een rolstoel vanwege verscheidene medische en lichamelijke aandoeningen, door een ongeluk, aangeboren afwijkingen of ernstige ziekten. Elke aandoening vereist een specifieke afstelling van de rolstoel. Hoewel ze mobiel zijn, zijn hun bewegingsmogelijkheden beperkt tot plaatsen die toegankelijk zijn voor rolstoelen. De mobiliteit van rolstoelgebruikers wordt door middel van wet- en regelgeving bepaald. Het gaat dan onder meer over de breedte en het materiaal van paden, stoepranden, drempels en het stijgingspercentage van hellingen. Helaas houdt dit beleid nog steeds geen rekening met specifieke aandoeningen en omstandigheden van individuele rolstoelgebruikers. De schaarse informatie over het soort wegdek, stijgingspercentages en de aanwezigheid van liften bemoeilijkt het uitstippelen van een route.
Universitair hoofddocent Nirvana Meratnia: “Ons onderzoek is een mooi voorbeeld van de maatschappelijke relevantie van ICT: verwerken van multidimensionale foutgevoelige sensor data op smartphones om de mobiliteit van de rolstoelgebruikers comfortabeler, efficiënter en veiliger te maken.”
woensdag 2 maart 2016
Gegevens uit VUmc-dossiers tijdelijk zichtbaar geweest bij AMC
Door een fout bij de overgang naar het nieuwe Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) van VUmc waren gegevens van 350 VUmc-patiënten op 25 februari per abuis tijdelijk ook zichtbaar voor hun zorgprofessionals bij het AMC. Het betrof gegevens van patiënten die onder behandeling zijn, of zijn geweest bij zowel VUmc als AMC. De fout is dezelfde dag hersteld. Inmiddels hebben alle betrokken patiënten hierover bericht gekregen. VUmc heeft daarnaast de Autoriteit Persoonsgegevens ingelicht.
De dossiers zijn niet buiten het ziekenhuis beschikbaar gekomen, noch voor anderen dan zorgprofessionals zichtbaar geweest. Die zijn hierover op 25 februari jl. onmiddellijk geïnformeerd.
Het AMC en VUmc besloten twee jaar geleden gezamenlijk een nieuw elektronisch patiëntendossier aan te schaffen van de Amerikaanse leverancier Epic. Sinds 25 oktober 2015 werkt het AMC met het nieuwe EPD. VUmc gaat ermee werken met ingang van 13 maart 2016. Het gezamenlijke EPD van VUmc en AMC kent een duidelijke scheiding tussen AMC-dossiers en VUmc-dossiers. Pas na toestemming van een patiënt mogen diens gegevens uit beide ziekenhuizen worden samengevoegd in één elektronisch dossier, zichtbaar voor hun behandelaars in zowel AMC als VUmc.
De dossiers zijn niet buiten het ziekenhuis beschikbaar gekomen, noch voor anderen dan zorgprofessionals zichtbaar geweest. Die zijn hierover op 25 februari jl. onmiddellijk geïnformeerd.
Het AMC en VUmc besloten twee jaar geleden gezamenlijk een nieuw elektronisch patiëntendossier aan te schaffen van de Amerikaanse leverancier Epic. Sinds 25 oktober 2015 werkt het AMC met het nieuwe EPD. VUmc gaat ermee werken met ingang van 13 maart 2016. Het gezamenlijke EPD van VUmc en AMC kent een duidelijke scheiding tussen AMC-dossiers en VUmc-dossiers. Pas na toestemming van een patiënt mogen diens gegevens uit beide ziekenhuizen worden samengevoegd in één elektronisch dossier, zichtbaar voor hun behandelaars in zowel AMC als VUmc.
TU/e ontwikkelt EEG-chip voor thuis
De TU/e werkt aan een EEG-chip die bij epilepsie- en Parkinsonpatiënten 24/7 en buiten het ziekenhuis de hersenactiviteit kan registeren. Dankzij de voortdurende EEG-monitoring zijn acute symptomen, zoals een epileptische aanval, sneller in beeld en kan hier direct op worden ingespeeld, bijvoorbeeld met medicatie.
Nu moeten epilepsie- en Parkinsonpatiënten voor een EEG-onderzoek vaak naar het ziekenhuis of een specialistisch centrum. Bij een EEG (afkorting voor elektro-encefalogram) wordt met behulp van kleine elektroden op de huid de elektrische activiteit van de hersenen gemeten. Om patronen in de EEG-signalen te vinden die duiden op bijvoorbeeld een epileptische aanval moet gespecialiseerd personeel vaak langdurig naar het EEG kijken. Dat is erg duur en het vraagt een professionele omgeving in een ziekenhuis waar de patiënt naar toe moet reizen.
Het project ‘BrainWave’ van de TU Eindhoven moet een draagbaar systeem opleveren waarmee men bij epilepsie- en Parkinsonpatiënten los van het ziekenhuis en 24/7 EEG-signalen kan analyseren. Zo heeft de patiënt minder last van hinderlijke apparatuur en kan hij comfortabeler en veiliger in zijn gewone levensomgeving verblijven. De basis voor het systeem vormt een chip die vier keer energiezuiniger is dan de huidige EEG-meetsystemen. Onlangs kende technologiestichting STW een beurs van 750.000 euro toe aan het project, waarin TU/e samenwerkt met Kempenhaeghe, expertisecentrum voor epilepsie, het Donders Instituut en het Radboud UMC in Nijmegen.
Door de voortdurende monitoring in het alledaagse leven kan dit handzame EEG-systeem de start van epileptische aanvallen en het zogeheten ‘freezing’ bij Parkinson – waarbij patiënten aan de grond genageld staan – detecteren in de hersenactiviteit en alarm slaan, ook bij de patiënt thuis. Zo kan direct worden ingegrepen, bijvoorbeeld met medicatie of het geven van een signaal aan de patiënt, en ondervinden patiënten hier minder hinder van. Vooral bij bepaalde epileptische aanvallen die op het oog niet als zodanig herkenbaar zijn kan dit systeem uitkomst bieden.
Ook zien de onderzoekers mogelijkheden voor de chip op de Intensive Care in het ziekenhuis, waar regelmatig behoefte is aan langdurige EEG-bewaking. Nu ontbreekt de capaciteit om een grote groep patiënten langdurig te monitoren, maar de chip kan deze functie op zich nemen en op tijd waarschuwen wanneer zich bepaalde patronen voordoen in de hersenactiviteit.
Nu moeten epilepsie- en Parkinsonpatiënten voor een EEG-onderzoek vaak naar het ziekenhuis of een specialistisch centrum. Bij een EEG (afkorting voor elektro-encefalogram) wordt met behulp van kleine elektroden op de huid de elektrische activiteit van de hersenen gemeten. Om patronen in de EEG-signalen te vinden die duiden op bijvoorbeeld een epileptische aanval moet gespecialiseerd personeel vaak langdurig naar het EEG kijken. Dat is erg duur en het vraagt een professionele omgeving in een ziekenhuis waar de patiënt naar toe moet reizen.
Het project ‘BrainWave’ van de TU Eindhoven moet een draagbaar systeem opleveren waarmee men bij epilepsie- en Parkinsonpatiënten los van het ziekenhuis en 24/7 EEG-signalen kan analyseren. Zo heeft de patiënt minder last van hinderlijke apparatuur en kan hij comfortabeler en veiliger in zijn gewone levensomgeving verblijven. De basis voor het systeem vormt een chip die vier keer energiezuiniger is dan de huidige EEG-meetsystemen. Onlangs kende technologiestichting STW een beurs van 750.000 euro toe aan het project, waarin TU/e samenwerkt met Kempenhaeghe, expertisecentrum voor epilepsie, het Donders Instituut en het Radboud UMC in Nijmegen.
Door de voortdurende monitoring in het alledaagse leven kan dit handzame EEG-systeem de start van epileptische aanvallen en het zogeheten ‘freezing’ bij Parkinson – waarbij patiënten aan de grond genageld staan – detecteren in de hersenactiviteit en alarm slaan, ook bij de patiënt thuis. Zo kan direct worden ingegrepen, bijvoorbeeld met medicatie of het geven van een signaal aan de patiënt, en ondervinden patiënten hier minder hinder van. Vooral bij bepaalde epileptische aanvallen die op het oog niet als zodanig herkenbaar zijn kan dit systeem uitkomst bieden.
Ook zien de onderzoekers mogelijkheden voor de chip op de Intensive Care in het ziekenhuis, waar regelmatig behoefte is aan langdurige EEG-bewaking. Nu ontbreekt de capaciteit om een grote groep patiënten langdurig te monitoren, maar de chip kan deze functie op zich nemen en op tijd waarschuwen wanneer zich bepaalde patronen voordoen in de hersenactiviteit.
dinsdag 1 maart 2016
We vertrouwen onze smartphone niet met onze medische gegevens
Bijna niemand zet medische gegevens op zijn smartphone. Slechts 8 procent van de Nederlanders maakt gebruik van deze mogelijkheid, zo blijkt uit onderzoek van Telecompaper in opdracht van RTLZ. Bijna tweederde van de Nederlanders weet niet eens dat je medische gegevens kan opslaan in je smartphone.
Eerste exemplaar oogchirurgierobot Preceyes gaat naar Oxford
TU/e-spin-off Preceyes en het Engelse bedrijf Nightstar (UK) hebben een overeenkomst getekend voor de ontwikkeling van hoge-precisietechnologie voor de afgifte van medicijnen in het oog. Als onderdeel van de samenwerking zal Nightstar het eerste exemplaar kopen van de oogchirurgierobot van het Eindhovense bedrijf Preceyes. Het Engelse bedrijf ontwikkelt gentherapie voor een aantal erfelijke netvliesaandoeningen en gaat de robot in klinisch onderzoek gebruiken om de toediening van deze therapie achter het netvlies verder te verfijnen.
Daarnaast heeft Preceyes een samenwerkingsovereenkomst getekend met University of Oxford. Onder leiding van hoogleraar Robert MacLaren gaat een team van die universiteit klinische studies uitvoeren met de oogchirurgierobot van Preceyes. In het onderzoek dat door University of Oxford is opgezet, bekijkt het team de klinische toepasbaarheid van de robot. De focus van het onderzoek is op vitreoretinale oogchirurgie met hoge precisie, wat een basis is voor gerichte medicijnafgifte.
Het uiterst nauwkeurige robotische systeem van Preceyes, een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven, is gericht op oogchirurgie. De initiële markt waar het bedrijf naar kijkt, betreft ingrepen aan het netvlies en het glasvocht, de vloeistof waarmee het oog gevuld is. De robot heeft de potentie om bestaande ingrepen te verbeteren door het ondersteunen van oogchirurgen bij de moeilijkste chirurgische ingrepen, en om nieuwe ingrepen mogelijk te maken zoals uiterst nauwkeurige toediening van medicijnen.
David Fellows, CEO van Nightstar: “Gentherapie is een grote belofte voor de aanpak van netvliesaandoeningen. Het verbeteren van de precisie en van het gemak van de toediening zijn cruciaal voor succes.” Ook Robert MacLaren, hoogleraar Oogheelkunde aan University of Oxford, is enthousiast: Gedurende de laatste eeuw hebben instrumenten die de precisie van operaties vergrootten geleid tot de grootste doorbraken in oogheelkunde. We zijn verheugd dat we toestemming hebben om een klinische studie te gaan doen in Oxford. Het wordt de eerste studie waarbij de toepasbaarheid van een robot voor operaties aan de binnenkant van het oog wordt bekeken.”
Daarnaast heeft Preceyes een samenwerkingsovereenkomst getekend met University of Oxford. Onder leiding van hoogleraar Robert MacLaren gaat een team van die universiteit klinische studies uitvoeren met de oogchirurgierobot van Preceyes. In het onderzoek dat door University of Oxford is opgezet, bekijkt het team de klinische toepasbaarheid van de robot. De focus van het onderzoek is op vitreoretinale oogchirurgie met hoge precisie, wat een basis is voor gerichte medicijnafgifte.
Het uiterst nauwkeurige robotische systeem van Preceyes, een spin-off van de Technische Universiteit Eindhoven, is gericht op oogchirurgie. De initiële markt waar het bedrijf naar kijkt, betreft ingrepen aan het netvlies en het glasvocht, de vloeistof waarmee het oog gevuld is. De robot heeft de potentie om bestaande ingrepen te verbeteren door het ondersteunen van oogchirurgen bij de moeilijkste chirurgische ingrepen, en om nieuwe ingrepen mogelijk te maken zoals uiterst nauwkeurige toediening van medicijnen.
David Fellows, CEO van Nightstar: “Gentherapie is een grote belofte voor de aanpak van netvliesaandoeningen. Het verbeteren van de precisie en van het gemak van de toediening zijn cruciaal voor succes.” Ook Robert MacLaren, hoogleraar Oogheelkunde aan University of Oxford, is enthousiast: Gedurende de laatste eeuw hebben instrumenten die de precisie van operaties vergrootten geleid tot de grootste doorbraken in oogheelkunde. We zijn verheugd dat we toestemming hebben om een klinische studie te gaan doen in Oxford. Het wordt de eerste studie waarbij de toepasbaarheid van een robot voor operaties aan de binnenkant van het oog wordt bekeken.”