Dinsdag lanceert Philips een nieuw platform voor kwetsbare, alleenstaande ouderen. Om te beginnen wordt de nieuwe dienst in juni op 25 locaties geïntroduceerd. Vooralsnog in Amerika. Daarvoor heeft Philips een samenwerking gesloten met Right at Home, een Amerikaanse thuiszorgorganisatie met meer dan 350 locaties waarbij tienduizenden hulpbehoevenden zijn aangesloten.
dinsdag 31 mei 2016
maandag 30 mei 2016
Philips en SURFsara gaan samenwerken rond Big Data-onderzoeksdiensten
Philips en SURFsara gaan samenwerken om 'Big Data'-onderzoeksdiensten te bieden via de cloud voor gepersonaliseerde behandeling en population health management Doel is het opzetten van een veilige cloud-gebaseerde onderzoeksomgeving met geavanceerde analysemogelijkheden waar zorginstituten samen kunnen werken aan studies met Big Data.
De geïntegreerde diensten zullen specifieke ondersteuning bieden voor onderzoek op het gebied van gepersonaliseerde behandelingen en population health management. Dit onderzoek is bijvoorbeeld gericht op de ontwikkeling van nieuwe gerichte therapieën voor darm-, prostaat- of borstkanker. Hiervoor moet een allesomvattend beeld van de gezondheid van een patiënt worden verkregen. Daarvoor moeten enorme hoeveelheden gegevens worden samengevoegd die lange periodes bestrijken en die afkomstig zijn van medische scanners, weefselbiopsieën, uitslagen van laboratoriumonderzoek en genoomonderzoek. Bij populatieonderzoek moeten zeer grote verzamelingen gegevens over de gezondheid van grote groepen mensen worden samengevoegd. Deze gegevensverzamelingen worden vervolgens geanalyseerd om zelfs de kleinste correlaties en patronen te ontdekken die uiteindelijk zouden kunnen leiden tot betere behandelingen.
De geïntegreerde nieuwe onderzoeksomgeving is in eerste instantie bedoeld ter facilitering van universitaire medische instellingen en onderzoeksprogramma's. Later zal dit worden uitgebreid om ondersteuning te bieden aan medische centra en biowetenschappers bij het analyseren van zeer grote hoeveelheden gegevens afkomstig uit vakgebieden als genomica, digitale pathologie en medische beeldvorming. De Big Data-onderzoeksdiensten zullen tevens beschikbaar worden gesteld voor gezamenlijke onderzoeksprojecten binnen en buiten Europa, zoals past bij de internationale aard van modern medisch onderzoek.
De totale hoeveelheid opgeslagen klinische data groeit met circa 40 procent per jaar als gevolg van snelle vooruitgang op het gebied van diagnostische medische beeldvorming en patiëntbewaking, de behandeling van chronische ziektes en het toenemende gebruik van kleine draagbare sensoren voor medische toepassingen. Met behulp van deze apparaten kunnen patiënten zelf nauwkeurige metingen verrichten, en er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor de verzameling en registratie van hoogwaardige gegevens. In de toekomst wordt een nog grotere toename van de datavolumes verwacht naarmate er meer gegevens vanuit de digitale pathologie en pathologie beschikbaar komen en geanalyseerd worden.
De geïntegreerde diensten zullen specifieke ondersteuning bieden voor onderzoek op het gebied van gepersonaliseerde behandelingen en population health management. Dit onderzoek is bijvoorbeeld gericht op de ontwikkeling van nieuwe gerichte therapieën voor darm-, prostaat- of borstkanker. Hiervoor moet een allesomvattend beeld van de gezondheid van een patiënt worden verkregen. Daarvoor moeten enorme hoeveelheden gegevens worden samengevoegd die lange periodes bestrijken en die afkomstig zijn van medische scanners, weefselbiopsieën, uitslagen van laboratoriumonderzoek en genoomonderzoek. Bij populatieonderzoek moeten zeer grote verzamelingen gegevens over de gezondheid van grote groepen mensen worden samengevoegd. Deze gegevensverzamelingen worden vervolgens geanalyseerd om zelfs de kleinste correlaties en patronen te ontdekken die uiteindelijk zouden kunnen leiden tot betere behandelingen.
De geïntegreerde nieuwe onderzoeksomgeving is in eerste instantie bedoeld ter facilitering van universitaire medische instellingen en onderzoeksprogramma's. Later zal dit worden uitgebreid om ondersteuning te bieden aan medische centra en biowetenschappers bij het analyseren van zeer grote hoeveelheden gegevens afkomstig uit vakgebieden als genomica, digitale pathologie en medische beeldvorming. De Big Data-onderzoeksdiensten zullen tevens beschikbaar worden gesteld voor gezamenlijke onderzoeksprojecten binnen en buiten Europa, zoals past bij de internationale aard van modern medisch onderzoek.
De totale hoeveelheid opgeslagen klinische data groeit met circa 40 procent per jaar als gevolg van snelle vooruitgang op het gebied van diagnostische medische beeldvorming en patiëntbewaking, de behandeling van chronische ziektes en het toenemende gebruik van kleine draagbare sensoren voor medische toepassingen. Met behulp van deze apparaten kunnen patiënten zelf nauwkeurige metingen verrichten, en er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor de verzameling en registratie van hoogwaardige gegevens. In de toekomst wordt een nog grotere toename van de datavolumes verwacht naarmate er meer gegevens vanuit de digitale pathologie en pathologie beschikbaar komen en geanalyseerd worden.
donderdag 26 mei 2016
Mellon Medical beste startup van Gelderland
Mellon Medical uit Nijmegen is uitgeroepen tot beste startup van Gelderland. Gedeputeerde Michiel Scheffer maakte dit bekend op het Startup 50 festival in Arnhem.
Mellon Medical heeft een product ontwikkeld, de Switch, waarmee chirurgen met één hand bloedvaten kunnen hechten. Hiermee kan twee keer zo snel en nauwkeurig gehecht worden. Het product is nog niet commercieel verkrijgbaar maar zal in 2017 geïntroduceerd worden op de Europese markt. Het panel van investeerders verwacht dat Mellon Medical een positie de markt kan veroveren. 'Er is een grote markt, een duidelijk concurrentievoordeel en de technologie is beschermd middels patenten.'
Startup50 Gelderland is een ranking van dé 50 beste startups van Gelderland. Het Startup50 magazine en de bijbehorende events maken startups die groot denken en een briljant idee hebben zichtbaar. Het doel: in contact komen met de Investor Next Door voor netwerk, kapitaal en kennis. Gedeputeerde Staten wil 4 miljoen investeren om startups door te ontwikkelen tot scaleups.
Mellon Medical heeft een product ontwikkeld, de Switch, waarmee chirurgen met één hand bloedvaten kunnen hechten. Hiermee kan twee keer zo snel en nauwkeurig gehecht worden. Het product is nog niet commercieel verkrijgbaar maar zal in 2017 geïntroduceerd worden op de Europese markt. Het panel van investeerders verwacht dat Mellon Medical een positie de markt kan veroveren. 'Er is een grote markt, een duidelijk concurrentievoordeel en de technologie is beschermd middels patenten.'
Startup50 Gelderland is een ranking van dé 50 beste startups van Gelderland. Het Startup50 magazine en de bijbehorende events maken startups die groot denken en een briljant idee hebben zichtbaar. Het doel: in contact komen met de Investor Next Door voor netwerk, kapitaal en kennis. Gedeputeerde Staten wil 4 miljoen investeren om startups door te ontwikkelen tot scaleups.
Nederlandse e-Health zorginnovaties naar Scandinavië
Het Nederlandse bedrijf FocusCura heeft een serie partnerships afgesloten om de e-Health producten ThuisMeten en Beeldzorg in Denemarken en Zweden te introduceren. Daarmee is e-Health een kansrijk exportproduct voor Nederland.
FocusCura start in Zweden met ThuisMeten (voor chronisch zieken) en Beeldzorg, dat in Nederland inmiddels op grote schaal wordt ingezet in de thuiszorg. FocusCura sloot hiervoor een reseller-partnership met het grote Scandinavische bedrijf Atea, leverancier voor veel zorgorganisaties. In Denemarken zullen de Nederlandse innovaties als eerste vanuit de stad Aalborg in de thuiszorg voor kwetsbare mensen worden geïntroduceerd, en wordt op korte termijn een reseller-partnership met een Deense leverancier gesloten.
De stap naar Scandinavië volgt op een Deens onderzoek van de overheid onder 1.400 patiënten. Daarop heeft de overheid besloten dat ThuisMeten voor patiënten met COPD de nieuwe standaard is voor deze zorgverlening en dit wordt de komende jaren in alle regio's ingezet. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar in Zweden, de enorme afstanden zijn een extra argument voor inzet van deze oplossingen.
Met ThuisMeten doet een patiënt thuis zelf volgens een gepersonaliseerd ThuisMeetprogramma metingen van vitale waarden en verstuurt deze veilig naar een zorgverlener of zorgcentrale. Op basis van de meting en de ingestelde drempelwaardes bepaalt een algoritme of er een verhoogd risico is, in dat geval geeft het systeem een melding. De behandelaar kan dan direct contact leggen met de patiënt om na te gaan wat er aan de hand is. Patiënten kunnen zo op afstand worden gevolgd en begeleid. Er zijn programma's voor hartfalen, hartklachten, COPD, hypertensie, ALS en zwangerschapsdiabetes.
Beeldzorg bestaat uit de app BeeldBellen, met een 'slim' adresboek waarmee cliënten en zorgverleners elkaar snel kunnen vinden voor beeldcontact. Het gebruik is zeer eenvoudig, wat noodzakelijk is voor oudere gebruikers. De gemiddelde leeftijd van de gebruikers is ruim boven 70 jaar. Beeldcontact heeft toegevoegde waarde voor zowel de patiënt als de zorgverlener. In wezen wordt de zorg daardoor plaats- en tijdsonafhankelijk. Ouderen of chronisch zieken kunnen zo langer zelfstandig thuis blijven.
FocusCura start in Zweden met ThuisMeten (voor chronisch zieken) en Beeldzorg, dat in Nederland inmiddels op grote schaal wordt ingezet in de thuiszorg. FocusCura sloot hiervoor een reseller-partnership met het grote Scandinavische bedrijf Atea, leverancier voor veel zorgorganisaties. In Denemarken zullen de Nederlandse innovaties als eerste vanuit de stad Aalborg in de thuiszorg voor kwetsbare mensen worden geïntroduceerd, en wordt op korte termijn een reseller-partnership met een Deense leverancier gesloten.
De stap naar Scandinavië volgt op een Deens onderzoek van de overheid onder 1.400 patiënten. Daarop heeft de overheid besloten dat ThuisMeten voor patiënten met COPD de nieuwe standaard is voor deze zorgverlening en dit wordt de komende jaren in alle regio's ingezet. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar in Zweden, de enorme afstanden zijn een extra argument voor inzet van deze oplossingen.
Met ThuisMeten doet een patiënt thuis zelf volgens een gepersonaliseerd ThuisMeetprogramma metingen van vitale waarden en verstuurt deze veilig naar een zorgverlener of zorgcentrale. Op basis van de meting en de ingestelde drempelwaardes bepaalt een algoritme of er een verhoogd risico is, in dat geval geeft het systeem een melding. De behandelaar kan dan direct contact leggen met de patiënt om na te gaan wat er aan de hand is. Patiënten kunnen zo op afstand worden gevolgd en begeleid. Er zijn programma's voor hartfalen, hartklachten, COPD, hypertensie, ALS en zwangerschapsdiabetes.
Beeldzorg bestaat uit de app BeeldBellen, met een 'slim' adresboek waarmee cliënten en zorgverleners elkaar snel kunnen vinden voor beeldcontact. Het gebruik is zeer eenvoudig, wat noodzakelijk is voor oudere gebruikers. De gemiddelde leeftijd van de gebruikers is ruim boven 70 jaar. Beeldcontact heeft toegevoegde waarde voor zowel de patiënt als de zorgverlener. In wezen wordt de zorg daardoor plaats- en tijdsonafhankelijk. Ouderen of chronisch zieken kunnen zo langer zelfstandig thuis blijven.
woensdag 25 mei 2016
AZ Jan Portaels gebruikt elektronisch patiëntendossier van UZ Brussel
Het AZ Jan Portaels in Vilvoorde gaat het elektronisch patiëntendossier (EPD) van het UZ Brussel gebruiken. Het UZ Brussel hoopt ook met andere ziekenhuizen samenwerkingsovereenkomsten te sluiten. Primuz, het EPD van het UZ Brussel, is een volledig geïntegreerd klinisch werkstation dat alle corefuncties bevat eigen aan de hedendaagse patiëntensoftware. Door in te stappen in het systeem, krijgt AZ Jan Portaels nu toegang tot alle functionaliteiten van de software, maar met de mogelijkheid om het systeem te configureren op maat van de eigen werking.
dinsdag 24 mei 2016
Strijd om verovering markt medische WhatsApp
Sinds de Autoriteit Persoonsgegevens eerder dit jaar oordeelde dat artsen niet meer mogen whatsappen over patiënten, komen steeds meer ondernemers met 'veiligere' alternatieven. Dinsdag is het de beurt aan het Nederlandse MDLinking. Het bedrijf presenteert een nieuwe app specifiek voor medici, naar eigen zeggen de enige waarmee doktoren wereldwijd via een beveiligde verbinding kennis met elkaar kunnen delen.
maandag 23 mei 2016
Provincie Limburg investeert flink in ontwikkeling zorgtechniek
De Provincie Limburg wil ruim € 3,5 miljoen stoppen in het eerste deel van het project LIME van Zuyd Hogeschool in partnerschap met de Universiteit Maastricht. LIME is de afkorting van Limburg Meet. LIME zorgt voor doorontwikkeling en betere toepassing van allerlei soorten nieuwe meetapparaatjes en verbindt alle betrokken partijen op dat gebied met elkaar. Patiënten kunnen dankzij slimme meetapparaten met nieuwe technische sensoren al heel veel zelf meten waardoor dure zorg voor ouderen en chronisch zieken kan verplaatsen van het ziekenhuis naar de huisarts of zelfs naar de mensen thuis. Hierdoor kan zorg betaalbaarder en toegankelijk worden gehouden.
Gedeputeerde Staten van Limburg stemmen in met dit project en hebben het nu ter goedkeuring aan het Limburgs Parlement voorgelegd.
Limburg Meet is een van de elf zogeheten Kennis-As Limburg-projecten om de Limburgse kenniseconomie te stimuleren en om Limburg sociaal sterker te maken. Limburg vergrijst immers en er zijn meer chronisch zieken dan elders. Het vitaal houden van de inwoners in combinatie van het betaalbaar en toegankelijk houden van de zorg is dan ook het doel. Limburg Meet is een project van minstens acht jaar en gaat in totaal ruim € 28,3 miljoen kosten. Daarvan staat de Provincie voor € 6 miljoen aan de lat, maar voorlopig committeren de partners zich voor vier jaar en is de bijdrage van de Provincie voorshands ruim € 3,5 miljoen. Voor de financiering van de rest (€ 2,5 miljoen) zal het Limburgs Parlement pas over vier jaar een uitspraak doen.
Gedeputeerde Werk en Welzijn, Marleen van Rijnsbergen vindt dat Limburg Meet duidelijk bijdraagt aan de doelstellingen van de Sociale Agenda van de Provincie Limburg. “LIME kan de beweging van sociale structuurversterking in Limburg ondersteunen door de gezondheidssituatie van Limburgers en de mogelijkheden om actief deel te nemen in de samenleving te versterken.”
Gedeputeerde Twan Beurskens van Economie en Kennisinfrastructuur: ,,Limburg Meet raakt verschillende Brightlands-campussen en verrijkt niet alleen kennis en kunde in de zorg, maar leidt ook tot meer werkgelegenheid en levert een structurele bijdrage aan de economie van Limburg.”
Op 20 juni vindt een informatiebijeenkomst plaats over het Kennis-As-project LIME. Voorzitter Karel van Rosmalen van het College van Bestuur en de initiatiefnemers van het project, hoogleraar Sandra Beurskens en lector life science Paul Borm van Zuyd Hogeschool, zullen dan het project toelichten voor de leden van het Limburgs Parlement. Een en ander vindt plaats vanaf 18.00 uur tot 19.30 uur in de Veldekezaal van het Gouvernement aan de Maas te Maastricht.
Limburg Meet is een van de elf zogeheten Kennis-As Limburg-projecten om de Limburgse kenniseconomie te stimuleren en om Limburg sociaal sterker te maken. Limburg vergrijst immers en er zijn meer chronisch zieken dan elders. Het vitaal houden van de inwoners in combinatie van het betaalbaar en toegankelijk houden van de zorg is dan ook het doel. Limburg Meet is een project van minstens acht jaar en gaat in totaal ruim € 28,3 miljoen kosten. Daarvan staat de Provincie voor € 6 miljoen aan de lat, maar voorlopig committeren de partners zich voor vier jaar en is de bijdrage van de Provincie voorshands ruim € 3,5 miljoen. Voor de financiering van de rest (€ 2,5 miljoen) zal het Limburgs Parlement pas over vier jaar een uitspraak doen.
Gedeputeerde Werk en Welzijn, Marleen van Rijnsbergen vindt dat Limburg Meet duidelijk bijdraagt aan de doelstellingen van de Sociale Agenda van de Provincie Limburg. “LIME kan de beweging van sociale structuurversterking in Limburg ondersteunen door de gezondheidssituatie van Limburgers en de mogelijkheden om actief deel te nemen in de samenleving te versterken.”
Gedeputeerde Twan Beurskens van Economie en Kennisinfrastructuur: ,,Limburg Meet raakt verschillende Brightlands-campussen en verrijkt niet alleen kennis en kunde in de zorg, maar leidt ook tot meer werkgelegenheid en levert een structurele bijdrage aan de economie van Limburg.”
Op 20 juni vindt een informatiebijeenkomst plaats over het Kennis-As-project LIME. Voorzitter Karel van Rosmalen van het College van Bestuur en de initiatiefnemers van het project, hoogleraar Sandra Beurskens en lector life science Paul Borm van Zuyd Hogeschool, zullen dan het project toelichten voor de leden van het Limburgs Parlement. Een en ander vindt plaats vanaf 18.00 uur tot 19.30 uur in de Veldekezaal van het Gouvernement aan de Maas te Maastricht.
donderdag 19 mei 2016
Cybersecurity van apparatuur in ziekenhuizen kwetsbaar
Hoewel ziekenhuizen zich steeds meer bewust zijn van het belang van goede cyberbeveiliging van hun medische apparatuur, is er op operationeel niveau nog steeds verbetering van de beveiliging noodzakelijk. Deloitte voerde onderzoek uit onder 24 ziekenhuizen uit 9 verschillende landen (EMEA). Hieruit komt onder andere naar voren dat meer dan de helft van de ziekenhuizen gebruik maakt van standaard wachtwoorden (fabrieksinstellingen) om apparatuur te beveiligen.
Ook blijkt dat bijna de helft van de ziekenhuizen niet weet of hun apparatuur voldoet aan de aankomende privacy regelgeving (General Data Protection Regulation). Daarnaast geeft maar een vijfde van de onderzochte ziekenhuizen aan bij het merendeel van hun apparatuur gebruik te maken van een versleutelde verbinding met het netwerk om de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van gegevens te borgen.
Computervirussen en malware kunnen de behandeling of de privacy van patiënten verstoren. Uit het onderzoek komt naar voren dat drie van de geïnterviewde ziekenhuizen het afgelopen jaar te kampen hebben gehad met malware. “Daarnaast laten de trends in de USA met betrekking tot ransomeware bij medische apparatuur zien dat we er scherp op moeten blijven,” aldus Jeroen Slobbe, cyber security expert binnen Deloitte.
“Dit is geen reden tot blinde paniek, het niet gebruiken van medische apparatuur is een groter risico voor de gezondheid van de patiënt dan het gebruiken van kwetsbare medische apparatuur. We kunnen deze kwetsbaarheden en daaruit voortvloeiende risico’s voor patiënten echter verkleinen, dus laten we die kans pakken. Om de vele innovatieve oplossingen die nieuwe technologieën binnen de zorg met zich mee brengen te kunnen blijven omarmen, moeten we hier daarom mee aan de slag,” vervolgt Jeroen Slobbe.
Ook blijkt dat bijna de helft van de ziekenhuizen niet weet of hun apparatuur voldoet aan de aankomende privacy regelgeving (General Data Protection Regulation). Daarnaast geeft maar een vijfde van de onderzochte ziekenhuizen aan bij het merendeel van hun apparatuur gebruik te maken van een versleutelde verbinding met het netwerk om de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van gegevens te borgen.
Computervirussen en malware kunnen de behandeling of de privacy van patiënten verstoren. Uit het onderzoek komt naar voren dat drie van de geïnterviewde ziekenhuizen het afgelopen jaar te kampen hebben gehad met malware. “Daarnaast laten de trends in de USA met betrekking tot ransomeware bij medische apparatuur zien dat we er scherp op moeten blijven,” aldus Jeroen Slobbe, cyber security expert binnen Deloitte.
“Dit is geen reden tot blinde paniek, het niet gebruiken van medische apparatuur is een groter risico voor de gezondheid van de patiënt dan het gebruiken van kwetsbare medische apparatuur. We kunnen deze kwetsbaarheden en daaruit voortvloeiende risico’s voor patiënten echter verkleinen, dus laten we die kans pakken. Om de vele innovatieve oplossingen die nieuwe technologieën binnen de zorg met zich mee brengen te kunnen blijven omarmen, moeten we hier daarom mee aan de slag,” vervolgt Jeroen Slobbe.
woensdag 18 mei 2016
Philips en UMC Groningen schalen eHealth programma op naar 35.200 patiënten
Als onderdeel van het Europese ACT@Scale-programma wil het UMC Groningen met Philips telezorg in de regio Noord-Nederland verdubbelen en verder opschalen tot meer dan 35.000 patiënten in 2019. In het kader van het drie jaar durende ACT@Scale-programma zal data met betrekking tot behandelresultaten en zorgkosten van grote groepen ouderen en mensen met chronische ziekten zoals COPD en hartfalen in de regio worden verzameld en onderzocht. Het doel is geoptimaliseerde zorgcoördinatie- en telezorgprogramma’s verder te ontwikkelen, te testen en consolideren, om vervolgens aan de hand van de opgedane ervaringen en inzichten deze eHealth diensten eenvoudiger en effectiever overal in de EU in te zetten en te doen laten groeien. Het gezamenlijk streven van het programmaconsortium is om in 2019 75.000 patiënten te ondersteunen in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Denemarken.
De regio Noord-Nederland heeft een snel vergrijzende bevolking, toenemende zorgbehoefte, en speciale zorgprogramma’s voor COPD en astma-patiënten, ouderen en patiënten met chronisch hartfalen. Het doel is aan de hand van de implementatie van recente wetenschappelijke inzichten regionale zorgcoördinatie en telezorg dieper in de zorgpaden van deze patiënten te integreren. Door analyse van harde uitkomstendata zullen diepgaande inzichten worden verkregen hoe eHealth de kwaliteit van zorg beinvloedt, wat de impact is op de werkdruk van zorgverleners en hoe tevreden zowel patiënt als personeel zijn met vernieuwende vormen van zorgdienstverlening.
UMC Groningen gaat in het programma bovendien een hoofdrol spelen in de grootschalige analyse van alle verzamelde Europese zorgdata. Er wordt uitvoerig gekeken naar de gevolgen van de zorgkosten per patiënt en de economische gevolgen voor de participerende ziekenhuizen en zorgregio’s als patiënten minder vaak het ziekenhuis bezoeken omdat zij hun ziekte zelf of dichter bij huis managen met behulp van technologie, familie, speciale verpleegkundigen en huisarts. Deze inzichten zijn nodig voor de ontwikkeling van vernieuwende businessmodellen voor deze zorg waarbij de verschillende typen zorgverleners als één team nauw samenwerken bij de begeleiding van een patiënt.
De regio Noord-Nederland heeft een snel vergrijzende bevolking, toenemende zorgbehoefte, en speciale zorgprogramma’s voor COPD en astma-patiënten, ouderen en patiënten met chronisch hartfalen. Het doel is aan de hand van de implementatie van recente wetenschappelijke inzichten regionale zorgcoördinatie en telezorg dieper in de zorgpaden van deze patiënten te integreren. Door analyse van harde uitkomstendata zullen diepgaande inzichten worden verkregen hoe eHealth de kwaliteit van zorg beinvloedt, wat de impact is op de werkdruk van zorgverleners en hoe tevreden zowel patiënt als personeel zijn met vernieuwende vormen van zorgdienstverlening.
UMC Groningen gaat in het programma bovendien een hoofdrol spelen in de grootschalige analyse van alle verzamelde Europese zorgdata. Er wordt uitvoerig gekeken naar de gevolgen van de zorgkosten per patiënt en de economische gevolgen voor de participerende ziekenhuizen en zorgregio’s als patiënten minder vaak het ziekenhuis bezoeken omdat zij hun ziekte zelf of dichter bij huis managen met behulp van technologie, familie, speciale verpleegkundigen en huisarts. Deze inzichten zijn nodig voor de ontwikkeling van vernieuwende businessmodellen voor deze zorg waarbij de verschillende typen zorgverleners als één team nauw samenwerken bij de begeleiding van een patiënt.
dinsdag 17 mei 2016
AP eist betere afspraken over digitaliseren patiëntdossiers
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft geconstateerd dat drie ziekenhuizen geen goede afspraken hadden gemaakt met een bedrijf dat namens het ziekenhuis patiëntgegevens verwerkte. Dit is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De toezichthouder heeft de ziekenhuizen een korte termijn gesteld om alsnog een bewerkersovereenkomst te sluiten die voldoet aan de wettelijke vereisten. De AP zal dit hierna controleren.
Begin dit jaar kwam in het nieuws dat het Belgische scanbedrijf iGuana in opdracht van ziekenhuizen medische dossiers in een gevangenis scanklaar liet maken, bijvoorbeeld door nietjes te verwijderen. De Autoriteit Persoonsgegevens deed daarop navraag bij enkele ziekenhuizen om vast te stellen of deze ziekenhuizen een bewerkersovereenkomst met het scanbedrijf hadden afgesloten die aan de wettelijke eisen voldoet. De AP stelde vast dat één ziekenhuis geen bewerkersovereenkomst met het scanbedrijf had gesloten. Twee andere ziekenhuizen hadden wel bewerkersovereenkomsten gesloten, maar deze voldeden niet aan alle wettelijke eisen. Zo ontbraken er details over de duur van de opslag en de beveiliging van de gegevens of was er niet expliciet een plicht tot geheimhouding opgenomen.
Een ziekenhuis mag de verwerking van medische gegevens, bijvoorbeeld het inscannen van medische dossiers, uitbesteden aan een andere organisatie. Het ziekenhuis (de verantwoordelijke) moet volgens de Wbp in dat geval een bewerkersoverkomst sluiten met de organisatie (de bewerker) die de dienst levert
Nieuwe sessies en sprekers toegevoegd aan programma eHealth Week 2016
Het ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Europese Commissie en HIMSS Europe
hebben nieuwe sessies en sprekers tijdens de eHealth Week bekendgemaakt. Er
wordt onder andere aandacht besteed aan het ondersteunen van mantelzorgers, seksuele
gezondheid in een digitaal tijdperk en het gebruik van robots in de ouderenzorg. De eHealth Week vindt van 8 tot en met 10 juni plaats in de
Beurs van Berlage in Amsterdam.
Mantelzorgers
spelen een belangrijke rol in het ondersteunen van patiënten bij het behoud
van hun onafhankelijkheid en kwaliteit van leven. Tegelijkertijd zijn
mantelzorgers beperkt door onder andere reisafstand en tijdgesprek. eHealth
oplossingen kunnen een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van
mantelzorgers en patiënten. Tijdens deze sessie worden succesvolle eHealth
oplossingen getoond aan de deelnemers. Sprekers zijn Irek Karkowski (CEO, Sensara & Dutch
Domotics), Martijn Vastenburg (Managing Director, ConnectedCare - HalloZorg)
en Henk Herman Nap (Senior Adviseur, Vilans).
In de
(nabije) toekomst gaan robots waarde toevoegen aan de kwaliteit van leven en de
gezondheid van ouderen. Daarnaast kunnen robots ouderen ook begeleiden bij
het thuis wonen. Mogelijkheden van nieuwe technologieën lijken eindeloos,
maar is er voldoende aandacht voor het menselijke aspect? Wat zijn de
effecten van het vervangen van menselijk contact door technologieën? Hoe moet
men omgaan met deze kwestie? In deze sessie worden deze vragen besproken en
praktische richtlijnen gedeeld. Sprekers zijn Andy Bleaden (Project Manager,
Silver Project), Wang Long Li (Co-founder, Tinyrobots), Robert A. Paauwe
(Co-founder, Tinybots), Maja Rudinac (CEO, Robot Care Systems) en Tomas Ward
(CEO, Bioserve).
woensdag 11 mei 2016
3D kaanreconstructie in UMCG gevolgd met camera
In de medische serie ‘Zij houden Nederland in leven’ (ZHNL) op NPO 1, volgt de EO dit voorjaar opnieuw 24 uur lang met verschillende cameraploegen overal in het land patiënten en hun zorgverleners bij de meest spraakmakende, innovatieve en levensreddende operaties of behandelingen. Voor de tweede aflevering is het programma op bezoek in het UMCG. Hier zal Sieb Viel een 14 uur durende operatie ondergaan om een tumor in zijn kaak te verwijderen. Kaakchirurg-oncoloog Max Witjes zal samen met een heel team van specialisten de tumor uit de kaak en hals verwijderen en het gat in de kaak reconstrueren uit het bot van Siebs onderbeen. De operatie is te zien in de aflevering van woensdag 11 mei, om 20.25 uur bij de EO op NPO 1.
‘Zij houden Nederland in leven’ laat zien dat geen dag in de zorg hetzelfde is, niet voor patiënten, maar ook niet voor zorgverleners. De zes afleveringen van de serie leggen ieder gedurende 24 uur de gebeurtenissen vast in diverse ziekenhuizen en instellingen in Nederland en vertellen bijzondere verhalen van gewone mensen wiens leven ingrijpend verandert op de dag dat ZHNL juist hen volgt met de camera. We zien patiënten en hun hulpverleners tijdens reguliere consulten, mooie ontmoetingen, moeilijke gesprekken, zeer innovatieve ingrepen en bijzondere behandelingen. Monique van de Ven – ‘Dokter Deen’ - geeft de stem aan het programma.
ZHNL is een uniek en indringend beelddocument van de zorg zoals die elke dag weer, zeven dagen in de week en 365 dagen per jaar in het land wordt verleend. ZHNL komt tot stand dankzij de vrijwillige medewerking van een groot aantal ziekenhuizen en instellingen en hun patiënten en medewerkers.
‘Zij houden Nederland in leven’ laat zien dat geen dag in de zorg hetzelfde is, niet voor patiënten, maar ook niet voor zorgverleners. De zes afleveringen van de serie leggen ieder gedurende 24 uur de gebeurtenissen vast in diverse ziekenhuizen en instellingen in Nederland en vertellen bijzondere verhalen van gewone mensen wiens leven ingrijpend verandert op de dag dat ZHNL juist hen volgt met de camera. We zien patiënten en hun hulpverleners tijdens reguliere consulten, mooie ontmoetingen, moeilijke gesprekken, zeer innovatieve ingrepen en bijzondere behandelingen. Monique van de Ven – ‘Dokter Deen’ - geeft de stem aan het programma.
ZHNL is een uniek en indringend beelddocument van de zorg zoals die elke dag weer, zeven dagen in de week en 365 dagen per jaar in het land wordt verleend. ZHNL komt tot stand dankzij de vrijwillige medewerking van een groot aantal ziekenhuizen en instellingen en hun patiënten en medewerkers.
dinsdag 10 mei 2016
Eén op de vijf hardlopers gebruikt Runkeeper
Het bijhouden van hardloopactiviteiten is populair in Nederland. De helft van de hardlopers registreert zijn of haar activiteit met apps of wearables. Bij hardlopers zijn apps en sporthorloges het populairst. Bij wielrenners is de fietscomputer favoriet. Garmin en Polar zijn marktleiders. Dit blijkt uit cijfers van de Smart Health Monitor, een marktonderzoek van Multiscope onder 6.000 Nederlanders.
Voor het registreren van hardlooprondjes wordt de smartphone het meest gebruikt. Van alle hardlopers heeft 35% een hardloop-app. Runkeeper is het populairst, 18% heeft deze app. Daarnaast gebruikt één op de vijf hardlopers een sporthorloge om bijvoorbeeld ook de hartslag te monitoren. Garmin en Polar hebben samen de helft van de markt in handen.
Niet alleen hardlopers zijn fanatieke smart health gebruikers. Ook wielrenners registreren hun activiteit vaak met een app op de smartphone. Een kwart gebruikt apps als Strava en Runkeeper. Fietscomputers zijn nog populairder; deze worden door 30% gebruikt. Garmin en Polar domineren de markt met een gezamenlijk aandeel van 26%.
Voor het registreren van hardlooprondjes wordt de smartphone het meest gebruikt. Van alle hardlopers heeft 35% een hardloop-app. Runkeeper is het populairst, 18% heeft deze app. Daarnaast gebruikt één op de vijf hardlopers een sporthorloge om bijvoorbeeld ook de hartslag te monitoren. Garmin en Polar hebben samen de helft van de markt in handen.
Niet alleen hardlopers zijn fanatieke smart health gebruikers. Ook wielrenners registreren hun activiteit vaak met een app op de smartphone. Een kwart gebruikt apps als Strava en Runkeeper. Fietscomputers zijn nog populairder; deze worden door 30% gebruikt. Garmin en Polar domineren de markt met een gezamenlijk aandeel van 26%.
UMC Utrecht gebruikt als eerste in de wereld de Philips IQon spectrale CT in de klinische routine
Het UMC Utrecht is ’s werelds eerste ziekenhuis waar de toegevoegde waarde wordt onderzocht van spectrale Computer Tomografie (CT) in de klinische routine. Met de Philips IQon Spectral CT scanner wordt met slechts één scan veel extra informatie verkregen over weefselstructuren in het lichaam van patiënten in vergelijking met de reguliere CT-scan. De arts kan met deze technologie mogelijk sneller een definitieve diagnose stellen en patiënten hoeven minder vaak terug te komen voor extra onderzoek. De Philips IQon Spectral CT heeft een unieke detector technologie die de radioloog in staat stelt om zonder enig compromis aanvullende informatie uit een reguliere scan te halen. Er is bijvoorbeeld geen hogere dosis röntgenstraling nodig om de extra informatie te verkrijgen.
CT-scans worden veel gebruikt in ziekenhuizen om afwijkingen aan inwendige organen vast te stellen. Een reguliere CT-scan toont goed waar de afwijking in het lichaam zit, maar laat weinig verschil tussen weefseltypes zien. Een spectrale CT maakt gebruik van het gehele spectrum van de röntgenbundel die door de patiënt heen gaat, waardoor de arts met speciale beeldbewerkingssoftware meer informatie zichtbaar kan maken over de anatomie van het lichaam, maar ook over de weefselsamenstelling van de organen.
“Met behulp van spectrale informatie kan bijvoorbeeld een bloedprop beter herkend worden, de doorbloeding van organen afgeleid worden en kan informatie verkregen worden over de weefselsamenstelling van een gezwel. Verder kan er ook veel extra informatie worden verkregen over de algemene conditie van een patiënt zoals bijvoorbeeld de botdichtheid”, aldus prof. dr. Tim Leiner van de afdeling Radiologie van het UMC Utrecht.
“De IQon Spectral CT verschaft ons belangrijke informatie waarmee we de diagnose en behandeling kunnen bespoedigen zonder onze patiënten bloot te hoeven stellen aan onnodige procedures die bovendien kostbaar en potentieel schadelijk zijn. Het UMC Utrecht doet onderzoek naar innovatieve behandelmethoden om deze vervolgens snel te vertalen naar de patiëntenzorg, zodanig dat deze zorg aantoonbaar de beste resultaten levert. De IQon spectral CT is daar een mooi voorbeeld van.”
Inmiddels ondergingen meer dan 1000 patiënten een CT-scan op de Philips IQon spectral CT. Het UMC Utrecht onderzoekt nu welke patiënten het meeste baat hebben bij de extra informatie die door spectrale CT beschikbaar komt.
Jaarlijks worden er 1,16 miljoen CT-scans gemaakt (bron: RIVM). Philips ziet het als een uitdaging om de diagnostiek voor zowel de patiënt als de arts te verbeteren. “Samen met het UMC Utrecht zijn we met deze unieke technologie een enorme stap aan het maken in het verbeteren van patiëntenzorg”, aldus Henk Valk, General Manager van Philips Health Systems Benelux. “We zijn zeer verheugd dat de mogelijkheden van deze technologie nu beschikbaar zijn.”
CT-scans worden veel gebruikt in ziekenhuizen om afwijkingen aan inwendige organen vast te stellen. Een reguliere CT-scan toont goed waar de afwijking in het lichaam zit, maar laat weinig verschil tussen weefseltypes zien. Een spectrale CT maakt gebruik van het gehele spectrum van de röntgenbundel die door de patiënt heen gaat, waardoor de arts met speciale beeldbewerkingssoftware meer informatie zichtbaar kan maken over de anatomie van het lichaam, maar ook over de weefselsamenstelling van de organen.
“Met behulp van spectrale informatie kan bijvoorbeeld een bloedprop beter herkend worden, de doorbloeding van organen afgeleid worden en kan informatie verkregen worden over de weefselsamenstelling van een gezwel. Verder kan er ook veel extra informatie worden verkregen over de algemene conditie van een patiënt zoals bijvoorbeeld de botdichtheid”, aldus prof. dr. Tim Leiner van de afdeling Radiologie van het UMC Utrecht.
“De IQon Spectral CT verschaft ons belangrijke informatie waarmee we de diagnose en behandeling kunnen bespoedigen zonder onze patiënten bloot te hoeven stellen aan onnodige procedures die bovendien kostbaar en potentieel schadelijk zijn. Het UMC Utrecht doet onderzoek naar innovatieve behandelmethoden om deze vervolgens snel te vertalen naar de patiëntenzorg, zodanig dat deze zorg aantoonbaar de beste resultaten levert. De IQon spectral CT is daar een mooi voorbeeld van.”
Inmiddels ondergingen meer dan 1000 patiënten een CT-scan op de Philips IQon spectral CT. Het UMC Utrecht onderzoekt nu welke patiënten het meeste baat hebben bij de extra informatie die door spectrale CT beschikbaar komt.
Jaarlijks worden er 1,16 miljoen CT-scans gemaakt (bron: RIVM). Philips ziet het als een uitdaging om de diagnostiek voor zowel de patiënt als de arts te verbeteren. “Samen met het UMC Utrecht zijn we met deze unieke technologie een enorme stap aan het maken in het verbeteren van patiëntenzorg”, aldus Henk Valk, General Manager van Philips Health Systems Benelux. “We zijn zeer verheugd dat de mogelijkheden van deze technologie nu beschikbaar zijn.”
maandag 9 mei 2016
UZ Gent zet operatierobot in voor niertransplantaties
Afgelopen maand vond in het UZ Gent de eerste robotgeassisteerde niertransplantatie van het land plaats. Tijdens een kijkoperatie werd met behulp van een operatierobot een nier verwijderd bij een levende donor en vervolgens ingeplant bij een patiënt met ernstig nierfalen.
Het UZ Gent is het eerste Belgische ziekenhuis dat deze ingreep volledig robotgeassisteerd kan uitvoeren. Die verwezenlijking is te danken aan de nauwe samenwerking tussen de diensten Nefrologie, Thoracale en vasculaire heelkunde en Urologie, en aan de ruime expertise binnen het UZ Gent in robotgeassisteerde chirurgie.
Bij een robotgeassisteerde ingreep voert de chirurg een kijkoperatie uit met behulp van een operatierobot. Die heeft meerdere werkarmen waaraan een camera en instrumenten worden bevestigd. Om ruimte te creëren voor de ingreep wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas. De chirurg brengt een aantal kleine incisies in de buik aan met daarin holle buisjes. Zo worden de instrumenten in de buik van de patiënt gebracht. De werkinstrumenten kunnen 360 graden roteren. Dat laat toe om het weefsel tot op de millimeter nauwkeurig te spreiden, aan te snijden of af te klemmen. De chirurg bedient de operatierobot van achter een console naast de operatietafel, via handgrepen, knoppen en pedalen. De structuren in het operatiegebied worden driedimensionaal en tot 10 maal vergroot weergegeven. Zo komt elk detail duidelijk in beeld, kan de chirurg op moeilijk bereikbare plaatsen komen en heel precies manoeuvreren.
Een robotgeassisteerde niertransplantatie heeft een kleiner risico op complicaties dan een klassieke niertransplantatie en ze is minder ingrijpend. Terwijl een klassieke niertransplantatie een incisie van vijftien tot twintig centimeter in de onderbuik vergt, kan de robotgeassisteerde ingreep via een incisie van een vijftal centimeter ter hoogte van de navel. Daardoor heeft de patiënt na de ingreep minder pijn, herstelt hij sneller en moet hij minder lang in het ziekenhuis blijven. Bovendien is het litteken minder groot.
De operatierobot wordt voorlopig enkel ingezet bij transplantaties met een levende nierdonor. De artsen wegen telkens nauwgezet af bij welke ingreep de patiënt het meest gebaat is. Een transplantatie met behulp van de robot is voor de patiënt niet duurder dan een klassieke ingreep.
Het UZ Gent is het eerste Belgische ziekenhuis dat deze ingreep volledig robotgeassisteerd kan uitvoeren. Die verwezenlijking is te danken aan de nauwe samenwerking tussen de diensten Nefrologie, Thoracale en vasculaire heelkunde en Urologie, en aan de ruime expertise binnen het UZ Gent in robotgeassisteerde chirurgie.
Bij een robotgeassisteerde ingreep voert de chirurg een kijkoperatie uit met behulp van een operatierobot. Die heeft meerdere werkarmen waaraan een camera en instrumenten worden bevestigd. Om ruimte te creëren voor de ingreep wordt de buik opgeblazen met koolzuurgas. De chirurg brengt een aantal kleine incisies in de buik aan met daarin holle buisjes. Zo worden de instrumenten in de buik van de patiënt gebracht. De werkinstrumenten kunnen 360 graden roteren. Dat laat toe om het weefsel tot op de millimeter nauwkeurig te spreiden, aan te snijden of af te klemmen. De chirurg bedient de operatierobot van achter een console naast de operatietafel, via handgrepen, knoppen en pedalen. De structuren in het operatiegebied worden driedimensionaal en tot 10 maal vergroot weergegeven. Zo komt elk detail duidelijk in beeld, kan de chirurg op moeilijk bereikbare plaatsen komen en heel precies manoeuvreren.
Een robotgeassisteerde niertransplantatie heeft een kleiner risico op complicaties dan een klassieke niertransplantatie en ze is minder ingrijpend. Terwijl een klassieke niertransplantatie een incisie van vijftien tot twintig centimeter in de onderbuik vergt, kan de robotgeassisteerde ingreep via een incisie van een vijftal centimeter ter hoogte van de navel. Daardoor heeft de patiënt na de ingreep minder pijn, herstelt hij sneller en moet hij minder lang in het ziekenhuis blijven. Bovendien is het litteken minder groot.
De operatierobot wordt voorlopig enkel ingezet bij transplantaties met een levende nierdonor. De artsen wegen telkens nauwgezet af bij welke ingreep de patiënt het meest gebaat is. Een transplantatie met behulp van de robot is voor de patiënt niet duurder dan een klassieke ingreep.
vrijdag 6 mei 2016
Nooit meer prikken bij suikerziekte
Volgens Philips zijn er wereldwijd 387 miljoen diabetici, waarvan 57 miljoen in de Europese Unie. Er valt tegenwoordig goed mee te leven, maar leuk is anders. De patiënten moeten meerdere malen per dag bloed prikken om hun bloedsuikerspiegel te meten. Een nieuw apparaatje, ontwikkeld door wetenschappers aan de Britse universiteit van Cardiff, kan dit echter zonder prikken doen. Het apparaatje gebruikt microgolven om de bloedsuikerspiegel door de huid te meten. De patiënt kan het apparaatje bijvoorbeeld op zijn arm plakken.
woensdag 4 mei 2016
Virusscanner crasht medische apparatuur tijdens hartprocedure
Een medisch systeem dat patiënten monitort is tijdens een hartprocedures gecrasht omdat de virusscanner een ingestelde virusscan uitvoerde. Dat meldt de Amerikaanse toezichthouder FDA. Het gaat om de Merge Hemo, een programmeerbare diagnostisce computer van Merge Healthcare. Het systeem bestaat uit een patiëntgegevensmodule en de Hemo-monitorcomputer. De twee eenheden zijn via een seriële interface met elkaar verbonden.
Nieuwe scanner van Philips maakt meer zichtbaar
De nieuwste CT-scanner van Philips biedt veel extra informatie die van groot nut is. Dat zegt professor radiologie Tim Leiner van het UMC in Utrecht. Sinds de installatie van het apparaat in het Utrechtse ziekenhuis in januari heeft Leiner er al duizend CT-scans mee gemaakt. "In al die gevallen beschikten we over méér informatie dan bij gewone scans. In 20 procent van de gevallen hebben we de diagnose kunnen bijstellen, zonder extra scans te hoeven maken."
maandag 2 mei 2016
Delftse onderzoekers ontwikkelen tool om kankerpatiënten te groeperen en maatwerk te leveren
Onderzoekers van de TU Delft hebben een tool ontwikkeld waardoor kankerpatiënten op een eenvoudige manier met elkaar vergeleken kunnen worden. Zodoende kan meer inzicht worden verkregen in verschillende vormen van kanker, wat helpt om therapie op maat aan te kunnen bieden. De onderzoekers hebben hun bevindingen gepubliceerd in Scientific Reports.
Kanker is een complexe ziekte die veroorzaakt kan worden door verstoring van verschillende aspecten, zoals een verandering van het DNA. Een fijnmazige karakterisering van kankerpatiënten helpt om therapie op maat aan te bieden. ‘The Cancer Genome Atlas’ is een Amerikaans initiatief dat hierbij helpt en dat bij een groot aantal kankerpatiënten verschillende moleculaire metingen uitvoert om een beter inzicht te krijgen in de verschillende vormen van kanker. Delftse onderzoekers, onder aanvoering van dr.ir. Erdogan Taskesen, hebben nu een tool ontwikkeld waardoor patiënten op een eenvoudige manier met elkaar vergeleken kunnen worden. Zodoende kan meer inzicht worden gekregen in de verschillende vormen van kanker, die elk een ander ziekteverloop hebben.
De Delftse onderzoekers hebben hun analyses toegepast op 4.434 patiënten en voor 19 kankertypen. Ze bekeken vier moleculaire aspecten. De truc die de Delftse onderzoekers gebruikten, was om de grote hoeveelheid data slim te versimpelen zodat patiënten als ‘punten’ op een scherm getoond kunnen worden. De afstand tussen de patiënten is gebaseerd op de vier verschillende soorten moleculaire informatie. Door de punten te kleuren aan de hand van informatie over de patiënten, zoals ziekteverloop, of man/vrouw, kunnen kankerspecialisten groepen verder onderzoeken. Daarnaast kan ook specifieke moleculaire informatie weggelaten worden om de groepering vervolgens te bestuderen. Dit geeft de specialisten inzicht in de moleculaire mechanismen die betrokken zijn bij specifieke groepen van patiënten. De Delftse onderzoekers hebben de tool MEREDITH genoemd en beschikbaar gemaakt via de website: http://pancancer-map.ewi.tudelft.nl/.