woensdag 30 november 2016

Een neus naar keus: patiënt en chirurg op één lijn dankzij 3D-technologie

Hoe gaat een nieuwe neus er precies uitzien na een esthetische ingreep? En wat is de ideale prothese voor een patiënt die zijn neus verloor door kanker of een ongeval? Leuvense onderzoekers hebben software ontwikkeld die het mogelijk maakt om een 3D-afbeelding van een bestaande neus te manipuleren of om een nieuwe, natuurlijk uitziende neus te ontwerpen. Dankzij hun programma NOSE gaat de communicatie tussen chirurg en patiënt er ook op vooruit.

In een eerste stap wordt een 3D-scan van het gezicht ingeladen (afbeelding bovenaan). Daarop duidt de arts 'landmarks' aan, zoals de kaakbenen en ooghoeken. Het algoritme berekent vervolgens een natuurlijke neus voor het gezicht (afbeelding onderaan), die de arts via een aantal parameters nog kan bijstellen.

dinsdag 29 november 2016

Sensorpak maakt thuismonitoring patienten met beroerte eindelijk mogelijk

Voortaan is het mogelijk de bewegingen van patiënten met een beroerte tijdens hun dagelijkse leven nauwkeurig in beeld te brengen en te analyseren. Dit is mogelijk dankzij een nieuw pak uitgerust met 41 sensoren en de infrastructuur om alle gegevens te verzenden, op te slaan en te verwerken. Met deze technologie en informatie kun je het revalidatietraject verbeteren en de zorgkosten verminderen. Bart Klaassen, die samen met een internationaal team van engineers en zorgprofessionals het systeem ontwikkelde, promoveert op 30 november aan de Universiteit Twente op zijn onderzoek. “De technologie is er eindelijk klaar voor.”

Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 45.000 Nederlanders een beroerte; wereldwijd ging het in 2010 zelfs om 33 miljoen mensen. Met de toenemende vergrijzing is het logisch dat deze getallen de komende jaren verder zullen stijgen. Mensen die een beroerte overleven, kampen vaak met lichamelijke beperkingen. Het doel van het revalidatieprogramma dat doorgaans volgt, is om patiënten zo goed mogelijk te laten functioneren in hun dagelijks leven. In de praktijk vindt de revalidatie echter voornamelijk plaats in de revalidatiekliniek en is er onvoldoende zicht op hoe de patiënt na afloop van het traject in zijn thuisomgeving met zijn beperkingen omgaat. Dit terwijl bekend is dat kennis over het dagelijks functioneren van deze mensen kan leiden tot een betere revalidatie tegen lagere kosten.

UT-promovendus Bart Klaassen ontwikkelde, binnen een FP7 Europees onderzoeksproject, met een groot team een systeem waarmee je de kwaliteit van bewegen van deze patiënten nauwkeurig kunt meten en modeleren en waarmee je de relevante gegevens kunt doorsturen naar de therapeut. Het is het eerste project wereldwijd waarin onderzoekers met een dergelijk systeem de volledige bewegingen van deze patiënten kunnen analyseren in een thuisomgeving. “Er was al lange tijd grote behoefte aan een dergelijk systeem, maar de technologie was er simpelweg nog niet klaar voor,” vertelt Klaassen. “Dat is momenteel snel aan het veranderen, dankzij razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van batterijtechnologie, wearables, smart e-textiles en big data analyse.”

 

maandag 28 november 2016

Virtuele slaapcoach effectief ‘slaapmiddel’

De door de TU Delft, Universiteit Utrecht en Universiteit van Amsterdam ontwikkelde interactieve app om mensen met chronische slapeloosheid een beter slaapritme aan te leren blijkt effectief. Slaapproblemen verminderden bij gebruik van deze virtuele coach, stelt promovenda Corine Horsch. Zij promoveert op woensdag 23 november aan de TU Delft op dit onderwerp.

Ongeveer 10 procent van de Nederlandse bevolking lijdt aan chronische slapeloosheid. De gebruikelijke behandeling hiervan is cognitieve gedragstherapie voor insomnie, deze bestaat onder meer uit slaaprestrictie en ontspanningsoefeningen. De therapie is echter beperkt toegankelijk; er zijn te weinig slaaptherapeuten voor het grote aantal mensen met slaapproblemen. Daarnaast blijkt dat patiënten moeite hebben om de therapie vol te houden, omdat zij het bijvoorbeeld lastig vinden om zich aan de voorgeschreven slaaptijden te houden. Onderzoekers van de TU Delft, Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam onderzochten of de door hen ontwikkelde virtuele slaapcoach ‘SleepCare’, een app op de smartphone van de slechte slaper, een effectieve oplossing is.

Structureel slecht slapen kan negatieve gevolgen hebben op de gezondheid en de kwaliteit van leven. ‘Daarom wilden wij meer inzicht verkrijgen in gepersonaliseerde zelfhulptherapie bij slaapproblemen en het effect van virtuele coaching op een duurzame gedragsverandering’, zegt Corine Horsch.

De wetenschappers hebben in een gecontroleerd onderzoek gekeken naar de effectiviteit van de app. Voor het onderzoek zijn 151 mensen met chronische slapeloosheid opgedeeld in twee groepen. Hiervan kregen 74 personen zes weken lang direct toegang tot de app ‘SleepCare’ en 77 mensen werden eerst op een wachtlijst geplaatst. Bij de deelnemers die de app gebruikten was een duidelijke afname van de slaapproblemen te zien; mensen vielen sneller in slaap en werden minder vaak wakker. Drie maanden later waren de effecten nog steeds zichtbaar.

De smartphone-app ‘SleepCare’ is gebaseerd op bestaande cognitieve gedragstherapie voor insomnie die wordt gegeven door psychologen. ‘De app doet meer dan alleen het slaappatroon bijhouden: gebruikers gingen ook aan de slag met slaaprestrictie, ontspanningsoefeningen en slaaphygiëne, allemaal afgestemd op het dagelijks leven van de gebruiker’, vertelt Horsch.

Eerder bevestigde een gezamenlijke studie de verwachte positieve relatie tussen therapietrouw en effectiviteit van de therapie al. Recent ontdekte Horsch dat een app met computer gegenereerde herinnering, de zogenoemde reminders, therapietrouw kan verhogen. Volgens Horsch is dit inzicht belangrijk voor de ontwikkeling van toekomstige effectieve innovaties op het gebied van e-health. Horsch benadrukt de kracht van de combinatie van gedragswetenschappen en technologisch onderzoek in dit domein. ‘Als je wil dat mensen nieuwe technologieën gaan gebruiken zal je moeten blijven onderzoeken hoe ze met deze nieuwe technologie omgaan’.

Het werk van Horsch heeft een aantal inzichten opgeleverd die (e-health) app ontwerpers en ontwikkelaars in de toekomst in gedachten kunnen houden. Zo blijken bijvoorbeeld het geloof in het eigen doorzettingsvermogen van mensen en de timing en inhoud van reminders een belangrijke rol te spelen bij het wel of niet gebruiken van een app. Therapietrouw is een onderwerp dat nog grondiger bestudeerd moet worden, meent Horsch.

vrijdag 25 november 2016

Zes nieuwe Technische Geneeskunde Fellowships

Met de opleiding Technische Geneeskunde heeft de Universiteit Twente enkele jaren geleden een nieuwe discipline in de zorg geïntroduceerd. Voor de verdere professionalisering is het noodzakelijk dat Technisch Geneeskundigen, net als artsen, de mogelijkheid krijgen een klinisch vervolgopleidingstraject te volgen: een Fellowship Technische Geneeskunde. Daarom komt de Universiteit Twente nu met een stimuleringsregeling. “ Eigenlijk is dit een taak voor de overheid, maar wij willen niet dat er een generatie TG’ers in een gat valt.”  

In 2003 is de Universiteit Twente gestart met de opleiding Technische Geneeskunde. Aanleiding was de constatering dat de oprukkende technologie in de gezondheidszorg vraagt om professionals die diepgaande kennis van technologie en geneeskunde weten in te zetten voor de verbetering van de zorg voor patiënten. Inmiddels zijn er ongeveer 300 Technisch Geneeskundigen afgestudeerd en is de vraag naar deze professionals groot. Echter, voor de verdere professionalisering is – net als bij geneeskundigen – een vervolgopleiding waarbij de TG’ er zich in de praktijk verder specialiseert onontbeerlijk. Heleen Miedema, opleidingsdirecteur van Technische Geneeskunde: “Wij vinden het belangrijk dat de kwaliteit van de Technisch Geneeskundigen in de praktijk optimaal wordt geborgd. Daarom komen we als universiteit nu met een stimuleringsregeling voor TG Fellowhips. Met zo’n fellowship plaatsen we Techniche Geneeskundigen in een structuur waarin ze worden beoordeeld en begeleid in hun beroepsuitoefening. Dat is een duaal leertraject waarbij je onderwijs krijgt en ervaring opdoet in de patiëntenzorg.”

Ook volgens Martijn van Mourik, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Technisch Geneeskundigen (NVvTG), is het van belang dat de vervolgopleiding er komt. “Het Fellowship is zowel een verdieping als een verbreding in een specifiek klinisch domein. Het is een logische stap om ten volste gebruik te maken van de mogelijkheden van Technisch Geneeskundigen. Uiteindelijk profiteert de patiënt hiervan.”

De opleiding Technische Geneeskunde stelt binnen de stimuleringsregeling geld beschikbaar voor zes klinische opleidingstrajecten van twee jaar. Binnen deze trajecten leveren de TG fellows patiëntenzorg en bekwamen ze zich in het verrichten van complexe medisch-technologische zorg. De opleiding vindt plaats op basis van een opleidingsplan dat is goedgekeurd door de NVvTG. De Fellows worden door een medisch specialist in een Universitair Medisch Centrum of een Top Klinisch Ziekenhuis en de Universiteit Twente begeleid.

Binnen de stimuleringsregeling betaalt de opleiding Technische Geneeskunde van de Universiteit Twente veertig procent van de kosten, de afdeling in het ziekenhuis waar de Fellow werkt is verantwoordelijk voor de rest van het bedrag. Vandaag sloten het Radboudumc en het Universitair Medisch Centrum Groningen allebei twee overeenkomsten met de UT af. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht, in samenwerking met de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland en het OCON (Orthopedisch Centrum Oost Nederland), in samenwerking met Ziekenhuisgroep Twente, tekenden de andere overeenkomsten. 

Miedema geeft aan dat het eigenlijk een taak van de overheid is om een opleidingsfonds voor Technisch Geneeskundigen in het leven te roepen en roept de overheid dan ook op om snel verantwoordelijkheid te nemen. Maar, nu de overheid dit nalaat, pakt haar opleiding de handschoen op. “Wij willen namelijk niet dat er een generatie TG’ers in een gat valt.”

donderdag 24 november 2016

Opnieuw impuls voor onderzoek naar medische robotica

De Simon Stevin Meester-prijs van technologiestichting STW die op donderdag 24 november wordt uitgereikt wordt geïnvesteerd in verder onderzoek naar medische robotica. Dat heeft hoogleraar Maarten Steinbuch laten weten. Het prijzengeld bedraagt een half miljoen en is onderdeel van de titel Simon Stevin Meester 2016. Het is de hoogste onderscheiding voor de technische wetenschappen in Nederland.

De groep van Maarten Steinbuch heeft al eerder robots ontwikkeld waarmee chirurgen extreem nauwkeurige operaties kunnen uitvoeren die met mensenhanden niet mogelijk zijn. Bekend voorbeeld is de start-up PrecEyes, dat een robotsysteem heeft ontwikkeld waarmee oogchirurgen zeer nauwkeurige operaties kunnen uitvoeren.

Een deel van het geld wordt nu wederom gebruikt voor het financieren van onderzoek naar een operatierobot. Jordan Bos, promovendus bij Werktuigbouwkunde, gaat onder andere een proefopstelling bouwen voor zijn onderzoek naar medische chirurgie op het gebied van kanker rond het oor.
 De nieuwe robot wordt net zoals zijn voorgangers van Preceyse en Microsure gebruikt voor medische ingrepen. Ditmaal richt het onderzoek zich onder andere op het zeer nauwkeurig verwijderen van bot.

De nieuwe robot maakt gebruik van bestaande beelddata, voortkomend uit CT scans, en kan zo onder andere kanker in het gebied van het oor weghalen. Voor een menselijke hand is dat lastiger vanwege de extreem kritieke structuren verstopt in het rotsbeen. Daarnaast wordt de robot in staat geacht om gehoorimplantaties (cochleaire implantaties) beter uit te gaan voeren.

Vanwege het 35-jarige bestaan van STW, zijn er dit jaar twee winnaars. Naast Steinbuch krijgt ook hoogleraar Suzanne Hulscher van de Technische Universiteit Twente de prijs. Zij ontvangen de prijs tijdens het jaarcongres van STW, dat plaatsvindt op 24 november 2016.

Ruim 300 meldingen datalekken ziekenhuizen

Door Nederlandse ziekenhuizen zijn dit jaar al 304 meldingen gemaakt van het verlies van privacygevoelige informatie.  Dat blijkt uit cijfers van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), schrijft Trouw. De details van de meldingen wil de AP niet verstrekken aan de krant, omdat deze mogelijk traceerbaar zijn naar individuele ziekenhuizen. Vanaf het begin van dit jaar zijn ziekenhuizen verplicht om melding te maken van een datalek. Dat kan zijn als hackers toegang hebben gekregen tot data, maar ook een verloren usb-stick of openbare e-mail waarvan de e-mailadressen voor iedereen zichtbaar zijn.

Reinier de Graaf ziekenhuis en TU Delft bekrachtigen samenwerking

Een slaaprobot die patiënten helpt om beter in en door te slapen. Een slimme rollator die naar een patiënt toe rijdt, zodra die in zijn handen klapt. OK-apparatuur die de chirurg een seintje geeft zodra er een storing wordt waargenomen. Deze ontwikkelingen zijn mogelijk door de samenwerking tussen het Reinier de Graaf ziekenhuis en de TU Delft. Om kwalitatief nog betere en patiëntgerichtere zorg te leveren, bekrachtigen het Reinier de Graaf ziekenhuis en de TU Delft vandaag hun samenwerking met de ondertekening van een overeenkomst.

woensdag 23 november 2016

Philips presenteert op RSNA 2016 pakket geavanceerde softwareapplicaties voor neurologisch MRI-onderzoek

Philips heeft de introductie aangekondigd van een pakket softwareapplicaties voor neurologisch MRI-onderzoek, dat zal worden gepresenteerd op de 102e editie van het jaarlijkse congres en de wetenschappelijke vergadering van de Radiological Society of America (RSNA) in Chicago (VS), die later deze week van start gaat. Met deze introducties voor de digitale MRI-systemen uit de Ingenia-serie versterkt Philips zijn wereldwijd leidende positie op het gebied van neurologische MRI-software [1]. Neurologen worden voorzien van de noodzakelijke tools om complexe gezondheidsproblemen op te lossen en nieuwe mogelijkheden op het vlak van de neurologie te verkennen.

Wereldwijd kampen meer dan een miljard mensen met neurologische aandoeningen, waarbij de ziekte van Alzheimer, dementie, beroerte, hersentrauma en multiple sclerose het meest voorkomen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie vormen neurologische aandoeningen de meest belastende (zowel economisch als qua gezondheid) ziektecategorie ter wereld en naarmate de wereldbevolking blijft groeien en vergrijzen, wordt het herkennen en behandelen van deze aandoeningen een topprioriteit binnen het volksgezondheidsbeleid.

Geavanceerde diagnostiek is een essentieel onderdeel van het behandelprotocol voor neurologische aandoeningen. Dankzij de uitzonderlijk goede 3D-beeldvorming van zachte weefsels kan MRI een schat aan structurele en fysiologische informatie over de hersenen blootleggen. MRI is dan ook de norm geworden voor neurologische beeldvorming: 65 procent van de neurologen verkiest MRI boven andere methoden [2]. Voor 70 procent van de artsen leveren neurodiagnostische tools echter vaak problemen op vanwege tekortkomingen op het vlak van effectieve beeldvorming en visualisatietechnieken [3]. Philips’ nieuwe pakket met neurodiagnostische applicaties biedt artsen een complete reeks tools met een patiëntgericht ontwerp die neurologische anatomieën zichtbaar maken en aan de hand van multidimensionale gegevens de diagnostische besluitvorming ondersteunen.

De nieuwe neurodiagnostische applicaties zijn bedoeld voor de MRI-systemen uit Philips’ Ingenia-serie, waarbij dStream, de Philips-technologie voor digitale breedbandarchitectuur, wordt gebruikt om binnen korte tijd beelden met hoge kwaliteit beschikbaar te maken.

dinsdag 22 november 2016

Autoriteit Persoonsgegevens: do’s & don’ts opslaan medische dossiers

De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna “AP”) heeft enkele do’s & don’ts op een rijtje gezet als het gaat om het opslaan van medische dossiers van werknemers in verzuimsystemen. De AP wordt namelijk regelmatig geconfronteerd met de vraag waar een bedrijfsarts of arbodienst medische dossiers van werknemers dient op te slaan: het systeem van de werkgever, of een extern verzuimsysteem dat de werkgever heeft opgeslagen? - See more at: http://www.solv.nl/weblog/autoriteit-persoonsgegevens-do-s-don-ts-opslaan-medische-dossiers-in-verzuimsystemen/21055#sthash.hBOBwxCi.dpuf

maandag 21 november 2016

Deze ziektes worden momenteel onderzocht met ResearchKit-apps

Het doel van ResearchKit is dat er een veel grotere groep mensen kan worden onderzocht. Normaal gesproken moeten universiteiten en onderzoeksinstellingen werken met proefpersonen, die op lokatie bijvoorbeeld vragenlijsten moeten invullen. Dit is een inefficiënt proces en bovendien zijn personen uit een bepaalde bevolkingsgroep (bijvoorbeeld blanke Amerikanen) oververtegenwoordigd terwijl een ziekte ook bij Afro-Amerikanen en Latino’s voorkomt. ResearchKit moet daar een oplossing voor bieden. Iedereen met een geschikte iPhone of Apple Watch kan zich aanmelden voor een onderzoek. Als dat op massale schaal gebeurt beschikken de onderzoekers over veel meer data, waardoor betere voorspellingen over bijvoorbeeld de werking en bijwerking medicijnen kunnen worden gedaan.

vrijdag 18 november 2016

Radboudumc en universiteit scoren met beeldverwerking, kraakbeenherstel en hersenprothese

Het Radboudumc en de Radboud Universiteit zijn betrokken bij drie van de zes grote onderzoeksprogramma’s die door Technologiestichting STW worden gesubsidieerd met 25 miljoen euro en moeten leiden tot innovatieve technologieën. Hoogleraar Bram van Ginneken leidt het onderzoek dat moet uitmonden in een nieuwe generatie medische beeldverwerkingsystemen. Daarnaast is reumaonderzoeker Peter van der Kraan betrokken bij een project dat inzet op herstel van beschadigd kraakbeen en nemen Richard van Wezel en Marcel van Gerven deel aan onderzoek dat blinden wil laten zien met een nog te ontwikkelen hersenprothese.

Röntgenfoto’s, CT-scans en mammografieën: de opsomming maakt meteen duidelijk dat beeldverwerking een hoeksteen is van de geneeskunde. Maar er komen inmiddels zoveel beelden op artsen en analisten af, dat ze het zelf niet meer af kunnen en hulp nodig hebben van computers om de beelden te interpreteren. Het DLMedlA-consortium, geleid door hoogleraar functionele beeldanalyse Bram van Ginneken, wil computers zelf laten leren hoe ze betere analyses kunnen maken. Van Ginneken: 'Dit gaan we doen met nieuwe, veelbelovende convolutional networks: speciale kunstmatige, neurale netwerken die de huidige computeroplossingen kunnen verslaan.' Het consortium wil uiteindelijk de volgende generatie medische beeldverwerkingsystemen ontwikkelen die medici kan helpen bij hun diagnoses en behandelingen. Dit programma valt binnen het Innovative Medical Devices Initiative.

De wereldberoemde Schotse anatoom William Hunter schreef in 1743 dat een genezing voor artrose (gewrichtsschade) niet bestaat. Volgens het onderzoeksconsortium William Hunter Revisited is het tijd om die uitspraak te herzien. De groep onderzoekers en bedrijven wil met steun van het Reumafonds methoden ontwikkelen om artrose of gewrichtsslijtage een halt toe te roepen. Sterker nog, op basis van de nieuwste ontwikkelingen met slimme biomaterialen, celkweken, proefdieren en patiënten denken de wetenschappers dat het zelfs mogelijk is om kraakbeen terug te laten groeien. Peter van der Kraan, reumaonderzoeker bij het Radboudumc die bij het project betrokken is: 'Het consortium wil een herstelbehandeling ontwikkelen die klaar is voor de kliniek. Daarnaast willen we een nieuwe methode van (vroegtijdig) diagnosticeren ontwikkelen en een betere manier om het aangedane gewricht in de gaten te houden'

Blinden weer laten zien. Dat is een langgekoesterde wens van hersenonderzoekers. En dat is precies wat het NESTOR-consortium wil realiseren. Het consortium bestaat onder andere uit neurobiologen en uit ingenieurs gespecialiseerd in micro-elektronica en draadloze apparaten. Ze willen een prothese ontwikkelen die de hersenen van blinden met behulp van micro-elektrodes stimuleert die op hun beurt verbonden zijn met een camera. Richard van Wezel van het Donders Instituut, die met Marcel van Gerven van de Radboud Universiteit aan dit project meewerkt: 'Om dat te bereiken, werken we de komende jaren aan vier onderzoeksdoelen: een optimaal ontwerp van de hersenprothese, methoden om de prothese draadloos van stroom te voorzien, manieren van dataoverdracht en algoritmen die met zo weinig mogelijk rekenkracht zoveel mogelijk informatie uit de camerabeelden kunnen omzetten in nuttige signalen voor de hersenen.'

donderdag 17 november 2016

Nederlandse zorg scoort hoog in nieuw internationaal onderzoek

De Nederlandse zorg doet het vergeleken met tien andere hoogontwikkelde westerse landen meer dan prima. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van The Commonwealth Fund (CWF), een Amerikaanse denktank op het gebied van zorg. Minister Edith Schippers (VWS) heeft vandaag op uitnodiging van CWF in Washington de uitkomsten in ontvangst genomen en voor een internationaal publiek een toelichting gegeven op het Nederlandse zorgstelsel.

In de International Health Policy Survey 2016 van CWF wordt de zorg in 11 westerse landen met elkaar vergeleken: Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Bij de presentatie van de onderzoeksuitkomsten werd de Nederlandse zorg door de onderzoekers geïntroduceerd als “het voorbeeld van een stelsel dat werkt”.

De Nederlandse zorg scoort onder andere als hoogste als het gaat om snelle toegankelijkheid van zorg en toegang tot zorg buiten kantooruren. Ook hebben Nederlanders vergeleken met de andere tien landen in de hoogste mate een eigen dokter en hebben artsen het patiëntendossier het beste op orde. Verder zijn de wachttijden voor de lage inkomens het kortst.

Hoge scores in het vergelijkende onderzoek zijn er ook voor Nederland als het gaat om relatief weinig problemen met toegang tot zorg om financiële redenen, beperkt gebruik van de spoedeisende hulp door goede alternatieven, weinig wachttijden voor specialistische zorg en nauwelijks coördinatieproblemen bij verschillende vormen van zorg voor lagere inkomens.
Opmerkelijk is dat Nederlanders het minst vaak aangeven dat ze een onnodige behandeling of onderzoek hebben gekregen.

Nederland zit in de middenmoot vergeleken met andere westerse landen wat betreft advisering van leefstijl, het samen beslissen tussen arts en patiënt en de organisatie van nazorg na ontslag uit het ziekenhuis.

Minister Schippers: “De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen mijn gevoel van trots als ik op werkbezoek ben in ziekenhuizen en gezondheidscentra, en daar met artsen, verpleegkundigen en patiënten spreek. Zij zijn het die het doen. Tegelijkertijd zie ik ook dat we niet achterover kunnen leunen. We kunnen nog veel verbeteren. Laten we dat doen en niet onze tijd verdoen met een stelseldiscussie. In het buitenland – en dan hebben we het dus niet over ontwikkelingslanden - kijken ze met jaloerse blikken hoe wij onze zorg hebben georganiseerd.”

The Commonwealth Fund is een private stichting die in de Verenigde Staten ijvert voor een zorgstelsel dat betere toegankelijkheid en kwaliteit en hogere efficiency weet te realiseren. De stichting heeft daarbij in het bijzonder oog voor de belangen van de kwetsbaarste groepen in de samenleving, zoals de lagere inkomens, onverzekerden, minderheden, jonge kinderen en ouderen.  CWF ondersteunt hiertoe onafhankelijk onderzoek en verleent subsidies om de gezondheidszorg in beleid en praktijk te verbeteren.

Open ruggetjes dichten met 3D-printer beste tech-idee van 2016

Het idee van Leidse, Delftse en Rotterdamse onderzoekers om met behulp van 3D-printtechnieken open ruggetjes te dichten bij ongeboren kinderen is volgens het tijdschrift KIJK het beste Nederlandse tech-idee van 2016.

Als een foetus een open ruggetje heeft, kan dat na de geboorte leiden tot verlamming en andere gezondheidsproblemen. Een groep wetenschappers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam en de TU Delft werkt aan een hypermoderne oplossing voor dit eeuwenoude probleem: prof. dr. Dick Oepkes en collega's willen met een lange naald, voorzien van een 3D-printkop, het open ruggetje van een beschermend kapje voorzien. Een initiatief dat het populairwetenschappelijke tijdschrift KIJK vandaag beloont met de award 'Beste tech-idee van 2016'.

De winnaar werd gekozen uit een longlist van twintig inspirerende, recente tech-ideeën van eigen bodem, samengesteld door de KIJK-redactie op basis van een rondgang langs onafhankelijke experts, technische universiteiten en instanties die startups een plek geven. Daarna kon het publiek online stemmen op zijn favoriet, wat ruim 3600 stemmen opleverde. Bovendien werden de genomineerde ideeën beoordeeld door een vakjury, bestaande uit topondernemer Michiel Mol, tech-expert Vivianne Bendermacher, journalist Herbert Blankesteijn, maker Astrid Poot en juryvoorzitter Jean-Paul Keulen, tevens adjunct-hoofdredacteur KIJK.

Bij zowel het grote publiek als de vakjury kwam het plan om open ruggetjes te dichten overtuigend als winnaar uit de bus. "Een eyeopener", oordeelde jurylid Herbert Blankesteijn. "Ik volg het 3D-printen behoorlijk, maar dit had ik nooit eerder gezien. Als je nagaat wat voor ellende het zal kunnen voorkomen, verdient dit een groot podium." Ook Vivianne Bendermacher vond het een prachtige doorvertaling van de 3D-printtechniek. "Het maakt me trots op dit kleine landje dat dit hier wordt ontwikkeld."

woensdag 16 november 2016

Doofgewoon: nieuwe website helpt ouders van dove kinderen

Aan informatie over het gehoor van hun kind ontbreekt het ouders van dove kinderen meestal niet. Veel minder ruimte is er voor kennis over hoe het nu eigenlijk is om doof op te groeien, over het belang van tweetalig opvoeden (in gebarentaal én gesproken taal) en op welke manieren je visueel kunt communiceren met je kind. Vanaf nu kan de website Doofgewoon.nl daar bij helpen.

Doofgewoon laat aan de hand van persoonlijke verhalen en ervaringen zien dat doof opgroeien ook een hoop  mooie kanten kan hebben. Ouders van dove kinderen zien in beginsel vooral vaak de problemen die een gehoorbeperking voor hun kind zal opleveren. ‘We willen met Doofgewoon een ander beeld laten zien, waaruit de boodschap spreekt dat het echt wel goedkomt’, legt Onno Crasborn uit. De taalwetenschapper en expert op het gebied van gebarentaal is een van de initiatiefnemers binnen het project. ‘De positieve kanten ontbreken vaak in de informatie die ouders ontvangen. Op dit moment kunnen zij bijna nergens terecht voor ervaringsverhalen over de beste manier om hun kind te begeleiden.’

Op de website staan, zoals de naam al aangeeft, gewone mensen met hun gewone levens centraal. Crasborn: ‘In interviews vertellen dove kinderen en ouders over thema’s als onderwijs, werk, vrienden en vakantie. Al die verhalen zijn geordend naar onderwerp terug te vinden op de website.’ Toegankelijk voor alle ouders, want zowel de gesproken verhalen als de gebarentaalverhalen worden ondertiteld.

Op een laagdrempelige manier beantwoorden ouders van dove kinderen, dove volwassenen en experts vragen over alles wat maar van belang kan zijn bij het opgroeien met een gehoorbeperking. Daarbij komen ook de voordelen van meertaligheid naar voren. Crasborn licht toe: ‘Ouders maken zich bijvoorbeeld opvallend vaak zorgen over de vraag of hun kind later wel kan autorijden. Doven zijn prima in staat om aan het verkeer deel te nemen en hebben bij het besturen van een auto zelfs een voordeel door hun beter ontwikkelde visuele vermogens.’

Ook is er ruimte voor tips over de communicatie met jonge kinderen en nuttige links naar andere websites en vakliteratuur. Crasborn: ‘Ouders hebben hele verschillende behoeftes. Waar de een graag persoonlijke ervaringen leest, wil de ander misschien wetenschappelijk onderbouwde argumenten horen om een goede afweging te kunnen maken. Aan al die wensen proberen we tegemoet te komen.’ De website, mede tot stand gekomen door een Alfa Meerwaarde-subsidie van NWO, is dan ook nog work in progress: ‘We blijven de komende maanden interviews toevoegen en aan de hand van vragen die vanuit de doelgroep naar voren komen, proberen we de informatie zo volledig en passend mogelijk te maken.’

dinsdag 15 november 2016

Verlamde Nederlandse vrouw bedient tablet met hersenimplantaat

Een totaal verlamde Nederlandse vrouw kan dankzij een hersenimplantaat een tablet bedienen en zo woorden spellen. De 58-jarige Hanneke de Bruijne is als gevolg van de progressieve zenuwziekte ALS vrijwel volledig verlamd, maar kan door een hersenimplantaat sinds een jaar een tablet aansturen. Dat staat in het rapport van Utrechtse hersenonderzoeker Nick Ramsey dat is gepubliceerd in medisch tijdschrift New England Journal of Medicine.

maandag 14 november 2016

Kardia Band met medische hartslagmeter komt naar Europa

Apple houdt zich voorlopig ver van medische toepassingen, omdat ze daarvoor de benodigde toestemming moet hebben van instanties. Dat kan te omslachtig zijn voor een apparaat dat veelal recreatief wordt gebruikt. Makers van medische accessoires zoals AliveCor hebben daardoor kansen. Voor mensen met een hartaandoening is de hartslagmeter in de Apple Watch niet nauwkeurig genoeg, terwijl de Kardia dat wel zou moeten zijn. Het is zó geavanceerd dat het een komende hartaanval kan voorspellen, zodat een patiënt maatregelen kan nemen door bijvoorbeeld snel naar het ziekenhuis te gaan.

vrijdag 11 november 2016

Nederland kartrekker in Europees ehealth-project voor GGZ

Drie Nederlandse organisaties werken de komende jaren samen in het eMEN-project, een internationaal initiatief dat de inzet van e-health in de geestelijke gezondheidszorg moet stimuleren. In totaal lijdt 38 procent van de Europese bevolking aan een psychische aandoening, wat tot forse zorgkosten leidt. Volgens de Arq Psychotrauma Expert Groep, één van de organisaties die namens Nederland meewerkt aan het project, is het doel om de geestelijke gezondheidszorg toegankelijker, kwalitatief beter en meer kosteneffectief te maken door het toepassen van e-mental health-oplossingen.

donderdag 10 november 2016

Met een swipe-beweging van je alcoholprobleem af

Er is een app ontwikkeld die probleemdrinkers spelenderwijs helpt te stoppen of minderen met alcohol. Op 10 november gaat een onderzoek naar de effectiviteit van de app, die Breindebaas is gedoopt, van start. De betrokken onderzoekers zijn nu op zoek naar deelnemers die de app een aantal weken willen gebruiken.

Een samenwerkingsverband, van de Universiteit Twente, Tactus Verslavingszorg, Saxion Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam ontwikkelde de app en voert het onderzoek uit. Doel van de app is het doorbreken van onbewuste processen die een alcoholverslaving in stand houden. Gebruikers van de app krijgen daarom foto’s van allerhande drankjes te zien en krijgen de simpele opdracht om de alcoholvrije drankjes met een ‘swipe-beweging’ naar zich toe te halen en de alcoholhoudende drankjes van zich af te duwen. Het is de bedoeling dat de deelnemers dit zo snel mogelijk doen, om zo onbewuste associaties af te leren. Gebruikers moeten de training twee keer per week tien minuten volgen en dat over een periode van drie weken. Door herhaaldelijk te trainen verandert het reactie- en denkpatroon in het brein, zo is de gedachte.

De app is gebaseerd op een bestaande en succesvolle training, die is ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam. Volgens Marloes Postel, die het onderzoek leidt, is aangetoond dat de training in de verslavingskliniek zorgt voor zo’n 10 procent minder terugval na een jaar (een daling van de terugval van 50 naar 40 procent). “Dat is een heel goed resultaat in de verslavingszorg.” Met de app wil Postel de methode op een laagdrempelige manier voor een breed publiek toegankelijk maken. “Voor veel probleemdrinkers is de stap naar de reguliere verslavingszorg te groot.” Postel ziet de app op termijn overigens niet per se als een op zichzelf staande methode in de strijd tegen alcoholverslaving. “De app kan een onderdeel van een reguliere behandeling worden, of dienen als een toegangsinstrument tot de reguliere verslavingszorg.”

Op 10 november gaat een onderzoek naar het effect van de app van start. Belangrijkste vragen zijn of de app inderdaad leidt tot vermindering van het alcoholgebruik en de gebruikers er tevreden mee zijn. Iedereen die ouder is dan 18 jaar, die in het bezit is van een smartphone of een tablet en die zijn alcoholgebruik zou willen minderen, kan meedoen. Deelname aan het onderzoek is laagdrempelig. Deelnemers wordt gevraagd om drie keer een korte vragenlijst in te vullen en de app gedurende drie weken twee keer per week te gebruiken. In totaal kost deelname aan het onderzoek ongeveer anderhalf uur tijd. Geïnteresseerden kunnen zich tot 22 november aanmelden via www.breindebaasapp.nl. Onder de deelnemers worden vijf waardebonnen van 100 euro verloot. 

e-Senses introduceert vitamine D metende ring

De Nederlandse start-up e-Senses heeft in samenwerking met Holst Centre de eerste persoonlijke zonlicht, daglicht en vitamine D coach ontwikkeld. De Helios smart ring geeft de gebruikers persoonlijke feedback op de hoeveelheid zonlicht waaraan ze zijn blootgesteld en hoeveel vitamine D ze aanmaken, gekoppeld aan hun huidtype en gedrag. Het zorgt voor de perfecte balans tussen zonbescherming en het voldoende aanmaken van vitamine D.

Vitamine D is essentieel voor sterke tanden, spieren en botten en heeft aantoonbare impact als het gaat om kankerpreventie. Het wordt aangemaakt in onze huid door blootstelling aan zonlicht en zonlicht zelf is weer goed voor het immuunsysteem en de mentale en fysische gezondheid. We zijn allemaal op de hoogte van de gevaren van teveel zonlicht, wat ertoe leidt dat we ons beschermen tegen gevaarlijke UV straling. In combinatie met veranderende werk en vrijetijdspatronen creëren we hierdoor een levensstijl waarbij we teveel binnenshuis zijn. Het gevolg hiervan is dat zo'n miljard mensen op dit moment een tekort heeft aan vitamine D.

De Helios ring kenmerkt zich door een stijlvol en waterdicht ontwerp, verkrijgbaar in zwart en wit, dat perfect om je vinger past. Samen met de beschikbare app meet de ring de blootstelling van zon- en daglicht van de gebruiker. Gebaseerd op het profiel dat is aangemaakt in de app calculeert de ring hoeveel vitamine D je aanmaakt op dat moment. Om het profiel aan te maken selecteer je een van de 6 voorgeprogrammeerde huidtypes, welke kleding je draagt en/of je zonnebrandcrème gebruikt.

De Helios app (iOS en Android) laat de dagelijkse vitamine D productie zien en informeert je wanneer je de minimale hoeveelheid daglicht hebt bereikt. Ook kun je statistieken zien per week, maand en jaar met betrekking tot daglicht, zonlicht en vitamine D. De daglicht coach motiveert de gebruiker om elke dag genoeg daglicht op te nemen terwijl de zonlicht coach je adviseert over bescherming (gebruik van zonnebrand, schaduw opzoeken, omdraaien) tegen UV radiatie om verbranding door de zon te voorkomen.

De Helios smart ring is verkrijgbaar vanaf februari 2017. De ring is nu al te koop als pre-order via crowdfunding platform Indiegogo. E-Senses zal ook aanwezig zijn op de Holland Start-up Pavilion op CES 2017 in Las Vegas op 5 januari 2017.

woensdag 9 november 2016

'Patiënten kunnen veel meer gebruikmaken van eHealth’

Het is niet de techniek, maar de mensen die bepalen hoe eHealth zich ontwikkelt. Alleen het aanbieden van een eHealth-dienst op een website is niet genoeg. Een maatschappelijke innovatie is nodig, zo blijkt uit de eHealth-monitor 2016. Alle partijen in het zorgveld hebben hierin een rol: Zorgaanbieders: stimuleer het gebruik van eHealth actief bij patiënten. De overheid: neem regie en maak het gebruik van standaarden voor het elektronisch delen van gezondheidsinformatie minder vrijblijvend. Wetenschappelijke beroepsverenigingen: neem het gebruik van eHealth op in richtlijnen en zorgpaden.

dinsdag 8 november 2016

Verlamde Amerikaan kan weer voelen

De technologie op het gebied van de gezondheidszorg ontwikkelt zich razendsnel. Vooral op het gebied van protheses zijn er altijd interessante ontwikkelingen. De 28-jarige Nathan Copeland, die meedoet aan een project van Amerikaanse wetenschappers, ondervindt dat aan de lijve. Sinds kort is hij in staat om te voelen welke robotvingers er door de arts worden aangeraakt.

maandag 7 november 2016

Artsen AMC zetten Pebble smartwatch in voor therapietrouw bij jongeren

Het AMC onderzoekt of jongeren met hulp van een eHealth platform en smartwatch hun medicijnen trouwer slikken.

Deze maand krijgen dertig tieners die dagelijks hiv-pillen moeten slikken, de apparatuur uitgereikt. De proef duurt twaalf maanden. Als het goed werkt, wordt gekeken of de therapietrouw van meer jongeren met ook andere chronische aandoeningen op deze manier kan worden verbeterd.

De deelnemende jongeren krijgen een Pebble smartwatch die in verbinding staat met de mobiele telefoon. Op het moment dat de pil moet worden ingenomen, geeft het horloge een trilling af. In de ideale situatie neemt de patiënt de pil en drukt op een knopje om te laten weten dat de pil is ingenomen. Of hij drukt een andere knop in om te laten weten dat hij nog even wacht of een derde knop dat hij de pil niet inneemt.

Het bijzondere is dat de patiënt één of meerdere personen (buddy's) kan uitkiezen die zijn verbonden aan het horloge van de patiënt. Als de pil niet wordt ingenomen of de zin ontbreekt kan die persoon, ouder of vriend of wie dan ook, contact opnemen. "Joh, je moet je pil nog slikken." Ook gaan de gegevens over het slikken van pillen naar de behandelend arts in het AMC.

"Je geeft kinderen zo op een leuke manier meer autonomie over het slikken van medicijnen. En wij als artsen krijgen beter inzicht in het slikgedrag van de patiënt", zegt kinderarts Dasja Pajkrt van het AMC. "We kunnen een melding krijgen als de therapietrouw onder een bepaald percentage daalt."

De bouwer van het systeem is het Amstelveens bedrijf Medicine Men. Het project is mede mogelijk gemaakt met een subsidie van het Aidsfonds en Health Holland van het ministerie van Economische Zaken.

vrijdag 4 november 2016

Start-up sleutelt aan betaalbare bionische lichaamsdelen

Bionische lichaamsdelen druppelen stilaan op de markt, al zijn ze momenteel nog ontzettend duur. Het Britse OpenBionics wil de prijzen drastisch naar beneden halen - van tienduizenden naar duizenden euro's - met een fabricageproces dat grotendeels op 3D-printing is gebaseerd. Voor het Britse meisje Tilly (10), dat samen met het bedrijf een prototype van zo'n bionische hand uittest, is het alvast een opsteker. Voor een meisje van tien geeft Tilly Lockey een stevige handdruk. Maar de rechterhand waarmee ze die gaf, is er niet zomaar een. De 'spieren' zijn een systeem van kabeltjes. De 'gewrichten' zijn gierende servo's, waarmee de mechanische vingers zich met een robotische precisie rond mijn knokels wrikken.

donderdag 3 november 2016

iPhone-laboratorium voor kanker

De iPhone wordt al vaak voor medische toepassingen gebruikt, zoals het meten van hartritmestoornissen en het onderzoeken van darmziekte. De Washington State University heeft nu een draagbaar iPhone-laboratorium ontwikkeld die kanker vast kan stellen met een zekerheid van 99%. Het draagbare laboratorium maakt gebruik van een iPhone 5 en de bijbehorende camera om samples te analyseren op symptomen van kanker. Het onderzoeksteam, dat geleid wordt door professor Lei Li, heeft de set ontwikkeld zodat er sneller onderzoek gedaan kan worden.

woensdag 2 november 2016

Toch minder betaald voor gestolen medische gegevens

Onderzoek door Intel Security wijst uit dat de prijs voor gestolen medische gegevens van patiënten op dit moment lager is dan die van financiële gegevens of betalingsgegevens uit de retailsector. Dit ondanks het feit dat gegevens van creditcards en pinpassen steeds korter misbruikt kunnen worden, omdat gestolen nummers en passen snel worden geblokkeerd.

Intel Security heeft de afgelopen jaren gezien dat cybercriminelen hun werkveld uitbreiden van financiële gegevens naar medische gegevens. Terwijl creditcard- en pasnummers snel geblokkeerd en vervangen kunnen worden, is dat niet het geval voor persoonlijke medische gegevens. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om achternaam, de meisjesnaam van de moeder van de patiënt, BSN-nummers, verzekeringsgegevens en adresgegevens. Maar ondanks de verwachting dat dat waarde van gestolen medische gegevens snel zou stijgen naar het niveau van financiële gegevens, wijst het onderzoek van Intel Security dit niet uit.

De gemiddelde prijs voor medische gegevens ligt weliswaar iets hoger dan die voor algemene persoonlijke informatie, maar is lager dan de prijs die wordt gevraagd voor financiële gegevens. Voor financiële accountgegevens wordt tussen de $14,00 en $25,00 per record betaald; de prijs voor creditcardnummers ligt tussen de $4,00 en $5,00. Voor medische gegevens varieert de prijs tussen de $0,03 en $2,42. Hieruit blijkt dat cybercriminelen nog altijd makkelijker geld kunnen verdienen met financiële data dan met medische gegevens.

Daar komt bij dat het te gelde maken van gestolen medische gegevens criminelen vaak meer werk kost dan bij financiële gegevens. Na diefstal van een set medische gegevens, moet de databuit bijvoorbeeld eerst geanalyseerd worden en mogelijk gekoppeld worden aan data die zijn gestolen uit andere bronnen, voordat er lucratieve mogelijkheden zijn voor fraude, diefstal of afpersing. Financiële data bieden cybercriminelen daarom een snellere en aantrekkelijkere ‘return on investment’.

Gestolen creditcard- of pinpasgegevens zijn direct bruikbaar en kunnen snel worden doorverkocht, nog voordat consumenten, banken of retailers de diefstal ontdekken en de betreffende nummers blokkeren. Gesloten medische gegevens daarentegen, behouden langer hun waarde, maar vereisen meer tijd en middelen om er echt iets mee te kunnen doen.

dinsdag 1 november 2016

iOS 10.1-bug maakte Gezondheid- en Activiteit-data onzichtbaar

iOS 10.1 blijkt problemen op te leveren bij mensen die de Gezondheid- en Activiteit-app gebruiken. Meerdere mensen merken dat ze alle gegevens zijn gewist na het updaten naar iOS 10.1. Bij het openen van de recente activiteit krijgen ze een ronddraaiend icoontje te zien. Het probleem is maandag snel verholpen met een software update.