vrijdag 30 december 2016

Eerste implantatie in Nederland van draadloze minisensor voor monitoring hartfalen

In het UMC Utrecht is deze week voor het eerst in Nederland bij een patiënt een miniatuursensor in de longslagader geïmplanteerd waarmee de druk in de longslagader kan worden gemeten. De patiënt stuurt via de sensor essentiële informatie over de status van hartfalen naar zijn arts. Op basis van deze gegevens kan de arts maatregelen nemen om de kans op een ziekenhuisopname te verkleinen. Uit onderzoek blijkt dat met deze nieuwe technologie het aantal ziekenhuisopnamen voor hartfalen tot 37% kan verlagen.

Hartfalen ontstaat wanneer het hart niet in staat is voldoende bloed rond te pompen om in de behoeften van het lichaam te voorzien. Er zijn verschillende oorzaken voor hartfalen. Veel voorkomende oorzaken zijn bijvoorbeeld een doorgemaakt hartinfarct of langdurige hoge bloeddruk. Omdat  artsen niet goed op afstand de status van de aandoening kunnen monitoren moeten patiënten regelmatig naar het ziekenhuis voor controle.

Het CardioMEMS HF-systeem meet direct de druk in de longslagader. De druk in de longslagader neemt toe bij verergering van hartfalen en dit treedt eerder op dan veranderingen in gewicht en bloeddruk waarop meestal wordt gestuurd bij patiënten met hartfalen. De patiënt stuurt via de minisensor vanuit huis dagelijks essentiële informatie over de status van zijn hartfalen naar een arts. Hierdoor kan de arts een verergering van hartfalen sneller signaleren en een behandeling aanpassen om zo de kans op een ziekenhuisopname te verkleinen.

In een grote Amerikaanse studie werd de effectiviteit van de minisensor grootschalig onderzocht bij 550 patiënten met hartfalen die in de voorgaande twaalf maanden in het ziekenhuis waren opgenomen vanwege hartfalen. Uit dit onderzoek blijkt dat deze nieuwe technologie het aantal ziekenhuisopnamen voor hartfalen met 37 procent kan verlagen.

“Deze sensor geeft ons de mogelijkheid om patiënten met ernstig hartfalen die regelmatig worden opgenomen intensief te monitoren om zo verergering van hartfalen te voorkomen. Een mooi voorbeeld hoe we de zorg van de individuele patiënt kunnen verbeteren door middel van nieuwe eHealth technologieën”, aldus Prof. dr. Folkert Asselbergs, cardioloog bij het Hart- en vaatcentrum in het UMC Utrecht.

De nieuwe chip is ontwikkeld om het hele leven van de patiënt mee te gaan en heeft geen batterijen nodig. Zodra de minisensor is geïmplanteerd, stuurt deze draadloos drukmetingen naar een beveiligd, extern elektronisch patiëntsysteem. De patiënt ervaart geen pijn of gevoeligheid tijdens de metingen. Via de minisensor kan een patiënt informatie over de status van zijn hartfalen regelmatig naar een arts sturen, zonder dat hij daarvoor speciaal naar het ziekenhuis hoeft te komen.

Volgens de Hartstichting krijgen in Nederland elk jaar meer dan 25.000 mensen voor het eerst de diagnose hartfalen. Naar schatting zijn er bijna 142.000 mensen met hartfalen in Nederland, waarvan 85 procent ouder is dan 65 jaar. Jaarlijks worden er 29.000 patiënten in het ziekenhuis opgenomen en sterven er 7.000 patiënten aan de gevolgen van hartfalen.

Complexe medicijnenfabrieken samenballen tot één kleine reactor, met de cel als inspiratie

Van veel medicijnen en chemicaliën is de productiewijze omslachtig, met een eigen reactor voor elke chemische reactie. Een onderzoeksconsortium onder leiding van TU/e-hoogleraar Volker Hessel wil het helemaal anders gaan doen. Binnen biologische cellen verlopen ketens van reacties feilloos naast en door elkaar. De onderzoekers willen dat proces imiteren zodat ze een keten van reacties tegelijkertijd in een enkele reactor kunnen laten plaatsvinden. Dit moet leiden tot gigantische besparingen in de productie- en ontwikkelingskosten van medicijnen, maar ook tot nieuwe kansen voor gepersonaliseerde medicijnen. Het onderzoek, met vier miljoen EU-subsidie, gaat in januari van start.

Het produceren van medicijnen en chemicaliën vergt meestal meerdere chemische reacties om tot het gewenste eindproduct te komen. De hedendaagse praktijk is dat die reacties allemaal afzonderlijk plaatsvinden in hun eigen reactor, waarin temperatuur, druk en oplosmiddel zijn aangepast aan de specifieke reactie. Bovendien is de reactor meestal een batchreactor, wat wil zeggen dat er een grote hoeveelheid grondstoffen in gaat, deze worden langzaam bewerkt, en verlaten de reactor meestal uren of dagen later. Dat is erg omslachtig en tijdrovend. Bij elke reactie moet het mengsel op temperatuur worden gebracht, en later wordt het weer afgekoeld. Ook moet tussen elke stap het gewenste tussenproduct worden gescheiden van ongewenste bijproducten.

Dat kan anders, denkt een collectief van onderzoekers van de TU Eindhoven, TU Delft en verschillende buitenlandse universiteiten. Hun inspiratie is de biologische cel. In deze piepkleine ruimte slaagt de natuur erin veel verschillende chemische reactieketens (cascades) te laten plaatsvinden, bij dezelfde druk en temperatuur en in hetzelfde oplosmiddel (water). En dat ook nog continu, dus snel. Cellen doen dat met hulp van enzymen, stoffen die de reacties een handje helpen. De onderzoekers willen op soortgelijke wijze medicijnen kunnen maken in kleine chemische reactors die continu werken.

Dat heeft vele potentiële voordelen. Het hele proces verloopt veel sneller, vergt veel minder energie en ruimte, er ontstaat veel minder afval en er zijn geen milieubelastende oplosmiddelen nodig. Ook kan er met veel kleinere hoeveelheden gewerkt worden, wat gunstig is voor bijvoorbeeld de productie van gepersonaliseerde medicijnen. En er is veel minder apparatuur nodig, die ook nog eens kleiner is. De onderzoekers schatten dat invoering van de technologie die ze gaan ontwikkelen wereldwijd tientallen miljarden aan besparing kan opleveren. Als testcases gaan ze op deze nieuwe manier vier veelgebruikte bestaande medicijnen maken (pijnstillende cannabinoïden, het galsteenmedicijn ursodiol, de bloeddrukverlager Valsartan en het kankermedicijn Capecitabine).

Om dit te bereiken moeten de wetenschappers een aantal flinke hordes nemen. Als de verschillende chemische reacties bij elkaar en gelijktijdig plaats moeten vinden, dan mogen ze elkaar niet beïnvloeden. De onderzoekers gaan verschillende technieken ontwikkelen om de verschillende reactiestappen de benodigde afzondering te bieden. Ook gaan ze bekijken of het mogelijk is om de gewenste medicijnen te produceren door alleen reacties te combineren die elkaar niet beïnvloeden – dan is er geen afzondering meer nodig. Speciale aandacht is er voor de beheersing van de processen, die veel complexer is dan bij de klassieke stap-voor-stapmethode. Uiteindelijk willen de onderzoekers met de nieuwe inzichten een kant-en-klare nieuwe productietechniek afleveren.
De TU Eindhoven is de grootste deelnemer aan het project met de titel One-Flow (Catalyst cascade reactions in One-Flow within a compartimentalized, green-solvent ‘digital synthesis machinery’ – end-to-end green process design for pharmaceuticals). Vanuit de TU/e zijn, naast Volker Hessel, onder meer hoogleraren Kitty Nijmeijer en Jan van Hest en Tim Noël betrokken, allen van de faculteit Scheikundige Technologie. Andere partijen zijn de TU Delft, TU Graz, Universität Bielefeld, Centre National de la Recherche Scientifique, Cambridge University, University of Hull en het Duitse bedrijf Microinnova Engineering. Samen krijgen ze bijna 4 miljoen euro subsidie uit het FET-Openprogramma van de EU voor ‘radicaal nieuwe technologieën’.

donderdag 29 december 2016

Kunstmatig blad als mini-fabriek voor medicijnen

Medicijnen duurzaam en goedkoop produceren, waar je maar wilt. Middenin een jungle of zelfs op Mars. Met dat toekomstbeeld presenteren chemici van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) een ‘mini-fabriek’ waarmee je zonlicht kunt opvangen en hiermee chemische producten kunt maken. Ze keken het kunstje af van de natuur, waar bladeren in staat zijn voldoende zonlicht te verzamelen voor de productie van voedsel. De reactor – bewust gevormd naar een blad – beschrijven ze vandaag in het tijdschrift Angewandte Chemie. 

Het benutten van zonlicht voor het maken van chemische producten is al tijden een droom onder chemici. Probleem is dat het beschikbare zonlicht te weinig energie levert om reacties op gang te helpen. Maar de natuur slaagt hier wel in. In bladeren vangen antennemoleculen energie uit het zonlicht op en verzamelen dit in reactiecentra van het blad. Daar is dan voldoende zonne-energie voor de chemische reacties die de plant zijn voedsel geeft (fotosynthese).

De onderzoekers stuitten op de relatief nieuwe materialen die op een vergelijkbare manier zonlicht kunnen opvangen, zogeheten luminescent solar concentrators (LSC). Speciale lichtgevoelige moleculen in deze materialen vangen een groot deel van het inkomende licht in. Dit licht zetten ze vervolgens om naar een bepaalde kleur die via lichtgeleiding in het materiaal naar de randen wordt begeleid. Deze LSC’s worden in de praktijk vaak gebruikt in combinatie met zonnecellen om hiervan het rendement te verhogen.



De onderzoekers, onder leiding van dr. Timothy Noël, combineerden het idee van een LSC met hun kennis van microkanalen. Ze brachten zeer dunne kanaaltjes aan in een LSC van siliconenrubber waardoorheen vloeistoffen gepompt kunnen worden. Zodoende konden ze inkomend zonlicht met voldoende hoge intensiteit in contact brengen met moleculen uit de vloeistof, waardoor chemische reacties tot stand kwamen.

Hun gekozen reactie dient als een eerste voorbeeld, maar de resultaten hiervan overtroffen al hun verwachtingen, en niet alleen in het lab. “Zelfs in een experiment op een halfbewolkte dag was de chemische productie 40 procent hoger dan in een vergelijkbare opzet zonder LSC-materiaal”, zegt onderzoeksleider Noël. “We zien nog veel mogelijkheden tot verbetering. We hebben hier een krachtige tool in handen voor het duurzaam en op zonlicht gebaseerd produceren van waardevolle chemische producten, zoals medicijnen of landbouwbeschermingsmiddelen.”

Zeker voor de productie van medicijnen is de potentie groot. De chemische reacties waarmee medicijnen worden geproduceerd vereisen momenteel giftige chemicaliën en veel energie in de vorm van fossiele brandstoffen. Bij gebruik van zichtbaar licht worden dezelfde reacties duurzaam, goedkoop en in theorie talloze malen sneller. Maar volgens Noël hoeft het daar niet bij te blijven. “Met een reactor als deze kun je in principe op elke willekeurige plek medicijnen maken, of het nu malariamedicijnen in de jungle zijn of paracetamol op Mars. Je hebt feitelijk alleen zonlicht nodig en deze mini-fabriek.”

woensdag 28 december 2016

Online inschrijven bij één op de drie dokterspraktijken onveilig

Online inschrijven is de achilleshiel van veel dokterspraktijken. Sites van dokterspraktijken waarop herhaalrecepten kunnen worden aangevraagd zijn niet beveiligd.

Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws onder ruim driehonderd dokterspraktijken. Bij de 197 praktijken werd in 29,3 procent van de gevallen geen gebruik gemaakt van een beveiligde https-verbinding bij het versturen van medische gegevens.

In 2013 tikte de Autoriteit Persoonsgegevens huisartsen en apothekers al op de vingers vanwege het verwerken van herhaalrecepten met een onbeveiligde verbinding.

dinsdag 27 december 2016

Subsidie voor het project WHEELS

Het onderzoeksproject WHEELS staat voor ‘Wheelchair ExercisE and Lifestyle Study’ en heeft tot doel een online leefstijlprogramma en begeleidingstraject te ontwikkelen voor rolstoelgebruikers. Het lectoraat Kracht van Sport (HvA/InHolland) heeft voor dit project samen met haar samenwerkingspartners een RAAK-publiek-subsidie ontvangen.

Het lectoraat Kracht van Sport, lector Marije Baart de la Faille-Deutekom, is penvoeder van het project WHEELS. Het onderzoek start officieel in februari 2017. Het project is mede tot stand gekomen door vragen van leefstijlprofessionals, vertegenwoordigers van de doelgroep, (docent)onderzoekers en studenten. Zij willen onderzoeken aan welke criteria een online leefstijlprogramma moet voldoen om een actieve leefstijl te bevorderen bij rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie.

Het begeleiden van rolstoelgebonden mensen met een dwarslaesie of amputatie na hun revalidatie op het gebied van een actieve leefstijl is van groot belang, vanwege de vele leefstijlgerelateerde problemen in deze doelgroep. Professionals spelen hier een grote rol in, maar het lukt hen op dit moment niet om deze doelgroep te begeleiden naar een gezonde leefstijl. Professionals zien wel veel potentie in de inzet van een digitale leefstijlapplicatie bij het in beweging brengen en houden van mensen met een beperking.

Naast het lectoraat Kracht van Sport (Inholland/HvA) leveren de lectoraten  Medische Technologie (Inholland) en Gewichtsmanagement (HvA) een bijdrage. Ook is het Inholland Health & Technology Centre (IHTC), de Nederlandse beroepsvereniging Leefstijlprofessional (NBLP), revalidatiezorginstelling Reade/VU, Dwarslaesie Organisatie Nederland, Heliomare en DigiFit B.V. betrokken.

Met RAAK-publiek financiert de overheid onderzoeksprojecten van hogescholen in samenwerking met de publieke sector. De regeling stimuleert samenwerking en kennisuitwisseling. Zo moeten praktische innovaties mogelijk worden die direct aansluiten op de dienstverlening door de sector.

vrijdag 23 december 2016

Partners kankerpatiënten tevreden over online hulpcursus

Twintig tot dertig procent van de partners van kankerpatiënten kampt met psychologische problemen. Bij patiënten die ongeneeslijk ziek zijn, ligt dit percentage zelfs nog hoger. Wetenschappers van UT-onderzoeksinstituut IGS en het VU Medisch Centrum hebben daarom speciaal voor de partners een online hulpcursus ontwikkeld. Uit het promotieonderzoek van Nadine Köhle komt naar voren dat de partners tevreden zijn over de cursus en dat deze ze helpt beter om te gaan met hun situatie.
Köhle promoveerde afgelopen week aan de Universiteit Twente op haar onderzoek. 

Partners van kankerpatiënten hebben de neiging om zichzelf weg te cijferen. Hun problemen vallen immers in het niet bij de klachten van hun zieke partner. Een groot gedeelte van de partners kampt met klachten als slaapproblemen, depressie, vermoeidheid, sociaal isolement en angst. Volgens Nadine Köhle is er onvoldoende aandacht voor deze situatie. “Verschillende onderzoeken laten zien dat de partners behoefte hebben aan ondersteuning.” Echter, de partners zijn doorgaans druk met zorgtaken en ze richten zich met name op het welzijn van de patiënt. Dat is dan ook de reden dat de online hulpcursus ‘Houvast, voor elkaar’ is ontwikkeld die deelnemers kunnen volgen op een moment dat het ze uitkomt. Binnen haar promotieonderzoek heeft Köhle de cursus ontwikkeld en geëvalueerd. De cursus is gebaseerd op benaderingen vanuit de positieve psychologie (Acceptance and Commitment Therapy (ACT) en zelfcompassie).

Uit het onderzoek komt naar voren dat de deelnemers de cursus erg waardeerden. 85 procent van de deelnemers was (zeer) tevreden over de cursus. Ruim tachtig procent gaf aan dat de cursus ze (sterk) geholpen heeft om met de problemen om te gaan en bijna 85 procent zou de cursus aanbevelen aan bekenden die in dezelfde situatie zaten. Verder was opvallend dat bijna zeventig procent de cursus afrondde, een zeer hoog percentage voor dergelijke cursussen. Köhle: “Het is mooi om te zien dat deelnemers tevreden zijn. Ze zijn zich na afloop bewuster van de situatie waarin ze zitten. De interventie heeft ook een positief effect op de relatie met de partner; ze voelen ze zich meer verbonden. Voor ons was het goed om te zien dat de ideeën waarmee we de cursus hebben ontwikkeld in de praktijk ook echt blijken te werken. De processen van ACT en zelfcompassie sluiten goed aan bij de problematiek.”

In het onderzoek keek Köhle ook wat de beste vorm van begeleiding van de partners is. Zo kreeg een gedeelte van de deelnemers geautomatiseerde feedback, terwijl een andere groep gepersonaliseerde feedback kreeg. Deze laatste variant leek op de lange termijn het herstel het best te bevorderen. Over wat uiteindelijk de beste vorm en variant van de cursus is, kan Köhle op basis van haar onderzoek, nog geen harde conclusies trekken. “Daar is meer vervolgonderzoek voor nodig. De resultaten laten wel zien dat Houvast, voor elkaar het potentieel heeft om psychologische klachten bij partners van kankerpatiënten te verminderen.”

“De cursus is, in aangepaste vorm, ook geschikt voor andere doelgroepen”, voegt de promovenda toe. “Denk bijvoorbeeld aan andere mantelzorgers van kankerpatiënten, of aan partners van mensen met een andere chronische ziekte.” Onderzoekers van het UMCU zijn momenteel aan het onderzoeken of de cursus ook geschikt is voor partners van mensen met ALS. 

donderdag 22 december 2016

'Ziekenhuizen beveiligen patiëntenportalen onvoldoende'

De beveiliging van de patiëntportalen die ziekenhuizen aanbieden is nog te vaak onvoldoende omdat er voor het inloggen geen tweefactorauthenticatie wordt gebruikt. Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens in een brief aan de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Steeds meer ziekenhuizen hebben een patiëntenportaal. Via zo’n portaal kunnen patiënten online hun gegevens inzien. Bij de toegang tot gegevens die onder het medisch beroepsgeheim vallen is patiënt-authenticatie, controleren of degene die wil inloggen daadwerkelijk de patiënt is, op het hoogste betrouwbaarheidsniveau vereist, zo laat de toezichthouder weten.

woensdag 21 december 2016

Zieke zwangere vrouw kan 'virtueel' thuis zijn dankzij MMC Veldhoven

Zwangere vrouwen die vanwege complicaties lang in het Máxima Medisch Centrum moeten verblijven, kunnen vanaf nu contact houden met hun gezin via een speciale bril, een smartphone en een live-verbinding. Dit systeem, de VisitU, wordt al een jaar ingezet op de kinderafdeling van het ziekenhuis.Patiënten die verblijven op de Obstetrische High Care kunnen met bril en verbinding live zien wat er in hun eigen huis gebeurt. De camera die thuis wordt neergezet geeft een 360 graden beeld. De drager van de bril kan dus rondkijken.

dinsdag 20 december 2016

Database met 200.000 ziekenhuistarieven online

Na het lanceren van een module waarin met consumenten ziekenhuisrekeningen zijn verzameld begin september 2016, gaat de Consumentenbond alle bekende tarieven nu ook publiceren. In de database staan meer dan 200.000 prijzen van ziekenhuisbehandelingen.

Ruim 14.000 consumenten steunden de actie #watkostmijnzorg en velen deelden hun behandelkosten. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Consumenten kunnen met de database vooraf behandelkosten van verschillende ziekenhuizen vergelijken maar ook achteraf kijken of hun rekening klopt en zo actief meewerken om eventuele foute declaraties boven water te krijgen.’

Zorgverzekeraars en ziekenhuizen zeggen ernaar te streven om de tarieven voor gecontracteerde zorg voor 2017 uiterlijk 1 januari 2017 vast te stellen. Combée: ’Wij hopen dat ze die zelfopgelegde deadline inderdaad halen en dat we de tarieven voor 2017 ook zo snel mogelijk kunnen delen met consumenten.’

Consumenten die een ziekenhuisrekening controleren waarvan nog geen gegevens in de module beschikbaar zijn, krijgen (indien bekend) de gemiddelde prijs in Nederland te zien .

De campagne #watkostmijnzorg heeft al verschillende successen geboekt. Alle grote verzekeraars en enkele ziekenhuizen gaven een deel van hun gecontracteerde tarieven vrij. Het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) te Beverwijk gaf zelfs exclusief aan de Consumentenbond inzage in hun tarieven.

Open State Foundation, met wie de Consumentenbond de ziekenhuisrekeningenvergelijker heeft ontwikkeld, verwacht deze week uitspraak van de Raad van State over het hoger beroep dat zij tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft aangespannen om inzage te krijgen in alle ziekenhuistarieven. Ook minister Schippers heeft de NZa heeft inmiddels opdracht gegeven om een plan te maken om alle zorgtarieven stapsgewijs bekend te maken.

E-sigaret ontploft in vliegtuig

Een e-sigaret van een passagier vatte vlam, maar het apparaat kon vlug worden gedoofd - wellicht vanwege de ervaringen inmiddels met vlamvattende smartphones, waar een blusprocedure voor is. Een vlucht van Texas naar Indiana moest ondanks dat een tussenlanding maken in het zuidelijker gelegen Arkansas door de kleine brand aan boord, zo meldt Cnet. In de VS mag je e-sigaretten sinds vorig jaar voor de ingecheckte bagage. Als je het apparaat meeneemt in het vliegtuig, mag het tijdens de vlucht niet worden opgeladen.

maandag 19 december 2016

LipoCoat wint MicroNano Start-Up of the Year contest 2016

De tweede editie van de MicroNano Start-Up of the Year Contest is gewonnen door het veelbelovende Enschedese bedrijf LipoCoat. Op de tweede dag van de International MicroNano Conference in Amsterdam vond de huldiging plaats en werd een oorkonde uitgereikt aan Raoul Oostenbrink, director of business development, door Ronny van 't Oever, voorzitter van de brancheorganisatie MinacNed. "A Firm Business Case, Good Market Chances and Solving a Problem of Today" zo karakteriseerde de zevenkoppige internationale jury van deskundigen de winnende pitch. MinacNed is organisator van de jaarlijkse conferentie en de contest.

De technologie die LipoCoat gaat vermarkten is een 'bio-inspired coating', die weerstand biedt tegen biologische vervuiling van eiwitten, cellen en bacteriën. Dergelijke vervuiling geeft veel problemen in de gezondheidszorg, ondermeer als veroorzaker van infecties en ontstekingen. De technologie kan breed worden toegepast in het domein van biomaterialen en medische hulpmiddelen. LipoCoat richt zich bijvoorbeeld op coatings voor katheters.

Achttien voorgeselecteerde kandidaten kregen de gelegenheid zich met een 'pitch' te presenteren in de entrepreneurship sessies van de International MicroNano Conference op 13 en 14 december in de Beurs van Berlage in Amsterdam. De twee runners-up deden volgens de jury weinig onder voor de winnaar. Eyesiu Medicines uit Leiden was een hele goede tweede en DENSsolutions uit Delft kwam daar nipt als derde achteraan.

Eyesiu gaat de markt bestormen met een 'drug delivery' oplossing op basis van lipiden, die het toedienen van medicijnen tegen ontstekingen aan oog, oor en huid veel minder belastend maakt voor de patiënt en tegelijk de kosten daarvan sterk reduceert. DENSsolutions is al op de markt met producten en systemen die in situ toepassing van TEM elektronen microscopie mogelijk maken in het nanolab die voorheen niet kon worden gerealiseerd. Het hele vakgebied wordt daarmee vooruit geholpen, zowel in de wetenschappelijke sfeer als bij commerciële bedrijven.

De MicroNano Start-Up of the Year 2016 contest werd georganiseerd door MinacNed en ondersteund door Value Creation Capital/TechNano Fund, Golden Egg Check, Brooklyn Ventures, Cottonwood Technology Fund, FHI Federation of Technology Associations, Greenfield Capital Partners, GtG Investments.

vrijdag 16 december 2016

Medische scanner Scanadu in de problemen door toezichthouder

Scanadu, het bedrijf achter de medische scanner van de Belg Walter De Brouwer, zit in de problemen. Toezichthouder FDA mag van toezichthouder FDA geen ondersteuning meer bieden voor het apparaat vanaf maart 2017. Walter De Brouwer woont en werkt sinds mei 2011 in San Francisco en werd naar eigen zeggen geïnspireerd door de tricorder van Star Trek. Het apparaat dat een zeer snelle scan van iemands gezondheid maakt, kan de temperatuur, bloeddruk, long- en andere vitale functies meten zonder direct contact met het lichaam te maken.

donderdag 15 december 2016

Bewegingslab Hogeschool Utrecht geopend

Op 13 december is het Bewegingslab Human Movement & Adaptation geopend bij het Instituut voor Bewegingsstudies van Hogeschool Utrecht. In het lab staat nieuwe apparatuur waarmee studenten, onderzoekers en docenten onderzoek doen naar hoe mensen met een ziekte of aandoening bewegen, en hoe dat de kwaliteit van leven beïnvloedt.

Henri Kiers, directeur van het Instituut voor Bewegingsstudies, schetste tijdens de opening een alledaagse situatie waarvoor de hightech apparatuur in het Bewegingslab dient: een man met een dwarslaesie die gewoon wel eens een kopje koffie voor zijn vrouw wilde zetten. “Kijken naar wat iemand nog wel kan, en hoe iemand zelfredzaam kan zijn. Dat is waar het Bewegingslab om draait. Dat is hier bij het instituut al vanzelfsprekend, maar nog niet in de praktijk. Door studenten hier in te trainen, zal het de komende tijd gemeengoed worden onder fysio- en oefentherapeuten.”

Zowel bachelor- als masterstudenten kunnen in het Bewegingslab bij lopende onderzoeken worden ingezet, onder begeleiding onderzoek doen en leren hoe motorisch leren onderdeel kan zijn van bestaande revalidatieprocessen. De apparatuur in het lab is van Hogeschool Utrecht (HU) en afkomstig van MotekForce Link, een internationaal bedrijf dat hightech apparatuur ontwikkelt voor revalidatieprocessen. Het bedrijf investeert in samenwerking met de HU via het Bewegingslab, waar zij terecht kan met onderzoeksvragen.

De onderzoeksgroep Human Movement & Adaptation van de HU doet onderzoek naar de relatie tussen een aandoening en de wijze waarop het bewegen wordt aangepast, waarbij de bevindingen zullen worden vertaald naar in de praktijk zinvolle en bruikbare meetinstrumenten en interventies (technologische innovatie). Door de betrokkenheid van de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen (FGB) van de VU Amsterdam en Motekforce Link als private partner, wordt de noodzakelijke brug geslagen tussen fundamentele theorie en klinische praktijk.

maandag 12 december 2016

Engelse gezondheidszorg nog goeddeels op Windows XP

De verschillende onderdelen van de Engelse National Health Trust draaien nog grotendeels met pc's onder Windows XP. Het contract met Microsoft voor verlengde ondersteuning liep al bijna 2 jaar geleden af. De trage voortgang met het vervangen van Windows XP bij de NHS bleek uit een rondvraag van Citrix op basis van de Freedom of Information Act. Dat kreeg daarop een reactie van 42 van de 63 aangeschreven onderdelen van de NHS. 90 procent van de NHS-onderdelen die reageerden, zeiden nog te werken met pc's onder Windows XP.

donderdag 8 december 2016

UMCG lanceert een voor Nederland unieke app

Patiënten met spraakapraxie kunnen straks thuis aan de slag met oefeningen die de logopedist speciaal voor hen klaarzet. Dat kan met de voor Nederland unieke app. De app is door het UMCG Centrum voor Revalidatie samen met ICT- bedrijf Wild Sea ontwikkeld voor mensen met spraakapraxie. Tijdens een speciale bijeenkomst in Beatrixoord wordt de app op maandag 12 december gelanceerd.

Spraakapraxie komt voor bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Zij hebben problemen met het doelbewuste spreken, zijn vaak minder goed verstaanbaar en ‘hun melodie’ wijkt af. Per persoon varieert de ernst van de apraxie: van onvermogen tot spreken tot lichte haperingen bij vermoeidheid. In Nederland krijgen ongeveer 3000 mensen per jaar spraakapraxie.

De app is onderdeel van de behandeling van mensen met spraakapraxie. De logopedist zet oefeningen klaar en stelt de app zo in dat deze hulp op maat biedt. De patiënt kan hiermee thuis op de iPad zo vaak oefenen als hij of zij wil en dat is heel belangrijk bij de behandeling: veel oefenen op het juiste niveau. Met de lancering van deze app wordt een grote stap gezet met het toepassen van eHealth bij logopedie. De ontwikkelaars van de app werken nu ook al aan volgende stappen. Zo wordt de app nog persoonlijker gemaakt. In de toekomst kan een patiënt bijvoorbeeld eigen foto’s uploaden van mensen of voorwerpen met daaraan gekoppeld de juiste gesproken woorden en zinnen. Zo kan de patiënt oefenen met woorden en beelden die voor hem belangrijk zijn. Voor mensen met afasie wordt een behandelmethode toegevoegd en er worden de eerste stappen gezet naar meertaligheid. Meerdere Europese landen hebben al belangstelling getoond voor de app.

Het UMCG Centrum voor Revalidatie heeft een wetenschappelijk onderbouwde methodiek ontwikkeld: het Therapeutisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (TIAS). Deze TIAS-methodiek is praktisch, gestructureerd en begeleidt de logopedist bij een efficiënte en effectieve behandeling. Het wordt momenteel geïntegreerd binnen de logopedische behandelingen in Nederland en België.

Het materiaal bij de therapeutische methodiek, bestaat uit een box met werkboeken (TIAS box) en de splinternieuwe TIAS app.

woensdag 7 december 2016

20 miljoen voor UMC Utrecht voor big data-onderzoek naar hart- en vaatziekten

Meer dan 30 miljoen mensen in Europa lijden aan hart- en vaatziekten. Ondanks grote vooruitgang in de behandeling hiervan, blijven de gevolgen voor de patiënt nog steeds erg groot. Om hier meer onderzoek naar te doen, ontving het Hart- en vaatcentrum van het UMC Utrecht samen met andere instellingen een subsidie van € 20 miljoen van het Europese Innovative Medicines Initiative.

Het onderzoek, dat BigData@Heart heet, gaat vanuit meerdere invalshoeken data verzamelen om betere behandelingen op maat te ontwikkelen. Data wordt nu verkregen uit onderzoeken waarbij vooraf aan patiënten is gevraagd of zij mee willen doen aan een studie. Daarmee wordt data gemist van patiënten die niet meedoen aan een studie, omdat ze bijvoorbeeld erg ziek zijn. BigData@Heart gaat data verkregen uit de dagelijkse zorg geanonimiseerd of na toestemming samenvoegen met data uit studies, zodat er een realistischer beeld ontstaat.

Daarnaast willen de onderzoekers meer persoonsgerichte zorg ontwikkelen door per patiënt te kijken naar de oorzaak van de hart- of vaatziekte. Hierdoor kunnen artsen beter bepalen welk type aandoening de patiënt heeft en op basis hiervan de beste behandeling kiezen. Tenslotte willen de onderzoekers door middel van activiteitenmeters (‘wearables’) meer informatie over leefstijl en gezondheid van patiënten krijgen om die vervolgens ook te kunnen verbeteren.

BigData@Heart staat onder leiding van het UMC Utrecht en is een samenwerking met de Europese vereniging van Cardiologen, Europese patiëntenorganisaties, universiteiten uit Berlijn, Londen, Cambridge, Valencia, Stockholm, Hamburg, Birmingham en Uppsala en diverse bedrijven.

maandag 5 december 2016

Nextel scoort eerste buitenlands contract

Nextel gaat over de landsgrenzen. De telecomspecialist mag de telecom- en alarminfrastructuur van het tweede grootste ziekenhuis van Frankrijk onder handen nemen. Met drieduizend bedden in 28 gebouwen is het Universitair Ziekenhuis van Rijsel (CHRU Lille) het tweede grootste ziekenhuis van Frankrijk. Onder meer het feit dat Nextel in België al in een dertigtal ziekenhuizen, waaronder UZ Leuven en UZ Antwerpen, aanwezig is, gaf de doorslag om voor de Belgische speler te kiezen.

vrijdag 2 december 2016

‘Weefsels lezen met licht’ kan kanker-operaties verbeteren'

Een chirurg is tijdens een operatie nog voornamelijk aangewezen op zicht en tastzin om te bepalen welk weefsel verwijderd moet worden. Dat kan beter, stelt Benno Hendriks in zijn intreerede als deeltijdhoogleraar aan de TU Delft, op woensdag 30 november.

Benno Hendriks richt zich op de ontwikkeling van een nieuwe generatie slimme medische instrumenten die bovendien minimaal invasief is, dus met zo min mogelijk belasting voor de patiënt. Hendriks is werkzaam als Research Fellow bij Philips en zal daarnaast deeltijdhoogleraar worden aan de TU Delft. Zijn leerstoel ‘Optics for minimally invasive instruments’ aan de TU Delft wordt mogelijk gemaakt en betaald door Philips.

Hendriks werkt bij Philips sinds 2005 aan gezondheidsonderzoek, heeft veel research in ziekenhuizen gedaan en werkt onder meer nauw met het NKI-AVL (Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis) samen. ‘Een succesvol voorbeeld van mijn onderzoek is een biopsienaald met weefselherkenning door glasvezels te integreren in de naald’, legt Hendriks uit. ‘Op deze manier is het mogelijk om voorafgaand aan een biopsie van een verdacht stukje weefsel eerst te controleren of de naald daadwerkelijk in het verdachte weefsel zit. Het kan namelijk gebeuren dat de naald er net naast zit.’

‘Mijn leerstoel in Delft richt zich vooral op de ontwikkeling van geavanceerde optische klinische instrumenten die het mogelijk maken om sneller een goede diagnose te stellen en tumorweefsel effectiever te verwijderen of te vernietigen. Dit past heel goed bij mijn persoonlijke drijfveer, namelijk om zinvolle technologische oplossing te ontwikkelen die het mogelijk maken om operaties preciezer, effectiever en veiliger uit te voeren. Bij de Delftse faculteit 3mE is al veel onderzoek verricht naar medische instrumenten. De toevoeging van de optische terugkoppeling in medische instrumenten zal het onderzoek in de faculteit verder versterken.’

Op dit moment richt Hendriks zich op oplossingen voor beeldgestuurde minimaal invasieve chirurgie. ‘De medische technologie heeft door de jaren heen een grote vlucht genomen maar in de chirurgie zien we deze technologische ontwikkelingen maar ten dele terug. Ondanks vele beschikbare technieken, is de chirurg tijdens de operatie nog voornamelijk aangewezen op zicht en tastzin om te bepalen welk weefsel verwijderd moet worden. Momenteel is het voor een chirurg dus nog steeds lastig om een tumor, die te zien is op beeld, in zijn geheel te verwijderen zonder dat er stukjes tumorweefsel achterblijven. Tegelijk wil je het gezonde weefsel zo veel mogelijk sparen.’

Om dergelijke chirurgische ingrepen te optimaliseren, is tijdens de operatie een betere beeldgeleiding en een directe weefselterugkoppeling vanuit de chirurgische instrumenten nodig. Doel van Hendriks is dus om breed inzetbare medische instrumenten te maken, zodat er direct optische informatie van het weefsel is. ‘Dit zijn instrumenten die het weefsel als het ware kunnen ‘lezen’, zoals een slim chirurgisch mes. Met dit mes krijgt de chirurg, voordat hij gaat snijden, meteen terugkoppeling over het soort weefsel dat in contact is met het mes. Door deze terugkoppeling kan de tumor met zekerheid worden verwijderd en gezond weefsel gespaard blijven.’

donderdag 1 december 2016

Onderzoekers hacken pacemakers en insulinepompen

Onderzoekers van de Katholieke Universiteit Leuven zijn erin geslaagd verschillende medische implantaten van een bekende fabrikant te hacken. Het gaat onder andere om pacemakers en insulinepompen. De implantaten zijn via een draadloze verbinding te programmeren en uit te lezen. De Leuvense onderzoekers konden, bijvoorbeeld als de patiënt langs een arts voor controle gaat, op de verbinding inbreken en zo bijvoorbeeld de dosis of andere gegevens wijzigen. Ook zou het mogelijk zijn om het hartritme te veranderen of de drager van de pacemaker hartritmestoornissen te bezorgen