maandag 31 juli 2017
Gezondheidsproducten van Nokia (Withings) weer terug in de online Apple Store
Apple en Nokia waren maandenlang in een patentenstrijd verwikkeld, maar ze sloten uiteindelijk een overeenkomst. Daarbij afgesproken dat de Withings-producten, onder de merknaam Nokia, weer terug zouden keren in de Apple Store. Het heeft even geduurd, maar een viertal voormalige Withings-producten is nu weer te koop in de Nederlandse Apple Store. In de online Apple Store kun je kiezen uit twee digitale weegschalen die aan de Nokia Health-app te koppelen zijn.
vrijdag 28 juli 2017
100 meter vrije slag in je bloedbaan: deze nanorobot doet het
Een nanorobot die medicijnen naar de juiste plek in je lichaam brengt, daar hebben we vaker van gehoord. Het euvel was altijd: hoe lang doet zo’n robotje erover en hoe komt die er? Er is geen snellere manier om te zwemmen dan de borstcrawl. Het is niet voor niets dat zwemmers bij de vrije slag standaard kiezen voor de crawl. Dat zette wetenschappers van de technische universiteit in het Chinese Harbin aan het denken. Wat nu als we een robotje bouwen dat diezelfde beweging maakt, en dan op nanoschaal?
donderdag 27 juli 2017
Met de Meditolk-app maak je een medisch dossier voor het buitenland aan
Meditolk is een medische app voor het opslaan van je gegevens voor het geval dat je op reis bent. De app is ontwikkeld door een samenwerking van SOS International met het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Wereldgezondheidsorganisatie. SOS International zet zich in voor hulp aan Nederlanders in het buitenland en werkt samen met allerlei Nederlandse verzekeraars. Met de app maak je een medisch dossier aan, maar je kunt ook een artsbezoek voorbereiden.
woensdag 26 juli 2017
Slimme robotondersteuning helpt herstellende patiënten om natuurlijker te lopen
Patiënten die herstellen van een ruggengraatverwonding of een hersenbloeding lopen beter als ze trainen met een nieuwe en intelligente manier van robotondersteuning. Wetenschappers van de TU Delft publiceren, samen met Zwitserse collega’s, hun bevindingen op woensdag 19 juli in Science Translational Medicine.
Over de zwaartekracht denk je normaal niet zo veel na. Tijdens het lopen goed met deze kracht omgaan, wordt echter een hele uitdaging als je herstelt van sommige aandoeningen of verwondingen, zoals een hersenbloeding. Wetenschappers en dokters uit Nederland en Zwitserland hebben nu een robottraining-omgeving ontwikkeld die de zwaartekracht ‘overwint’ en laat zien dat individueel afgestemde krachten, aangebracht op de torso via een harnas, kunnen helpen om herstellende patiënten weer goed te laten lopen. De TU Delft werkte in dit onderzoek onder meer samen met de Zwitserse Federal Institutes of Technology in Lausanne en Zürich, EPFL en ETHZ.
Patiënten die herstellen van een hersenbloeding of ruggengraatverwonding lieten met robotondersteuning een verbeterde loopbeweging zien. Een belangrijke component van deze aanpak is een algoritme dat de krachten die het systeem aanbrengt, aanpast aan de individuele behoeftes van de patiënt. Patiënten die niet konden lopen zonder hulp (niet-ambulant), bleken op een natuurlijke wijze te kunnen lopen met het apparaat; en ambulante patiënten lieten verbeterde loopvaardigheden zien, zoals balans, ledemaat-coördinatie, het neerzetten van de voeten en sturing.
Klinische testen met deze robot-geassisteerde revalidatiemethode zijn inmiddels aan de gang voor patiënten met ruggengraat-verwondingen. De belangrijkste bijdrage van de TU Delft in dit onderzoek, vooral afkomstig van Heike Vallery, was de (co-)ontwikkeling van de experimentele robot-omgeving.
Nu de wetenschappers beter weten hoe ze krachten moeten ‘aanbrengen’ op het lichaam om mensen weer beter te leren lopen, werken ze aan een apparaat dat de implementatie van deze inzichten mogelijk moet maken: de nieuwe revalidatierobot RYSEN. De robot is een follow-up apparaat dat de TU Delft ontwikkelt samen met het Nederlandse bedrijf Motek, EPFL het Zwitserse bedrijf G-Therapeutics en revalidatieziekenhuis CRR SUVA in Sion, binnen een zogenoemd Eurostars-project.
Een prototype van deze robot is inmiddels geïnstalleerd in het ‘gait lab’ van de faculteit 3mE in Delft (een ander bevindt zich in Sion, Zwitserland). Samen met postdoctoraal researcher Michiel Plooij, is dr. Vallery betrokken bij de complete ontwikkeling van de nieuwe robot (concept, hardware en regeltechniek).
Motek maakt de ontwikkeling van de RYSEN deze week ook bekend tijdens ICORR 2017, de International Conference on Rehabilitation Robotics in London.
dinsdag 25 juli 2017
Community Life Center van Philips biedt eerstelijnszorg aan 40.000 mensen
Koninklijke Philips heeft in samenwerking met het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) en de regering van de provincie Mandera in Kenia, een nieuw Community Life Center (CLC) geopend in de provincie Mandera.
Hulp bij het opzetten van dit nieuwe eerstelijns zorg- en gemeenschapscentrum is onderdeel van Philips’ voortdurende inzet voor verbetering van de toegankelijkheid van hoogwaardige eerstelijnszorg en het verlagen van moeder- en babysterfte – een enorme uitdaging in heel Afrika bezuiden de Sahara. Het CLC is een schaalbaar, zelfvoorzienend concept voor eerstelijnszorg dat Philips als eerste naar Afrika brengt. De bedoeling is om het concept op het hele continent te introduceren.
In de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara heeft 40 procent van de bevolking geen toegang tot zorgfaciliteiten of gezondheidswerkers. De zorg die wél beschikbaar is, is vaak van lage kwaliteit. De vraag naar eerstelijnszorg in de provincie Mandera is ongeëvenaard; de regio is slecht bereikbaar, onveilig, en beslaat een droog gebied in Noordoost-Kenia met een van de hoogste moedersterftecijfers ter wereld: 3795 sterfgevallen per 100.000 levendgeborenen.
Tegelijkertijd is het een grensgebied dat te kampen heeft met een groeiende instroom van mensen die op de vlucht zijn voor de burgeroorlog in Somalië en die zorg nodig hebben. Bijkomende problemen zijn een gebrek aan gekwalificeerde gezondheidswerkers, defecte medische apparatuur (voor zover die überhaupt beschikbaar is), gebrek aan elektriciteit, water en basistechnologie voor de gezondheidszorg, plus een gebrek aan duurzaamheid en betrouwbare gegevens over de volksgezondheid.
Het pas geopende CLC biedt de gemeenschap moderne, geïntegreerde zorg van hoge kwaliteit voor moeder en kind, naast algemene gezondheidszorg en faciliteiten voor de diagnose en behandeling van overdraagbare ziekten. De beschikbare technologieën in het CLC zijn ontwikkeld door de Africa Innovation Hub van Philips om ervoor te zorgen dat ze aan de lokale behoeften voldoen en kunnen functioneren onder de problematische lokale omstandigheden. Door robuuste medische oplossingen die met weinig hulpbronnen kunnen functioneren zorgt Philips, zelfs bij gebrek aan stroomvoorziening of zelfs accu’s, voor zorg van hoge kwaliteit. Voorbeelden hiervan zijn geautomatiseerde ademhalingsmonitoren om longontsteking te detecteren (ChaRM), opwindbare monitoren voor de hartslag van een foetus en draagbare echo-apparaten die via een tablet bediend kunnen worden. Het CLC biedt de gemeenschap daarnaast een schone energievoorziening, werkgelegenheid, en in de toekomst de mogelijkheid om commerciële activiteiten te ontwikkelen. Het centrum, dat voor 40.000 mensen bereikbaar is, zal ook functioneren als veilige omgeving voor maatschappelijke activiteiten.
Hulp bij het opzetten van dit nieuwe eerstelijns zorg- en gemeenschapscentrum is onderdeel van Philips’ voortdurende inzet voor verbetering van de toegankelijkheid van hoogwaardige eerstelijnszorg en het verlagen van moeder- en babysterfte – een enorme uitdaging in heel Afrika bezuiden de Sahara. Het CLC is een schaalbaar, zelfvoorzienend concept voor eerstelijnszorg dat Philips als eerste naar Afrika brengt. De bedoeling is om het concept op het hele continent te introduceren.
In de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara heeft 40 procent van de bevolking geen toegang tot zorgfaciliteiten of gezondheidswerkers. De zorg die wél beschikbaar is, is vaak van lage kwaliteit. De vraag naar eerstelijnszorg in de provincie Mandera is ongeëvenaard; de regio is slecht bereikbaar, onveilig, en beslaat een droog gebied in Noordoost-Kenia met een van de hoogste moedersterftecijfers ter wereld: 3795 sterfgevallen per 100.000 levendgeborenen.
Tegelijkertijd is het een grensgebied dat te kampen heeft met een groeiende instroom van mensen die op de vlucht zijn voor de burgeroorlog in Somalië en die zorg nodig hebben. Bijkomende problemen zijn een gebrek aan gekwalificeerde gezondheidswerkers, defecte medische apparatuur (voor zover die überhaupt beschikbaar is), gebrek aan elektriciteit, water en basistechnologie voor de gezondheidszorg, plus een gebrek aan duurzaamheid en betrouwbare gegevens over de volksgezondheid.
Het pas geopende CLC biedt de gemeenschap moderne, geïntegreerde zorg van hoge kwaliteit voor moeder en kind, naast algemene gezondheidszorg en faciliteiten voor de diagnose en behandeling van overdraagbare ziekten. De beschikbare technologieën in het CLC zijn ontwikkeld door de Africa Innovation Hub van Philips om ervoor te zorgen dat ze aan de lokale behoeften voldoen en kunnen functioneren onder de problematische lokale omstandigheden. Door robuuste medische oplossingen die met weinig hulpbronnen kunnen functioneren zorgt Philips, zelfs bij gebrek aan stroomvoorziening of zelfs accu’s, voor zorg van hoge kwaliteit. Voorbeelden hiervan zijn geautomatiseerde ademhalingsmonitoren om longontsteking te detecteren (ChaRM), opwindbare monitoren voor de hartslag van een foetus en draagbare echo-apparaten die via een tablet bediend kunnen worden. Het CLC biedt de gemeenschap daarnaast een schone energievoorziening, werkgelegenheid, en in de toekomst de mogelijkheid om commerciële activiteiten te ontwikkelen. Het centrum, dat voor 40.000 mensen bereikbaar is, zal ook functioneren als veilige omgeving voor maatschappelijke activiteiten.
maandag 24 juli 2017
Vanaf nu LCI-richtlijnen altijd op zak met nieuwe RIVM-app
Vanaf vandaag staat de nieuwe app ‘LCI-richtlijnen’ live in de AppStore en Google Play. Alle informatie die nodig is voor een adequate infectieziektebestrijding overzichtelijk in één app. Vanaf nu kunnen professionals werkzaam in de gezondheidszorg snel en makkelijk LCI-Richtlijnen, LCI-Draaiboeken, quizzen en folders met publieksinformatie raadplegen.
De app is vooral voor artsen en verpleegkundigen van de afdeling infectieziektebestrijding van GGD’en. Maar ook voor andere zorgprofessionals, zoals huisartsen die in hun dagelijks leven te maken hebben met infectieziekten. Bij het ontwikkelen van de app zijn deze potentiële gebruikers betrokken waaronder GGD-artsen en verpleegkundigen, een dierenarts, huisarts, bedrijfsarts en arts-microbioloog.
De LCI-richtlijnen app is gratis te downloaden in de AppStore of Google Play als u een smartphone heeft met iOS vanaf versie 10.0 of Android vanaf 4.2. Heeft u een oudere versie of een Windowstoestel, gebruik dan de website www.rivm.nl/richtlijnen
De app is vooral voor artsen en verpleegkundigen van de afdeling infectieziektebestrijding van GGD’en. Maar ook voor andere zorgprofessionals, zoals huisartsen die in hun dagelijks leven te maken hebben met infectieziekten. Bij het ontwikkelen van de app zijn deze potentiële gebruikers betrokken waaronder GGD-artsen en verpleegkundigen, een dierenarts, huisarts, bedrijfsarts en arts-microbioloog.
De LCI-richtlijnen app is gratis te downloaden in de AppStore of Google Play als u een smartphone heeft met iOS vanaf versie 10.0 of Android vanaf 4.2. Heeft u een oudere versie of een Windowstoestel, gebruik dan de website www.rivm.nl/richtlijnen
vrijdag 21 juli 2017
App voor mensen met spraakproblemen is gereed
Rick Ossendrijver, derdejaars student Software en Information Engineering aan de HU, ontwikkelde een app waarmee mensen met spraakproblemen, waaronder afasie, zich makkelijker kunnen uitdrukken. De app Express Me is nu gereed voor gebruik en is gratis te downloaden in de Google Play Store voor Android tablets. “Deze app kan voor dagelijkse bezigheden worden gebruikt en is daarmee heel praktisch”, zegt Ossendrijver.
Express Me begon als een project van vijf ICT-studenten, onder wie Ossendrijver, die een specifieke doelgroep moesten kiezen om een app voor te programmeren. De keuze viel op mensen met afasie, een taalstoornis die wordt veroorzaakt door niet aangeboren hersenletsel. Ossendrijver legt de beperking uit: “Je kent het wel: soms ligt een woordje op het puntje van je tong, maar kan je er maar niet opkomen. Mensen met afasie hebben dat de hele dag door. Er zijn ook mensen die redelijke zinnen kunnen formuleren, maar bepaalde woorden niet kunnen uitspreken. Voor al deze mensen is Express Me een uitkomst.” Uiteindelijk ging Ossendrijver alleen verder met de ontwikkeling en afronding van de app.
De applicatie werkt met tegels waarin woorden zijn voorzien van afbeeldingen. De tegels zijn ondergebracht in categorieën, zoals tijd, eten en familie. Een stem zegt wat op de tegel is te zien. Wanneer je op een categorietegel klikt, wordt een nieuwe categorie met tegels geopend. Door tegels te combineren, kan de gebruiker zinnen formuleren en aangeven wat zijn wensen zijn. Bijvoorbeeld: het is ’s middags mooi weer en de gebruiker wil wandelen. Dan gaat die naar de categorie ‘weer’, daarna klikt ‘ie op de woordtegel ‘mooi weer’, dan op ‘hobby’s’ en vervolgens op de tegel ‘wandelen’.
Ossendrijver: “Wat ik mooi vind aan de app is dat de inhoud heel makkelijk is aan te passen naar de wensen van de gebruiker. Je kan bijvoorbeeld tegels toevoegen en aanpassen en dat maakt de app heel gebruiksvriendelijk.”
Hij zegt al best veel kennis te hebben vergaard over afasie en heeft de app ook laten testen door mensen met afasie. Hun reacties waren positief en daarom heeft hij de app verder ontwikkeld. Hij maakt wel een kanttekening: “Mensen met afasie moeten vaak heel erg wennen aan de app. Dit komt omdat afasie meestal voorkomt bij ouderen, die sowieso moeite hebben met nieuwe technologie. Als ze dan ook nog hersenletsel hebben, wordt het nog lastiger.”
Doelgroep bereiken
Ossendrijver doet zijn best de app aan de man brengen bij de doelgroep. “Het filmpje dat we vorige jaar tijdens de ProjectB Challenge hebben gemaakt, is onder andere gedeeld door de Hersenstichting op Facebook. Daar was ik blij mee, want hun pagina heeft 24.000 likes. Dat bewuste filmpje is destijds in totaal 200 keer gedeeld op Facebook.” Zijn app won juni vorig jaar de publiekprijs van de Project B Challenge, dat jaarlijks wordt georganiseerd door technologieplatform Tweakers.net en IT-bedrijf Sogeti. “Als beloning mochten we met de Tweakers-express naar een groot games-festival in Duitsland. Dat was natuurlijk heel leuk.”
Express Me begon als een project van vijf ICT-studenten, onder wie Ossendrijver, die een specifieke doelgroep moesten kiezen om een app voor te programmeren. De keuze viel op mensen met afasie, een taalstoornis die wordt veroorzaakt door niet aangeboren hersenletsel. Ossendrijver legt de beperking uit: “Je kent het wel: soms ligt een woordje op het puntje van je tong, maar kan je er maar niet opkomen. Mensen met afasie hebben dat de hele dag door. Er zijn ook mensen die redelijke zinnen kunnen formuleren, maar bepaalde woorden niet kunnen uitspreken. Voor al deze mensen is Express Me een uitkomst.” Uiteindelijk ging Ossendrijver alleen verder met de ontwikkeling en afronding van de app.
De applicatie werkt met tegels waarin woorden zijn voorzien van afbeeldingen. De tegels zijn ondergebracht in categorieën, zoals tijd, eten en familie. Een stem zegt wat op de tegel is te zien. Wanneer je op een categorietegel klikt, wordt een nieuwe categorie met tegels geopend. Door tegels te combineren, kan de gebruiker zinnen formuleren en aangeven wat zijn wensen zijn. Bijvoorbeeld: het is ’s middags mooi weer en de gebruiker wil wandelen. Dan gaat die naar de categorie ‘weer’, daarna klikt ‘ie op de woordtegel ‘mooi weer’, dan op ‘hobby’s’ en vervolgens op de tegel ‘wandelen’.
Ossendrijver: “Wat ik mooi vind aan de app is dat de inhoud heel makkelijk is aan te passen naar de wensen van de gebruiker. Je kan bijvoorbeeld tegels toevoegen en aanpassen en dat maakt de app heel gebruiksvriendelijk.”
Hij zegt al best veel kennis te hebben vergaard over afasie en heeft de app ook laten testen door mensen met afasie. Hun reacties waren positief en daarom heeft hij de app verder ontwikkeld. Hij maakt wel een kanttekening: “Mensen met afasie moeten vaak heel erg wennen aan de app. Dit komt omdat afasie meestal voorkomt bij ouderen, die sowieso moeite hebben met nieuwe technologie. Als ze dan ook nog hersenletsel hebben, wordt het nog lastiger.”
Doelgroep bereiken
Ossendrijver doet zijn best de app aan de man brengen bij de doelgroep. “Het filmpje dat we vorige jaar tijdens de ProjectB Challenge hebben gemaakt, is onder andere gedeeld door de Hersenstichting op Facebook. Daar was ik blij mee, want hun pagina heeft 24.000 likes. Dat bewuste filmpje is destijds in totaal 200 keer gedeeld op Facebook.” Zijn app won juni vorig jaar de publiekprijs van de Project B Challenge, dat jaarlijks wordt georganiseerd door technologieplatform Tweakers.net en IT-bedrijf Sogeti. “Als beloning mochten we met de Tweakers-express naar een groot games-festival in Duitsland. Dat was natuurlijk heel leuk.”
donderdag 20 juli 2017
Apple wil meer iPads in het ziekenhuis
Apple vindt gezondheid erg belangrijk en is daarom met initiatieven zoals ResearchKit en CareKit gestart. Maar Apple wil nog een stap verder gaan: elke patiënt moet een iPad in handen krijgen. De aandacht is daarbij vooral gericht op het beschikbaar stellen van medische dossiers. Er waren al geluiden dat Apple de medische patiëntendossiers op iPhones toegankelijk wil maken. Daarnaast zouden er iPads naast het ziekenhuisbed moeten hangen, zodat patiënten op elk moment hun medische status kunnen raadplegen, inclusief notities van de arts.
woensdag 19 juli 2017
App gecombineerd met interactieve playground helpt astmapatiëntjes
Kinderen met astma zijn geneigd om weinig te bewegen omdat ze het zo snel benauwd krijgen. Je ziet ze sneller langs de kant staan bij gym of spelen niet mee op het schoolplein. Maar om hun astma zo goed mogelijk onder controle te houden, is bewegen juist heel belangrijk. Dinsdag werd daarom op de poli Kindergeneeskunde van Medisch Spectrum Twente de interactieve playground AirPlay geopend. Bewegen en monitoren wordt hierbij dus gecombineerd.
Kinderarts Boony Thio zocht naar een methode om astmapatiëntjes meer te laten bewegen en meer contact te laten hebben met leeftijdsgenoten, maar ook naar een manier om hen beter te kunnen monitoren tussen ziekenhuisbezoeken in. En hoe kan dat beter dan op een manier die de kinderen het meeste aanspreekt, door middel van games. Iedereen weet nog hoe Pokémon Go hele groepen kinderen en jongeren weer buiten aan het bewegen kreeg.
Uit een nauwe samenwerking tussen MST, ZGT, Universiteit Twente en Roessingh Research and Development is het idee van een interactieve playground in combinatie met een astma app ontstaan. Door de inzet van games en technologie worden kinderen gereactiveerd, sociaal gemotiveerd en leren ze met behulp van ‘games’ alles over bewegen en zelfmonitoring.
De dokter weet alles van symptomen en gedragspatronen en de onderzoekers van de vakgroepen Biomedische Signalen & Systemen en Human Media Interaction (HMI) van de UT zijn bij uitstek thuis in wearables, data en monitoring. Roessingh Research and Development is betrokken vanwege hun kennis bij het tracken en monitoren in de thuissituatie. De onderzoekers van de UT ontdekken en analyseren op basis van relevante datatrends hoe de patiëntjes zich ontwikkelen. Blijven zij stabiel of juist niet? Dat alles bij elkaar is hele relevante informatie voor de patiëntjes en hun ouders, maar zeker ook voor de dokter in de spreekkamer.
Het project AIRplay: Zelfmanagement bij jonge kinderen met astma, is een project dat mogelijk wordt gemaakt door een innovatievoucher van het Pioneers in Health Care Innovatiefonds. Het Pioneers in Health Care Innovatiefonds bestaat sinds 2014. Het doel is om de samenwerking tussen medische specialisten en onderzoekers van UT-instituut MIRA te stimuleren. Dat moet tot innovatieve technologieën leiden om de patiëntenzorg te verbeteren.
Kinderarts Boony Thio zocht naar een methode om astmapatiëntjes meer te laten bewegen en meer contact te laten hebben met leeftijdsgenoten, maar ook naar een manier om hen beter te kunnen monitoren tussen ziekenhuisbezoeken in. En hoe kan dat beter dan op een manier die de kinderen het meeste aanspreekt, door middel van games. Iedereen weet nog hoe Pokémon Go hele groepen kinderen en jongeren weer buiten aan het bewegen kreeg.
Uit een nauwe samenwerking tussen MST, ZGT, Universiteit Twente en Roessingh Research and Development is het idee van een interactieve playground in combinatie met een astma app ontstaan. Door de inzet van games en technologie worden kinderen gereactiveerd, sociaal gemotiveerd en leren ze met behulp van ‘games’ alles over bewegen en zelfmonitoring.
De dokter weet alles van symptomen en gedragspatronen en de onderzoekers van de vakgroepen Biomedische Signalen & Systemen en Human Media Interaction (HMI) van de UT zijn bij uitstek thuis in wearables, data en monitoring. Roessingh Research and Development is betrokken vanwege hun kennis bij het tracken en monitoren in de thuissituatie. De onderzoekers van de UT ontdekken en analyseren op basis van relevante datatrends hoe de patiëntjes zich ontwikkelen. Blijven zij stabiel of juist niet? Dat alles bij elkaar is hele relevante informatie voor de patiëntjes en hun ouders, maar zeker ook voor de dokter in de spreekkamer.
Het project AIRplay: Zelfmanagement bij jonge kinderen met astma, is een project dat mogelijk wordt gemaakt door een innovatievoucher van het Pioneers in Health Care Innovatiefonds. Het Pioneers in Health Care Innovatiefonds bestaat sinds 2014. Het doel is om de samenwerking tussen medische specialisten en onderzoekers van UT-instituut MIRA te stimuleren. Dat moet tot innovatieve technologieën leiden om de patiëntenzorg te verbeteren.
dinsdag 18 juli 2017
Philips neemt Duits softwarebedrijf TomTec over
Philips breidt zijn productaanbod op het gebied van medische beeldvorming verder uit met de overname van het Duitse bedrijf TomTec. Het in zorgtechnologie gespecialiseerde concern krijgt daarmee de beschikking over software waarmee met name echobeelden kunnen worden geanalyseerd. Het in München gevestigde TomTec heeft circa honderd werknemers in Europa, de Verenigde Staten en Azië.
Schippers: Zorgelijk dat ransomware ziekenhuizen infecteert
Het is zorgelijk dat ook ziekenhuizen en andere zorginstellingen door ransomware worden getroffen, zo heeft minister Schippers van Volksgezondheid op Kamervragen van PVV-Kamerlid Gerbrands laten weten. Gerbrands stelde vragen omdat 15 ziekenhuizen de afgelopen 3 jaar met ransomware te maken hadden gekregen. "Ik vind het zorgelijk dat ook zorginstellingen worden getroffen door ransomware-aanvallen. Patiënten moeten er op kunnen vertrouwen dat de bescherming van hun medische informatie is gewaarborgd. Ik blijf me samen met de sector inspannen om aanvallen of andere manieren om de ict-systemen in de zorg te ontregelen te voorkomen, of als ze zich toch voordoen de schade zo veel mogelijk te beperken", aldus Schippers.
maandag 17 juli 2017
Microsoft-app vertelt blinden over hun omgeving
Een nieuwe app van Microsoft leest aan blinden en slechtzienden voor wat
de telefooncamera ziet. Van gezichtsuitdrukkingen tot documenten. De
nieuwe app Seeing AI is voortgekomen uit een onderzoeksproject van
Microsoft. De app helpt blinden en slechtzienden door in gesproken woord
te omschrijven wat in het beeld van hun iPhone-camera is te zien. Zo
kan de app papieren documenten voorlezen, personen identificeren en op
basis van streepjescodes producten in winkels herkennen.
vrijdag 14 juli 2017
UT start-up in biotech-coating heeft 600.000 euro funding opgehaald
LipoCoat, een spin-off van het MESA+ Instituut voor Nanotechnologie van de Universiteit Twente, heeft in totaal 600.000 euro aan financiering bijeengebracht.
Deze mijlpaal bereikten zij met overheidssubsidies, een strategische partner, een lening van Redmedtech Ventures, recente investeringen door LLX2 Investments en een informele investeerder. LipoCoat ontwikkelt coatings voor de medische industrie.
LipoCoat BV ontwikkelt een innovatieve coating geïnspireerd door de natuur. De coatings zijn inzetbaar voor de medische industrie. Denk aan het coaten van een katheter of de coating op knie- of heupprothesen in de orthopedie. De coatings zijn innovatief vanwege de bacterie-afstotende formule. Tevens werkt de coating vochtaantrekkend. Dit zorgt voor minder oppervlakte wrijving, waardoor bijvoorbeeld katheters prettiger zijn in het gebruik.
De coatings van LipoCoatTM zijn biocompatibel (vriendelijk voor het lichaam) en bieden unieke weerstand tegen vervuiling van eiwitten en bacteriën en zelfs menselijke cellen. LipoCoat BV ontwikkelt diverse coatingformules met vervuilingswerende, lubricerende (oppervlakte met weinig wrijving) en multifunctionele eigenschappen (bacterie- en stollingswerend). Verder worden er nieuwe verwerkingstechnieken ontwikkeld, zoals nieuwe productiemethoden voor makkelijke en grootschalige productie. De eigenschappen van LipoCoatTM coatings kunnen aan de wensen van de klant worden aangepast.
In 2016 won LipoCoat BV de titel ‘Nanotech start-up van het jaar’ en op dit moment is het bedrijf kandidaat voor de Accenture Innovation Awards 2017. Aan het begin van 2017 had het bedrijf negen medewerkers in dienst en verdere groei wordt verwacht.
Doordat de eigenschappen van de coatings van LipoCoatTM aanpasbaar zijn, kunnen de coatings gebruikt worden op de meeste (bio)materialen, medische apparatuur, diagnostische hulpmiddelen en R&D-apparatuur. In de toekomst wil LipoCoat BV nieuwe mogelijkheden verkennen binnen de gezondheidszorg, voedings- en geneesmiddelenindustrie. LipoCoat BV werkt momenteel samen met een commerciële partij en is actief op zoek naar nieuwe kansen. In de komende twee jaar voert LipoCoat BV zijn onderzoek en productie uit in de laboratoria van de Universiteit Twente.
Met zes ton aan financiering is LipoCoat in staat om de eerste productontwikkeling te financieren, de toetreding tot de markt voor te bereiden, te investeren in R&D-toepassingen en klantrelaties. LipoCoat heeft genoeg middelen om tot ver in 2018 door te gaan. In 2018 wil het bedrijf 2 miljoen ophalen aan serie A-investering (eerste grootte ronde durfkapitaal). Voor de herfst van 2017 is een roadshow naar Boston in de VS en Silicon Valley gepland om LipoCoat te promoten en op zoek te gaan naar Amerikaans durfkapitaal voor series A en om nieuwe partners te scouten.
donderdag 13 juli 2017
Onderzoeker Onno Helder vlogt over dromen voor de toekomst
Verschillende deelnemers aan het programma 'Leadership Mentoring in Nursing Research' (LMNR) hebben een video opgenomen om zichzelf en hun ideeën meer zichtbaar te maken. Eén van hen is docent-onderzoeker Onno Helder.
Docent-onderzoeker Onno Helder, tevens verpleegkundige in het Erasmus MC, vertelt over het onderzoek dat hij doet en de samenwerking tussen het ziekenhuis en de hogeschool. Kenniscentrum Zorginnovatie is een belangrijke spil hierin en brengt studenten, docenten, onderzoekers en verpleegkundigen bij elkaar. De vraag vanuit het Erasmus MC, wordt onder andere aangepakt bij de minor Zorgtechnologie, waar studenten van verschillende opleidingen samenwerken.
Leadership Mentoring in Nursing Research ondersteunt twaalf gepromoveerde verpleegkundig onderzoekers in de verdere ontwikkeling van hun leiderschaps- en onderzoekscompetenties. Het tweejarig leiderschapsprogramma is ontwikkeld in het kader van het ZonMw-programma Tussen Weten en Doen, dat inzet op uitbreiding van het aantal onderzoekers en een betere omgeving voor het doen van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek bij universiteiten.
Docent-onderzoeker Onno Helder, tevens verpleegkundige in het Erasmus MC, vertelt over het onderzoek dat hij doet en de samenwerking tussen het ziekenhuis en de hogeschool. Kenniscentrum Zorginnovatie is een belangrijke spil hierin en brengt studenten, docenten, onderzoekers en verpleegkundigen bij elkaar. De vraag vanuit het Erasmus MC, wordt onder andere aangepakt bij de minor Zorgtechnologie, waar studenten van verschillende opleidingen samenwerken.
Leadership Mentoring in Nursing Research ondersteunt twaalf gepromoveerde verpleegkundig onderzoekers in de verdere ontwikkeling van hun leiderschaps- en onderzoekscompetenties. Het tweejarig leiderschapsprogramma is ontwikkeld in het kader van het ZonMw-programma Tussen Weten en Doen, dat inzet op uitbreiding van het aantal onderzoekers en een betere omgeving voor het doen van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek bij universiteiten.
woensdag 12 juli 2017
ASZ gaat patiëntendossier digitaliseren met nexuzhealth
Het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis van Aalst, Geraardsbergen en Wetteren heeft na een procedure met overheidsopdrachten gekozen voor nexuzhealth als leverancier van zijn elektronisch patiëntendossier. Nexuzhealth is de joint venture van Cegeka en UZ Leuven, en die haalt hiermee meteen zijn eerst klant binnen. De joint venture werd in december vorig jaar opgericht. Voordien kochten al twintig andere ziekenhuizen de software aan.
dinsdag 11 juli 2017
'Websites over ziekten en verslavingen overtreden massaal de wet'
Websites die informatie bieden over ziekten en verslavingen, beschermen de privacy van hun bezoekers onvoldoende. Uit een steekproef van de Consumentenbond blijkt dat alle 20 onderzochte sites zonder toestemming advertentiebedrijven laten meekijken met het zoekgedrag van consumenten. Daarmee overtreden zij de telecomwet.
De Consumentenbond onderzocht gezondheidswebsites zoals Alzheimer-nederland.nl, depressie.nl en verslaving.nu en de resultaten waren teleurstellend. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Het is heel kwalijk dat websites over gevoelige onderwerpen als ziekten en verslavingen hun bezoekers niet goed beschermen. Als iemand informatie zoekt over alcoholgebruik of een ernstige ziekte op zo’n website, wordt dat zonder toestemming doorgegeven aan advertentiesystemen van onder andere Google en Facebook.’
Advertentiebedrijven achtervolgen de websitebezoeker vervolgens ook op andere websites met reclame over die gevoelige onderwerpen.
Behalve dat de gezondheidswebsites zoekgedrag lekken naar advertentiebedrijven, deugen hun privacyverklaringen niet en sommige sites werken met onbeveiligde verbindingen, terwijl zij gegevens van bezoekers opvragen. De Consumentenbond heeft de websites hierop aangesproken.
Bijna alle websites hebben toegezegd de cookies die gegevens doorspelen te verwijderen of vooraf toestemming te vragen voor het plaatsen van dit soort cookies. Ook zullen de meeste websites verbeteringen doorvoeren in hun privacy-verklaringen. De Consumentenbond zal later in 2017 nagaan of dit ook daadwerkelijk gebeurt.
De Consumentenbond onderzocht gezondheidswebsites zoals Alzheimer-nederland.nl, depressie.nl en verslaving.nu en de resultaten waren teleurstellend. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Het is heel kwalijk dat websites over gevoelige onderwerpen als ziekten en verslavingen hun bezoekers niet goed beschermen. Als iemand informatie zoekt over alcoholgebruik of een ernstige ziekte op zo’n website, wordt dat zonder toestemming doorgegeven aan advertentiesystemen van onder andere Google en Facebook.’
Advertentiebedrijven achtervolgen de websitebezoeker vervolgens ook op andere websites met reclame over die gevoelige onderwerpen.
Behalve dat de gezondheidswebsites zoekgedrag lekken naar advertentiebedrijven, deugen hun privacyverklaringen niet en sommige sites werken met onbeveiligde verbindingen, terwijl zij gegevens van bezoekers opvragen. De Consumentenbond heeft de websites hierop aangesproken.
Bijna alle websites hebben toegezegd de cookies die gegevens doorspelen te verwijderen of vooraf toestemming te vragen voor het plaatsen van dit soort cookies. Ook zullen de meeste websites verbeteringen doorvoeren in hun privacy-verklaringen. De Consumentenbond zal later in 2017 nagaan of dit ook daadwerkelijk gebeurt.
Algoritme ontdekt hartritmestoornissen
Een nieuw algoritme herkent veertien vormen van hartritmestoornissen en werkt in tests nauwkeuriger dan getrainde cardiologen. Dat heeft een team van onderzoekers van de Standford-universiteit bekendgemaakt. Met het algoritme zoekt de computer naar afwijkende hartslagen van patiënten. Het algoritme doet dat met een precisie die vaak nauwkeuriger is dan die van professionele cardiologen, schrijven de onderzoekers.
maandag 10 juli 2017
STZ wordt partner van Rockstart ‘Digital Health Accelerator’ programma
Rockstart, één van Europa’s eerste startup accelerators actief in meerdere sectoren, en STZ,de vereniging van 26 topklinische opleidingsziekenhuizen gaan samenwerken aan betere patiëntenzorg.
Door deze samenwerking zullen de startups direct toegang krijgen tot ongeveer 32.000 medische experts in de STZ-ziekenhuizen en zullen ze de kans krijgen om hun concepten uit te testen op de werkvloer. Dit zal de opschaling van goede digital health startups enorm versnellen.
De 26 STZ-ziekenhuizen zullen van Rockstart leren hoe je innovaties implementeert en versnelt binnen de organisatie. Het idee is om startup ondernemers te koppelen aan innovatieve medisch specialisten, en dat proces te begeleiden. “Deze samenwerking is uniek in de wereld” aldus Casper Smeets, program director Digital Health Rockstart.
Tijdens de jaarlijkse themamiddag van de STZ werd dit partnership bekrachtigd door Oscar Kneppers, oprichter Rockstart en directeur STZ, Fenna Heyning. Kneppers, die tevens keynote speaker was op deze middag benadrukte de kracht van de samenwerking.
Voor de STZ-ziekenhuizen is dit een mooie kans om met de beste digital health startups samen te werkeninnovaties verder te kunnen ontwikkelen en voor Rockstart betekent dit direct toegang tot ongeveer 32.000 zorgprofessionals.
Door deze samenwerking zullen de startups direct toegang krijgen tot ongeveer 32.000 medische experts in de STZ-ziekenhuizen en zullen ze de kans krijgen om hun concepten uit te testen op de werkvloer. Dit zal de opschaling van goede digital health startups enorm versnellen.
De 26 STZ-ziekenhuizen zullen van Rockstart leren hoe je innovaties implementeert en versnelt binnen de organisatie. Het idee is om startup ondernemers te koppelen aan innovatieve medisch specialisten, en dat proces te begeleiden. “Deze samenwerking is uniek in de wereld” aldus Casper Smeets, program director Digital Health Rockstart.
Tijdens de jaarlijkse themamiddag van de STZ werd dit partnership bekrachtigd door Oscar Kneppers, oprichter Rockstart en directeur STZ, Fenna Heyning. Kneppers, die tevens keynote speaker was op deze middag benadrukte de kracht van de samenwerking.
Voor de STZ-ziekenhuizen is dit een mooie kans om met de beste digital health startups samen te werkeninnovaties verder te kunnen ontwikkelen en voor Rockstart betekent dit direct toegang tot ongeveer 32.000 zorgprofessionals.
vrijdag 7 juli 2017
Nieuwe hoogleraar verkent innovatieve vormen van geneeskundeonderwijs
Oncologisch chirurg Jos van der Hage is per 1 juli benoemd tot hoogleraar Heelkunde, in het bijzonder intra-curriculair onderwijs in de heelkunde. Hij streeft ernaar het medisch onderwijs te laten meegaan met de tijdgeest. “Je kunt je afvragen of een stethoscoop nog wel nuttig is.”
Zijn liefde voor onderwijs heeft professor Jos van der Hage niet van een vreemde. “Mijn moeder gaf les op de middelbare school en mijn vader op de universiteit, dus het lijkt wel genetisch bepaald.” Al vroeg in zijn eigen opleiding tot chirurg raakte Van der Hage betrokken bij het onderwijs en ontwikkelde hij ideeën hierover. Hoe kun je het onderwijs meer afstemmen op de individuele student en hoe maak je het zo enthousiasmerend mogelijk? Dat zijn de vragen die hij zich stelt.
Het onderwijs moet meebewegen met constante verandering van het vak, zo betoogt Van der Hage. “Je moet kritisch nadenken over of het onderwijs dat je nu nog geeft wel nuttig is en aansluit bij de medische vervolgopleidingen. Een mooi voorbeeld is het luisteren met een stethoscoop naar de longen of hartgeluiden. Een stethoscoop stamt uit begin negentiende eeuw. Ondanks kleine aanpassingen is het instrument in essentie onveranderd. Met de introductie van nieuwe diagnostische instrumenten zoals echo kan je je afvragen of het beoordelen van harttonen nog wel zo nuttig is. Misschien kun je geneeskundestudenten beter leren hoe ze een echo van het hart moeten beoordelen.”
Een belangrijk onderzoeksonderwerp waar Van der Hage de komende tijd mee aan de slag gaat is conceptueel denken in de chirurgische anatomie. “Een van de pilaren van het snijdend specialisme is hetgeen dat je ziet vertalen naar een anatomisch model en vice versa, waardoor je weet of je ergens wel of niet kunt snijden. Om dat te leren krijgen studenten nu een boek, snijzaal en eventueel nog een cursus op een simulator.” Maar lang niet voor alle operaties bestaan zulke simulatoren, waardoor beginnend artsen moeten leren in de patiënt. Van der Hage: “Dat is hetzelfde als een piloot voor het eerst leren vliegen in een vol vliegtuig. Wij gaan onderzoeken of we conceptueel denken kunnen verbeteren met een combinatie van 3D-technieken en onderwijstechnieken.”
Om onderwijs op een hoger plan te krijgen moet je het ook zichtbaar maken, is de overtuiging van Van der Hage. Om dit concreet te maken gaat hij werken aan de Clinical Teaching Academy, een groep mensen met een passie voor onderwijs. “Deze mensen krijgen het mandaat om het onderwijs vorm te geven en kunnen worden afgerekend op de kwaliteit ervan. Op die manier creëer je waardering en erkenning voor de rolmodellen voor goed onderwijs.”
Uiteindelijk draait het natuurlijk allemaal om de studenten. En dat is nu juist wat Van der Hage zo leuk vindt aan zijn werk. “Ik haal heel veel genoegen uit werken met jonge mensen die over het algemeen eager zijn en veel sneller en origineler denken. Met deze leerstoel krijg ik de kans op dit op een meer diepgaande manier te doen.”
Zijn liefde voor onderwijs heeft professor Jos van der Hage niet van een vreemde. “Mijn moeder gaf les op de middelbare school en mijn vader op de universiteit, dus het lijkt wel genetisch bepaald.” Al vroeg in zijn eigen opleiding tot chirurg raakte Van der Hage betrokken bij het onderwijs en ontwikkelde hij ideeën hierover. Hoe kun je het onderwijs meer afstemmen op de individuele student en hoe maak je het zo enthousiasmerend mogelijk? Dat zijn de vragen die hij zich stelt.
Het onderwijs moet meebewegen met constante verandering van het vak, zo betoogt Van der Hage. “Je moet kritisch nadenken over of het onderwijs dat je nu nog geeft wel nuttig is en aansluit bij de medische vervolgopleidingen. Een mooi voorbeeld is het luisteren met een stethoscoop naar de longen of hartgeluiden. Een stethoscoop stamt uit begin negentiende eeuw. Ondanks kleine aanpassingen is het instrument in essentie onveranderd. Met de introductie van nieuwe diagnostische instrumenten zoals echo kan je je afvragen of het beoordelen van harttonen nog wel zo nuttig is. Misschien kun je geneeskundestudenten beter leren hoe ze een echo van het hart moeten beoordelen.”
Een belangrijk onderzoeksonderwerp waar Van der Hage de komende tijd mee aan de slag gaat is conceptueel denken in de chirurgische anatomie. “Een van de pilaren van het snijdend specialisme is hetgeen dat je ziet vertalen naar een anatomisch model en vice versa, waardoor je weet of je ergens wel of niet kunt snijden. Om dat te leren krijgen studenten nu een boek, snijzaal en eventueel nog een cursus op een simulator.” Maar lang niet voor alle operaties bestaan zulke simulatoren, waardoor beginnend artsen moeten leren in de patiënt. Van der Hage: “Dat is hetzelfde als een piloot voor het eerst leren vliegen in een vol vliegtuig. Wij gaan onderzoeken of we conceptueel denken kunnen verbeteren met een combinatie van 3D-technieken en onderwijstechnieken.”
Om onderwijs op een hoger plan te krijgen moet je het ook zichtbaar maken, is de overtuiging van Van der Hage. Om dit concreet te maken gaat hij werken aan de Clinical Teaching Academy, een groep mensen met een passie voor onderwijs. “Deze mensen krijgen het mandaat om het onderwijs vorm te geven en kunnen worden afgerekend op de kwaliteit ervan. Op die manier creëer je waardering en erkenning voor de rolmodellen voor goed onderwijs.”
Uiteindelijk draait het natuurlijk allemaal om de studenten. En dat is nu juist wat Van der Hage zo leuk vindt aan zijn werk. “Ik haal heel veel genoegen uit werken met jonge mensen die over het algemeen eager zijn en veel sneller en origineler denken. Met deze leerstoel krijg ik de kans op dit op een meer diepgaande manier te doen.”
donderdag 6 juli 2017
Apple wil je slaap verbeteren
Op slaapgebied doet Apple nog niet zoveel, al blijkt uit de populariteit van apps zoals Sleep Cycle dat er wel degelijk behoefte aan is. Apple werkt achter de schermen aan een eigen oplossing: een wekker die je niet zelf hoeft in te stellen. Hij past zich aan bij je dagelijkse routines en slaapritme. Zo houdt de wekker automatisch rekening met de drukte van vandaag en de afspraken die je morgen hebt staan.Hoe drukker jij het hebt, hoe meer Apple rekening houdt met een goede nachtrust. In de toekomst hoef je er misschien niet eens over na te denken en laat je de intelligente algoritmes van Apple jouw dagritme bepalen. In een patent is te zien dat Apple het zoekt in zowel hardware als software.
woensdag 5 juli 2017
Apple haalt expert digitale gezondheid in huis
Apple werkt verder aan plannen op het gebied van gezondheid. Ze hebben daarvoor een toparts van Stanford in dienst genomen. Het gaat om Dr. Sumbul Desai, die een belangrijke rol speelde in het Stanford Center for Digital Health. Stanford heeft het vertrek inmiddels bevestigd, maar het is nog onduidelijk welke rol de arts krijgt. Desai startte in 2008 bij Stanford als arts voor interne geneeskunde.
dinsdag 4 juli 2017
Technologische deal 'belangrijke stap' voor Tergooi
Tergooi kan voor de komende vijftien jaar beschikken over de meest moderne en hoogwaardige technologische technieken en apparatuur. Dat meldt het ziekenhuis nu het een technologische partnershap is aangegaan met twee zogenaamde MES-partnerschappen (Managed Equipment Service). Het gaat om Siemens Healthineers als Toshiba Medical. Deze partijen voorzien in beschikbaarstelling, vervanging en onderhoud van medische apparatuur. Siemens Healthineers zal Tergooi voorzien van de beeldvormende apparatuur voor diagnostiek en behandeling, zoals CT- en MR- scanners, angiografiesystemen, algemene röntgensystemen en apparatuur voor moleculaire beeldvorming. Toshiba Medical voorziet in de echografiesystemen.
maandag 3 juli 2017
Nieuw elektronisch dossier Erasmus MC live
Het Erasmus MC heeft onlangs het nieuwe elektronisch patiëntendossier feestelijk in gebruik genomen.
Voortaan worden alle gegevens van de duizenden patiënten in het systeem HiX (van leverancier ChipSoft) geregistreerd. Bestaande data zijn inmiddels automatisch overgezet.
De overgang naar het nieuwe systeem is maandenlang intensief voorbereid. Deze ICT-operatie is de grootste op z'n gebied die de Nederlandse gezondheidszorg ooit heeft gekend. Het gaat om extreem grote hoeveelheden gegevens (data) die worden overgeplaatst.
Het nieuwe dossier is ontworpen om patiënten nog beter van dienst te kunnen zijn. Het Erasmus MC verhuist medio 2018 naar een nieuw, innovatief en technologisch hoogwaardig ingericht ziekenhuis. Het elektronisch patiëntendossier is een voorbereiding op de nieuwe manier van werken in het nieuwe ziekenhuis, waarbij de patiënten meer regie krijgen. Zo kunnen zij in de toekomst zelf elektronisch 'inchecken' in het
Erasmus MC.
HiX sluit tevens aan bij een aantal belangrijke ontwikkelingen in het Erasmus MC. Ten eerste wordt de aard van de aandoeningen van patiënten complexer. Zij bereiken hoge leeftijden, maar krijgen ook te maken met een veelvoud van ziekten. Dit vereist een goede samenwerking van diverse medische vakgebieden. Het nieuwe patiëntendossier voorziet beter in een goede verslaglegging van deze samenwerking.
Voortaan worden alle gegevens van de duizenden patiënten in het systeem HiX (van leverancier ChipSoft) geregistreerd. Bestaande data zijn inmiddels automatisch overgezet.
De overgang naar het nieuwe systeem is maandenlang intensief voorbereid. Deze ICT-operatie is de grootste op z'n gebied die de Nederlandse gezondheidszorg ooit heeft gekend. Het gaat om extreem grote hoeveelheden gegevens (data) die worden overgeplaatst.
Het nieuwe dossier is ontworpen om patiënten nog beter van dienst te kunnen zijn. Het Erasmus MC verhuist medio 2018 naar een nieuw, innovatief en technologisch hoogwaardig ingericht ziekenhuis. Het elektronisch patiëntendossier is een voorbereiding op de nieuwe manier van werken in het nieuwe ziekenhuis, waarbij de patiënten meer regie krijgen. Zo kunnen zij in de toekomst zelf elektronisch 'inchecken' in het
Erasmus MC.
HiX sluit tevens aan bij een aantal belangrijke ontwikkelingen in het Erasmus MC. Ten eerste wordt de aard van de aandoeningen van patiënten complexer. Zij bereiken hoge leeftijden, maar krijgen ook te maken met een veelvoud van ziekten. Dit vereist een goede samenwerking van diverse medische vakgebieden. Het nieuwe patiëntendossier voorziet beter in een goede verslaglegging van deze samenwerking.