donderdag 31 augustus 2017

Half miljoen pacemakers in VS krijgen update vanwege kwetsbaarheden

De FDA, een Amerikaanse waakhond op het gebied van voedsel en geneesmiddelen, heeft een firmware-update voor 465.000 pacemakers in de VS goedgekeurd en meldt dat deze uitgevoerd kan worden. De update moet ongeautoriseerde toegang voorkomen. De FDA meldt dat de update is goedgekeurd en dat deze gezien moet worden als een terugroepactie om het risico voor gebruikers van de apparaten te verminderen.

dinsdag 29 augustus 2017

Onderzoekers ontwikkelen app die via selfie kan scannen op alvleesklierkanker

Wetenschappers van de Universiteit van Washington hebben een app ontwikkeld waarmee smartphonegebruikers op eenvoudige wijze via een selfie kunnen controleren of ze onder meer alvleesklierkanker hebben. De app BiliScreen maakt gebruik van de camera van een smartphone. Als een gebruiker een selfie van zijn ogen neemt, is de app in staat via algoritmes en machine learning te detecteren of er sprake is van verhoogde mate van bilirubine in het oogwit.

woensdag 23 augustus 2017

MedApp bereikt 100.000 downloads

Het juist innemen van medicatie is van levensbelang, maar meerdere medicijnen en verschillende innamemomenten maken dat niet gemakkelijk. Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) startup MedApp maakt gebruikers bewust van hun inname- en medicijninformatie en geeft ze de kans deze informatie te delen met hun zorgverlener(s).

Niet gek dus dat de app al 100.000 downloads en tienduizenden actieve gebruikers per dag heeft. MedApp is daarmee de grootste medische app van Nederland, maar belooft nog veel groter te worden door de samenwerking met een aantal grote ziekenhuizen te intensiveren en het aantal functionaliteiten flink uit te breiden.

MedApp werkt nauw samen met onderzoekers en studenten van TU/e Data Science Centre Eindhoven. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld slimme wekkers zetten, waardoor ze aan hun innamemomenten worden herinnerd. Dit werkt therapietrouw, het fenomeen waarbij medicijngebruikers consequent en juist hun medicatie innemen, in de hand en dringt vele, onnodige kosten terug. Niet of onvolledig ingenomen medicijnen kosten namelijk alleen in Nederland al miljoenen euro’s per jaar.

dinsdag 22 augustus 2017

Antwerpse dataminers kraken code menselijke afweer

Mensen worden voortdurend belaagd door een hele reeks micro-organismen die ons ziek kunnen maken. Ons immuunsysteem heeft als functie deze hardnekkige indringers te herkennen en tijdig te neutraliseren. Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen ontdekten door middel van datamining hoe het unieke DNA in T-cellen bepaalt welke specifieke indringer ze herkennen.

“Het herkennen van antigenen – deeltjes afkomstig van indringende micro-organismen – is een belangrijke taak die weggelegd is voor een speciale groep witte bloedcellen, zogenaamde T-cellen”, verduidelijk professor Kris Laukens, hoofd van Biomina, het biomedical informatics network van de Universiteit Antwerpen. “Elke persoon heeft een enorm grote diversiteit aan T-cellen die elk een eigen reeks micro-organismen kunnen herkennen.”

“Zo kan een groep van T-cellen verantwoordelijk zijn voor de herkenning van een griepvirus en een andere groep voor de herkenning van een bacteriële infectie. Maar er kan ook wat foutlopen met dit systeem. Er zijn bijvoorbeeld groepen T-cellen die verantwoordelijk geacht worden voor auto-immuunziektes zoals multiple sclerose”, aldus Laukens. “We weten al langer dat elke T-cel een stukje uniek DNA met zich meedraagt, maar tot dusver was het moeilijk te achterhalen welke T-cel welke antigenen kan herkennen.”

In een wereldprimeur hebben bioinformatici aan de Universiteit Antwerpen nu aangetoond dat het unieke stukje DNA dat elke T-cel met zich meedraagt, volstaat om te voorspellen welke antigenen deze T-cel zal herkennen. Onderzoeker Nicolas De Neuter en collega's ontwikkelden daarvoor computermodellen gebaseerd op moderne machine learning methoden.

“Binnenkort kunnen onze computermodellen met grote accuraatheid voor elke unieke T-cel de herkenningsvoorkeur voorspellen. Om dat praktisch mogelijk te maken, hebben we enkel meer data nodig zodat we onze modellen verder kunnen verfijnen”, legt Laukens uit. “En hoewel het enkele jaren geleden ondenkbaar leek, zouden die data er wel eens heel snel kunnen zijn. Vandaag al is de technologie om de unieke DNA-sequentie van elke T-cel van een persoon in kaart te brengen betaalbaar. Een eenvoudig bloedstaal volstaat.” Professor Laukens en zijn team werken intensief samen met laboratoria die met dergelijke methoden patiënten opvolgen.

Verwacht wordt dat dergelijke nieuwe technieken ons de volgende jaren heel veel nieuwe inzichten kunnen geven in de werking van het complexe afweersysteem. De mogelijke toepassingen zijn dan ook verstrekkend. “Je zou deze modellen kunnen aanwenden om sneller betere vaccins te ontwikkelen”, stelt dr. Pieter Meysman. “We denken ook dat ze kunnen bijdragen aan het ontrafelen van wat er kan mislopen. Denk maar aan auto-immuunziekten, waar het afweersysteem zich tegen de eigen menselijke cellen richt. We willen daarom ook nagaan hoe deze modellen kunnen aangewend worden bij het ontwikkelen van nieuwe therapieën voor auto-immuunziektes en kanker.”

Het onderzoek werd deze maand gepubliceerd in het vakblad Immunogenetics.

maandag 21 augustus 2017

Wetenschappers maken minirobots voor antibiotica

Wetenschappers hebben het voor elkaar gekregen om een bacteriële infectie in de maag van een muis gericht te behandelen met micromotors die antibiotica afgeven. Deze gerichtere behandeling moet bijwerkingen tegengaan. Het onderzoek is uitgevoerd door de University of California San Diego, geleid door professors Liangfang Zhang en Joseph Wang. Voor het onderzoek werden micromotors gebruikt om over een periode van vijf dagen elke dag muizen met een bacteriële maaginfectie van antibiotica te voorzien.

vrijdag 18 augustus 2017

Meerderheid zorg websites heeft geen veilige HTTPS-verbinding

Een groot aantal websites van zorgaanbieders gebruikt nog steeds geen veilige HTTPS-verbinding. Dat blijkt uit een onderzoek van digitale transparantie organisatie Open State Foundation. Van de 22.393 onderzochte websites van zorgaanbieders ondersteunt slechts een derde een verbinding die ervoor zorgt dat het websiteverkeer versleuteld wordt.

Slechts 39 procent van de onderzochte websites van zorgaanbieders ondersteunt HTTPS. Van de 8.637 zorgwebsites met een HTTPS-verbinding blijkt dat dit bij 1.786 niet wordt afgedwongen waardoor bezoekers alsnog onnodig risico’s lopen bij 69 procent van de zorgsites.

Bij gebruik van HTTPS worden de gegevens versleuteld, waardoor het voor een buitenstaander, bijvoorbeeld iemand die afluistert, onmogelijk zou moeten zijn om te weten welke gegevens verstuurd worden. Daarnaast controleert HTTPS op de integriteit van de informatie zodat aanpassing van de uitgewisselde gegevens niet mogelijk is.

Van de onderzochte websites van verloskundigen, aanbieders van geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg ondersteunt slechts 34 procent HTTPS. Bij minder dan een derde van deze onderzochte websites wordt HTTPS afgedwongen. Ook websites van fysiotherapeuten en aanbieders van paramedische zorg scoren laag.

Iets minder dan de helft van de onderzochte websites van apotheken ondersteunt HTTPS waarbij 45 procent dit wordt afgedwongen. Bij websites voor tandartsen, mondhygiënisten en aanbieders van gehandicaptenzorg is dit bijna 40 procent. Bij 33 procent van deze websites wordt HTTPS daarnaast ook afgedwongen.

Websites van ziekenhuizen en huisartsen zijn het meest beveiligd. Ruim 75 procent van de 108 onderzochte websites van ziekenhuizen ondersteunen een HTTPS-verbinding. Van 3.475 websites van huisartsen ondersteunt 66 procent een HTTPS-verbinding. Bij 68 procent van de websites van ziekenhuizen en 61 procent van de onderzochte websites van huisartsen wordt HTTPS afgedwongen. Van de 161 onderzochte websites van aanbieders van jeugdzorg ondersteunt 56 procent een HTTPS-verbinding maar minder dan 37 procent van de domeinen dwingt HTTPS af.

Uit een steekproef van de onderzochte websites blijkt ook nog eens dat verschillende zorgaanbieders op onbeveiligde websites online formulieren aanbieden. Zo zijn er aanmeldings- en inschrijfformulieren te vinden op onbeveiligde websites van huisartsen, apotheken, verloskundigen en aanbieders van geestelijke gezondheidszorg. Via deze online formulieren wordt gevraagd naar persoonsgegevens (bijvoorbeeld bsn nummers) en medische gegevens (bijvoorbeeld aandoeningen, laatste menstruatie). Ook zijn op deze websites zonder HTTPS online formulieren te vinden voor het aanvragen van (herhaal)recepten en voor het stellen van vragen.

donderdag 17 augustus 2017

Minder proefdieren nodig dankzij nieuw online platform

Onderzoek met levende cellen of weefsels (in vitro) wordt algemeen beschouwd als proefdiervrij. Toch wordt voor dit type onderzoek nog steeds materiaal van dieren gebruikt. Het serum waarmee cellen meestal worden gekweekt, is immers afkomstig van levende, ongeboren kalveren (foetaal kalfsserum (FCS)), verkregen na de slacht van de moeder. Deze kalveren moeten daarom als proefdieren worden beschouwd. Veel wetenschappers zijn zich daar niet van bewust. Het 3Rs-Centre Utrecht Life Sciences en Animal Free Research UK lanceren een nieuwe website waar onderzoekers FCS-vrije media kunnen vinden: fcs-free.org. Tijdens het wereldcongres Alternatives and Animal Use in the Life Sciences volgende week in Seattle (VS), wordt de website ook gepromoot.

“Zolang mensen foetaal kalfsserum gebruiken, is in vitro-onderzoek niet proefdiervrij”, zegt dr. Jan van der Valk, coördinator van het 3Rs-Centre Utrecht Life Sciences (ULS). Foetaal kalfsserum (FCS) is een gangbaar ingrediënt in groeimedia die worden gebruikt om cellen op te kweken in het lab (in vitro), maar FCS wordt op een dieronvriendelijke manier verkregen. Het is bovendien een natuurlijk product, waardoor  de samenstelling van het commercieel verkrijgbare FCS varieert en herhaling van onderzoeksresultaten moeilijk is. Gezien deze ethische en wetenschappelijke bezwaren is het dus beter om over te stappen naar groeimedia zonder FCS.

FCS-vrije media en hun toepassingen vervangen niet alleen proefdieren, maar verbeteren ook de wetenschappelijke kwaliteit van in vitro-experimenten. Op de website fcs-free.org kunnen wetenschappers bestaande FCS-vrije media voor hun celkweekonderzoek vinden. Verder dient te website ook als platform waarop zij met elkaar in gesprek kunnen gaan over welke FCS-vrije media geschikt zijn voor het kweken van bepaalde cellen. Op de website is een overzicht te vinden van commercieel verkrijgbare FCS-vrije media voor cel- en weefselkweek. Ook biedt de database wetenschappelijke publicaties over FCS-vrije media die wetenschappers zelf hebben samengesteld. De database wordt aangeboden door het 3Rs-Centre Utrecht Life Sciences (ULS) in samenwerking met Animal Free Research UK.

De FCS-vrije database is onderdeel van het 3V-Databaseprogramma, opgezet door het 3Rs-Centre ULS om informatie gratis beschikbaar te stellen die dierproeven kan vervangen, verminderen en verfijnen (de 3V’s of 3Rs in het Engels). Het programma ontvangt geen subsidies en is dus afhankelijk van giften. Om een duurzame toekomst voor het programma te garanderen nodigen wij partners uit om onze activiteiten te ondersteunen (www.vriendendiergeneeskunde.nl). Het 3Rs-Centre ULS is onderdeel van de faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht

Nederlandse TelePsy opent kantoor in Manchester

Het bedrijf achter TelePsy, een internetapplicatie voor zorgverleners ten behoeve van diagnostiek, effectmeting en online behandeling, opent zijn eerste kantoor in Engeland. Het bedrijf uit Maastricht vestigt zich in Manchester.

TelePsy had al een kantoor in Berlijn. In Engeland komen uiteindelijk vijftien mensen te werken.

TelePsy is opgericht in 2010 in samenwerking met verschillende huisartsen en GGZ-professionals. Het doel was om met behulp van digitale instrumenten de zorg beter en efficiënter te maken. In eerste instantie heeft TelePsy zich toegelegd op de ondersteuning van huisartsen en de ontwikkeling van een internetapplicatie voor triage, diagnostiek en effectmeting (ROM) in de GGZ.

woensdag 16 augustus 2017

KPN versterkt positie in zorgsector met overname Cam IT Solutions

KPN heeft Cam IT Solutions (CAM) overgenomen, een toonaangevende IT-dienstverlener voor de Zorg en Publieke sector in Nederland. De overname past in de ambitie van KPN te groeien in ICT-dienstverlening en de strategische focus op deze grootzakelijke sectoren.

CAM verzorgt voor ziekenhuizen, zorginstellingen en andere publieke organisaties de betrouwbare, veilige en gebruikersvriendelijke toegang voor circa 50.000 gebruikers tot de centrale applicaties vanuit het CAMCUBE Private Cloud Platform. CAM ontzorgt haar relaties van technisch beheer en zorgt voor doorlopende ontwikkeling en innovatie van de IT-werkplekken en de achterliggende connectiviteit.

Het in Nieuwegein gevestigde Cam IT Solutions is meer dan 30 jaar succesvol actief en heeft op dit moment 62 medewerkers in dienst.

maandag 14 augustus 2017

Dr. Google krijgt meer apps om zelf diagnose te stellen

Als je het tv-programma ‘Dokters vs internet’ kijkt, weet je dat er een schat aan medische informatie te vinden is, waarmee de niet-artsen vaak best goede diagnoses kunnen stellen. Dr. Google zal nooit een echte dokter kunnen vervangen, maar toch doet iedereen het wel eens: googlen naar symptomen om te achterhalen of het nodig is om professionele hulp in te schakelen. Dr. Google zal de komende jaren nog meer diagnoses kunnen stellen, want de zoekmachinegigant heeft Senosis overgenomen. Deze startup maakt iPhone-apps waarmee je makkelijk kunt bepalen of je een bepaalde ziekte hebt, zonder dat speciale apparatuur nodig is.

dinsdag 8 augustus 2017

Virtual-realitybril op tijdens EHBO-les

Deelnemers aan EHBO-cursussen kunnen voortaan oefenen met een virtual-realitybril op zodat ze beter worden voorbereid op noodsituaties waarin ze kunnen belanden. Door de speciale bril zijn ze bijvoorbeeld 'ooggetuige' van een ongeval, de nasleep van extreem weer of een aanslag. Met deze levensechte filmpjes wil de hulporganisatie ervoor zorgen dat de cursisten zich goed kunnen inleven in dit soort situaties en daar ook naar handelen.

maandag 7 augustus 2017

Zo voorkom je dat de Gezondheid-app bewegingsdata verzamelt

De Gezondheid-app kun je niet van de iPhone verwijderen, maar je kunt wel zorgen dat de app geen data meer verzamelt. De data die de Gezondheid-app verzamelt op je iPhone wordt niet gedeeld, zelfs niet met Apple. Je geeft zelf met de schuifjes in de Gezondheid-app aan welke bronnen de data mogen uitlezen. De data staat lokaal op je toestel en wordt alleen versleuteld opgeslagen op iCloud, zodat niemand de data kan inzien. Geef je zelf toestemming om bepaalde data met apps te delen, dan is dat je eigen keuze.

vrijdag 4 augustus 2017

Zo werkt Apple’s oplossing voor gehoorimplantaten met de iPhone


Vorige week werd bekend dat Apple nauw samengewerkt heeft met een bedrijf dat gespecialiseerd is in hooroplossingen, zodat gehoorimplantaten direct kunnen samenwerken met de iPhone. Uit een nieuw verslag blijkt welke problemen Apple heeft moeten overwinnen om dit te kunnen laten werken. Zo wordt er gebruikgemaakt van een nieuwe energiezuinige techniek. Gehoorimplantaten worden via een operatie bij het interne gehoor ingebracht in het geval dat een gehoorapparaat niet meer voldoende blijkt te werken. Het innerlijke deel verstuurt audiosignalen via elektrodes naar de hersenen.

donderdag 3 augustus 2017

De Doorbraak: Robotnaalden

Onderzoeker Sarthak Misra van de Universiteit van Twente werkt aan baanbrekend onderzoek met robotgestuurde flexibele naalden. Die kunnen heel netjes en secuur opereren. Hij heeft voor deze doorbraak een subsidie gekregen van 713.000 euro van de Europese Unie. Misra geeft leiding aan wetenschappers uit zeven landen.

Het inbrengen van een naald in de hersenen om een biopsie van een hersentumor te nemen - een voorbeeld van een minimaal-invasieve neurochirurgische ingreep - moet zeer nauwkeurig gebeuren. Met behulp van MRI kan de locatie van een tumor of ander letsel in de hersenen exact worden bepaald, maar een kleine beweging van het hoofd kan ertoe leiden dat de naald doel mist. Ook is het niet mogelijk om exact te weten waar een naald zich in de hersenen bevindt tijdens een neurochirurgische ingreep.

woensdag 2 augustus 2017

HvA-lectoraat doet bewegingsonderzoek tijdens Lowlands 2017

Het lectoraat Digital Life van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoekt tijdens Lowlands 2017 hoe festivalbezoekers zich bewegen met een verhoogd alcoholpromillage in hun bloed. Onderzoeker Aukje de Vrijer van Digital Life en haar team zullen de deelnemers onderwerpen aan verschillende testen, waarbij ook de inname van extra alcohol gesimuleerd zal worden. Het onderzoek levert de HvA onder andere waardevolle data op voor een langlopend onderzoek naar valpreventie voor ouderen.
Het lectoraat Digital Life van de HvA is een van de zes onderzoeksteams die - uit meer dan tachtig ingezonden voorstellen - zijn geselecteerd om Lowlands 2017 als laboratorium te gebruiken. De andere teams zijn afkomstig van Radboudumc, VU en LUMC. Onder de naam Lowlands Science krijgen zij een eigen onderzoekscentrum op het festivalterrrein, waar zij het hele weekend onderzoek zullen doen onder de bezoekers.

Doel van het HvA-onderzoek op Lowlands is sensoren te ontwikkelen die automatisch veranderingen in het bewegingspatroon kunnen detecteren. Hoewel aan het onderzoek op het festival voornamelijk jongeren mee zullen doen, zijn de sensoren uiteindelijk bedoeld om valongelukken bij ouderen te voorkomen. Mensen met een hoog valrisico gaan namelijk anders bewegen, net als mensen met een verhoogd alcoholpromillage. Hoewel deze veranderingen niet exact hetzelfde zijn, vertonen zij wel overeenkomsten, bijvoorbeeld door een slechtere balanscontrole. Het tijdig herkennen van een verhoogd valrisico is belangrijk voor een tijdige en gerichte valpreventie.

De bewegingen van de proefpersonen worden met een 3D-camera geregistreerd. Zij moeten verschillende bewegingsopdrachten uitvoeren, waaronder een balanstest en een loopanalyse. Het project op Lowlands biedt het onderzoeksteam de kans om in drie dagen veel proefpersonen zien en een grote hoeveelheid data te verzamelen, die gebruikt zullen worden voor de ontwikkeling van de sensoren. Zowel bij de verschillende vooronderzoeken als op het festival zelf zijn studenten van verschillende studies betrokken. Zo hebben studenten van de minor Big Data gewerkt aan de ontwikkeling van de applicatie en werken er Product Design- en oefentherapiestudenten mee.

Het onderzoek op Lowlands Science maakt onderdeel uit van het ‘BRAVO-project’, waarin in een breed consortium van mkb-bedrijven, zorg- en kennisinstellingen nieuwe kennis wordt ontwikkeld over technologie om valrisico te kunnen inschatten in realistische omgevingen, en over de acceptatie van dergelijke technologie. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA, dat praktijkgericht onderzoek van hogescholen financiert en stimuleert. Meer informatie over het project is te vinden op http://digitallifecentre.nl/projecten/bravo.

dinsdag 1 augustus 2017

'Patiënten vragen weinig aan artsen via internet'

Huisartsen en medisch specialisten bieden steeds vaker de mogelijkheid om via een website of e-mail een vraag te stellen: het e-consult. Toch wordt dit door zorggebruikers nog maar weinig gebruikt. Uit onderzoek uitgevoerd in 2017 in het kader van de jaarlijkse Nictiz NIVEL eHealth-monitor blijkt dat zorggebruikers zowel positieve als negatieve kanten van het e-consult zien.

Meerwaarde van het e-consult zien zorggebruikers vooral in dat je het kan doen als het je uitkomt en dat je de tijd hebt om na te denken over de vraag die je wilt stellen. Minder persoonlijk contact en minder mogelijkheden om door te vragen zien ze als negatieve punten. Zorggebruikers die ervaring hebben opgedaan met het e-consult zijn positiever dan zorggebruikers zonder ervaring.

In maart 2017 heeft een steekproef van 1.500 panelleden uit het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL een vragenlijst ontvangen met, onder andere, vragen over het e-consult. 741 panelleden stuurden de vragenlijst terug (respons 49%). Binnen deze groep respondenten waren hoogopgeleiden oververtegenwoordigd ten opzichte van de algemene bevolking in Nederland en voorgaande edities van de eHealth-monitor. Correctie hiervoor resulteerde in een databestand van 611 respondenten, waarop de resultaten gebaseerd zijn. Wanneer er uitspraken worden gedaan over de algemene bevolking, is er een weging toegepast om hiervoor te corrigeren.