dinsdag 31 oktober 2017

Medische sites mogen niet ongevraagd cookies plaatsen

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft diverse medische sites gevraagd te stoppen met het ongevraagd plaatsen van cookies. De Consumentenbond had deze praktijk bij websites met informatie over ziektes, verslavingen en algemene gezondheid vastgesteld. Websites mogen niet ongevraagd cookies gebruiken op hun site die het surfgedrag van de gebruiker registreren. Ze moeten de gebruikers daarvoor om toestemming vragen. Deze regels gelden voor alle websites, maar privacy ligt bij gezondheidswebsites extra gevoelig. De websites zijn gestopt met het plaatsen van cookies nadat de ACM hen daartoe had aangespoord.

Er bestaan verschillende soorten cookies. Functionele cookies mogen zonder toestemming worden gebruikt, omdat een website anders niet kan functioneren. Analytische cookies mogen beperkt worden gebruikt zolang ze beperkte of geen gevolgen hebben voor de privacy van bezoekers. Voor alle andere cookies is de toestemming nodig van de gebruiker.

Samen met de Consumentenbond heeft de ACM dit resultaat kunnen bereiken. Consumenten moeten veilig online kunnen zijn.

maandag 30 oktober 2017

‘Amazon treft voorbereidingen voor online apotheek’

Amazon lijkt een nieuwe markt te willen betreden: die van voorgeschreven geneesmiddelen. De retailer heeft in diverse Amerikaanse staten vergunningen aangevraagd en ook gekregen als groothandel in receptmedicijnen.

De St. Louis Post-Dispatch heeft na een tip achterhaald dat Amazon in zeker twaalf staten een vergunning heeft geregeld, namelijk Nevada, Arizona, North Dakota, Louisiana, Alabama, New Jersey, Michigan, Connecticut, Idaho, New Hampshire, Oregon en Tennessee. In Main loopt nog een procedure.

Het is niet duidelijk of Amazon op eigen kracht in deze sector wil stappen of dat binnenkort een apotheek wordt overgenomen, zoals Amazon onlangs ook Whole Foods heeft ingelijfd.

Vroeg detecteren boezemfibrilleren met technologie uit CardioLab TU Delft

TU Delft startte onlangs het CardioLab, een samenwerking met de Hartstichting en Philips Design. Hier wordt met slimme technologie data gebruikt om hart- en vaatziekten vroegtijdig op te sporen en zo patiënten in de toekomst beter te behandelen. Op dinsdag 17 oktober studeert Leonard Moonen af aan de TU Delft op het eerste concrete resultaat uit dit CardioLab: een sensorarmband die boezemfibrilleren detecteert.

Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak. Wat betreft zorg en preventie van hart- en vaatziekten valt nog veel te winnen. Zo kan het langduriger monitoren van hartpatiënten helpen om de nadelige gevolgen van deze ziekte te beperken. De Hartstichting, Philips Design en TU Delft werken daarom nu samen in het CardioLab. ‘We werken gezamenlijk aan slimme, data-gedreven innovaties die de kwaliteit van leven van hartpatiënten verbeteren en medisch specialisten en andere hulpverleners beter inzicht geven in de conditie van de patiënt,’ zegt onderzoeker Maaike Kleinsmann van de Delftse faculteit Industrieel Ontwerpen en directeur van het CardioLab. Data-gedreven oplossingen maken het volgens de onderzoekster mogelijk om data van mensen die tot de risicogroep behoren (hoge bloeddruk, overgewicht, roken) in kaart te brengen. ‘Hierdoor zijn hart- en vaatziekten eerder te herkennen en kan mogelijk ook sneller gestart worden met behandeling.’

Het CardioLab heeft al de eerste concrete resultaten opgeleverd. Zo heeft afstudeerder Leonard Moonen een armband (voor de bovenarm) ontworpen die boezemfibrilleren met een speciale sensor kan detecteren zonder dat de patiënt hier veel hinder van ondervindt: Afi. ‘Dit is wenselijk omdat de fibrillaties in de vroege stadia van deze aandoening nog zeldzaam zijn. Op dit moment worden (mogelijke) patiënten maar 24 tot 48 uur gemonitord. Maar omdat dit een relatief korte periode betreft, is er een aanzienlijke kans dat je de ziekte niet constateert’, zegt Kleinsmann. ‘Dus het kan lijken alsof er niets mis is, terwijl de patiënt toch al behoorlijk ziek kan zijn. Om dit probleem aan te pakken, heeft Leonard een toepassing ontwikkeld die boezemfibrillaties kan detecteren via een sensor op de bovenarm. Dit apparaat kan lange-termijnmetingen uitvoeren, zodat je de kans vergroot dat je iets abnormaals vaststelt.’

Het idee om een researchprogramma op te zetten met Philips Design en de Hartstichting ontstond pas twee jaar geleden. Afi is een concreet voorbeeld van de slimme product-dienst combinaties die het CardioLab de komende jaren wil ontwikkelen. Deze nieuwe product-dienst combinaties vragen volgens Kleinsmann om nieuwe ontwerpmethoden voor industrieel ontwerpers. ‘De data die de systemen genereren vormen input voor services die specifiek aansluiten op de behoefte van de individuele gebruikers, denk aan ontspanningsoefeningen en voedingsadvies. Ontwerpers moeten dus flexibele systemen leren ontwerpen. Maar ook moeten om kunnen gaan met ‘big data’; de gezamenlijke input van alle gebruikers levert immers data op die artsen en verpleegkundigen kunnen helpen om het verloop van bepaalde ziektes beter te begrijpen.’

Met de komst van het CardioLab, en met behulp van nieuwe ontwerpmethoden, verwacht Kleinsmann  een steeds vollediger beeld te krijgen van de verschillende factoren die een rol spelen bij een hartinfarct. ‘Signalen vroeg herkennen is cruciaal. Door grote groepen mensen op deze manier te volgen, kunnen onderzoekers vroege, aan de oppervlakte onzichtbare indicatoren, voor hart- en vaatziekten aan het licht brengen.’

vrijdag 27 oktober 2017

'Gevolgen WannaCry-aanval voor Britse ziekenhuizen waren eenvoudig te voorkomen'

De gevolgen van de aanval met WannaCry-ransomware voor Britse ziekenhuizen hadden met een aantal simpele stappen voorkomen kunnen worden. Dat is een van de conclusies uit een rapport dat het National Audit Office heeft opgesteld. De organisatie, die overheidsuitgaven controleert voor het parlement, schrijft in het rapport dat 'alle organisaties die door WannaCry waren getroffen dezelfde zwakke plekken gemeen hadden'. Zo gebruikten ze allemaal ongepatchte of niet langer ondersteunde Windows-versies.

HR tekent convenant Innovatie op de Zorgboulevard

Half oktober heeft Hogeschool Rotterdam het convenant ‘innovatie op de Zorgboulevard’ getekend. Dit convenant is een samenwerking in onderwijs en onderzoek tussen Aafje Zorghotel, Antes, Maasstad Ziekenhuis en Hogeschool Rotterdam (Kenniscentrum Zorginnovatie en het Instituut voor Gezondheidszorg).

De ondertekening van het convenant vloeit voort uit de intentie om op het gebied van opleiden en praktijkgericht onderzoek meer met elkaar samen te gaan werken en op elkaar af te stemmen.

Een centraal thema is de zorg voor en begeleiding van kwetsbare ouderen (niet alleen gericht op somatiek maar ook op het sociale en geestelijke welzijn), verslavingsproblematiek en onderzoek naar mogelijkheden voor nadere afstemming van elkaars activiteiten. Ook is de problematiek rondom werkgelegenheid onder de aandacht gebracht. Denk hierbij aan: hoe enthousiasmeren we hbo-V studenten om te kiezen voor de ouderenzorg, en hoe kunnen we inspelen op de tekorten aan zorgverleners die in de toekomst gaan ontstaan?

Marleen Goumans, directeur van Kenniscentrum Zorginnovatie, heeft de focus gelegd op het praktijkgerichte en interprofessionele karakter van de onderzoeksactiviteiten die door onze studenten kunnen worden opgepakt. In de interprofessionele groepen is, naast studenten van het Instituut voor Gezondheidszorg (IVG) van Hogeschool Rotterdam, ook plaats voor studenten van andere instituten binnen de hogeschool.

donderdag 26 oktober 2017

Einde van Apple’s slaapsensor lijkt in zicht

Afgelopen mei nam Apple heet bedrijfje Beddit over, dat een slaapsensor voor de iPhone maakte. De afgelopen maanden was de Beddit 3 nog gewoon verkrijgbaar in de Apple Store, maar nu is ‘ie opeens uitverkocht in de VS. Er lijkt ook geen nieuwe voorraad meer te komen. In de Belgische en Nederlandse Apple Store is de Beddit 3 nog wel verkrijgbaar, maar we weten niet hoe lang nog. In andere landen zoals Australië en het Verenigd Koninkrijk staat de slaapsensor op: ‘Currently unavailable’.

woensdag 25 oktober 2017

Realistisch namaaklichaam traint chirurgen

Voor chirurgen is het heel belangrijk om veel te oefenen, maar het is nogal wat om dat op levende patiënten te doen. De Amerikaanse firma SynDaver ontwikkelt daarom synthetische hulpmiddelen waarmee zij kunnen worden getraind. De 95.000 dollar kostende SynDaver Patient is het meest geavanceerde product dat men aanbiedt: het betreft een nagemaakt mensenlichaam met een grote hoeveelheid functies.

dinsdag 24 oktober 2017

Alexander Schönhuth benoemd tot hoogleraar Genome Data Science

Alexander SchonhuthHet College van Bestuur heeft dr. Alexander Schönhuth voor een dag per week benoemd tot hoogleraar Genome Data Science bij het Institute of Biodynamics and Biocomplexity van de faculteit Bètawetenschappen. Schönhuth leidt bij het Centrum Wiskunde & Informatica het onderzoeksteam Genome Data Science. Zijn benoeming is zowel een versterking voor het interdisciplinaire bioinformatics en data science onderzoek binnen de faculteit Bètawetenschappen als binnen het Utrecht Bioinformatics Center, Utrecht Life Sciences en Applied Data Science.
Alexander Schönhuth (1971), is een vooraanstaand expert op het gebied van bioinformatica en data science. Dankzij zijn – voor het onderzoeksveld originele - wiskundige achtergrond, speelt hij een grote rol in de ontwikkeling van nieuwe algoritmische methoden.

Met de Vidi-grant die hem in 2013 werd toegekend, levert hij een belangrijke bijdrage aan het ‘Genoom van Nederland’ project. Enkele resultaten werden gepubliceerd in high impact journals, wat voor informatica-onderzoek vrij uitzonderlijk is.

Dit Vidi-onderzoeksproject, 'A Dutch encyclopedia of genetic variation', richt zich op nieuwe, veelbelovende statistische methoden om DNA-verschillen te ontdekken. Schönhuth gebruikt deze methoden om structurele variaties op te sporen in de terabytes aan genetische data uit het Genoom van Nederland-onderzoek,  in het bijzonder van moeilijk te onderscheiden genetische varianten.

Schönhuth studeerde wiskunde aan de Universiteit in Keulen en promoveerde daar bij het Centrum voor Toegepaste Computerwetenschappen, waar hij kennismaakte met bioinformatica en data science . Daarna zette hij zijn loopbaan in dit onderzoeksveld voort, eerst als postdoc aan de Steven Fraser University in Canada en vervolgens aan de University of California in Berkeley. In 2010 accepteerde hij een aanbod van het Centrum Wiskunde & Informatica in Amsterdam.

maandag 23 oktober 2017

Computer spoort verschillen op tussen menselijke cellen

“Uit hoeveel verschillende soorten cellen bestaat ons lichaam? Het antwoord daarop weet eigenlijk niemand,” zegt Stein Aerts van VIB-KU Leuven. Maar dankzij een nieuwe methode die zijn team ontwikkelde komt daar binnenkort misschien verandering in. 

Toen 15 jaar geleden het volledig menselijke genoom in kaart werd gebracht was het al snel duidelijk dat ondanks die schat aan informatie het maar een gedeeltelijk beeld opleverde van de werking van ons lichaam. Zo is de originele DNA-code in elk van onze cellen hetzelfde, maar toch verschilt een levercel van een spiercel en is een huidcel helemaal anders dan een zenuwcel. Die diversiteit ontstaat doordat niet alle genen in elke cel tegelijkertijd ingezet worden. Om een beter beeld te krijgen moeten we dus niet alleen kijken naar genen op zich, maar ook naar wanneer ze echt gebruikt worden.


Het lichaam van een volwassene bestaat uit meer dan 30 triljoen cellen. Dankzij nieuwe technieken kunnen wetenschappers vandaag de activiteit van al onze 20.000 genen meten in één enkele cel. Maar wanneer deze methode wordt toegepast op duizenden cellen uit verschillende weefsels, wordt het een steeds grotere uitdaging om al die meetgegevens samen te brengen en er patronen in te vinden waar we ook daadwerkelijk iets van kunnen opsteken.

vrijdag 20 oktober 2017

Prodata Systems haalt drie ziekhuisprojecten binnen

Nieuwbouwprojecten voor het Ziekenhuis Sint-Maarten, Ziekenhuis Maas & Kempen en Ziekenhuis Zeno in Knokke gaan hun operatiekamers digitaliseren met Provision van Prodata Systems. Het gaat om 28 operatiezalen, en het project is zo'n 2,4 miljoen euro waard.

donderdag 19 oktober 2017

Instituut voor Data Science haalt twee grote onderzoeksprojecten naar FAIR data binnen

Als enig Europese onderzoeksgroep is het Instituut voor Data Science (IDS) van de Universiteit Maastricht uitgenodigd deel te nemen aan een internationaal onderzoeksproject van het Amerikaanse National Center for Advancing Translational Sciences (NCATS). “Een medisch instituut als het NCATS biedt ons de gelegenheid samen te werken met de grote leiders in translationeel onderzoek”, aldus Michel Dumontier, universiteitshoogleraar Data Science en directeur van IDS. Een ander onderzoeksvoorstel onder leiding van IDS is gehonoreerd door het NWA Startimpulsprogramma VWData. “Hierin proberen we volgens de FAIR principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable) medische data op een verantwoorde manier te ontsluiten.”

Het doel van het project is om de privacygevoelige medische data, die over het algemeen gescheiden van elkaar bij verschillende instellingen zoals scholen, ziekenhuizen, verzekeraars etc. liggen opgeslagen, op een verantwoorde manier bij elkaar te brengen. “IDS leidt het onderzoek en levert de expertise in machinaal leren en het beheren van onderzoeksdata met als doel deze gescheiden datasets toegankelijk te maken via de FAIR principes. ELSI bezit de kennis over de sociale, wettelijke en ethische kanten van big data in de gezondheidszorg en Maastro Clinic brengt haar innovatieve ‘Personal Health Train’ (PHT) concept in. De PHT omgeving biedt gecontroleerde toegang tot heterogene databronnen met maximale privacy bescherming. CBS levert de socio-economische data die we zullen gebruiken om te achterhalen welke factoren van invloed zijn op de gezondheid en het MUMC brengt de data van de Maastricht Studie in. We hopen zo het verband te kunnen begrijpen tussen diabetes, leefstijl, socio-economische factoren en gebruik van gezondheidszorg op basis waarvan richtlijnen gemaakt kunnen worden die een enorme impact op de volksgezondheid zullen hebben”, aldus Michel Dumontier.

Het ontsluiten van data en daarmee het medisch wetenschappelijk onderzoek een impuls geven, is ook een reden om te participeren in het ‘Biomedical Data Translator’ project van het NCATS. NCATS is een van de nationale medische instituten in Amerika dat onderzoek sponsort waarin een vertaalslag wordt gemaakt van fundamenteel onderzoek naar effectieve behandeling van ziektes. In het Translator programma werken experts van zestien verschillende universiteiten en onderzoeksinstituten samen aan een rekeninstrument dat de verbinding tussen biomedische data verbetert en inzicht geeft in de aard van de ziekte en de behandeling.

Naast onder andere het Broad Institute of MIT en Harvard, Johns Hopkins University en University of Montreal is Universiteit Maastricht de enige Europese deelnemer. IDS werkt samen met een team van Columbia University aan de ontwikkeling van een rekenkundige infrastructuur die de nadelen van het slikken van meerdere medicijnen naast elkaar blootlegt.

“Ons werk richt zich op het ontwikkelen van één infrastructuur die wetenschappers in staat stelt om ingewikkelde onderzoeksvragen te beantwoorden met behulp van biomedische data en het web. Het probleem is dat zowel de data als de software mogelijkheden niet FAIR zijn en het veel tijd kost om ze hiervoor geschikt te maken voordat je zelfs maar een vraag kunt beantwoorden. Samen met onze partners werken we aan minimale vereisten voor onderlinge uitwisselbaarheid van data zodat we ze maximaal kunnen hergebruiken. Zo hebben we bijvoorbeeld een infrastructuur ontwikkeld die nieuwe inzichten over bijwerkingen van medicijnen genereert of de aanleg voor een genetische ziekte identificeert.”

woensdag 18 oktober 2017

Dwarslaesiepatiënt loopt nu ook trap op met exoskelet van studenten TU Delft

Traplopen, opstaan uit een diepe sofa, een helling op en over ruw terrein lopen, het lukte dwarslaesiepatiënt Ruben de Sain állemaal met het door Delftse studenten gebouwde exoskelet, een ondersteunend robotisch pak, tijdens de Cybathlon Experience op 7 oktober. Tijdens deze wedstrijd voor bionische para-atleten in Duitsland tonen de studenten de potentie van een exoskelet als hulpmiddel in het dagelijks leven van mensen met verlamde benen.

Het TU Delft studententeam Project MARCH trotseerde met hun zelf gebouwde en ontworpen exoskelet de vier alledaagse ‘hindernissen’, uitgezet in een parcours op de beurs RehaCare in Düsseldorf, binnen de tijd. Ruben de Sain en de studenten behaalden met hun prestatie de tweede plaats in de wedstrijd, waar zowel academische als commerciële teams aan deelnamen.

Na een jaar ontwerpen en bouwen was deze wedstrijd voor de studenten de ultieme proef om hun exoskelet te testen op toepasbaarheid in het dagelijks leven. Winnen in deze competitie is niet waar de studenten het voor doen.We zijn natuurlijk trots op deze tweede plaats, maar belangrijker is dat we door het succesvol afleggen van alle vier de onderdelen hebben laten zien dat het exoskelet als hulpmiddel voor dagelijks gebruik steeds dichterbij komt’, zegt Donald Dingemanse, teammanager en student Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft.

Eind augustus liet Project MARCH in Delft al zien dat dwarslaesiepatiënt Ruben de Sain met het door de studenten zelf ontworpen en gebouwde exoskelet kan lopen. Nadat deze eerste stappen een feit waren, zijn de studenten samen met Ruben een intensief trainingstraject gestart voor de Cybathlon Experience. “We zijn begonnen met het traplopen, toen dat lukte zijn we doorgegaan met de helling. Zo trainden we stap voor stap alle onderdelen”, vertelt Dingemanse. “Aandachtspunten uit die trainingen werden goed geanalyseerd en het robotisch pak werd vervolgens stap voor stap geoptimaliseerd.”

dinsdag 17 oktober 2017

Vloeibare hechtingen maken iedere wond in een minuut dicht

Wetenschappers van de Universiteit van Sydney hebben een vloeistof ontwikkeld die in de toekomst mogelijk hechtingen gaat vervangen. Het goedje wordt aangebracht op een wond en vervolgens uitgehard met UV-licht, waardoor het mogelijk is om binnen een minuut een wond dicht te maken, zonder daarbij met een nietmachine of naald en draad aan de slag te gaan.

maandag 16 oktober 2017

Nieuwe app verbetert levenskwaliteit en comfort borstkankerpatiënten tijdens behandeling

The Estée Lauder Companies en de KU Leuven richten een fonds op ten voordele van het Leuvens Kankerinstituut. Een deel van de opbrengst gaat naar een app die kankerpatiënten moet helpen om de neveneffecten van hun behandeling beter te monitoren. De app wordt ontwikkeld in het UZ Leuven.

The Estée Lauder Companies en de KU Leuven richten een fonds op ten voordele van het Leuvens Kankerinstituut. Een deel van de opbrengst gaat naar een app die kankerpatiënten moet helpen om de neveneffecten van hun behandeling beter te monitoren. De app wordt ontwikkeld in het UZ Leuven.
Borstkanker blijft een van de meest voorkomende kankers bij vrouwen in ons land. Maar liefst 1 op de 9* Belgische vrouwen zal tijdens haar leven borstkanker krijgen. The Estée Lauder Companies, die intussen al 25 jaar strijden tegen borstkanker, investeert de komende drie jaar continu in het “The Estée Lauder Companies moving cancer care forward fund’. Dit fonds wil de levenskwaliteit, behandeling en genezingskansen van (borst)kankerpatiënten verbeteren. Dit jaar stelt The Estée Lauder Companies €100 000 ter beschikking voor de ontwikkeling van een app en dat bedrag willen ze de komende jaren telkens overschrijden. Het fonds wordt opgericht in de schoot van KU Leuven en UZ Leuven. De middelen worden ingezet ten voordele van het Leuvens Kankerinstituut.

vrijdag 13 oktober 2017

iPhone-accessoire voor mensen met gehoorverlies komt naar Nederland

Fabrikant Cochlear brengt in Nederland de eerste Made for iPhone-geluidsprocessor voor cochleaire implantaten uit. Daarmee kunnen mensen met ernstig gehoorverlies toch blijven communiceren. Dankzij de technologie kunnen gebruikers geluid direct vanaf hun iPhone of iPad naar de geluidsprocessor in een implantaat streamen. Via de iPhone of iPad regelen ze hun gehoor, of controleren ze de instellingen met behulp van een gratis app.

donderdag 12 oktober 2017

DNA-analyse met een app, is dat echt een goed idee?

Met de apps van GenePlaza, ontwikkeld door een VUB-spin-off, kun je je DNA linken aan levensstijl: van je genetische aanleg voor overgewicht tot hoeveel kopjes koffie je best drinkt op een dag. "We moeten opletten voor overinterpretatie", zegt populatiegeneticus Maarten Larmuseau. 'Luister naar uw DNA', staat er in grote letters op de homepage van GenePlaza, een platform dat apps aanbiedt die toelaten om stukjes van je DNA te analyseren op genetische voorbestemming. Het concept is simpel: wie zich registreert krijgt een DNA-kit opgestuurd, verzamelt een speekselmonster en na een maand of twee is je persoonlijke DNA klaar voor onderzoek: bijvoorbeeld om te zien hoeveel genetische kans je hebt om neurotisch te zijn.

woensdag 11 oktober 2017

UT en Utrecht gaan nauwer samenwerken in medisch onderzoek Personalized care

Technologie ontwikkelen die leidt tot innovatieve, sterk gepersonaliseerde patiëntenzorg: dat is het doel van een intensievere samenwerking van de Universiteit Twente, het Universitair Medisch Centrum Utrecht en de Universiteit Utrecht, bekrachtigd op 4 oktober.

‘Personalized healthcare’ kan betekenen: behandeling tegen kanker, toegesneden op de individuele patiënt, dankzij kankerdiagnostiek tot op celniveau. Het kan ook betekenen: reparatie van beschadigd lichaamsweefsel, zoals bot of kraakbeen, met 3D geprint weefsel van lichaamseigen cellen. Of het kan betekenen: draagbare kunstorganen die natuurlijker passen bij het lichaam. Micro-imaging, biofabrication en bio-artificial organs zijn de drie gebieden waarop de UT (instituut MIRA), UMCU en UU hun samenwerking gaan intensiveren. De drie gebieden versterken elkaar ook nog eens, en ze staan hoog op onder meer de Europese onderzoeksagenda Horizon 2020.

Dankzij imaging technieken tot op het niveau van de enkele cel, of kleiner, is het mogelijk om te kijken naar die ene circulerende tumorcel die uitzaaiingen tot gevolg kan hebben. Weten we meer over die cel, dan kunnen we ook de remedie testen. Micro-imaging is het project van prof. Leon Terstappen (UT), prof. Hans Bos (UMCU), prof. Alain de Bruin (UU, Diergeneeskunde) en prof. Hans Clevers (UMCU/Hubrecht Instituut).          

Kun je gewrichtsschade of –slijtage herstellen met weefsel dat je 3D print met lichaamseigen cellen? Of kun je een mini-gewricht maken op een chip, om onderzoek te doen naar de beste behandeling van bijvoorbeeld artrose, zonder dat daarvoor proefdieren nodig zijn? Biofabrication is het project van prof. Marcel Karperien (UT), prof. Jos Malda (UU, diergeneeskunde) en prof. Daniël Saris (UMCU).

We zijn niet zo ver meer verwijderd van een draagbare kunstnier. Dankzij biofabricage kunnen we kunstorganen dichterbij de natuurlijke processen in het lichaam brengen. Het wordt dan een bio-kunstmatig orgaan dat nog beter past bij het individu. Micro-imaging helpt dan bijvoorbeeld bij het monitoren van de bloedzuivering. Dit is het project van prof Dimitrios Stamatialis (UT) en prof Marianne Verhaar (UMCU/UU).

De samenwerking tussen het MIRA Instituut van de UT, het UMC Utrecht en de Universiteit Utrecht is op 4 oktober bekrachtigd met een handtekening van prof. Thom Palstra (rector UT), prof. Frank Miedema (vice-voorzitter Raad van Bestuur UMC Utrecht) en prof. Wouter Dhert (decaan faculteit Diergeneeskunde, UU). Bij die gelegenheid was er ook een paneldiscussie waaraan vertegenwoordigers van onderzoeksfinanciers KWF Kankerbestrijding, de Nierstichting en het Reumafonds deelnamen.

dinsdag 10 oktober 2017

Geavanceerde 'verpakking' voor transplantatie eilandjes Langerhans

Onderzoekers van de Universiteit Twente en andere Nederlandse kennisinstellingen hebben een membraan ontwikkeld waarmee je Individuele eilandjes van Langerhans – insuline producerende klompjes cellen – in kunt kapselen. Idee achter het systeem is dat je uiteindelijk op een veilige manier de eilandjes kan transplanteren en zo patiënten met Diabetes type 1 kunt genezen. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Scientific Reports.

In Nederland alleen al kampen ongeveer 150 duizend mensen met Diabetes type 1. Als gevolg van een auto-immuunziekte functioneren de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier niet goed en is de aanmaak van insuline beperkt. Hierdoor kan het lichaam van de patiënt niet zelfstandig zijn bloedsuikerspiegel reguleren. Patiënten moeten zichzelf daarom (soms meerdere keren per dag) injecteren met insuline. Bovendien hebben ze een grotere kans op hart-, oog- en nieraandoeningen, zenuwbeschadigingen en beroertes.

Transplantatie van de eilandjes naar de lever is een oplossing, maar een groot gedeelte van de cellen overleeft de transplantatie niet vanwege een afstotingsreactie van het lichaam. Bovendien is deze niet-natuurlijke omgeving voor de cellen niet bevorderlijk voor het functioneren. Onderzoekers van de Universiteit Twente werken daarom samen met onderzoekers van diverse kennisinstellingen aan een manier om de eilandjes te verpakken en ze vervolgens veilig te kunnen transplanteren. Uitdaging is het ontwerpen van een verpakking die wel zuurstof, voedingsstoffen en insuline doorlaat, maar die de klompjes cellen tegelijkertijd beschermt tegen het immuunsysteem van het lichaam, om afstotingsreacties te voorkomen. In dit onderzoek hebben de wetenschappers een belangrijke stap gezet. Ze hebben een membraan ontwikkeld dat kleine compartimenten met een doorsnede van ongeveer een halve millimeter bevat dat wordt afgesloten met een poreuze ‘deksel’. Uit het onderzoek komt naar voren dat het membraan voorkomt dat de eilandjes samenklonteren en dat ze hun originele structuur behouden. Verder blijken de eilandjes ook na zeven dagen goed te functioneren en op glucose te reageren. Dit toont volgens de onderzoekers aan dat het membraan in potentie geschikt is voor de transplantatie van de eilandjes. De volgende stap in het onderzoek is om het membraan, gevuld met eilandjes te implanteren bij een proefdier. Dit onderzoek vindt momenteel plaats.

UT-onderzoeker prof. dr. Dimitrios Stamatialis, noemt dit een belangrijke stap in het onderzoek, maar hij waarschuwt dat het zeker nog vele jaren zal duren voordat een dergelijk membraan bij mensen geïmplanteerd kan worden. “We moeten uiteraard in het lichaam testen of het membraan functioneert en zorgen dat het membraan voldoende eilandjes kan bevatten.” Het creëren van de eilandjes zou mogelijk kunnen met behulp van stamcellen, maar volgens Stamatialis opent het membraan ook de weg naar xenotransplantatie (waarbij je gebruik maakt van dierlijke eilandjes). 

maandag 9 oktober 2017

Zo krijg je een waarschuwing van je Apple Watch bij verhoogde hartslag

De Apple Watch bevat allerlei sensoren, waaronder de hartslagsensor zodat je calorieverbranding nauwkeuriger berekend wordt. Alle gegevens vind je terug in de Gezondheid-app op je iPhone, maar ook op je Apple Watch zelf vind je in de Hartslag-app enkele nuttige informatie. Bij lichamelijke inspanning is je hartslag al snel een stuk hoger dan wanneer je ontspannen op de bank zit. Maar wat nou als je hartslag ineens, zonder reden, een stuk hoger wordt? De Apple Watch kan je dan een waarschuwing geven.

zaterdag 7 oktober 2017

Huisartsen protesteren tegen nieuwe aftapwet

Met de nieuwe wet wordt het voor inlichtingendiensten mogelijk om grote hoeveelheden data in één keer te onderscheppen. De Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), zoals de wet officieel heet, maakt meer inbreuk op het beroepsgeheim dan de huidige wetgeving, schrijft de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV). Voor artsen, in tegenstelling tot advocaten, geldt in de nieuwe wet geen verschoningsrecht. "Er is dus bewust voor gekozen om voor de vertrouwelijke communicatie tussen artsen en patiënten geen uitzondering te maken'', klagen de dokters. Ze zijn er dan ook fel op tegen: "Voor patiënten en artsen is het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid van de arts-patiëntrelatie van groot belang. De toegankelijkheid van de zorg komt door deze wet onder druk te staan. Iedereen moet naar een arts kunnen gaan zonder angst dat instanties in zijn/haar dossier kunnen kijken.''

Schiermonnikoog gaat dronevluchten voor medicijnbezorging testen

De gemeente Schiermonnikoog gaat akkoord met het uitvoeren van testvluchten met drones om te kijken of dit een bruikbare methode is om medicijnen naar het eiland te bezorgen. De test zou met drie verschillende drones uitgevoerd worden. Het initiatief is afkomstig van ANWB Medical Air Assistance, dat hiervoor samenwerkt met UMCG Ambulancezorg. Het gaat om dronevluchten voor medische doeleinden, waaronder het met spoed kunnen bezorgen van medicijnen. De drones zouden van en naar de helikopterhaven vliegen.

vrijdag 6 oktober 2017

E-Mence wint innovatieprijs met proactieve depressie app

Op donderdagavond 5 oktober heeft de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) de eerste VZVZ-Innovatieprijs uitgereikt aan E-Mence. E-Mence ontvangt de prijs voor het idee om de app iFeel te koppelen aan bestaande e-health platformen in de GGZ en daardoor breder en vaker in te kunnen zetten ten behoeve van patiënten met een depressie of posttraumatische stress stoornis (PTSS).

iFeel is een app waarmee op tijd gesignaleerd kan worden dat een patiënt met een depressie of PTSS  een terugval heeft. iFeel meet, op basis van het gebruik van de mobiele telefoon, significante afwijkingen ten opzichte van het normale gedrag van de gebruiker. De gebruiker hoeft hiervoor zelf geen input te geven. iFeel kan vervolgens de gebruiker of iemand in zijn omgeving een signaal geven dat er mogelijk iets mis is.

Hobbe Jan Hiemstra, managing director E-Mence, zegt: “Ik ben enorm trots op deze innovatieprijs, die wordt uitgereikt aan ideeën die voor zorgaanbieders een duidelijke stap voorwaarts betekenen. Met het gebruik van dergelijke nieuwe e-health toepassingen kunnen we patiënten steeds beter begeleiden. Dat is goed voor zowel patiënt als zorgaanbieders omdat het ook een forse kostenbesparing kan betekenen. Met de steun van de VZVZ-Innovatieprijs 2017 kunnen we dit initiatief rondom iFeel ook daadwerkelijk verwezenlijken.”

Zorginstellingen lanceren app voor mensen met cognitieve beperking met alledaagse vragen

Met VraagApp krijgen mensen met een cognitieve beperking snel antwoord van vrijwilligers op hun dagelijkse vragen. De app is vanaf deze week beschikbaar voor iedereen in Nederland. Om vragen te stellen is een abonnement nodig. In de voorverkoop zijn door instellingen al ruim 3000 abonnementen afgenomen. VraagApp is een antwoord op het feit dat enerzijds steeds meer mensen de samenleving ingewikkeld vinden en anderzijds veel mensen op zoek zijn naar flexibel vrijwilligerswerk.

Mensen die vaak alledaagse vragen hebben, kunnen via hun instelling een abonnement krijgen of zelf voor 12 euro per jaar een abonnement aanschaffen. Met het abonnement kunnen onbeperkt vragen gesteld worden. Vragen worden getypt of ingesproken. Een vraag wordt automatisch verzonden naar een paar vrijwilligers tegelijk. De eerste die de vraag wil beantwoorden, komt in een chatgesprek met de vragensteller. Zo krijgen vragenstellers snel antwoord. Middels toezicht op de gesprekken wordt de kwaliteit bewaakt. Er zijn daarnaast uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen.

VraagApp wil er voor zorgen dat mensen met een cognitieve beperking zelfstandiger kunnen leven. Frank Schalken, directeur van VraagApp: “VraagApp voorkomt dat kleine vragen grote problemen worden. Doordat vrijwilligers alledaagse vragen beantwoorden, kunnen begeleiders hun beschikbare tijd benutten voor complexe vragen. Iedereen die WhatsApp gebruikt, kan ook met VraagApp overweg.”

VraagApp is ontwikkeld voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Naar verwachting is de app ook geschikt voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel, laaggeletterden, ouderen en mensen met een psychische kwetsbaarheid.

donderdag 5 oktober 2017

Subsidie voor virtueel anatomieplatform

Artsen in opleiding kunnen straks oefenen op een virtueel menselijk lichaam, dankzij een innovatief platform van het Groningse mediabedrijf VIEMR en het UMCG. De provincie draagt bijna 55.000 euro bij aan het project, vanuit het programma Groningen@Work. Ook Green4Health in Winschoten krijgt subsidie vanuit dit programma - ruim 73.000 euro - voor de ontwikkeling van een nieuw tomatenras, volgens een nieuwe teeltmethode. Het project van VIEMR levert 10 banen op, het project van Green4Health 15 tot 20.

Het gebruik van 360-gradenvisualisatie (virtual reality), waarin VIEMR is gespecialiseerd, wordt steeds populairder. Het nieuwe ontwikkelde platform biedt een virtuele driedimensionale encyclopedie van het menselijk lichaam en kan onder meer worden gebruikt in snijzaalpractica van medische faculteiten en in opleidingen voor tandartsen en fysiotherapeuten.

Het is de bedoeling dat het platform straks internationaal op de markt komt. Waar ook ter wereld moeten medische beroepsgroepen beschikken over anatomische kennis, maar in sommige landen is er een gebrek aan ter beschikking gestelde lichamen. Bovendien zijn veel uren practicum nodig. Het virtuele platform kan eindeloos en overal ter wereld worden ingezet. Naar verwachting maken binnen vijf jaar minimaal 100 instellingen gebruik van het nieuwe systeem.

woensdag 4 oktober 2017

Robot opereert kankerpatiënte met lymf-oedeem

Plastisch chirurgen van het Maastricht UMC+ hebben begin september een operatie uitgevoerd met een robotsysteem om lymfoedeem bij een patiënt te verhelpen. Het is ‘s werelds eerste super-microchirurgische ingreep met ‘robothanden’. De artsen hechtten met de robot vaatjes van 0,3 tot 0,8 millimeter aan elkaar, in de arm van de patiënt. Dat vereist een precisie die met het robotsysteem van het Eindhovense bedrijf Microsure veel eenvoudiger te behalen is dan met de menselijke hand. De patiënt maakt het goed, en de artsen zijn enthousiast. Ze maakten het nieuws over deze bijzondere operatie bekend op 27 september, op het 26ste World Congress of Lymphology, in Barcelona.

Lymfoedeem is een ernstige chronische aandoening, waarbij vocht zich ophoopt en een zwelling veroorzaakt. Vaak treedt het op na behandeling van (borst)kanker. Een relatief nieuwe, en goede behandeling van lymfoedeem is een operatie door middel van super-microchirurgie. Hierbij worden kleine lymfevaatjes aan bloedvaatjes gehecht om zo het overtollige vocht af te voeren en de zwelling te verlichten. Deze ingreep is echter bijzonder moeilijk en inspannend vanwege de extreme precisie die het vergt van de chirurg. Daardoor is er maar een handvol chirurgen capabel om deze ingreep uit te voeren.

Maastrichtse artsen vonden de oplossing in Eindhoven. De chirurgierobot van Microsure, een spin-off van de TU Eindhoven en het Maastricht UMC+, bestaat uit een set door artsen bestuurde ‘robothanden’, die handbewegingen van de chirurg omzetten in kleinere, nauwkeurigere bewegingen van hun instrumenten. Ook filtert de robot eventuele trillingen van de menselijke hand weg. Dat maakt de ingreep minder inspannend, en door meer chirurgen uitvoerbaar. De verwachting is dat de robot van Microsure allerlei microchirurgische ingrepen beter uitvoerbaar maakt, en nieuwe ingrepen derhalve mogelijk worden. Dit zal leiden tot betere resultaten voor de patiënt, en lagere kosten doordat minder her-operaties of nabehandelingen nodig zullen zijn.

Plastisch chirurg Shan Shan Qiu Shoa van het Maastricht UMC+: “Microsure stelt ons in staat om heel nauwkeurig te kunnen bewegen terwijl we door een operatiemicroscoop kijken. Hierdoor kunnen we nu superkleine lymfevaten en bloedvaten opereren en kunnen we een beter resultaat halen bij deze moeilijke en vermoeiende ingrepen. Bovendien is het erg handig dat de robot van Microsure inzetbaar is op vaten van alle afmetingen waarbij de chirurg een microscoop nodig heeft. Dat is in eerste instantie natuurlijk allemaal goed nieuws voor de patiënten om wie het gaat.”

“We zijn heel blij en trots dat de eerste ingreep met onze robot een succes is, en dat de artsen enthousiast zijn”, aldus Raimondo Cau, technisch brein van Microsure. “Dit bewijst dat onze technologie een belangrijke doorbraak is voor de verbetering van chirurgische zorg. Ons doel is dat artsen over niet al te lange tijd ook andere operaties, zoals bijvoorbeeld reconstructies na het verwijderen van een tumor, met behulp van onze robots veel nauwkeuriger en daardoor met minder complicaties kunnen uitvoeren.”

dinsdag 3 oktober 2017

UT biedt beter zicht op kwaliteit van bewegingen na beroerte

Na een beroerte kampt een patiënt met diverse lichamelijke beperkingen die na revalidatie niet altijd opgelost zijn.

Artsen dienen dagelijks de bewegingen van deze patiënten te evalueren. Een Europees onderzoeksteam onder leiding van de Universiteit Twente bedacht hiervoor een meetsysteem. Dit systeem bestaat uit meerdere type sensoren die verwerkt zijn in (onder)kleding en schoenen en is in staat om bewegingen van onder andere de armen en de benen te evalueren. UT-onderzoeker Fokke van Meulen presenteerde tijdens zijn promotie een aantal nieuwe methoden om de kwaliteit van bewegingen te evalueren. 

Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van lichamelijke beperkingen in de westerse wereld. Ondanks intensieve zorg en revalidatieprogramma’s komt het voor dat personen die geheel of gedeeltelijk herstellen van een beroerte, gedurende of direct na hun revalidatieperiode toch weer achteruitgang tonen in het lichamelijk functioneren in het dagelijks leven. Deze achteruitgang kan zo sterk zijn dat een dure heropname in een ziekenhuis of revalidatiecentrum noodzakelijk is.

Om heropnames te voorkomen is het belangrijk om vooruitgang of achteruitgang in het lichamelijk functioneren tijdens het dagelijks leven objectief te meten. Hiervoor is een meetsysteem nodig dat dagelijkse bewegingen kan meten en evalueren. Veel gestandaardiseerde meetsystemen voor de evaluatie van lichaamsbewegingen zijn echter niet geschikt om thuis te gebruiken, maar alleen in speciale bewegingslaboratoria.

Het Europees onderzoeksteam onder leiding van de Universiteit Twente bedacht het INTERACTION meetsysteem. Dit systeem wordt door de Universiteit van Zürich en Roessingh Research and Development gebruikt voor de evaluatie van dagelijkse bewegingen van patiënten na een beroerte. Het resultaat is een meetsysteem dat bestaat uit meerdere type sensoren die verwerkt zijn in (onder)kleding en schoenen, wat in staat is om bewegingen van onder andere de armen en de benen te evalueren. Een uitdaging bij het meten van bewegingen van personen in het dagelijks leven gedurende een langere periode, is de omvang en complexiteit van de data die het meetsysteem genereert. Dit maakt het voor de zorgverlener lastig om gemakkelijk en snel de voor- of achteruitgang in de kwaliteit van bewegingen te evalueren.

Speciaal hiervoor zijn methodes nodig die de gemeten lichaamsbewegingen automatisch verwerken, analyseren en beoordelen. Het doel van de promotie van Van Meulen was om methodes te ontwikkelen die de kwaliteit van de dagelijks bewegingen bij personen na een beroerte beoordelen op basis van de gemeten informatie. Daarnaast presenteerde Van Meulen resultaten inzetbaar voor de zorgverlener om data afkomstig van het meetsysteem om te zetten in beknopte rapporten die gemakkelijker te beoordelen zijn. Het onderzoek richt zich op personen met bewegingsbeperkingen na een beroerte, echter zijn de resultaten ook te gebruiken bij revalidatiezorg van andere bewegingsbeperkende aandoeningen.

maandag 2 oktober 2017

Wetenschappers werken aan zeer krachtige kunstmatige spieren

Op het terrein van de zachte robotica worden momenteel flinke stappen gemaakt: zo hebben wetenschappers van de Columbia University een synthetische spier ontwikkeld die gemaakt is van siliconen en rubber. De spier, die zich aanspant als er een kleine hoeveelheid elektriciteit doorheen loopt, kan met een 3D-printer in iedere gewenste vorm worden gefabriceerd.