vrijdag 29 december 2017
donderdag 28 december 2017
Computer spoort uitzaaiingen borstkanker beter op dan patholoog
Voor het eerst is aangetoond dat een zelflerend computersysteem beter in staat is om uitgezaaide borstkanker te ontdekken dan een patholoog die onder normale tijdsdrukwerkt. Dat blijkt uit een onderzoek van het Radboud UMC. In de studie werden plakjes lymfeklier van patiënten ingevoerd in verschillende computersystemen om die te controleren op uitzaaiingen. Normaal gesproken onderzoekt een patholoog deze onder een microscoop. Het best presterende computerprogramma haalde betere resultaten dan een panel van elf pathologen die onder normale tijdsdruk ook het weefsel onderzochten. Alleen als de pathologen er uitgebreid de tijd voor namen, waren de prestaties gelijk. In totaal spoorde het systeem 15 procent meer tumoren op.
woensdag 27 december 2017
Laserschoen voorkomt blokkade bij Parkinson
‘Freezing of gait’, benen die volledig blokkeren tijdens het lopen, is een invaliderend gevolg van de ziekte van Parkinson. Een schoen met daarop een laser die een lijn op de vloer projecteert in het ritme van de voetstappen, maakt dat patiënten tóch doorlopen. Ze hebben er veel baat bij, blijkt nu uit onderzoek van de Universiteit Twente en het Radboudumc dat op 20 december verschijnt in Neurology, het wetenschappelijke tijdschrift van de American Academy of Neurology.
Mensen met Parkinson hebben vaak ernstige loopproblemen. Met name ‘freezing of gait’ is een ernstig symptoom, dat doorgaans optreedt in een verder gevorderd stadium van de ziekte. Het kan seconden tot minuten duren en optreden door de stress van een onbekende omgeving, of doordat de medicatie ontregeld is. Omdat de voeten op de grond blijven 'plakken', maar de rest van het lichaam wel naar voren komt, kan de patiënt door het bevriezen gemakkelijk uit balans raken en vallen.
Loopblokkades zijn te verhelpen door gericht naar objecten op de grond te kijken (‘visuele cues’) en daar overheen te stappen, zoals bij een zebrapad. Dit helpt om andere circuits in het brein te activeren, waardoor de patiënt kan doorlopen. In huis worden hiervoor vaak strepen op de vloer gebruikt. Om ook buitenshuis beter en veiliger te kunnen lopen zijn de laserschoenen ontwikkeld. Het principe is eenvoudig: de linkerschoen projecteert een lijn voor de rechtervoet zodra de hak van de schoen de grond raakt. De patiënt kan hier vervolgens naartoe stappen. Dit activeert de laser op de rechterschoen en zo verder.
Het huidige onderzoek laat bij een grote groep patiënten een gunstig effect van het gebruik van de laserschoen zien. Bij gebruik van de schoen neemt het aantal episoden van ‘freezing of gait’ met 46 procent af. Ook de tijdsduur van een loopblokkade halveert. Beide effecten zijn het sterkst wanneer de Parkinson medicatie van de patiënten niet goed werkzaam is. Juist dan ondervinden patiënten veel loopproblemen. Maar ook wanneer de medicatie wel goed werkte, zagen de onderzoekers een gunstig effect.
Mensen met Parkinson hebben vaak ernstige loopproblemen. Met name ‘freezing of gait’ is een ernstig symptoom, dat doorgaans optreedt in een verder gevorderd stadium van de ziekte. Het kan seconden tot minuten duren en optreden door de stress van een onbekende omgeving, of doordat de medicatie ontregeld is. Omdat de voeten op de grond blijven 'plakken', maar de rest van het lichaam wel naar voren komt, kan de patiënt door het bevriezen gemakkelijk uit balans raken en vallen.
Loopblokkades zijn te verhelpen door gericht naar objecten op de grond te kijken (‘visuele cues’) en daar overheen te stappen, zoals bij een zebrapad. Dit helpt om andere circuits in het brein te activeren, waardoor de patiënt kan doorlopen. In huis worden hiervoor vaak strepen op de vloer gebruikt. Om ook buitenshuis beter en veiliger te kunnen lopen zijn de laserschoenen ontwikkeld. Het principe is eenvoudig: de linkerschoen projecteert een lijn voor de rechtervoet zodra de hak van de schoen de grond raakt. De patiënt kan hier vervolgens naartoe stappen. Dit activeert de laser op de rechterschoen en zo verder.
Het huidige onderzoek laat bij een grote groep patiënten een gunstig effect van het gebruik van de laserschoen zien. Bij gebruik van de schoen neemt het aantal episoden van ‘freezing of gait’ met 46 procent af. Ook de tijdsduur van een loopblokkade halveert. Beide effecten zijn het sterkst wanneer de Parkinson medicatie van de patiënten niet goed werkzaam is. Juist dan ondervinden patiënten veel loopproblemen. Maar ook wanneer de medicatie wel goed werkte, zagen de onderzoekers een gunstig effect.
vrijdag 22 december 2017
'Apple werkt aan geavanceerdere hartmonitor voor Apple Watch'
Apple zou aan een geavanceerdere hartmonitor voor de toekomstige versies van zijn Apple Watch werken. Het gaat om een EKG-monitor, die veelal door huisartsen gebruikt wordt. Op dit moment wordt er een versie getest waarbij gebruikers met twee vingers in het montuur van het horloge moeten knijpen, stellen de ingewijden. Daarna wordt er onmerkbaar stroom door de borstkas van de gebruikers gestuurd om de elektrische signalen in het hart te volgen.
Patiëntenfederatie Nederland verliest externe harde schijf met data 25.000 leden
Patiëntenfederatie Nederland is een externe opslagschijf kwijtgeraakt met daarop de gegevens van 25.000 panelleden. Onder de gegevens zit informatie over aandoeningen van de personen. De harde schijf is waarschijnlijk gestolen. De Patiëntenfederatie Nederland is de externe harde schijf in november kwijtgeraakt na een verhuizing in Utrecht. Een extern recherchebureau kwam na onderzoek tot de conclusie dat de schijf waarschijnlijk gestolen is. Op de schijf stonden gegevens zoals e-mailadres, leeftijd, geslacht en opleiding van 25.000 deelnemers aan panelgroepen van de federatie.
donderdag 21 december 2017
Slimme wekkers van MedApp: vergeet nooit meer uw medicatie
Correcte inname van medicatie is belangrijk, maar meerdere medicijnen en verschillende innamemomenten maken dat soms lastig. In samenwerking met databedrijf Sentiance introduceert MedApp daarom slimme wekkers. Sentiance verzamelt data van gebruikers en voorspelt daarmee geschikte momenten voor een alarm. De slimme wekkers van MedApp gaan dus pas af wanneer de gebruiker dat het beste uitkomt. Data wordt daarmee direct ingezet om op de persoon aangepaste zorg te kunnen bieden, hetgeen uniek is in eHealth
MedApp is een medische applicatie die gebruikers meer grip op hun medicatie biedt. Gebruikers scannen bijvoorbeeld barcodes van hun medicijnen en stellen later innamemomenten in. Op die manier ontstaat er een persoonlijk innameschema, waarbij gebruikers wekkers kunnen zetten op de innamemomenten. Zo wordt medicatie niet meer vergeten en therapietrouw dus gefaciliteerd.
De standaardwekkers van MedApp gaan af op vaststaande en door de gebruiker gekozen momenten, dus ook wanneer de gebruiker bijvoorbeeld onderweg is. Om de kans op een vergeten inname te verkleinen, houden de slimme wekkers daarom rekening met tijden dat de gebruiker niet in staat is om zijn of haar medicatie in te nemen.
De software van Sentiance volgt de dagelijkse activiteiten en routine van gebruikers. Deze data linkt MedApp vervolgens aan therapietrouw. Een gebruiker die bijvoorbeeld dagelijks van acht tot negen in de auto naar zijn of haar werk zit, kan eventuele medicatiewekkers op dat tijdstip niet afvinken. Sentiance geeft deze informatie door aan MedApp, die de gebruiker dan later een extra innamenotificatie stuurt.
Sentiance (onder andere gefinancierd door Samsung) opereerde al succesvol in verschillende bedrijfssectoren, maar was nog niet actief in de zorg. Het bedrijf verbreedt door deze samenwerking niet alleen haar werkveld, maar draagt ook bij aan een oplossing voor een maatschappelijk probleem.
MedApp is een medische applicatie die gebruikers meer grip op hun medicatie biedt. Gebruikers scannen bijvoorbeeld barcodes van hun medicijnen en stellen later innamemomenten in. Op die manier ontstaat er een persoonlijk innameschema, waarbij gebruikers wekkers kunnen zetten op de innamemomenten. Zo wordt medicatie niet meer vergeten en therapietrouw dus gefaciliteerd.
De standaardwekkers van MedApp gaan af op vaststaande en door de gebruiker gekozen momenten, dus ook wanneer de gebruiker bijvoorbeeld onderweg is. Om de kans op een vergeten inname te verkleinen, houden de slimme wekkers daarom rekening met tijden dat de gebruiker niet in staat is om zijn of haar medicatie in te nemen.
De software van Sentiance volgt de dagelijkse activiteiten en routine van gebruikers. Deze data linkt MedApp vervolgens aan therapietrouw. Een gebruiker die bijvoorbeeld dagelijks van acht tot negen in de auto naar zijn of haar werk zit, kan eventuele medicatiewekkers op dat tijdstip niet afvinken. Sentiance geeft deze informatie door aan MedApp, die de gebruiker dan later een extra innamenotificatie stuurt.
Sentiance (onder andere gefinancierd door Samsung) opereerde al succesvol in verschillende bedrijfssectoren, maar was nog niet actief in de zorg. Het bedrijf verbreedt door deze samenwerking niet alleen haar werkveld, maar draagt ook bij aan een oplossing voor een maatschappelijk probleem.
woensdag 20 december 2017
Biosensormodule voor smartphones
MediaTek heeft de MediaTek Sensio MT6381 aangekondigd. Het is de eerste zogenoemde biosensormodule van het bedrijf, die zes eigenschappen op het gebied van de gezondheid van een smartphonegebruiker kan registreren. De MediaTek Sensio MT6381 kan het aantal hartslagen per minuut bijhouden, de variatie van de hartslag over een bepaalde periode en de elektrische activiteit van de hartspier om er een elektrocardiogram van te maken.
maandag 18 december 2017
E-health toepassingen: black box voor patiënt en zorgverlener
ICT in de zorg: ondanks de vele potentiële voordelen, blijft het daadwerkelijke gebruik door zowel patiënten als zorgverleners vaak nog achter. Dat stelt Floor Sieverink – op donderdag 14 december promoveert ze aan de faculteit Behavioural, Management & Social Sciences van de Universiteit Twente op het proefschrift Opening the Black Box of eHealth.
eHealth toepassingen zoals patiëntenplatformen of -portalen bieden de mogelijkheid om mensen met een chronische aandoening meer te betrekken in hun eigen zorg. Ze kunnen bijvoorbeeld hun eigen gegevens inzien en delen met hun zorgverleners, educatie krijgen over hun aandoening, werken aan hun persoonlijke gezondheidsdoelen, korte vragen stellen aan zorgverleners of contact leggen met lotgenoten. Behalve dat deze platformen gebruikers kunnen helpen om laagdrempelig te communiceren met hun zorgverleners, kunnen zorgverleners op hun beurt de gezondheid van de patiënt beter in beeld krijgen als zij toegang hebben tot gegevens die de patiënt over zichzelf heeft verzameld. Eventuele gezondheidsklachten kunnen dan sneller worden opgemerkt en behandeld.
Implementatieproces
Ondanks die potentiële voordelen blijft het daadwerkelijke gebruik van patiëntenplatformen vaak achter en is er nog maar weinig bewijs voor de effectiviteit van deze eHealth-toepassingen, constateert Floor Sieverink. Daardoor blijkt een grootschalige implementatie vaak lastig. In de meeste evaluaties worden de platformen gezien als opzichzelfstaande technologieën die vooral bedoeld zijn voor de patiënt. “Vaak wordt er alleen een experimentele studie uitgevoerd die met name aangeeft of een toepassing de patiënt heeft geholpen. Maar de implementatie van een patiëntenplatform is een complex proces waarbij ook de zorgverleners en de bestaande zorgprocessen een belangrijke rol spelen.”, aldus Sieverink. “Dergelijke evaluaties verklaren niet hoe de technologie werd ervaren door de gebruikers, hoe dit invloed heeft gehad op het daadwerkelijke gebruik, en dus waarom bepaalde effecten wel of niet werden gevonden. De toepassing blijft hierdoor een black box.”
Om deze black box te kunnen openen pleit Sieverink voor een 'holistische evaluatiebenadering’. Een die rekening houdt met de technologie, met de gebruikers én de context waarin de toepassing wordt geïmplementeerd. Ze concentreert zich in haar proefschrift op de procesevaluatie van de implementatie van platforms voor patiënten met diabetes mellitus type 2, chronisch hartfalen, of COPD (e-Vita). Hiervoor heeft ze een ‘mixed methods design’ toegepast: kwalitatieve en kwantitatieve data zijn door haar verzameld en afzonderlijk geanalyseerd, en de resultaten hiervan zijn samengebracht. Zo zijn logdata benut om inzicht te krijgen in hoe e-Vita op de lange termijn werd gebruikt; focusgroepen zijn georganiseerd om inzicht te krijgen in hoe zorgverleners het platform in willen zetten in hun dagelijkse werkzaamheden, en interviews met zorgverleners en usability tests met potentiele eindgebruikers zijn gebruikt om meer inzicht te krijgen in hoe patiënten en zorgverleners het implementatieproces en het gebruik van het platform hebben ervaren.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de betrokken zorgverleners de potentie van patiëntenplatformen onderschrijven, maar dat training en ondersteuning noodzakelijk zijn om een platform ook daadwerkelijk in te kunnen zetten in de dagelijkse routine. Pas als deze toegevoegde waarde duidelijk is, kunnen zorgverleners patiënten ook daadwerkelijk motiveren om het platform te gaan gebruiken, “Patiëntenplatformen implementeren zich dus niet vanzelf”, aldus de Twentse Health-wetenschapper. Om dit proces te faciliteren, acht zij het van groot belang om alle eindgebruikers al vroeg in de eHealth ontwikkeling te betrekken. Hiermee kan toegevoegde waarde worden gecreëerd en de daadwerkelijke implementatie worden gefaciliteerd. Korte en iteratieve ontwikkelcycli zijn hierbij cruciaal om problemen al in een vroeg stadium van de ontwikkeling te signaleren en de kans op een succesvolle implementatie te vergroten.
Volgens Sieverink is de gebruikte 'mixed methods'-benadering van grote toegevoegde waarde gebleken bij de evaluatie van de implementatie van een platform voor patiënten met diabetes, chronisch hartfalen, of COPD. “Op deze manier hebben we inzicht kunnen krijgen in het daadwerkelijke gebruik van het platform, en verklaringen kunnen vinden voor het beperkte gebruik. Deze resultaten waren niet naar boven gekomen wanneer de evaluatie zich alleen had gericht op de effectiviteit van een toepassing in een experimentele studie. Met dit onderzoek, waarbij we gebruik hebben gemaakt van geavanceerde onderzoeksmethodes, dragen we bij het aan het openen van de Black Box van eHealth.“
eHealth toepassingen zoals patiëntenplatformen of -portalen bieden de mogelijkheid om mensen met een chronische aandoening meer te betrekken in hun eigen zorg. Ze kunnen bijvoorbeeld hun eigen gegevens inzien en delen met hun zorgverleners, educatie krijgen over hun aandoening, werken aan hun persoonlijke gezondheidsdoelen, korte vragen stellen aan zorgverleners of contact leggen met lotgenoten. Behalve dat deze platformen gebruikers kunnen helpen om laagdrempelig te communiceren met hun zorgverleners, kunnen zorgverleners op hun beurt de gezondheid van de patiënt beter in beeld krijgen als zij toegang hebben tot gegevens die de patiënt over zichzelf heeft verzameld. Eventuele gezondheidsklachten kunnen dan sneller worden opgemerkt en behandeld.
Implementatieproces
Ondanks die potentiële voordelen blijft het daadwerkelijke gebruik van patiëntenplatformen vaak achter en is er nog maar weinig bewijs voor de effectiviteit van deze eHealth-toepassingen, constateert Floor Sieverink. Daardoor blijkt een grootschalige implementatie vaak lastig. In de meeste evaluaties worden de platformen gezien als opzichzelfstaande technologieën die vooral bedoeld zijn voor de patiënt. “Vaak wordt er alleen een experimentele studie uitgevoerd die met name aangeeft of een toepassing de patiënt heeft geholpen. Maar de implementatie van een patiëntenplatform is een complex proces waarbij ook de zorgverleners en de bestaande zorgprocessen een belangrijke rol spelen.”, aldus Sieverink. “Dergelijke evaluaties verklaren niet hoe de technologie werd ervaren door de gebruikers, hoe dit invloed heeft gehad op het daadwerkelijke gebruik, en dus waarom bepaalde effecten wel of niet werden gevonden. De toepassing blijft hierdoor een black box.”
Om deze black box te kunnen openen pleit Sieverink voor een 'holistische evaluatiebenadering’. Een die rekening houdt met de technologie, met de gebruikers én de context waarin de toepassing wordt geïmplementeerd. Ze concentreert zich in haar proefschrift op de procesevaluatie van de implementatie van platforms voor patiënten met diabetes mellitus type 2, chronisch hartfalen, of COPD (e-Vita). Hiervoor heeft ze een ‘mixed methods design’ toegepast: kwalitatieve en kwantitatieve data zijn door haar verzameld en afzonderlijk geanalyseerd, en de resultaten hiervan zijn samengebracht. Zo zijn logdata benut om inzicht te krijgen in hoe e-Vita op de lange termijn werd gebruikt; focusgroepen zijn georganiseerd om inzicht te krijgen in hoe zorgverleners het platform in willen zetten in hun dagelijkse werkzaamheden, en interviews met zorgverleners en usability tests met potentiele eindgebruikers zijn gebruikt om meer inzicht te krijgen in hoe patiënten en zorgverleners het implementatieproces en het gebruik van het platform hebben ervaren.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de betrokken zorgverleners de potentie van patiëntenplatformen onderschrijven, maar dat training en ondersteuning noodzakelijk zijn om een platform ook daadwerkelijk in te kunnen zetten in de dagelijkse routine. Pas als deze toegevoegde waarde duidelijk is, kunnen zorgverleners patiënten ook daadwerkelijk motiveren om het platform te gaan gebruiken, “Patiëntenplatformen implementeren zich dus niet vanzelf”, aldus de Twentse Health-wetenschapper. Om dit proces te faciliteren, acht zij het van groot belang om alle eindgebruikers al vroeg in de eHealth ontwikkeling te betrekken. Hiermee kan toegevoegde waarde worden gecreëerd en de daadwerkelijke implementatie worden gefaciliteerd. Korte en iteratieve ontwikkelcycli zijn hierbij cruciaal om problemen al in een vroeg stadium van de ontwikkeling te signaleren en de kans op een succesvolle implementatie te vergroten.
Volgens Sieverink is de gebruikte 'mixed methods'-benadering van grote toegevoegde waarde gebleken bij de evaluatie van de implementatie van een platform voor patiënten met diabetes, chronisch hartfalen, of COPD. “Op deze manier hebben we inzicht kunnen krijgen in het daadwerkelijke gebruik van het platform, en verklaringen kunnen vinden voor het beperkte gebruik. Deze resultaten waren niet naar boven gekomen wanneer de evaluatie zich alleen had gericht op de effectiviteit van een toepassing in een experimentele studie. Met dit onderzoek, waarbij we gebruik hebben gemaakt van geavanceerde onderzoeksmethodes, dragen we bij het aan het openen van de Black Box van eHealth.“
vrijdag 15 december 2017
Marvoto: een camera voor je foetus
Voor veel aanstaande moeders is het niet genoeg om regelmatig een echo te laten maken, zo menen de bedenkers van de Marvoto. Het betreft een apparaat dat een zwangere vrouw op haar buik kan houden, om zo op haar smartphone een video- en audiofeed van het kind te kunnen zien. Het is onbekend wanneer de Marvoto te koop is en ook een prijs is nog niet bekend
donderdag 14 december 2017
3D-echo maken met simpele plastic dop
Een plastic dopje waarin her en der gaatjes zijn geprikt. Met deze ogenschijnlijk simpele aanpassing kunnen straks goedkope, hoge kwaliteit 3D-echo’s worden gemaakt.
Dr. Pieter Kruizinga van de afdeling Cardiologie van het Erasmus MC en promotieonderzoeker Pim van der Meulen van de TU Delft ontwikkelden met collega-wetenschappers de aanpassing. De resultaten werden op 8 december in het vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift Science Advances gepubliceerd.
3D-echo’s worden in het ziekenhuis en in onderzoek steeds belangrijker. Ze stellen artsen en wetenschappers in staat om bijvoorbeeld bloedvaten (denk aan vernauwingen door aderverkalking), baby’s in de baarmoeder (denk aan het opsporen van afwijkingen tijdens de ontwikkeling) of tumoren in het lichaam te bestuderen.
Op basis van die 3D-beelden worden diagnoses gesteld of behandelingen uitgevoerd. Er is een nadeel: ze vereisen zeer kostbare apparatuur. Dat komt vooral door de duizenden sensoren die de echosignalen opvangen en omzetten in een 3D-beeld. De onderzoekers uit Rotterdam en Delft hebben nu een goedkope oplossing bedacht, zodat vergelijkbare beelden tot stand kunnen komen met een enkele sensor.
Kruizinga licht toe: “Een echoapparaat zendt geluidsgolven uit. Daarvan worden de echo’s opgevangen door een of meer sensoren. In geval van een geavanceerd 3D-echoapparaat zijn dat er duizenden. We zijn erachter gekomen dat een plastic schijfje voor een enkele sensor dezelfde 3D-plaatjes kan opleveren. In het schijfje maken we gaatjes, in een complex patroon.
Patronen
Van der Meulen: “We gaan onze aanpassing nog verbeteren, maar verwachten dat binnen afzienbare tijd ook met kleine, draagbare en goedkope echoapparatuur 3D-plaatjes van hoge kwaliteit kunnen worden gemaakt. Dat betekent - ook voor dokter in arme landen - een geweldige vooruitgang.”
Dr. Pieter Kruizinga van de afdeling Cardiologie van het Erasmus MC en promotieonderzoeker Pim van der Meulen van de TU Delft ontwikkelden met collega-wetenschappers de aanpassing. De resultaten werden op 8 december in het vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift Science Advances gepubliceerd.
3D-echo’s worden in het ziekenhuis en in onderzoek steeds belangrijker. Ze stellen artsen en wetenschappers in staat om bijvoorbeeld bloedvaten (denk aan vernauwingen door aderverkalking), baby’s in de baarmoeder (denk aan het opsporen van afwijkingen tijdens de ontwikkeling) of tumoren in het lichaam te bestuderen.
Op basis van die 3D-beelden worden diagnoses gesteld of behandelingen uitgevoerd. Er is een nadeel: ze vereisen zeer kostbare apparatuur. Dat komt vooral door de duizenden sensoren die de echosignalen opvangen en omzetten in een 3D-beeld. De onderzoekers uit Rotterdam en Delft hebben nu een goedkope oplossing bedacht, zodat vergelijkbare beelden tot stand kunnen komen met een enkele sensor.
Kruizinga licht toe: “Een echoapparaat zendt geluidsgolven uit. Daarvan worden de echo’s opgevangen door een of meer sensoren. In geval van een geavanceerd 3D-echoapparaat zijn dat er duizenden. We zijn erachter gekomen dat een plastic schijfje voor een enkele sensor dezelfde 3D-plaatjes kan opleveren. In het schijfje maken we gaatjes, in een complex patroon.
Patronen
Van der Meulen: “We gaan onze aanpassing nog verbeteren, maar verwachten dat binnen afzienbare tijd ook met kleine, draagbare en goedkope echoapparatuur 3D-plaatjes van hoge kwaliteit kunnen worden gemaakt. Dat betekent - ook voor dokter in arme landen - een geweldige vooruitgang.”
woensdag 13 december 2017
Zuidoost-Brabant deelt als eerste regio medicatievoorschriften digitaal
De regio Zuidoost-Brabant start begin januari 2018 met het digitaal verzenden van medicatievoorschriften. Hiermee wordt de regio de eerste van Nederland die medicatievoorschriften digitaal vanuit de tweede lijn naar de eerste lijn digitaal via het Landelijk Schakelpunt (LSP) verzendt. Afgelopen vrijdag tekenden de betrokken partijen een convenant om de samenwerking te bekrachtigen.
Dit is het gevolg van een succesvolle pilot van het RZCC in het najaar van 2016, in samenwerking met de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ), Máxima Medisch Centrum, poliklinische apotheken de Karpen & de Run en openbare apotheken Heikant & Lingmont. Op basis van deze succesvolle pilot heeft VZVZ een landelijke uitrol voor ogen. Onder leiding van het RZCC start eerst de regio Zuidoost-Brabant. In de regio doen twee van de vier ziekenhuizen mee aan deze uitrol; Máxima Medisch Centrum en Elkerliek ziekenhuis. Daarnaast worden alle apotheken in de regio benaderd en gestimuleerd voor deelname.
Het digitaal verzenden van medicatievoorschriften past in het regionale programma rondom medicatieveiligheid. De digitale voorschriften komen, net als de elektronische voorschriften die apotheken nu al van huisartsen ontvangen, automatisch in het digitale systeem van de apotheker terecht. De kans op fouten is hierdoor kleiner dan bij voorschriften op papier. Daarnaast is de wachttijd voor patiënten korter, omdat de recepten worden klaar gemaakt voordat de patiënt aan de balie verschijnt. Dit biedt de apotheek ook de mogelijkheid om de werkzaamheden beter te spreiden.
Samenwerkingsconvenant
In de regio Zuidoost-Brabant is gekozen voor het LSP als infrastructuur voor het verzenden van de voorschriften. 75 procent van de ziekenhuizen en 100 procent van de apotheken is aangesloten bij het LSP. Het digitaal verzenden van de medicatievoorschriften via het LSP ligt daarmee voor de hand.
Dit is het gevolg van een succesvolle pilot van het RZCC in het najaar van 2016, in samenwerking met de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ), Máxima Medisch Centrum, poliklinische apotheken de Karpen & de Run en openbare apotheken Heikant & Lingmont. Op basis van deze succesvolle pilot heeft VZVZ een landelijke uitrol voor ogen. Onder leiding van het RZCC start eerst de regio Zuidoost-Brabant. In de regio doen twee van de vier ziekenhuizen mee aan deze uitrol; Máxima Medisch Centrum en Elkerliek ziekenhuis. Daarnaast worden alle apotheken in de regio benaderd en gestimuleerd voor deelname.
Het digitaal verzenden van medicatievoorschriften past in het regionale programma rondom medicatieveiligheid. De digitale voorschriften komen, net als de elektronische voorschriften die apotheken nu al van huisartsen ontvangen, automatisch in het digitale systeem van de apotheker terecht. De kans op fouten is hierdoor kleiner dan bij voorschriften op papier. Daarnaast is de wachttijd voor patiënten korter, omdat de recepten worden klaar gemaakt voordat de patiënt aan de balie verschijnt. Dit biedt de apotheek ook de mogelijkheid om de werkzaamheden beter te spreiden.
Samenwerkingsconvenant
In de regio Zuidoost-Brabant is gekozen voor het LSP als infrastructuur voor het verzenden van de voorschriften. 75 procent van de ziekenhuizen en 100 procent van de apotheken is aangesloten bij het LSP. Het digitaal verzenden van de medicatievoorschriften via het LSP ligt daarmee voor de hand.
dinsdag 12 december 2017
Drie MKB’s en UT ontwikkelen extreem gevoelig platform voor eiwit- en virusdetectie
MKB-ondernemingen Lead Pharma, LioniX en Surfix ontwikkelen samen met de Universiteit Twente een biologisch detectieplatform dat een tot wel honderd keer hogere gevoeligheid heeft dan bestaande technieken. De partijen gaan het platform inzetten voor onder meer het screenen van kandidaat-medicijnen en om een zeer selectieve virusdetector te ontwikkelen.
Voor het project BioMEANDER ontvangen de partners een R&D samenwerkingssubsidie van 800 duizend euro uit het EFRO programma OP Oost. Zelf investeren ze tot eind 2019 in totaal 1,2 miljoen euro in het project.
De beschikbaarheid van zeer gevoelige, specifieke en snelle detectiemethoden is nodig voor de ontwikkeling van screeningtesten voor vroegtijdige diagnostiek en zogenaamde ‘gepersonaliseerde geneeskunde’, waarbij elke patiënt een op maat gesneden behandeltraject volgt. Naast de ontwikkeling van nieuwe technologie is er binnen BioMEANDER ook aandacht voor de commerciële kansen van het te ontwikkelen detectieplatform.
Sensorontwerp
“De basis van het platform bestaat uit optische sensorchips, die werken met licht in plaats van elektriciteit”, zegt Henk Leeuwis, hoofd Strategie en Innovatie bij LioniX. “Als een virusdeeltje bijvoorbeeld aan de chip bindt, verandert de hoeveelheid licht die eruit komt. Door het sensorontwerp verder te optimaliseren maken we de gevoeligheid van ons platform tien tot honderd keer zo hoog als die van andere optische sensoren”.
Om selectief het gewenste molecuul of virus te kunnen detecteren, moeten er specifieke receptoren op de chip worden aangebracht. “Meestal wordt de hele sensor bedekt met receptoren, maar bij Surfix hebben we een methode bedacht om de receptoren alleen op het gevoelige deel van de sensor te zetten. Zo verhogen we de gevoeligheid nog verder”, vult Luc Scheres, CEO van Surfix, aan.
Naast deze algemene verbeteringen van het detectieplatform onderzoeken de projectpartners twee concrete toepassingen. Jan Klomp, senior scientist bij Lead Pharma: “Wij gaan uitzoeken hoe dit platform kan helpen bij het screenen van nieuwe kandidaat-medicijnen. Van deze stoffen willen we weten of ze binden aan of in bepaalde eiwitten. Het is voor ons belangrijk om te weten of de hele stof nodig is, of dat een kleiner fragment ook werkt. Om dat te kunnen bepalen hebben we een zeer gevoelige meetmethode nodig. We verwachten dan ook veel van dit detectieplatform en denken dat het, in combinatie met de juiste bindingsexperimenten, de efficiëntie van het screening- en selectieproces kan verhogen.”
Virusdetectie
De Universiteit Twente werkt aan een tweede toepassing, waarbij het platform wordt gebruikt voor virusdetectie. Professor Jurriaan Huskens legt uit: “Samen met mijn collega Jeroen Cornelissen onderzoek ik de binding van virussen aan oppervlakken. Doordat virusdeeltjes met meerdere ankerpunten tegelijk kunnen hechten, zijn ze extreem gevoelig voor de hoeveelheid receptoren op het oppervlak. Van dit gegeven kun je gebruik maken om een superselectieve virusdetector te maken. Met zo’n detector kun je snel bepalen met welk type virus iemand besmet is, of je kunt hem gebruiken voor het testen van antivirale middelen.”
BioMEANDER ontvangt een bijdrage uit het Operationeel Programma (OP) Oost, een subsidieprogramma dat valt onder het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het doel van OP Oost is het ondersteunen van bedrijven uit Overijssel en Gelderland bij het ontwikkelen en op de markt brengen van nieuwe producten, om daarmee de concurrentiepositie van Oost-Nederland als toonaangevende en innovatieve Europese regio te versterken.
Voor het project BioMEANDER ontvangen de partners een R&D samenwerkingssubsidie van 800 duizend euro uit het EFRO programma OP Oost. Zelf investeren ze tot eind 2019 in totaal 1,2 miljoen euro in het project.
De beschikbaarheid van zeer gevoelige, specifieke en snelle detectiemethoden is nodig voor de ontwikkeling van screeningtesten voor vroegtijdige diagnostiek en zogenaamde ‘gepersonaliseerde geneeskunde’, waarbij elke patiënt een op maat gesneden behandeltraject volgt. Naast de ontwikkeling van nieuwe technologie is er binnen BioMEANDER ook aandacht voor de commerciële kansen van het te ontwikkelen detectieplatform.
Sensorontwerp
“De basis van het platform bestaat uit optische sensorchips, die werken met licht in plaats van elektriciteit”, zegt Henk Leeuwis, hoofd Strategie en Innovatie bij LioniX. “Als een virusdeeltje bijvoorbeeld aan de chip bindt, verandert de hoeveelheid licht die eruit komt. Door het sensorontwerp verder te optimaliseren maken we de gevoeligheid van ons platform tien tot honderd keer zo hoog als die van andere optische sensoren”.
Om selectief het gewenste molecuul of virus te kunnen detecteren, moeten er specifieke receptoren op de chip worden aangebracht. “Meestal wordt de hele sensor bedekt met receptoren, maar bij Surfix hebben we een methode bedacht om de receptoren alleen op het gevoelige deel van de sensor te zetten. Zo verhogen we de gevoeligheid nog verder”, vult Luc Scheres, CEO van Surfix, aan.
Naast deze algemene verbeteringen van het detectieplatform onderzoeken de projectpartners twee concrete toepassingen. Jan Klomp, senior scientist bij Lead Pharma: “Wij gaan uitzoeken hoe dit platform kan helpen bij het screenen van nieuwe kandidaat-medicijnen. Van deze stoffen willen we weten of ze binden aan of in bepaalde eiwitten. Het is voor ons belangrijk om te weten of de hele stof nodig is, of dat een kleiner fragment ook werkt. Om dat te kunnen bepalen hebben we een zeer gevoelige meetmethode nodig. We verwachten dan ook veel van dit detectieplatform en denken dat het, in combinatie met de juiste bindingsexperimenten, de efficiëntie van het screening- en selectieproces kan verhogen.”
Virusdetectie
De Universiteit Twente werkt aan een tweede toepassing, waarbij het platform wordt gebruikt voor virusdetectie. Professor Jurriaan Huskens legt uit: “Samen met mijn collega Jeroen Cornelissen onderzoek ik de binding van virussen aan oppervlakken. Doordat virusdeeltjes met meerdere ankerpunten tegelijk kunnen hechten, zijn ze extreem gevoelig voor de hoeveelheid receptoren op het oppervlak. Van dit gegeven kun je gebruik maken om een superselectieve virusdetector te maken. Met zo’n detector kun je snel bepalen met welk type virus iemand besmet is, of je kunt hem gebruiken voor het testen van antivirale middelen.”
BioMEANDER ontvangt een bijdrage uit het Operationeel Programma (OP) Oost, een subsidieprogramma dat valt onder het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het doel van OP Oost is het ondersteunen van bedrijven uit Overijssel en Gelderland bij het ontwikkelen en op de markt brengen van nieuwe producten, om daarmee de concurrentiepositie van Oost-Nederland als toonaangevende en innovatieve Europese regio te versterken.
maandag 11 december 2017
Philips haalt opnieuw ehealth-bedrijf aan boord
Philips, dat zich al enkele jaren toelegt op gezondheidstechnologie, gaat het Nederlandse Forcare overnemen. Het overgenomen bedrijf focust op open standaarden gebaseerde interoperabiliteitssoftwareoplossingen voor snelle en foutloze gegevensstromen tussen medische systemen en informatiebronnen op afdelings- en bedrijfsniveau, maar ook Health Information Exchanges (HIEs) in gezondheidsstelsels.
vrijdag 8 december 2017
Philips neemt applicatiebeheerder VitalHealth over
Philips heeft de zorgapplicatiebeheerder VitalHealth overgenomen. Het is de tweede overname in een week. Philips maakt de overname van het Gelderse softwarebedrijf vrijdag bekend. Dinsdag maakte Philips ook de overname van het Nederlandse ICT-bedrijf Forcare bekend. VitalHealth is een Nederlandse aanbieder van e-healthapplicaties voor mensen met chronische aandoeningen, zoals COPD, hartfalen, diabetes en depressie.
Stappenteller iPhone niet nauwkeurig
Gebruik je de Activiteit-app op je iPhone om het aantal stappen te tellen, dan klopt het aantal waarschijnlijk niet. Uit onderzoek van de universiteit van British Columbia blijkt dat de iPhone het aantal stappen te laag inschat, met een verschil van maar liefst 21,5%. Het goede nieuws is dat je er zelf iets aan kunt doen door niet te treuzelen en je iPhone altijd mee te nemen, ook naar de wc. Vooral bij hoge wandelsnelheden wijkt de iPhone zo’n 5% af. Loop je langzamer, dan wijkt het aantal stappen 9,4% af. In dagelijks gebruik miste de iPhone 21,5% van de stappen, ongeveer 1.340 per dag.
donderdag 7 december 2017
Bedrijf maakt game als 'digitaal medicijn' tegen ADHD
Het Amerikaanse bedrijf Akili Interactive heeft een game ontwikkeld die bedoeld is om mensen met ADHD te helpen. Akili stelt dat uit een experiment is gebleken dat de proefpersonen die met de game werden 'behandeld', een significant verbeterde aandachtscurve hadden. Volgens de onderzoekers scoorden de testsubjecten die het 'digitale medicijn' AKL-T01 kregen toegediend, beter op de zogeheten Attention Performance Index, een rangschikking van de Amerikaanse FDA.
woensdag 6 december 2017
Meander MC zet 3D-printer in voor schouderprothese op maat

dinsdag 5 december 2017
Eerste online gemeenschap rondom eHealth gelanceerd
Jouw Omgeving lanceert in samenwerking met haar partners de eerste online community gericht op de implementatie van eHealth. De gemeenschap is er om zorgprofessionals te ondersteunen bij de inzet van eHealth-toepassingen en te werken op basis van best practices van andere professionals in de zorg.
De gemeenschap is tot stand gekomen in samenwerking met het Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (E-KJP). Het E- KJP is de eerste gebruiker van de community.
De behandelaren van de bij het E-KJP aangesloten instellingen hebben inhoudelijke bijdragen geleverd voor de eerste versie van de online gemeenschap. Door de inbreng van zorgprofessionals van andere organisaties zal één grote eHealth kennisbank ontstaan. Doel is om zo eHealth tot gemeengoed te maken en de drempel om digitale middelen in de behandelsetting in te zetten te verlagen.
Momenteel zijn er 2000 actieve professionals binnen het E-KJP die werken met de digitale toepassingen van Jouw Omgeving. De ambitie is om alle 5000 professionals hiervan gebruik te laten maken.
De gemeenschap is tot stand gekomen in samenwerking met het Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (E-KJP). Het E- KJP is de eerste gebruiker van de community.
De behandelaren van de bij het E-KJP aangesloten instellingen hebben inhoudelijke bijdragen geleverd voor de eerste versie van de online gemeenschap. Door de inbreng van zorgprofessionals van andere organisaties zal één grote eHealth kennisbank ontstaan. Doel is om zo eHealth tot gemeengoed te maken en de drempel om digitale middelen in de behandelsetting in te zetten te verlagen.
Momenteel zijn er 2000 actieve professionals binnen het E-KJP die werken met de digitale toepassingen van Jouw Omgeving. De ambitie is om alle 5000 professionals hiervan gebruik te laten maken.
maandag 4 december 2017
Franniez app voor chronisch zieke kinderen
Kinderfonds Franniez lanceert een app voor chronisch zieke kinderen. Ook daarmee kunnen zij nu hun verhaal in een dagboek bewaren. De app is een belangrijke aanvulling op een speciale methode die de vrijwilligersorganisatie ontwikkelde om ernstig zieke kinderen troost en moed te geven en is vanaf 1 december gratis te downloaden in de appstores of te gebruiken op de pc via de website Franniez.nl.
De volledige methode bestaat uit een verzamelsysteem in de vorm van een DNA-spiraal en een digitaal dagboek. Franniez die op de spiraal geplaatst worden, geven alle gebeurtenissen rondom de ziekte symbolisch weer. Zo geven ze kinderen troost en moed én ze vormen een opstap om over hun ziekte te kunnen vertellen. Door dagboekverslagen te delen met bijvoorbeeld vrienden en school, ontstaat ook meer begrip voor de impact van de ziekte.
Daar waar de Franniez ter plekke zorgen voor het contact tussen het kind en de familie of zorgprofessionals, regelt de Franniez-app de contacten op afstand. Zo ontstaan meer contactmomenten om de kinderen een hart onder de riem te steken. Inmiddels wordt het verzamelsysteem al in meer dan 30 ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties (gratis) uitgedeeld.
De volledige methode bestaat uit een verzamelsysteem in de vorm van een DNA-spiraal en een digitaal dagboek. Franniez die op de spiraal geplaatst worden, geven alle gebeurtenissen rondom de ziekte symbolisch weer. Zo geven ze kinderen troost en moed én ze vormen een opstap om over hun ziekte te kunnen vertellen. Door dagboekverslagen te delen met bijvoorbeeld vrienden en school, ontstaat ook meer begrip voor de impact van de ziekte.
Daar waar de Franniez ter plekke zorgen voor het contact tussen het kind en de familie of zorgprofessionals, regelt de Franniez-app de contacten op afstand. Zo ontstaan meer contactmomenten om de kinderen een hart onder de riem te steken. Inmiddels wordt het verzamelsysteem al in meer dan 30 ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties (gratis) uitgedeeld.
vrijdag 1 december 2017
Imagingtechniek laat ontwikkeling Alzheimer zien
Dankzij ‘Raman’ optische techniek, weten UT-onderzoekers nu de gebieden in het brein die zijn aangetast door Alzheimer, in beeld te brengen. Inclusief het gebied eromheen: nog niet aangetast, al wel afwijkend.
Alzheimer openbaart zich via eiwitconcentraties in het brein: als plaque, of als kluwen van draden. ‘Raman imaging’ brengt deze aangetaste gebieden scherp in beeld. Het mooie van de techniek is dat het mogelijk is om niet alleen naar de specifieke typen eiwitten te kijken die een rol spelen bij Alzheimer. Ook de aanwezigheid van water of lipiden, beïnvloed door het eiwit, is te meten. De onderzoekers hebben plakjes hersenweefsel onderzocht van vier breindonoren, van wie drie Alzheimer hadden.
De vierkante gebieden (links) zijn 30 bij 30 micrometer. De middelste afbeelding laat dit gebiedje zien met wit licht van de Raman microscoop, het rechter laat eiwitten zien (boven plaque en onder 'tangle' - kluwen).
De combinatie en bewerking van deze beelden levert veel nieuwe informatie op. De kern van het aangetaste gebied komt al helder en scherp in beeld, maar na beeldbewerking blijkt er ook een gebied omheen te liggen dat zich al lijkt ‘voor te bereiden’ op uitbreiding. Dit wijst erop dat de beelden ook informatie geven over de verdere verspreiding van de ziekte in het brein. Zelfs in het hersensample van de controlepersoon, die niet aan Alzheimer leed, was al een klein gebied met eiwit-activiteit te meten. Dat kan de eerste indicatie zijn voor een neurodegeneratieve ziekte.
Raman microscopie is een techniek waarbij het weefsel wordt belicht met een laser. In elk plakje hersenweefsel van 30 bij 30 micrometer zijn maar liefst 4096 spectra onderzocht met informatie over de chemische samenstelling. De energie van het weerkaatste en verstrooide licht, is een maat voor de chemische stoffen die aanwezig zijn in het sample. Het mooie van Raman is dat die stoffen niet eerst ‘gelabeld’ hoeven te worden, er is geen voorbehandeling nodig. In de chemische analyse is Ramanspectroscopie dan ook een krachtig instrument.
Alzheimer openbaart zich via eiwitconcentraties in het brein: als plaque, of als kluwen van draden. ‘Raman imaging’ brengt deze aangetaste gebieden scherp in beeld. Het mooie van de techniek is dat het mogelijk is om niet alleen naar de specifieke typen eiwitten te kijken die een rol spelen bij Alzheimer. Ook de aanwezigheid van water of lipiden, beïnvloed door het eiwit, is te meten. De onderzoekers hebben plakjes hersenweefsel onderzocht van vier breindonoren, van wie drie Alzheimer hadden.
De vierkante gebieden (links) zijn 30 bij 30 micrometer. De middelste afbeelding laat dit gebiedje zien met wit licht van de Raman microscoop, het rechter laat eiwitten zien (boven plaque en onder 'tangle' - kluwen).
De combinatie en bewerking van deze beelden levert veel nieuwe informatie op. De kern van het aangetaste gebied komt al helder en scherp in beeld, maar na beeldbewerking blijkt er ook een gebied omheen te liggen dat zich al lijkt ‘voor te bereiden’ op uitbreiding. Dit wijst erop dat de beelden ook informatie geven over de verdere verspreiding van de ziekte in het brein. Zelfs in het hersensample van de controlepersoon, die niet aan Alzheimer leed, was al een klein gebied met eiwit-activiteit te meten. Dat kan de eerste indicatie zijn voor een neurodegeneratieve ziekte.
Raman microscopie is een techniek waarbij het weefsel wordt belicht met een laser. In elk plakje hersenweefsel van 30 bij 30 micrometer zijn maar liefst 4096 spectra onderzocht met informatie over de chemische samenstelling. De energie van het weerkaatste en verstrooide licht, is een maat voor de chemische stoffen die aanwezig zijn in het sample. Het mooie van Raman is dat die stoffen niet eerst ‘gelabeld’ hoeven te worden, er is geen voorbehandeling nodig. In de chemische analyse is Ramanspectroscopie dan ook een krachtig instrument.