![]() |
(Foto via Twitter) |
woensdag 28 februari 2018
Een Zwitsers zakmes voor je gezondheid
dinsdag 27 februari 2018
Apple opent medische klinieken voor eigen medewerkers
Apple-medewerkers die last hebben van een pijntje of een verstuikte enkel kunnen vanaf dit voorjaar bij een eigen kliniek terecht. Apple is van plan om klinieken te openen onder de naam ‘AC Wellness’. Het gaat om een reeks gezondheidscentra die alleen zijn bedoeld voor eigen medewerkers en hun familie en waar vooral eerstelijns medische hulp wordt geboden door huisartsen. De eerste vestigingen gaan dit voorjaar openen in Californië, waaronder eentje op Apple Park, zo blijkt uit een vacature.
maandag 26 februari 2018
Medische apps krijgen strak keurslijf
De tijd dat medische apps, die de gezondheid van een patiënt op afstand monitoren, in een grijze zone zaten, is voorbij. Zowel op Belgisch federaal als op Europees niveau zijn nieuwe regels op komst die de erkenning van zulke apps definiëren.
Voor het einde van de legislatuur in 2019 wil minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) een volledig beoordelingssysteem, met een eventuele terugbetaling, tot in detail klaarstomen. Op Europees niveau is al regelgeving van kracht die medische apps op hetzelfde niveau plaatst als medische toestellen.
Beide initiatieven leggen enkele stevige eisen op aan medische apps. De Block liet vorige week al weten een 'validatiepiramide' te zullen hanteren. Die heeft drie niveaus. Apps moeten ten eerste doen wat ze beloven, kunnen communiceren met overheidsplatformen en een duidelijk aantoonbare gezondheidswinst opleveren.
Voor het einde van de legislatuur in 2019 wil minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) een volledig beoordelingssysteem, met een eventuele terugbetaling, tot in detail klaarstomen. Op Europees niveau is al regelgeving van kracht die medische apps op hetzelfde niveau plaatst als medische toestellen.
Beide initiatieven leggen enkele stevige eisen op aan medische apps. De Block liet vorige week al weten een 'validatiepiramide' te zullen hanteren. Die heeft drie niveaus. Apps moeten ten eerste doen wat ze beloven, kunnen communiceren met overheidsplatformen en een duidelijk aantoonbare gezondheidswinst opleveren.
vrijdag 23 februari 2018
Hoe mijn privacy geschonden werd door een medische app
RTL Z-redacteur Frederieke Hegger wilde gebruik maken van een huidkanker-app en werd vervolgens gescand op aantal social media-volgers voor commerciële doeleinden. Al binnen enkele uren na installatie gebeurde er iets geks: Het bedrijf Skinvision volgde haar ineens op Twitter. In de middag kreeg ze een Linkedin-bericht. Van de PR-chef van SkinVision. Ze stuurde een bericht terug. "Is het toeval dat ik vanochtend de app heb gedownload en jullie me op exact dezelfde dag zijn gaan volgen op Twitter en dit bericht sturen?" Advocaten zijn er duidelijk over: "Dit is in strijd met de wet."
donderdag 22 februari 2018
Deep learning-algoritme voor detectie hartziekten via oogscan
Wetenschappers van Google en gezondheidstechnologiebedrijf Verily, een dochter van Google, hebben een nieuwe manier ontwikkeld om via het scannen van de achterkant van het oog data af te leiden waarmee de kans op hart- en vaatziekten zoals een hartaanval kan worden voorspeld. Door het scannen van het netvlies kan er data zoals de leeftijd, geslacht, bloeddruk en of de patiënt een roker is worden afgeleid. Dit kan dan worden gebruikt om te voorspellen hoe hoog het risico is op bepaalde hart- en vaatziekten. Het gaat hierbij om een foto van de vele bloedvaten aan de achterkant van het oog.
dinsdag 20 februari 2018
Japanse wetenschappers maken scherm voor op de huid
Japanse wetenschappers hebben een rekbaar pleisterscherm ontwikkeld. De pleister met een rekbaar LED-schemp meet en toont de hartslag, ademhaling en andere medische gegevens van de drager. Het flexibele scherm bestaat uit een grid van 16 bij 24 microleds, die zijn bevestigd op een rekbare bedrading. Dat grid is vervolgens op een stuk dun rubber geplakt en de complete pleister is nog geen millimeter dik. In de pleister zit bovendien een lichtgewicht sensor.
maandag 19 februari 2018
Google wil levens redden door locatiedata te delen met hulpdiensten
In de VS werkt Google samen met ambulancediensten om locatiedata van bellers onmiddellijk te delen. Op die manier krijgen hulpverleners automatisch nauwkeurige locatiegegevens te zien. Google denkt dat het per jaar zo'n 10.000 levens kan redden als het ambulancediensten automatisch kan inlichten over de locatiegegevens van een bellers. Vandaag delen de telecomoperatoren al geografische gegevens, maar volgens de internetreus is die data niet nauwkeurig genoeg.
vrijdag 16 februari 2018
Godfried Bogaerts (BeterDichtbij): De zorg slimmer organiseren
Veranderingen binnen de zorg gaan langzaam. Artsen hebben het druk en zitten over het algemeen niet te wachten op zaken die in eerste instantie veel tijd lijken te gaan kosten. Toch heeft Godfried Bogaerts, CEO en oprichter van BeterDichtbij, in de half jaar tijd dat zijn bedrijf up and running is een aantal zorgpartijen bereid gevonden gebruik te maken van zijn dienst. BeterDichtbij biedt patiënten de mogelijkheid om hun arts een bericht te sturen. De zorginstelling kan die vervolgens middels een schriftelijk bericht afhandelen. Het klinkt eenvoudig, maar heeft toch de nodige voeten in de aarde.
woensdag 14 februari 2018
Nanobots bevechten tumoren
Voor het eerst zijn minuscule nanorobots gebruikt om in zoogdieren geneesmiddelen op specifieke plaatsen af te leveren om tumoren te bevechten. Bloedstollende middelen werden door nanobots door het lichaam gebracht om de bloedtoevoer naar tumoren af te sluiten. De tumoren begonnen daarop te krimpen, en sommige kankers waren niet meer in staat zich uit te zaaien. Daardoor verdwenen sommige kankers geheel bij een aantal muizen, terwijl de levensverwachting verdubbeld werd.
De techniek werd met succes toegepast op muismodellen met borstkanker, melanoom, eierstokkanker en longkanker, en ze bleek veilig te zijn zowel bij de muizen als bij grotere dieren, met name bij Bama miniatuurvarkens, die een grote overeenkomst vertonen met mensen wat anatomie en fysiologie betreft.
De techniek werd met succes toegepast op muismodellen met borstkanker, melanoom, eierstokkanker en longkanker, en ze bleek veilig te zijn zowel bij de muizen als bij grotere dieren, met name bij Bama miniatuurvarkens, die een grote overeenkomst vertonen met mensen wat anatomie en fysiologie betreft.
maandag 12 februari 2018
Medische instrumenten ontwerpen en testen zonder dure prototypes
Complexe nieuwe medische instrumenten blijven vaak steken in de fase van het prototype. Dat is duur en tijdrovend. Ewout Arkenbout ontwikkelde daarom een nieuwe, virtuele ontwerpmethode waarmee instrumenten al eerder zijn te evalueren en bij te sturen. Arkenbout promoveert op maandag 12 februari op dit onderwerp aan de TU Delft.
‘De Minimaal Invasieve Chirurgie (kijkoperaties) probeert de belasting van patiënten bij operaties te verminderen. Speciaal ontworpen instrumenten moeten de chirurg daarbij helpen’, zegt Ewout Arkenbout. ‘Maar in de praktijk blijkt vaak dat slechte ontwerpkeuzes bij dergelijke instrumenten de procedures kunnen bemoeilijken en de veiligheid van patiënten in gevaar kunnen brengen.’
Arkenbout heeft in zijn promotie-onderzoek onder meer nader gekeken naar multi-vertakte instrumenten voor endoscopische operaties via natuurlijke lichaamsopeningen. Een voorbeeld van een ingreep waarbij een multi-vertakt instrument zeer nuttig kan zijn, is het weghalen van een tumor bij de hypofyse, waarbij men via de neus naar binnen gaat. Multi-vertakte instrumenten hebben een schacht van waaruit twee of meerdere stuurbare instrument-takken voortkomen. Een dergelijk instrument moet het mogelijk maken voor de chirurg om tweehandige chirurgische taken uit te voeren (zoals hechten en het leggen van knopen) bij operaties.
‘De laatste tien jaar zijn er tientallen prototypes van zulke multi-vertakte instrumenten ontwikkeld’, vertelt Arkenbout. ‘De ontwerpers richten zich echter op het inbouwen van té veel vrijheidsgraden en introduceren daarmee te veel besturings-complexiteit in de nieuwe instrumenten. Daardoor wegen de potentiële voordelen in de meeste gevallen niet op tegen de nadelen. De ontworpen instrumenten komen dan ook zelden uit het stadium van het prototype.’
Het ontwikkelen van een prototype is een tijdrovend en kostbaar proces. ‘Je wilt instrumenten dus eigenlijk al kunnen evalueren in de ontwerpfase, en nieuwe inzichten opdoen zonder een duur prototype te hoeven bouwen. Een oplossing die ik hiervoor aandraag, is gesture-based design. Hand- en vingerbewegingen in een testopstelling worden daarbij live gemeten met sensoren en vervolgens gekoppeld aan virtueel gesimuleerde instrumentbewegingen. Door spelenderwijze koppelingen uit te proberen, en ze te evalueren, kan een stuurbaar instrument dan worden geëvalueerd zonder een volledig operationeel prototype nodig te hebben. We hebben dit succesvol getest, onder meer in samenwerking met chirurgen van het LUMC en het AMC.’
‘De Minimaal Invasieve Chirurgie (kijkoperaties) probeert de belasting van patiënten bij operaties te verminderen. Speciaal ontworpen instrumenten moeten de chirurg daarbij helpen’, zegt Ewout Arkenbout. ‘Maar in de praktijk blijkt vaak dat slechte ontwerpkeuzes bij dergelijke instrumenten de procedures kunnen bemoeilijken en de veiligheid van patiënten in gevaar kunnen brengen.’
Arkenbout heeft in zijn promotie-onderzoek onder meer nader gekeken naar multi-vertakte instrumenten voor endoscopische operaties via natuurlijke lichaamsopeningen. Een voorbeeld van een ingreep waarbij een multi-vertakt instrument zeer nuttig kan zijn, is het weghalen van een tumor bij de hypofyse, waarbij men via de neus naar binnen gaat. Multi-vertakte instrumenten hebben een schacht van waaruit twee of meerdere stuurbare instrument-takken voortkomen. Een dergelijk instrument moet het mogelijk maken voor de chirurg om tweehandige chirurgische taken uit te voeren (zoals hechten en het leggen van knopen) bij operaties.
‘De laatste tien jaar zijn er tientallen prototypes van zulke multi-vertakte instrumenten ontwikkeld’, vertelt Arkenbout. ‘De ontwerpers richten zich echter op het inbouwen van té veel vrijheidsgraden en introduceren daarmee te veel besturings-complexiteit in de nieuwe instrumenten. Daardoor wegen de potentiële voordelen in de meeste gevallen niet op tegen de nadelen. De ontworpen instrumenten komen dan ook zelden uit het stadium van het prototype.’
Het ontwikkelen van een prototype is een tijdrovend en kostbaar proces. ‘Je wilt instrumenten dus eigenlijk al kunnen evalueren in de ontwerpfase, en nieuwe inzichten opdoen zonder een duur prototype te hoeven bouwen. Een oplossing die ik hiervoor aandraag, is gesture-based design. Hand- en vingerbewegingen in een testopstelling worden daarbij live gemeten met sensoren en vervolgens gekoppeld aan virtueel gesimuleerde instrumentbewegingen. Door spelenderwijze koppelingen uit te proberen, en ze te evalueren, kan een stuurbaar instrument dan worden geëvalueerd zonder een volledig operationeel prototype nodig te hebben. We hebben dit succesvol getest, onder meer in samenwerking met chirurgen van het LUMC en het AMC.’
zaterdag 10 februari 2018
Philips stopt productie scanners
Philips stopt in de tweede helft van dit jaar met de productie van medische scanners in het Amerikaanse Cleveland, Ohio. Volgens Philips wordt de productie verplaatst naar Israël en China en wordt voor de betrokken werknemers een vertrekregeling getroffen. Om hoeveel werknemers het gaat, werd niet gemeld. Philips gaat een nieuwe onderzoeksfaciliteit in Cleveland bouwen en investeert ook in opleidingsfaciliteiten bij de locatie.
vrijdag 9 februari 2018
Rotterdammers geïnformeerd over uitwisseling medische gegevens
VZVZ start formeel samenwerking met Stichting MeSam in Rotterdam. Op donderdag 8 februari 2018 is de start van het pilotprogramma bevestigd door het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst. Doel van het programma is om moeilijk bereikbare doelgroepen op een laagdrempelige manier te informeren over het belang van medische gegevensuitwisseling en hoe je dat moet regelen.
Voor veel mensen en hun welzijn is het belangrijk dat hun zorgverleners hun medische gegevens kunnen uitwisselen als dat nodig is voor de behandeling. Nog maar al te vaak weten zij niet dat dat kan of dat men iedere zorgverlener apart toestemming moet geven om hun gegevens daarvoor beschikbaar te stellen. VZVZ heeft de website www.volgjezorg.nl ontwikkeld om iedereen in Nederland daarover nauwkeurig te informeren.
Voor veel mensen en hun welzijn is het belangrijk dat hun zorgverleners hun medische gegevens kunnen uitwisselen als dat nodig is voor de behandeling. Nog maar al te vaak weten zij niet dat dat kan of dat men iedere zorgverlener apart toestemming moet geven om hun gegevens daarvoor beschikbaar te stellen. VZVZ heeft de website www.volgjezorg.nl ontwikkeld om iedereen in Nederland daarover nauwkeurig te informeren.
De VolgJeZorg website staat centraal in een voorlichtingscampagne van VZVZ, die in de eerste helft van 2018 wordt gevoerd. In de grote steden is er vaak sprake van een kennisachterstand als gevolg van culturele verschillen of taal- en informatieachterstanden. Ook is men vaak wantrouwig t.o.v. zorgverleners of als het gaat om het uitwisselen van gegevens. In Rotterdam is MeSam, expertisecentrum voor mens en samenleving al meer dan 35 jaar actief. Zij beschikken over grote kennis en ervaring op het gebied van diversiteit in de samenleving van Rotterdam. Daarom zijn zij een uiterst geschikte partner om het lastig bereikbare deel van de Rotterdamse bevolking te informeren.
Voor veel mensen en hun welzijn is het belangrijk dat hun zorgverleners hun medische gegevens kunnen uitwisselen als dat nodig is voor de behandeling. Nog maar al te vaak weten zij niet dat dat kan of dat men iedere zorgverlener apart toestemming moet geven om hun gegevens daarvoor beschikbaar te stellen. VZVZ heeft de website www.volgjezorg.nl ontwikkeld om iedereen in Nederland daarover nauwkeurig te informeren.
Voor veel mensen en hun welzijn is het belangrijk dat hun zorgverleners hun medische gegevens kunnen uitwisselen als dat nodig is voor de behandeling. Nog maar al te vaak weten zij niet dat dat kan of dat men iedere zorgverlener apart toestemming moet geven om hun gegevens daarvoor beschikbaar te stellen. VZVZ heeft de website www.volgjezorg.nl ontwikkeld om iedereen in Nederland daarover nauwkeurig te informeren.
De VolgJeZorg website staat centraal in een voorlichtingscampagne van VZVZ, die in de eerste helft van 2018 wordt gevoerd. In de grote steden is er vaak sprake van een kennisachterstand als gevolg van culturele verschillen of taal- en informatieachterstanden. Ook is men vaak wantrouwig t.o.v. zorgverleners of als het gaat om het uitwisselen van gegevens. In Rotterdam is MeSam, expertisecentrum voor mens en samenleving al meer dan 35 jaar actief. Zij beschikken over grote kennis en ervaring op het gebied van diversiteit in de samenleving van Rotterdam. Daarom zijn zij een uiterst geschikte partner om het lastig bereikbare deel van de Rotterdamse bevolking te informeren.
donderdag 8 februari 2018
Digitale zorg zal deels plaatsvinden thuis en in supermarkten
Digitale zorg gaat allerlei veranderingen brengen in de gezondheidszorg, aldus Lucien Engelen van het RadboudUMC. Voor een deel vinden die nu al plaats. Mensen raadplegen elkaar via sociale media en informeren zich via zoekmachines over kwalen. Ziekenhuizen en dergelijke moeten daar op inspelen door zelf informatie online te zetten, die dan gezaghebbender zal zijn, zodat mensen worden weggelokt bij slechte informatie. Een ziekenhuis moet ook nadrukkelijk aanwezig zijn op (alle!) sociale media om vragen te beantwoorden.
woensdag 7 februari 2018
Epilepsie-smartwatch goedgekeurd in de VS
De Amerikaanse toezichthouder op de geneesmiddelenindustrie FDA heeft een horloge goedgekeurd dat epileptische aanvallen kan herkennen. Het horloge van startup Empatica detecteert epileptische aanvallen bij de drager en informeert vervolgens familieleden via een smartphone-app. Bij een test met 135 patiënten slaagde het algoritme van het horloge erin om alle 40 epileptische aanvallen te herkennen. Het horloge is verkrijgbaar in vijf kleuren en kost 249 dollar.
dinsdag 6 februari 2018
Opvragen van medisch kinddossier moeizaam proces
Het opvragen van medisch dossiers van kinderen bij een consultatiebureau of GGD is niet eenvoudig, blijkt uit een steekproef van de Consumentenbond. Een derde van de aanvragers lukte het zelfs helemaal niet om een kopie te krijgen van het dossier.
De 5 Jeugdgezondheidszorgorganisaties (ActiZ-Jeugd, AJN, NCJ, V&VN en GGD GHOR Nederland) hebben in een reactie laten weten het jammer te vinden dat dossiers niet altijd binnen de gestelde termijn aan de ouders zijn aangeleverd. Een verzoek van ouders hoort zo snel mogelijk te worden afgehandeld. De jeugdgezondheidsorganisaties roepen hun leden dan ook op om dossiers altijd goed en op tijd aan te leveren als ouders erom vragen. Lees de volledige reactie van de JGZ-organisaties.
Voor de steekproef vroegen 22 ouders het dossier op van hun kind en 4 volwassenen vroegen het dossier op van hun jeugdjaren. Negen van de 26 aanvragers lukte het niet om een kopie te krijgen, ondanks herhaalde verzoeken. Zeven van de 17 aanvragers die wel het opgevraagde dossier ontvingen, moesten langer dan de maximale termijn van 4 weken wachten op hun kopie.
In het ‘Digitale Dossier Jeugdgezondheidszorg’ wordt medische informatie bijgehouden over gezondheid en ontwikkeling. Volgens de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst hebben patiënten recht op inzage en een kopie van dit dossier, maar niet alle zorgverleners bleken hiervan op de hoogte. Ook de aanvraagprocedure is niet voor alle zorgverleners duidelijk. Vier deelnemers aan de steekproef moesten, ten onrechte, eerst een afspraak met de jeugdarts inplannen voordat zij hun dossier meekregen.
De 5 Jeugdgezondheidszorgorganisaties (ActiZ-Jeugd, AJN, NCJ, V&VN en GGD GHOR Nederland) hebben in een reactie laten weten het jammer te vinden dat dossiers niet altijd binnen de gestelde termijn aan de ouders zijn aangeleverd. Een verzoek van ouders hoort zo snel mogelijk te worden afgehandeld. De jeugdgezondheidsorganisaties roepen hun leden dan ook op om dossiers altijd goed en op tijd aan te leveren als ouders erom vragen. Lees de volledige reactie van de JGZ-organisaties.
Voor de steekproef vroegen 22 ouders het dossier op van hun kind en 4 volwassenen vroegen het dossier op van hun jeugdjaren. Negen van de 26 aanvragers lukte het niet om een kopie te krijgen, ondanks herhaalde verzoeken. Zeven van de 17 aanvragers die wel het opgevraagde dossier ontvingen, moesten langer dan de maximale termijn van 4 weken wachten op hun kopie.
In het ‘Digitale Dossier Jeugdgezondheidszorg’ wordt medische informatie bijgehouden over gezondheid en ontwikkeling. Volgens de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst hebben patiënten recht op inzage en een kopie van dit dossier, maar niet alle zorgverleners bleken hiervan op de hoogte. Ook de aanvraagprocedure is niet voor alle zorgverleners duidelijk. Vier deelnemers aan de steekproef moesten, ten onrechte, eerst een afspraak met de jeugdarts inplannen voordat zij hun dossier meekregen.
Voortaan kunnen alle huisartsen in theorie een elektronisch getuigschrift afleveren
Na een geslaagde testperiode bij Belgische huisartsen in januari, kan het elektronisch getuigschrift voortaan door alle artsen worden afgeleverd. Alle huisartsen die over erkende software beschikken, mogen elektronisch attesteren. Zij doen dit op vrijwillige basis. Enkele seconden na de verzending ontvangt de arts een ontvangstbewijs van het ziekenfonds. Na controle en als alles in orde is, zal het ziekenfonds het terugbetalingsbedrag op de rekening van de patiënt storten.
maandag 5 februari 2018
Huisartsen krijgen app om hartfilmpjes met een smartphone te maken
Ongeveer 1100 huisartsen in Nederland krijgen de mogelijkheid om een ECG, ofwel een hartfilmpje, te maken met hun smartphone. Het gaat om de applicatie CardioSecur die wordt geleverd door KPN. Met die applicatie is het mogelijk om een aantal elektroden met een kabeltje te bevestigen aan een iPhone of Android-smartphone. Aanvankelijk gaan ongeveer 1100 Nederlandse huisartsen beginnen met het maken van hartfilmpjes met hun smartphone.
vrijdag 2 februari 2018
Project COUNT brengt technologie naar verpleegafdelingen
Veel arbeidsbesparende technologieën voor verpleegkundigen blijven op de plank liggen, bijvoorbeeld omdat ze niet aansluiten bij bestaande werkprocessen. Tegelijkertijd kampen verpleegkundigen met hoge werkdruk en groeiende personeelstekorten. Daarom kijken HU-onderzoekers naar manieren waarop nieuwe technologie wél effectief kan worden ingezet, zodat verpleegkundigen meer tijd kunnen besteden aan zorg.
"Verpleegkundigen hebben het heel druk", zegt Danielle Vossebeld. Zij is docent Werktuigbouwkunde aan Hogeschool Utrecht en doet promotieonderzoek bij UMC Utrecht. Daarbij werkt ze samen met het HU-lectoraat Co-Design, dat met het lectoraat Technologie voor Zorginnovaties het onderzoek draagt. "Ik zie dat met eigen ogen op de verpleegafdelingen van het UMCU waar ik regelmatig kom voor onderzoek. De verpleegkundigen daar staan altijd klaar voor patiënten. Aandacht en zorg zijn heel belangrijk voor hen."
Dat laatste klinkt logisch, maar uit het onderzoek (Ont)Regel de Zorg van belangenbehartiger voor zorgverleners VvAA blijkt dat verpleegkundigen 39 procent van hun tijd besteden aan administratie. "Dat is een heel belangrijk punt voor versnelling", zegt Vossebeld. "Nu doet de verpleegkundige metingen aan de patiënt, schrijft die op een velletje en voert die aan het eind van de dag in op de computer. Waarom doen we dat? Er zijn allerlei apparaten op de markt, van wearables tot slimme bloeddrukmeters die alle mogelijke informatie direct naar het elektronisch patiëntendossier sturen."
Intenties
Zo zijn er veel meer voorbeelden van 'ouderwetse' en inefficiënte werkwijzen die onnodig beslag leggen op de tijd van verpleegkundigen. Aan het aanbod ligt het niet: er wordt voortdurend slimme technologie ontwikkeld om verpleegkundigen te ontlasten. Die vindt alleen nauwelijks ingang in de praktijk. Vossebeld noemt een aantal redenen: ingewikkelde werkprocessen die niet zomaar kunnen worden aangepast, hoge kosten, incompatibiliteit met bestaande systemen en gebrek aan afstemming tussen ontwerpers en verpleegkundigen. "Beide kanten hebben de beste intenties," zegt Vossebeld daarover, "maar vaak spreken ze elkaars taal niet."
Hoofdonderzoeker Fenne Verhoeven, verbonden aan het lectoraat Co-Design, signaleerde dat en zette dit onderzoek samen met Danielle Vossebeld in de steigers. Het project draagt de naam COUNT, een afkorting voor Communication and Operation on the Unit between Nurses and Technology. Het onderzoek draait om het vinden van aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Een aantal innovaties worden (her)ontworpen en getest in het UMC Utrecht en het Sint Antoniusziekenhuis. Het consortium wordt ondersteund door Panton, Pontes, U Create en Ascom. "We betrekken verpleegkundigen intensief in het onderzoek", zegt Vossebeld. "Met hun ideeën gaan we innovaties die op de markt zijn aansluiten op hun werkprocessen, verbeteren en implementeren." Een belangrijk onderdeel van het project draait om de vraag hoe verpleegkundigen efficiënt betrokken kunnen worden. "Ze hebben al te weinig tijd, dus moeten we tools ontwikkelen om ze met minimale impact te kunnen uitvragen over nieuwe werkprocessen die aansluiten bij hun behoeftes en die van hun patiënten."
Bij het project worden bovendien zo'n honderd studenten van zeven HU-opleidingen betrokken. "Het is een mooie combinatie van beroepspraktijk, onderwijs en bedrijfsleven", zegt Vossebeld. "Samen zorgen we dat technologie echt ondersteunend wordt aan het verpleegkundige proces, zodat verpleegkundigen een stap verder komen, dat hun werk prettiger wordt en dat ze meer tijd hebben om zorg te verlenen."
COUNT heeft een SIA Raak-Publiek-subsidie ontvangen, waarmee het onderzoek de komende twee jaar wordt gefinancierd. Behalve een aantal implementaties van technologieën in het werkproces van verpleegkundigen moet het onderzoek ook leiden tot een algemene ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties. Die ontwerpaanpak helpt ontwerpers om tot een product te komen dat ook echt aansluit bij de realiteit op de werkvloer van verpleegafdelingen.
"Verpleegkundigen hebben het heel druk", zegt Danielle Vossebeld. Zij is docent Werktuigbouwkunde aan Hogeschool Utrecht en doet promotieonderzoek bij UMC Utrecht. Daarbij werkt ze samen met het HU-lectoraat Co-Design, dat met het lectoraat Technologie voor Zorginnovaties het onderzoek draagt. "Ik zie dat met eigen ogen op de verpleegafdelingen van het UMCU waar ik regelmatig kom voor onderzoek. De verpleegkundigen daar staan altijd klaar voor patiënten. Aandacht en zorg zijn heel belangrijk voor hen."
Dat laatste klinkt logisch, maar uit het onderzoek (Ont)Regel de Zorg van belangenbehartiger voor zorgverleners VvAA blijkt dat verpleegkundigen 39 procent van hun tijd besteden aan administratie. "Dat is een heel belangrijk punt voor versnelling", zegt Vossebeld. "Nu doet de verpleegkundige metingen aan de patiënt, schrijft die op een velletje en voert die aan het eind van de dag in op de computer. Waarom doen we dat? Er zijn allerlei apparaten op de markt, van wearables tot slimme bloeddrukmeters die alle mogelijke informatie direct naar het elektronisch patiëntendossier sturen."
Intenties
Zo zijn er veel meer voorbeelden van 'ouderwetse' en inefficiënte werkwijzen die onnodig beslag leggen op de tijd van verpleegkundigen. Aan het aanbod ligt het niet: er wordt voortdurend slimme technologie ontwikkeld om verpleegkundigen te ontlasten. Die vindt alleen nauwelijks ingang in de praktijk. Vossebeld noemt een aantal redenen: ingewikkelde werkprocessen die niet zomaar kunnen worden aangepast, hoge kosten, incompatibiliteit met bestaande systemen en gebrek aan afstemming tussen ontwerpers en verpleegkundigen. "Beide kanten hebben de beste intenties," zegt Vossebeld daarover, "maar vaak spreken ze elkaars taal niet."
Hoofdonderzoeker Fenne Verhoeven, verbonden aan het lectoraat Co-Design, signaleerde dat en zette dit onderzoek samen met Danielle Vossebeld in de steigers. Het project draagt de naam COUNT, een afkorting voor Communication and Operation on the Unit between Nurses and Technology. Het onderzoek draait om het vinden van aangrijpingspunten in het verpleegkundig werkproces voor het verlagen van de werklast. Een aantal innovaties worden (her)ontworpen en getest in het UMC Utrecht en het Sint Antoniusziekenhuis. Het consortium wordt ondersteund door Panton, Pontes, U Create en Ascom. "We betrekken verpleegkundigen intensief in het onderzoek", zegt Vossebeld. "Met hun ideeën gaan we innovaties die op de markt zijn aansluiten op hun werkprocessen, verbeteren en implementeren." Een belangrijk onderdeel van het project draait om de vraag hoe verpleegkundigen efficiënt betrokken kunnen worden. "Ze hebben al te weinig tijd, dus moeten we tools ontwikkelen om ze met minimale impact te kunnen uitvragen over nieuwe werkprocessen die aansluiten bij hun behoeftes en die van hun patiënten."
Bij het project worden bovendien zo'n honderd studenten van zeven HU-opleidingen betrokken. "Het is een mooie combinatie van beroepspraktijk, onderwijs en bedrijfsleven", zegt Vossebeld. "Samen zorgen we dat technologie echt ondersteunend wordt aan het verpleegkundige proces, zodat verpleegkundigen een stap verder komen, dat hun werk prettiger wordt en dat ze meer tijd hebben om zorg te verlenen."
COUNT heeft een SIA Raak-Publiek-subsidie ontvangen, waarmee het onderzoek de komende twee jaar wordt gefinancierd. Behalve een aantal implementaties van technologieën in het werkproces van verpleegkundigen moet het onderzoek ook leiden tot een algemene ontwerpaanpak voor verpleegkundige innovaties. Die ontwerpaanpak helpt ontwerpers om tot een product te komen dat ook echt aansluit bij de realiteit op de werkvloer van verpleegafdelingen.