Te midden van een ontslagronde op het hoofdkantoor van Amazon in Seattle is de e-commercegigant gestart met een wel heel bijzondere nieuwe tak van sport: het innoveren van de Amerikaanse gezondheidssector. Samen met Berkshire Hathaway (het vierde grootste bedrijf ter wereld met als grootaandeelhouder durfinvesteerder Warren Buffet) en zakenbank JPMorgan Chase. In eerste instantie hebben alleen de medewerkers van deze drie bedrijven toegang tot exclusieve health deals. Later zal het programma – zo is de verwachting althans – ook toegankelijk worden voor het grote publiek. Om dat te bereiken moeten wel eerst de kosten binnen de gezondheidszorg fors worden gedrukt.
vrijdag 30 maart 2018
donderdag 29 maart 2018
Maatwerk-nierdialyse mogelijk dankzij nieuwe microsensor
Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben een microsensor ontwikkeld waarmee het mogelijk wordt om de samenstelling van de nierdialysevloeistof direct te monitoren en bij te sturen. Daarmee kan dialyse maatwerk worden, wat de ernstige neveneffecten van het gebruik van standaard dialysevloeistof voor een belangrijk deel zal wegnemen. Manoj Kumar Sharma promoveert op 29 maart op zijn onderzoek naar deze sensor.
Zo’n twee miljoen mensen wereldwijd zijn vanwege nierfalen aangewezen op nierdialyse om hun bloed te zuiveren. Hierbij wordt een buisje op een bloedvat aangesloten en wordt het bloed langs een membraan geleid, met aan de andere kant dialysaat (dialysevloeistof). Doordat de concentratie aan zouten in het bloed hoger is dan in het dialysaat, passeert zout het membraan en komt in het dialysaat. De snelheid waarmee het gebeurt hangt af van het concentratieverschil tussen bloed en dialysaat.
Aangezien de concentratie aan zouten bij verschillende patiënten erg varieert, en de concentratie in dialysaat standaard dezelfde waarde heeft, is de snelheid vaak niet ideaal. Daardoor ontstaan ernstige bijeffecten, zoals hartritmestoornissen en botaantastingen. Het zou beter zijn om de concentraties aan zouten in het dialysaat continu bij te stellen zodat die optimaal zijn voor de patiënt. Dat vereist echter dat de concentraties aan zouten in het dialysaat live gemonitord kunnen worden, maar daar bestond nog geen betrouwbare techniek voor.
Manoj Kumar Sharma heeft hiervoor een ingenieuze oplossing bedacht. Hij ontwikkelde een microsysteem met centraal een microbuisje waardoor dialysaat stroomt. De wanden van het buisje wist hij te bekleden met sensormoleculen, die alleen fluorescerend zijn onder aanwezigheid van een zout, zoals natrium. Des te meer natrium er in het dialysaat zit, des te sterker de fluorescentie. Om dit effect te versterken, bracht hij micropilaartjes aan in het microbuisje, waardoor er nog meer oppervlak is met sensormoleculen.
Een laser schijnt op het buisje, en activeert de fluorescentie van de sensormoleculen. Dit fluorescentie-licht vangt Sharma op met glasvezels die hij op het buisje in het microsysteem aansloot. Via de vezels gaat het licht naar een spectrometer voor analyse. Het laserlicht, dat van een andere golflengte is, wordt er eerst eruit gefilterd. Daarna kan hij, op basis van de gemeten sterkte van het fluorescentie-licht de natriumconcentraties uitlezen.
Belangrijk is dat hij voor elkaar kreeg dat de sensormoleculen niet verstoord worden door andere zouten, waardoor zuivere meting van de concentratie van een specifiek zout mogelijk is. Het ‘microfluïdisch sensorsysteem’ van circa 5x5 centimeter dat de Eindhovense promovendus bouwde is in staat natrium, het belangrijkste zout in het bloed, accuraat en live te meten. Hij verwacht dat het relatief eenvoudig zal zijn om het microsysteempje uit te breiden met buissecties bekleed met andere ‘photo-induced electron transfer’ (PET) sensormoleculen, die gevoelig zijn voor de andere essentiële zouten, zoals kalium en fosfaat.
De onderzoeker denkt dat zijn techniek zeer goede kans maakt om toegepast te gaan worden in dialysemachines. De techniek is relatief goedkoop, stabiel en zeer accuraat. Daarnaast verwacht hij dat zijn sensorsysteempje nog verder verkleind worden, naar circa 1x1 centimeter, waardoor het makkelijker zal passen in dialysemachines. Ook kan zijn techniek op termijn onderdeel worden van een draagbare kunstmatige nier, een oplossing die het leven van nierpatiënten een stuk eenvoudiger zal maken.
Zo’n twee miljoen mensen wereldwijd zijn vanwege nierfalen aangewezen op nierdialyse om hun bloed te zuiveren. Hierbij wordt een buisje op een bloedvat aangesloten en wordt het bloed langs een membraan geleid, met aan de andere kant dialysaat (dialysevloeistof). Doordat de concentratie aan zouten in het bloed hoger is dan in het dialysaat, passeert zout het membraan en komt in het dialysaat. De snelheid waarmee het gebeurt hangt af van het concentratieverschil tussen bloed en dialysaat.
Aangezien de concentratie aan zouten bij verschillende patiënten erg varieert, en de concentratie in dialysaat standaard dezelfde waarde heeft, is de snelheid vaak niet ideaal. Daardoor ontstaan ernstige bijeffecten, zoals hartritmestoornissen en botaantastingen. Het zou beter zijn om de concentraties aan zouten in het dialysaat continu bij te stellen zodat die optimaal zijn voor de patiënt. Dat vereist echter dat de concentraties aan zouten in het dialysaat live gemonitord kunnen worden, maar daar bestond nog geen betrouwbare techniek voor.
Manoj Kumar Sharma heeft hiervoor een ingenieuze oplossing bedacht. Hij ontwikkelde een microsysteem met centraal een microbuisje waardoor dialysaat stroomt. De wanden van het buisje wist hij te bekleden met sensormoleculen, die alleen fluorescerend zijn onder aanwezigheid van een zout, zoals natrium. Des te meer natrium er in het dialysaat zit, des te sterker de fluorescentie. Om dit effect te versterken, bracht hij micropilaartjes aan in het microbuisje, waardoor er nog meer oppervlak is met sensormoleculen.
Een laser schijnt op het buisje, en activeert de fluorescentie van de sensormoleculen. Dit fluorescentie-licht vangt Sharma op met glasvezels die hij op het buisje in het microsysteem aansloot. Via de vezels gaat het licht naar een spectrometer voor analyse. Het laserlicht, dat van een andere golflengte is, wordt er eerst eruit gefilterd. Daarna kan hij, op basis van de gemeten sterkte van het fluorescentie-licht de natriumconcentraties uitlezen.
Belangrijk is dat hij voor elkaar kreeg dat de sensormoleculen niet verstoord worden door andere zouten, waardoor zuivere meting van de concentratie van een specifiek zout mogelijk is. Het ‘microfluïdisch sensorsysteem’ van circa 5x5 centimeter dat de Eindhovense promovendus bouwde is in staat natrium, het belangrijkste zout in het bloed, accuraat en live te meten. Hij verwacht dat het relatief eenvoudig zal zijn om het microsysteempje uit te breiden met buissecties bekleed met andere ‘photo-induced electron transfer’ (PET) sensormoleculen, die gevoelig zijn voor de andere essentiële zouten, zoals kalium en fosfaat.
De onderzoeker denkt dat zijn techniek zeer goede kans maakt om toegepast te gaan worden in dialysemachines. De techniek is relatief goedkoop, stabiel en zeer accuraat. Daarnaast verwacht hij dat zijn sensorsysteempje nog verder verkleind worden, naar circa 1x1 centimeter, waardoor het makkelijker zal passen in dialysemachines. Ook kan zijn techniek op termijn onderdeel worden van een draagbare kunstmatige nier, een oplossing die het leven van nierpatiënten een stuk eenvoudiger zal maken.
woensdag 28 maart 2018
Belgische start-up Clarida schenkt data-analyse-software aan kankeronderzoek
Het software-bedrijf Clarida, opgericht door twee Belgen, wil het Londense Institute of Cancer Research (ICR) gratis voorzien van geavanceerde software voor data-analyse. Clarida Technologies is een Londense start-up die opgericht werd door twee Belgen. Het bedrijf is gespecialiseerd in de ontwikkeling van programma's voor gegevensanalyse, en nu wil het zijn software schenken ten voordele van kankeronderzoek.
dinsdag 27 maart 2018
Virtuele tuin moet dementiepatiënten helpen
Dat technologie en gezondheidszorg een mooie match kunnen zijn, werd al bewezen door verschillende health tech start-ups. Het kersverse Sense-Garden is dan wel geen klassieke start-up, het onderzoeksproject wilt dementerende bejaarden terug laten 'connecteren' met de werkelijkheid. Het Europese Sense-Garden, gesteund door het 'AAL Programme Call 2016' en Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen, wordt uitgerold in België, Noorwegen, Portugal en Roemenië. In ons land maakt woonzorgcentrum 'Aan de Beverdijk' in Hamont-Achel er al volop gebruik van.
maandag 26 maart 2018
Subsidies voor innovatieve producten van Groninger bedrijven
Twee Groninger bedrijven krijgen subsidie van de provincie Groningen voor vernieuwende producten. Het bedrijf Polyganics ontvangt 125.000 euro voor de ontwikkeling van een innovatieve hersenpleister.
Het bedrijf Polyganics uit Groningen gaat een unieke pleister ontwikkelen en testen die gebruikt kan worden om lekkage van hersenvocht na hersenoperaties tegen te gaan. Na hersenoperaties wordt het hersenvlies vaak afgesloten met hechtingen. In tien tot zeventien procent van die gevallen werkt deze afsluiting onvoldoende. Hierdoor treden er vaak ernstige complicaties op. Een alternatief voor de lekkage is er op dit moment niet. Het unieke van de pleister is dat hij goed hecht en na 30 dagen oplost waardoor niet opnieuw geopereerd hoeft te worden. Het Groninger bedrijf Syncom is de andere projectpartner voor de ontwikkeling van de benodigde lijm.
Daarnaast werkt Polyganics voor dit project met zes noordelijke toeleveranciers. Tijdens het project worden er vier nieuwe banen (fte's) gecreëerd bij Polyganics en Syncom samen. Polyganics verwacht in acht jaar te kunnen groeien met 40 banen (fte's) waarvan 90 procent op lbo- en mbo-niveau.
Het bedrijf Polyganics uit Groningen gaat een unieke pleister ontwikkelen en testen die gebruikt kan worden om lekkage van hersenvocht na hersenoperaties tegen te gaan. Na hersenoperaties wordt het hersenvlies vaak afgesloten met hechtingen. In tien tot zeventien procent van die gevallen werkt deze afsluiting onvoldoende. Hierdoor treden er vaak ernstige complicaties op. Een alternatief voor de lekkage is er op dit moment niet. Het unieke van de pleister is dat hij goed hecht en na 30 dagen oplost waardoor niet opnieuw geopereerd hoeft te worden. Het Groninger bedrijf Syncom is de andere projectpartner voor de ontwikkeling van de benodigde lijm.
Daarnaast werkt Polyganics voor dit project met zes noordelijke toeleveranciers. Tijdens het project worden er vier nieuwe banen (fte's) gecreëerd bij Polyganics en Syncom samen. Polyganics verwacht in acht jaar te kunnen groeien met 40 banen (fte's) waarvan 90 procent op lbo- en mbo-niveau.
vrijdag 23 maart 2018
Half miljoen voor ontwikkeling beeldvormende naalden
Onderzoekers van de Universiteit Twente ontvangen een half miljoen euro voor de ontwikkeling van naalden waarmee je met behulp van ‘fotoakoestiek’ lokaal inwendige beelden kunt maken. Met de naalden kan een arts tijdens een ingreep bijvoorbeeld eenvoudig zien of hij een tumor volledig heeft weggehaald, of kan hij kijken of hij een biopt op de juiste plaats neemt.
De Universiteit Twente heeft zich onder meer gespecialiseerd in de medische beeldvormingstechniek fotoakoestiek. Hierbij stuur je laserlicht menselijk weefsel in, dat op plaatsen waar zich veel bloed bevindt, (zoals rond een tumor) wordt omgezet naar ultrageluid dat je buiten het lichaam kunt opvangen. Op deze manier kun je gedetailleerde beelden van het inwendige maken waarop je de doorbloeding van weefsel kunt zien. Een concrete toepassing van de techniek is de door de UT ontwikkelde pammoscoop: een apparaat bestemd voor pijnloos borstkankeronderzoek dat momenteel voor onderzoeksdoeleinden in het ziekenhuis wordt ingezet.
De onderzoekers hebben nu een half miljoen euro subsidie van ZonMW ontvangen, bestemd voor samenwerkingsprojecten tussen onderzoeksinstellingen in Nederland en India waarin innovatieve, maar betaalbare, technologie voor de gezondheidszorg wordt ontwikkeld. Hiermee willen de onderzoekers de techniek verkleinen en in holle naalden verwerken die medici tijdens minimaal invasieve ingrepen kunnen gebruiken. Zo kunnen ze voor, tijdens of na een ingreep meer relevante informatie verkrijgen. Volgens projectleider Srirang Manohar is de technologie die hij gaat ontwikkelen geschikt voor nagenoeg alle medische procedures waarbij naalden worden gebruikt. “Denk aan het nemen van biopten, of aan radiofrequente ablatie (RFA) waarbij een tumor via een naald die radiogolven uitzendt wordt ‘weggebrand’. Op deze manier kan een arts beter zien waar hij het biopt moet nemen, of – bij een RFA – kan hij controleren of de gehele tumor is verwijderd.”
De Universiteit Twente heeft zich onder meer gespecialiseerd in de medische beeldvormingstechniek fotoakoestiek. Hierbij stuur je laserlicht menselijk weefsel in, dat op plaatsen waar zich veel bloed bevindt, (zoals rond een tumor) wordt omgezet naar ultrageluid dat je buiten het lichaam kunt opvangen. Op deze manier kun je gedetailleerde beelden van het inwendige maken waarop je de doorbloeding van weefsel kunt zien. Een concrete toepassing van de techniek is de door de UT ontwikkelde pammoscoop: een apparaat bestemd voor pijnloos borstkankeronderzoek dat momenteel voor onderzoeksdoeleinden in het ziekenhuis wordt ingezet.
De onderzoekers hebben nu een half miljoen euro subsidie van ZonMW ontvangen, bestemd voor samenwerkingsprojecten tussen onderzoeksinstellingen in Nederland en India waarin innovatieve, maar betaalbare, technologie voor de gezondheidszorg wordt ontwikkeld. Hiermee willen de onderzoekers de techniek verkleinen en in holle naalden verwerken die medici tijdens minimaal invasieve ingrepen kunnen gebruiken. Zo kunnen ze voor, tijdens of na een ingreep meer relevante informatie verkrijgen. Volgens projectleider Srirang Manohar is de technologie die hij gaat ontwikkelen geschikt voor nagenoeg alle medische procedures waarbij naalden worden gebruikt. “Denk aan het nemen van biopten, of aan radiofrequente ablatie (RFA) waarbij een tumor via een naald die radiogolven uitzendt wordt ‘weggebrand’. Op deze manier kan een arts beter zien waar hij het biopt moet nemen, of – bij een RFA – kan hij controleren of de gehele tumor is verwijderd.”
maandag 19 maart 2018
Medische gegevens in eigen beheer op je computer of telefoon vanaf volgend jaar mogelijk
Iedereen kan volgend jaar zijn medische gegevens in eigen beheer krijgen op de computer, tablet, geheugenkaart of mobiele telefoon. Degenen die dat willen kunnen die informatie delen met zorgverleners. Dit kondigt minister Bruno Bruins (VVD) voor Medische Zorg en Sport aan in een interview met de Volkskrant. Met 3 miljoen euro subsidieert hij de ontwikkeling van deze zogenoemde persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo) door een samenwerkingsverband van patiënten, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en het Nationaal ict-instituut voor de zorg.
'Amazon neemt voormalig FDA-topman aan'
Amazon zou een voormalig topman van de Amerikaanse Food and Drug Administration hebben aangenomen. Deze Taha Kass-Hout was chief health informatics officer, en moet waarschijnlijk Amazon helpen om gezondheidshardware op de markt te brengen. Het aannemen van Kass-Hout bij Amazon is niet publiekelijk aangekondigd, maar bronnen tegenover het Amerikaanse CNBC meldden het nieuws. Volgens de bronnen gaat de voormalig FDA-topman werken binnen de gezondheidsdivisie binnen Amazon, maar wat de precieze plannen zijn is niet duidelijk.
zondag 18 maart 2018
Health House Leuven: medische toekomstvisie?
Zondag opent Vlaams Minister van Welzijn Jo Vandeurzen officieel de deuren van Health House in Leuven. De organisatie is naar eigen zeggen een belevingscentrum over de toekomst van gezondheid en zorg. Het project is sinds 2015 in ontwikkeling met als stichtende partners: KU Leuven, de stad Leuven, Imec, UZ Leuven en de provincie Vlaams-Brabant. De ruimte is 600 vierkante meter groot, en bevindt zich in het wetenschapspark Arenberg in Heverlee. Health House neemt ons mee in een reis doorheen de toekomst van medische technologie en zorg. De rondleiding begint met alle aanwezigen die zich knus in een indrukwekkende tunnel vol schermpanelen mogen verspreiden.
donderdag 15 maart 2018
McAfee: veel aanvallen op zorgsector
Het aantal aanvallen op de zorgsector is in 2017 wereldwijd met 210 procent toegenomen, zo blijkt uit het nieuwe McAfee Labs Threats Report: March 2018. Verder laat het rapport zien dat in het vierde kwartaal van 2017 gemiddeld acht nieuwe dreigingen per seconde verschenen, waarbij vooral een sterke toename van zogenaamde ‘bestand loze malware’ (die gebruikmaakt van Microsoft PowerShell) opvalt. En met de sterke koersstijging van Bitcoin in Q4 richtten criminelen zich ook steeds meer op het stelen van cryptovaluta.
De zorgsector meldde in 2017 maar liefst 210 procent meer beveiligingsincidenten dan in 2016. Uit onderzoek door McAfee blijkt dat veel van deze incidenten het gevolg waren van het feit dat zorgorganisaties zich niet houden aan best practices op het gebied van beveiliging. Ook worden kwetsbaarheden in medische software vaak niet gedicht.
Er is onderzocht op welke manier gevoelige medische data aangevallen kunnen worden. Daarbij is kwetsbare software ontdekt en bleek dat privacygevoelige medische beelden toegankelijk waren. Zo zijn onderzoekers van McAfee erin geslaagd om lichaamsdelen van patiënten te reconstrueren en zelfs driedimensionale modellen daarvan te printen.
“De zorgsector is een waardevol doelwit voor cybercriminelen die geld belangrijker vinden dan ethische grenzen”, zegt Christiaan Beek, Lead Scientist en Senior Principal Engineer bij McAfee. “Tijdens ons onderzoek ontdekten we klassieke software- en beveiligingsfouten zoals wachtwoorden die in de hardware zijn ingebakken, de mogelijkheid om op afstand programma’s te starten, niet-gesigneerde firmware etc. Zowel zorgorganisaties als ontwikkelaars van medische software zouden veel waakzamer moeten zijn en ervoor zorgen dat ze zich houden aan de nieuwste best practices op het gebied van security.”
De zorgsector meldde in 2017 maar liefst 210 procent meer beveiligingsincidenten dan in 2016. Uit onderzoek door McAfee blijkt dat veel van deze incidenten het gevolg waren van het feit dat zorgorganisaties zich niet houden aan best practices op het gebied van beveiliging. Ook worden kwetsbaarheden in medische software vaak niet gedicht.
Er is onderzocht op welke manier gevoelige medische data aangevallen kunnen worden. Daarbij is kwetsbare software ontdekt en bleek dat privacygevoelige medische beelden toegankelijk waren. Zo zijn onderzoekers van McAfee erin geslaagd om lichaamsdelen van patiënten te reconstrueren en zelfs driedimensionale modellen daarvan te printen.
“De zorgsector is een waardevol doelwit voor cybercriminelen die geld belangrijker vinden dan ethische grenzen”, zegt Christiaan Beek, Lead Scientist en Senior Principal Engineer bij McAfee. “Tijdens ons onderzoek ontdekten we klassieke software- en beveiligingsfouten zoals wachtwoorden die in de hardware zijn ingebakken, de mogelijkheid om op afstand programma’s te starten, niet-gesigneerde firmware etc. Zowel zorgorganisaties als ontwikkelaars van medische software zouden veel waakzamer moeten zijn en ervoor zorgen dat ze zich houden aan de nieuwste best practices op het gebied van security.”
woensdag 14 maart 2018
Metaaldetector vindt tumorcel
Metaaldetectie kan nu voor meer worden gebruikt dan schatzoeken. Amerikaanse onderzoekers hebben met metaal gelabelde antilichamen gebruikt om uitgezaaide tumorcellen te vinden, meldt Convergent Science Physical Oncology. Als kanker uitzaait zijn de cellen lastig te volgen. Ook is het van belang om de eigenschappen van deze cellen de weten, omdat cellen met een afwijkende eiwitten anders reageren op chemotherapie.
Voor onderzoek waren wetenschappers tot nu toe grotendeels aangewezen op fluorescente labels. Hiermee konden ze een beperkt aantal antilichamen labelen en volgen. Fluorescentiemicroscopen kunnen maar een paar kleuren onderscheiden.
Voor onderzoek waren wetenschappers tot nu toe grotendeels aangewezen op fluorescente labels. Hiermee konden ze een beperkt aantal antilichamen labelen en volgen. Fluorescentiemicroscopen kunnen maar een paar kleuren onderscheiden.
dinsdag 13 maart 2018
Telemonitoring en persoonlijke feedback doen hartpatiënt medicatie correct en op tijd innemen
Hoe zorg je ervoor dat patiënten met voorkamerfibrillatie hun bloedverdunner op tijd en correct innemen? Onderzoekers van UHasselt en Jessa Ziekenhuis zochten en vonden het antwoord in een nieuwe techniek op basis van telemonitoring. De techniek werd voor het eerst gebruikt in deze studie, die onlangs de toonaangevende European Heart Journal haalde.
Voorkamerfibrillatie (VKF) is de meest voorkomende hartritmestoornis. “Patiënten met deze aandoening lopen een verhoogd risico op bloedklontertjes en een beroerte. De meeste patiënten moeten antistollingsmedicatie innemen, om het ontwikkelen van bloedklontertjes in het hart te voorkomen”, zegt Lien Desteghe. Zij is momenteel doctoraatsstudente binnen het Limburg Clinical Research Program.
Vandaag wordt vooral nieuwe antistollingsmedicatie (niet-vitamine K-antagonist bloedverdunners) voorgeschreven. Die werkt effectiever dan de vorige generatie bloedverdunners. “Het is van groot belang dat patiënten die medicatie correct en op tijd innemen. Maar we stellen vast dat patiënten dat in het algemeen niet goed doen. Dat geldt ook voor de nieuwe antistollingsmedicatie, waarvan studies al hebben aangetoond dat de therapietrouw slechts tussen de 38% en 90% ligt.”
In haar doctoraatsonderzoek gaat Lien Desteghe (onder andere) op zoek naar nieuwe manieren die patiënten aanzetten tot het juister innemen van die medicatie. “Er zijn nog maar weinig interventies getest die gericht zijn op het verhogen van de therapietrouw. En de weinige die getest werden, bleken niet effectief.”
De UHasselt/Jessa-onderzoekers wilden dan ook een nieuwe techniek – gebaseerd op telemonitoring en persoonlijke feedback – uitproberen. Lien Desteghe: “48 patiënten met voorkamerfibrillatie kregen een medicatiefles met hun bloedverdunner mee naar huis. Het speciale daarbij was dat er elke keer perfect werd geregistreerd wanneer de patiënt de fles opende om de medicatie in te nemen, via een microchip in de dop.” Die gegevens werden dan onmiddellijk naar het ziekenhuis doorgestuurd. De therapietrouw van patiënten kon dus perfect vanop een afstand opgevolgd worden – en bijgestuurd. “We controleerden die gegevens elke dag. Indien een patiënt zijn medicatie niet of niet juist had ingenomen, kreeg hij een telefoontje.”
De aanpak wierp de nodige vruchten af: patiënten namen hun medicatie voor 97 procent – bijna perfect, dus – in. De resultaten werden gepubliceerd in de European Heart Journal, het hoogst gerangschikte tijdschrift in het domein van de cardiologie (impactfactor 20). “Het is dan ook voor het eerst dat er zulke hoge percentages bekomen werden voor dit nieuwe type antistollingsmedicatie”, zegt de doctoraatsstudente. Onderzoekers zullen nog bij een grotere groep patiënten nagaan wat de algemene impact is van deze techniek om de therapietrouw te verhogen.
Voorkamerfibrillatie (VKF) is de meest voorkomende hartritmestoornis. “Patiënten met deze aandoening lopen een verhoogd risico op bloedklontertjes en een beroerte. De meeste patiënten moeten antistollingsmedicatie innemen, om het ontwikkelen van bloedklontertjes in het hart te voorkomen”, zegt Lien Desteghe. Zij is momenteel doctoraatsstudente binnen het Limburg Clinical Research Program.
Vandaag wordt vooral nieuwe antistollingsmedicatie (niet-vitamine K-antagonist bloedverdunners) voorgeschreven. Die werkt effectiever dan de vorige generatie bloedverdunners. “Het is van groot belang dat patiënten die medicatie correct en op tijd innemen. Maar we stellen vast dat patiënten dat in het algemeen niet goed doen. Dat geldt ook voor de nieuwe antistollingsmedicatie, waarvan studies al hebben aangetoond dat de therapietrouw slechts tussen de 38% en 90% ligt.”
In haar doctoraatsonderzoek gaat Lien Desteghe (onder andere) op zoek naar nieuwe manieren die patiënten aanzetten tot het juister innemen van die medicatie. “Er zijn nog maar weinig interventies getest die gericht zijn op het verhogen van de therapietrouw. En de weinige die getest werden, bleken niet effectief.”
De UHasselt/Jessa-onderzoekers wilden dan ook een nieuwe techniek – gebaseerd op telemonitoring en persoonlijke feedback – uitproberen. Lien Desteghe: “48 patiënten met voorkamerfibrillatie kregen een medicatiefles met hun bloedverdunner mee naar huis. Het speciale daarbij was dat er elke keer perfect werd geregistreerd wanneer de patiënt de fles opende om de medicatie in te nemen, via een microchip in de dop.” Die gegevens werden dan onmiddellijk naar het ziekenhuis doorgestuurd. De therapietrouw van patiënten kon dus perfect vanop een afstand opgevolgd worden – en bijgestuurd. “We controleerden die gegevens elke dag. Indien een patiënt zijn medicatie niet of niet juist had ingenomen, kreeg hij een telefoontje.”
De aanpak wierp de nodige vruchten af: patiënten namen hun medicatie voor 97 procent – bijna perfect, dus – in. De resultaten werden gepubliceerd in de European Heart Journal, het hoogst gerangschikte tijdschrift in het domein van de cardiologie (impactfactor 20). “Het is dan ook voor het eerst dat er zulke hoge percentages bekomen werden voor dit nieuwe type antistollingsmedicatie”, zegt de doctoraatsstudente. Onderzoekers zullen nog bij een grotere groep patiënten nagaan wat de algemene impact is van deze techniek om de therapietrouw te verhogen.
maandag 12 maart 2018
Ommelander Ziekenhuis en Dräger sluiten contract medische technologie
Ommelander Ziekenhuis Groningen en Dräger Nederland B.V. sluiten contract voor medische technologie in de acute zorg. Komende jaren verzekerd van nieuwste technologieën voor diagnose en therapie.
Het Ommelander Ziekenhuis Groningen en Dräger hebben een langdurig contract gesloten voor levering van medische technologie voor de acute zorg. Hiermee is het ziekenhuis in ieder geval de komende 15 jaar verzekerd van voortdurend de nieuwste medische apparatuur voor hartbewaking, beademing en bewaking van vitale functies van baby’s, kinderen en volwassenen.
Het Ommelander Ziekenhuis heeft de ambitie om de patiënt zoveel mogelijk persoonlijke zorg te geven. De technologie dient de artsen en verpleegkundigen daartoe maximaal te ondersteunen. Om aan deze ambitie invulling te geven hebben medewerkers van het Ommelander Ziekenhuis en Dräger de afgelopen periode nauw samengewerkt om de medische technologie aan te laten sluiten op de zorg die in het nieuwe ziekenhuis in Scheemda geleverd gaat worden.
Het resultaat van de samenwerking is naar de nieuwste inzichten; ergonomische medische technologie op maat, voor een (patiënt)veilige zorgomgeving. Naast medische apparatuur voor diagnose en therapie levert Dräger ook de systeeminfrastructuur en worden de zorgprofessionals opgeleid en met regelmaat bijgeschoold om het medisch technologisch systeem optimaal te kunnen bedienen of onderhouden.
Vernieuwing, doelmatigheid en transparantie staan binnen de samenwerking centraal. Het Ommelander Ziekenhuis en Dräger zullen regelmatig onderzoeken waar de zorg kan worden geoptimaliseerd door voortschrijdende of nieuwe inzichten, zodat ook in de toekomst voortdurend gebruik gemaakt kan worden van technologie die steeds aansluit bij een veranderende behoefte.
Het Ommelander Ziekenhuis wil zich vooral richten op de zorg van zijn patiënten en zich laten ‘ontzorgen’ door leveranciers met een bewezen staat van dienst en een innovatief portfolio.
Het Ommelander Ziekenhuis Groningen en Dräger hebben een langdurig contract gesloten voor levering van medische technologie voor de acute zorg. Hiermee is het ziekenhuis in ieder geval de komende 15 jaar verzekerd van voortdurend de nieuwste medische apparatuur voor hartbewaking, beademing en bewaking van vitale functies van baby’s, kinderen en volwassenen.
Het Ommelander Ziekenhuis heeft de ambitie om de patiënt zoveel mogelijk persoonlijke zorg te geven. De technologie dient de artsen en verpleegkundigen daartoe maximaal te ondersteunen. Om aan deze ambitie invulling te geven hebben medewerkers van het Ommelander Ziekenhuis en Dräger de afgelopen periode nauw samengewerkt om de medische technologie aan te laten sluiten op de zorg die in het nieuwe ziekenhuis in Scheemda geleverd gaat worden.
Het resultaat van de samenwerking is naar de nieuwste inzichten; ergonomische medische technologie op maat, voor een (patiënt)veilige zorgomgeving. Naast medische apparatuur voor diagnose en therapie levert Dräger ook de systeeminfrastructuur en worden de zorgprofessionals opgeleid en met regelmaat bijgeschoold om het medisch technologisch systeem optimaal te kunnen bedienen of onderhouden.
Vernieuwing, doelmatigheid en transparantie staan binnen de samenwerking centraal. Het Ommelander Ziekenhuis en Dräger zullen regelmatig onderzoeken waar de zorg kan worden geoptimaliseerd door voortschrijdende of nieuwe inzichten, zodat ook in de toekomst voortdurend gebruik gemaakt kan worden van technologie die steeds aansluit bij een veranderende behoefte.
Het Ommelander Ziekenhuis wil zich vooral richten op de zorg van zijn patiënten en zich laten ‘ontzorgen’ door leveranciers met een bewezen staat van dienst en een innovatief portfolio.
vrijdag 9 maart 2018
Met Health EU krijgt iedereen een avatar om zijn gezondheid te managen
Heeft iedereen straks een virtuele tweelingbroer of -zus om zijn gezondheid te bewaken? Als het aan Health EU ligt, wel. Het is een groot project, dat wordt uitgevoerd door een consortium onder leiding van de Technische Universiteit van Lausanne (École polytechnique fédérale de Lausanne, EPFL). Het is in de race voor een FET Flagship-subsidie van de Europese Unie. Als die wordt toegekend, ontvangt het project 1 miljard euro voor tien jaar.
Stel je eens voor dat iedereen zijn eigen medische avatar heeft: een virtuele kopie van jezelf, waarop je je persoonlijke gegevens kunt aflezen en waarmee je je gezondheid beter kunnen bewaken en die ook leidt tot een betere behandeling, mocht je ziek worden. Zo luidt het gewaagde voorstel dat Health EU heeft ingediend, met als slogan: 'Human avatars to prevent and cure diseases'. Dit internationale project wordt uitgevoerd door een consortium* onder leiding van de EPFL, in samenwerking met het Nederlandse Institute for Human Organ and Disease Model Technologies (hDMT), en heeft onlangs een aanvraag ingediend om als FET Flagship te worden aangemerkt. FET Flagships zijn prestigieuze, multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s van de EU met een onderzoeksbudget van ongeveer 1 miljard euro voor tien jaar.
'Ons voorstel is een zeer revolutionaire manier om met gezondheid om te gaan,' vertelt Adrian Ionescu, hoogleraar nano-elektronica aan de EPFL en een van de initiators van het project. Met een op avatars gebaseerd systeem wil Health EU het volgende bereiken: betere preventie, snelle diagnose, nauwkeuriger bewaking en gerichte medicatie en behandelingen op maat, met name voor veelvoorkomende ziekten als kanker en hart- en vaatziekten en chronische en neurodegeneratieve aandoeningen.
'Wij bieden een mogelijke oplossing voor problemen waar het huidige zorgmodel tegenaan loopt. Het is economisch niet langer houdbaar vanwege de extreem hoge en almaar toenemende kosten,' vervolgt Ionescu.
De centrale gedachte achter het project is om medicatie op maat te combineren met digitale technologie. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de nieuwste technologische ontwikkelingen, zoals onderling verbonden voorwerpen, kunstmatige intelligentie en het concept van de 'digitale tweeling'. Een digitale tweeling is een digitale kopie van een voorwerp, die kan worden gebruikt om het effect van bepaalde variabelen, processen en scenario's te testen en te meten, wat in het echt onmogelijk zou zijn. Deze benadering wordt al gebruikt in de lucht- en ruimtevaarttechniek en astrofysica en in de auto-industrie. Maar op mensen is deze techniek nog niet eerder toegepast. 'Met zijn plannen om digitale en fysieke menselijke avatars te combineren brengt Health EU het concept van de digitale tweeling naar een ongekend, totaal nieuw niveau,' zegt Chris Van Hoof, directeur van Connected Health Solutions en verbonden aan het Interuniversitair Micro-Electronica Centrum (IMEC).
'Avatars zijn geen simpele digitale modellen,' vervolgt Ionescu. 'Ze worden steeds weer verder ontwikkeld en geijkt op basis van grote hoeveelheden persoonlijke gegevens die via experimenten worden vergaard tijdens ons dagelijks leven. Met behulp van kunstmatige intelligentie worden geavanceerde modellen ontwikkeld. Achter de schermen creëren we de infrastructuur voor het toekomstige Internet der Gezondheid zodat we alle data straks kunnen beheren via echte menselijke avatars.' Het Health EU-project wil rond patiënten en hun virtuele tweelingbroers of -zussen een compleet technologisch platform ontwikkelen dat in staat is 'big and deep data' te genereren. Het platform werkt met genomische en biologische gegevens die worden gekoppeld, maar ook met omgevings- en gedragsinformatie, zoals gegevens over de gewoonten en leefstijl van mensen. Voor het verzamelen van deze gegevens wil het project gebruikmaken van een breed spectrum van geavanceerde technologieën: draagbare sensoren, implantaten, nanogeneeskundige technieken en medische beeldvorming.
Er wordt ook gebruikgemaakt van 'orgaan-op-een-chiptechnologie', een van de belangrijkste bouwstenen van het project. Bij deze technologie worden cellen op een microchip aangebracht om te kunnen bestuderen hoe zij functioneren en reageren. Deze toepassing is het meest fysieke en tastbare aspect van de avatars. De methode biedt de mogelijkheid om buiten het menselijk lichaam de biologische functies van een orgaan of de interactie tussen meerdere organen te testen. Zo kan het effect van een geneesmiddel al in een vroeg stadium worden gemeten, zonder de soms zeer schadelijke bijwerkingen, en kunnen behandelingen zo nauwkeurig mogelijk worden afgestemd op de behoeften van de patiënt.
Stel je eens voor dat iedereen zijn eigen medische avatar heeft: een virtuele kopie van jezelf, waarop je je persoonlijke gegevens kunt aflezen en waarmee je je gezondheid beter kunnen bewaken en die ook leidt tot een betere behandeling, mocht je ziek worden. Zo luidt het gewaagde voorstel dat Health EU heeft ingediend, met als slogan: 'Human avatars to prevent and cure diseases'. Dit internationale project wordt uitgevoerd door een consortium* onder leiding van de EPFL, in samenwerking met het Nederlandse Institute for Human Organ and Disease Model Technologies (hDMT), en heeft onlangs een aanvraag ingediend om als FET Flagship te worden aangemerkt. FET Flagships zijn prestigieuze, multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s van de EU met een onderzoeksbudget van ongeveer 1 miljard euro voor tien jaar.
'Ons voorstel is een zeer revolutionaire manier om met gezondheid om te gaan,' vertelt Adrian Ionescu, hoogleraar nano-elektronica aan de EPFL en een van de initiators van het project. Met een op avatars gebaseerd systeem wil Health EU het volgende bereiken: betere preventie, snelle diagnose, nauwkeuriger bewaking en gerichte medicatie en behandelingen op maat, met name voor veelvoorkomende ziekten als kanker en hart- en vaatziekten en chronische en neurodegeneratieve aandoeningen.
'Wij bieden een mogelijke oplossing voor problemen waar het huidige zorgmodel tegenaan loopt. Het is economisch niet langer houdbaar vanwege de extreem hoge en almaar toenemende kosten,' vervolgt Ionescu.
De centrale gedachte achter het project is om medicatie op maat te combineren met digitale technologie. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de nieuwste technologische ontwikkelingen, zoals onderling verbonden voorwerpen, kunstmatige intelligentie en het concept van de 'digitale tweeling'. Een digitale tweeling is een digitale kopie van een voorwerp, die kan worden gebruikt om het effect van bepaalde variabelen, processen en scenario's te testen en te meten, wat in het echt onmogelijk zou zijn. Deze benadering wordt al gebruikt in de lucht- en ruimtevaarttechniek en astrofysica en in de auto-industrie. Maar op mensen is deze techniek nog niet eerder toegepast. 'Met zijn plannen om digitale en fysieke menselijke avatars te combineren brengt Health EU het concept van de digitale tweeling naar een ongekend, totaal nieuw niveau,' zegt Chris Van Hoof, directeur van Connected Health Solutions en verbonden aan het Interuniversitair Micro-Electronica Centrum (IMEC).
'Avatars zijn geen simpele digitale modellen,' vervolgt Ionescu. 'Ze worden steeds weer verder ontwikkeld en geijkt op basis van grote hoeveelheden persoonlijke gegevens die via experimenten worden vergaard tijdens ons dagelijks leven. Met behulp van kunstmatige intelligentie worden geavanceerde modellen ontwikkeld. Achter de schermen creëren we de infrastructuur voor het toekomstige Internet der Gezondheid zodat we alle data straks kunnen beheren via echte menselijke avatars.' Het Health EU-project wil rond patiënten en hun virtuele tweelingbroers of -zussen een compleet technologisch platform ontwikkelen dat in staat is 'big and deep data' te genereren. Het platform werkt met genomische en biologische gegevens die worden gekoppeld, maar ook met omgevings- en gedragsinformatie, zoals gegevens over de gewoonten en leefstijl van mensen. Voor het verzamelen van deze gegevens wil het project gebruikmaken van een breed spectrum van geavanceerde technologieën: draagbare sensoren, implantaten, nanogeneeskundige technieken en medische beeldvorming.
Er wordt ook gebruikgemaakt van 'orgaan-op-een-chiptechnologie', een van de belangrijkste bouwstenen van het project. Bij deze technologie worden cellen op een microchip aangebracht om te kunnen bestuderen hoe zij functioneren en reageren. Deze toepassing is het meest fysieke en tastbare aspect van de avatars. De methode biedt de mogelijkheid om buiten het menselijk lichaam de biologische functies van een orgaan of de interactie tussen meerdere organen te testen. Zo kan het effect van een geneesmiddel al in een vroeg stadium worden gemeten, zonder de soms zeer schadelijke bijwerkingen, en kunnen behandelingen zo nauwkeurig mogelijk worden afgestemd op de behoeften van de patiënt.
woensdag 7 maart 2018
‘AYA-Match’ app als schakel tussen jongvolwassen kankerpatiënt en omgeving
Het Nationaal AYA ‘Jong & Kanker’ Platform lanceert op het nationale AYA congres SPACE 4 AYA op 8 maart een applicatie die contact en begrip tussen AYA’s (Adolescents & Young Adults, tussen de 18 en 35 jaar met kanker) en hun naasten vergemakkelijkt.
Uit onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK) blijkt dat jongvolwassenen veelal volop in het leven willen blijven staan tijdens en na kanker, en willen voorkomen dat plots alles om hun ziekte draait. De nieuwe app speelt in op die behoefte en dient als hulpmiddel om contact te leggen en meer begrip en autonomie te kweken.
Kanker heeft vaak een beklemmend of zelfs verstikkend effect op relaties. Vrienden durven niet meer langs te komen, familieleden weten niet hoe ze kunnen helpen en de lichamelijke en psychische hindernissen zijn vaak lastig te begrijpen. Daarnaast heeft de AYA tijdens het ziekteproces behoefte om gezien te worden als vriend, studiegenoot, familielid en collega. Kortom wie de AYA is naast de ziekte. Kanker belemmert dit omdat de ziekte en behandeling ineens op de voorgrond staan. Met deze inzichten is het Nationaal AYA ‘Jong & Kanker’ Platform aan de slag gegaan. Het resultaat: de AYA-Match. Deze applicatie verbindt AYA’s op een luchtige en laagdrempelige manier met hun naasten.
De ‘AYA-Match’ app is gratis te downloaden in Apple’s App Store en de Google Play store voor Android, via de zoekterm ‘AYA Match’. Zorg Innovatie Fonds, het VIOZ-fonds en Janssen-Cilag B.V. geloven dat de ‘AYA Match’ van grote waarde is voor de levenskwaliteit van mensen met kanker en hebben daarom de app met hun ondersteuning mede mogelijk gemaakt. De app is gecreëerd door AYA’s en naasten en in opdracht van het platform gemaakt door IIsfontein.
Uit onderzoek van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK) blijkt dat jongvolwassenen veelal volop in het leven willen blijven staan tijdens en na kanker, en willen voorkomen dat plots alles om hun ziekte draait. De nieuwe app speelt in op die behoefte en dient als hulpmiddel om contact te leggen en meer begrip en autonomie te kweken.
Kanker heeft vaak een beklemmend of zelfs verstikkend effect op relaties. Vrienden durven niet meer langs te komen, familieleden weten niet hoe ze kunnen helpen en de lichamelijke en psychische hindernissen zijn vaak lastig te begrijpen. Daarnaast heeft de AYA tijdens het ziekteproces behoefte om gezien te worden als vriend, studiegenoot, familielid en collega. Kortom wie de AYA is naast de ziekte. Kanker belemmert dit omdat de ziekte en behandeling ineens op de voorgrond staan. Met deze inzichten is het Nationaal AYA ‘Jong & Kanker’ Platform aan de slag gegaan. Het resultaat: de AYA-Match. Deze applicatie verbindt AYA’s op een luchtige en laagdrempelige manier met hun naasten.
De ‘AYA-Match’ app is gratis te downloaden in Apple’s App Store en de Google Play store voor Android, via de zoekterm ‘AYA Match’. Zorg Innovatie Fonds, het VIOZ-fonds en Janssen-Cilag B.V. geloven dat de ‘AYA Match’ van grote waarde is voor de levenskwaliteit van mensen met kanker en hebben daarom de app met hun ondersteuning mede mogelijk gemaakt. De app is gecreëerd door AYA’s en naasten en in opdracht van het platform gemaakt door IIsfontein.
Open Bionics maakt protheses uit de 3D-printer betaalbaar
dinsdag 6 maart 2018
Microsoft Soundscape-app helpt blinden navigeren met 3D-geluid
Met de Microsoft Soundscape-app heeft Microsoft opnieuw een handige iPhone-app uitgebracht waarmee blinde en slechtziende gebruikers makkelijker door het leven kunnen gaan. De app gebruikt 3D audio-hints om te zorgen dat je niet tegen objecten botst of erover struikelt. Tijdens het lopen veranderen die 3D-audiohints, zodat je weet of je in de richting van je bestemming beweegt. Onderweg krijg je nuttige plaatsen te horen, zoals straatnamen en kruisingen. Ook kun je bij herkenningspunten een audiobaken plaatsen, bijvoorbeeld bij een standbeeld of een bekend gebouw, zodat je weet waar je ongeveer bent.
maandag 5 maart 2018
Ledger Leopard aan de wieg van eerste blockchain baby
Vorige week woensdag is een praktijkproef gestart rondom blockchain in de kraamzorg. Initiatiefnemers coöperatie VGZ en Zorginstituut Nederland doen een proef van drie maanden. Samen met kraamzorgorganisaties Liemerscare, Kraamzorg Zuid-Gelderland en Kraamzorg VDA, wordt de komende maanden door ongeveer 50 kraamgezinnen de blockchaintoepassing ‘Mijn Zorg Log’ gebruikt.
Gedurende deze proefperiode wordt getoetst wat de toepassing van blockchaintechnologie in de praktijk betekent voor de administratieve processen rondom kraamzorg. Blockchainspecialist Ledger Leopard ontwikkelde in opdracht van Zorginstituut Nederland in 2017 het juridisch gecertificeerde Mijn Zorg Log en staat daarmee trots aan de wieg van de eerste blockchain baby.
Coöperatie VGZ en Zorginstituut Nederland willen toetsen of het mogelijk is om de burger meer controle te geven over zijn eigen zorggegevens.
Aan de praktijkproef nemen drie kraamzorgorganisaties deel. Vorige week was het zover en kwam de eerste blockchain baby ter wereld. De kraamverzorgenden en de jonge moeders houden hun urenregistratie bij op een smartphone met Mijn Zorg Log. Hierdoor zijn de geregistreerde uren vastgelegd en direct inzichtelijk voor de verschillende partijen die bij de kraamzorg betrokken zijn. De moeder bepaalt zelf welke partijen zij toegang geeft tot haar gegevens. En zij heeft bovendien real time inzicht in hoeveel uren kraamzorg zij nog over heeft in haar budget. Controle achteraf is dus niet meer noodzakelijk. Eind april verwachten de partijen de eerste resultaten.
Gedurende deze proefperiode wordt getoetst wat de toepassing van blockchaintechnologie in de praktijk betekent voor de administratieve processen rondom kraamzorg. Blockchainspecialist Ledger Leopard ontwikkelde in opdracht van Zorginstituut Nederland in 2017 het juridisch gecertificeerde Mijn Zorg Log en staat daarmee trots aan de wieg van de eerste blockchain baby.
Coöperatie VGZ en Zorginstituut Nederland willen toetsen of het mogelijk is om de burger meer controle te geven over zijn eigen zorggegevens.
Aan de praktijkproef nemen drie kraamzorgorganisaties deel. Vorige week was het zover en kwam de eerste blockchain baby ter wereld. De kraamverzorgenden en de jonge moeders houden hun urenregistratie bij op een smartphone met Mijn Zorg Log. Hierdoor zijn de geregistreerde uren vastgelegd en direct inzichtelijk voor de verschillende partijen die bij de kraamzorg betrokken zijn. De moeder bepaalt zelf welke partijen zij toegang geeft tot haar gegevens. En zij heeft bovendien real time inzicht in hoeveel uren kraamzorg zij nog over heeft in haar budget. Controle achteraf is dus niet meer noodzakelijk. Eind april verwachten de partijen de eerste resultaten.
vrijdag 2 maart 2018
'Smartphone meet juiste hartslag'
Smartphones spelen een belangrijke rol in vele aspecten van ons leven, ook op gezondheidsvlak. Zo kan je er steeds vaker ook je hartslag mee meten. Maar is een dergelijke ‘eenvoudige’ hartslagmeting wel te vertrouwen? “Ja”, zegt Benjamin De Ridder (UAntwerpen), die veertien wetenschappelijke studies onder de loep nam.
Het belang en het gebruik van de slimme telefoon nemen almaar toe. Er worden ook meer en meer toepassingen gelanceerd op het vlak van gezondheid. Vaak moet de smartphone daarvoor verbonden worden met een mobiele sensor of met een specifiek medisch toestel, maar de telefoon an sich kan ook dienst doen, bijvoorbeeld om de hartslag te meten.
“De witte diode, de lichtbron van je telefoon, kan in combinatie met de ingebouwde camera gebruikt worden om aan ‘fotoplethysmografie’ te doen”, zegt Benjamin De Ridder. “Dat is een ontzettend moeilijke naam voor een al bij al vrij eenvoudig principe: de camera detecteert de veranderingen in lichtabsorptie door het bloed. Als het hart klopt, wordt er meer bloed door de slagaders gepompt en ook meer licht geabsorbeerd. Tussen de hartslagen stroomt er minder bloed rond en is er minder absorptie. Op die manier kan de hartslag bepaald worden.”
Maar is die manier van hartslagmeting wel correct? Of is er toch een gevalideerde medische methode nodig? Dat zocht De Ridder uit tijdens zijn opleiding aan UAntwerpen. Vandaag werkt hij in het UZ Gent. Hij voerde het onderzoek uit in samenwerking met Bart Van Rompaey, Steven Haine en Tinne Dilles (allen UAntwerpen) en Jarl Kampen (UAntwerpen, Wageningen Universiteit).
“Ik nam veertien verschillende wetenschappelijke studies onder de loep, allemaal verschenen tussen 2009 en 2016. Daaruit kon ik concluderen dat er geen significant verschil is tussen de hartslagmeting uitgevoerd met een smartphone en een gevalideerde medische methode. Bij volwassenen in rust, zonder ritmestoornissen, is de betrouwbaarheid nagenoeg 100%. Bij kinderen is de betrouwbaarheid net iets minder groot. De smartphone kan bijgevolg gebruikt worden voor een nauwkeurige hartslagmeting bij gezonde volwassenen. Voor medische toepassingen en het gebruik bij kinderen is bijkomend onderzoek nodig om de accuraatheid te garanderen.”
Het belang en het gebruik van de slimme telefoon nemen almaar toe. Er worden ook meer en meer toepassingen gelanceerd op het vlak van gezondheid. Vaak moet de smartphone daarvoor verbonden worden met een mobiele sensor of met een specifiek medisch toestel, maar de telefoon an sich kan ook dienst doen, bijvoorbeeld om de hartslag te meten.
“De witte diode, de lichtbron van je telefoon, kan in combinatie met de ingebouwde camera gebruikt worden om aan ‘fotoplethysmografie’ te doen”, zegt Benjamin De Ridder. “Dat is een ontzettend moeilijke naam voor een al bij al vrij eenvoudig principe: de camera detecteert de veranderingen in lichtabsorptie door het bloed. Als het hart klopt, wordt er meer bloed door de slagaders gepompt en ook meer licht geabsorbeerd. Tussen de hartslagen stroomt er minder bloed rond en is er minder absorptie. Op die manier kan de hartslag bepaald worden.”
Maar is die manier van hartslagmeting wel correct? Of is er toch een gevalideerde medische methode nodig? Dat zocht De Ridder uit tijdens zijn opleiding aan UAntwerpen. Vandaag werkt hij in het UZ Gent. Hij voerde het onderzoek uit in samenwerking met Bart Van Rompaey, Steven Haine en Tinne Dilles (allen UAntwerpen) en Jarl Kampen (UAntwerpen, Wageningen Universiteit).
“Ik nam veertien verschillende wetenschappelijke studies onder de loep, allemaal verschenen tussen 2009 en 2016. Daaruit kon ik concluderen dat er geen significant verschil is tussen de hartslagmeting uitgevoerd met een smartphone en een gevalideerde medische methode. Bij volwassenen in rust, zonder ritmestoornissen, is de betrouwbaarheid nagenoeg 100%. Bij kinderen is de betrouwbaarheid net iets minder groot. De smartphone kan bijgevolg gebruikt worden voor een nauwkeurige hartslagmeting bij gezonde volwassenen. Voor medische toepassingen en het gebruik bij kinderen is bijkomend onderzoek nodig om de accuraatheid te garanderen.”
donderdag 1 maart 2018
Universiteit Leiden gaat duizenden gezondheidsapps testen en beoordelen
De Universiteit Leiden wil een groot deel van de 325.000 gezondheidsapps in de App Store gaan testen. De apps die goed uit de bus komen, krijgen een keurmerk. Op dit moment zijn er zo’n 325.000 gezondheidsapps in de App Store, maar je weet eigenlijk niet goed welke betrouwbaar zijn. In het lab gaan patiënten, artsen, onderzoekers, studenten en ict’ers samenwerken om verschillende apps, wearables en robots te testen.