dinsdag 31 juli 2018

Ggz e-health Oh My Mood komt naar Nederland

De Engelse e-health aanbieder Oh My Mood zet voet aan wal in Nederland. Begin september wordt het behandelprotocol geestelijke gezondheidszorg bij de Limburgse instelling Lionarons GGZ gelanceerd. ionarons GGZ, een ggz-instelling met meerdere vestigingen in Limburg, is vanaf september de eerste zorgaanbieder die het e-health behandelprotocol als geïntegreerd onderdeel in hun behandelingen gaat toepassen. ‘Wij hebben hoge verwachtingen van de effecten van het nieuwe behandelprotocol op onze cliënten’, vertelt Lara Simons, bestuurder van Lionarons GGZ.

maandag 30 juli 2018

Organen uit de printer laten nog even op zich wachten

Het is inmiddels een bekende term: organen uit de 3D-printer. Je zou haast denken dat ze er al bijna zijn, maar zo ver is het nog (lang) niet. Er wordt wel hard aan gewerkt, met fascinerende resultaten. Dan Jing Wu, biomedisch ingenieur, hoeft niet lang na te denken over de vraag wat ze het mooiste van haar vakgebied vindt: “Het ontwikkelen van zacht weefsel, dus het maken van een orgaan. Dat zou supergaaf zijn. Dan heb je geen donororgaan meer nodig.” Haar droom is om ooit een kloppend hart uit te kunnen printen.

vrijdag 27 juli 2018

Zo bepaal je welke apps toegang hebben tot Gezondheid-data op je iPhone

De Gezondheid-app is een verzamelbak van allerlei metingen die betrekking hebben op je lichaamswaarden, beweging, slaap, voeding en allerlei andere zaken die met gezondheid te maken hebben. Apps vragen regelmatig of ze toegang mogen krijgen tot de data uit de Gezondheid-app. Maar hoe bepaal je welke bronnen deze app gebruikt? En hoe weet je waar de metingen van bijvoorbeeld je BMI vandaan komen? Heel simpel: door de metingen en databronnen te bekijken.

donderdag 26 juli 2018

Ouderen oefenen online voor medisch consult

Naarmate mensen ouder worden, hebben ze vaak steeds meer moeite om bij een doktersafspraak goed uit te leggen wat er aan de hand is. Dat maakt het moeilijker om een juiste diagnose te stellen, en kan daarmee leiden tot medische fouten en een gebrek aan vertrouwen. Met de online applicatie Prepdoc kunnen oudere patiënten op hun computer of tablet oefenen met een medisch consult, zodat ze beter voorbereid bij een arts verschijnen. In december 2018 zal een eerste versie van de tool gepresenteerd worden.

Vlak voor een consult krijgen oudere patiënten een korte training met Prepdoc, waarin ze onder andere praten met een virtueel personage. Door deze oefening kunnen ze tijdens het daadwerkelijke consult een betere beschrijving van hun situatie geven, wat helpt hun vertrouwen in hun zorgverlener op te bouwen. Hiermee draagt Prepdoc bij aan betere beslissingen over de gewenste zorg en behandeling.

Onderzoeksleider Johan Jeuring van de Universiteit Utrecht legt uit: “Goede communicatie is van vitaal belang voor welzijn en goede gezondheidszorg. Het verhoogt de therapietrouw en vermindert heropname in het ziekenhuis.” Prepdoc is de eerste tool in zijn soort, vertelt Jeuring. “Tijdens hun opleiding leren artsen en apothekers communiceren met patiënten. Het doel van Prepdoc is om ook patiënten te trainen in de communicatie met zorgprofessionals.”

Vooral oudere patiënten hebben baat bij het oefenen voor gesprekken met zorgprofessionals. In Nederland gebruikt 90% van de ouderen een computer, wat betekent dat steeds meer mensen bekend zijn met digitale apparaten. Dit maakt de weg vrij voor digitale training van ouderen om hen te helpen omgaan met medische consulten.

Prepdoc bouwt voort op het succes van de Virtuele Patiënt, een digitale tool waarmee zorgprofessionals hun patiëntvaardigheden kunnen trainen. Het project resulteerde onder meer in de start-up DialogueTrainer, die nu ook partner is in het Prepdoc-project. Naast projectleider Universiteit Utrecht werkt ook de University of Edinburgh mee. Financiering komt van de Europese onderzoeksorganisatie EIT Digital.

dinsdag 24 juli 2018

'Amerikaans bloedtestlab getroffen door ransomware'

Het Amerikaanse S&P 500-bedrijf LabCorp, dat 36 laboratoria in de Verenigde Staten heeft, is getroffen door de SamSam-ransomware. Dat laten verschillende anonieme bronnen tegenover Wall Street Journal weten. LabCorp verwerkt elke week miljoenen bloed- en urinetests. Volgens de bronnen van de Wall Street Journal heeft de aanval tienduizenden werkstations, servers en andere apparaten van LabCorp getroffen en kreeg ook de medicijnontwikkeltak Covance met de verstoring te maken.

maandag 23 juli 2018

Nieuwe kijk bij hersenoperaties

Neurochirurgen van het Erasmus MC hebben bij patiënten met hersenaandoeningen tijdens het opereren een nieuwe kijktechniek gebruikt.

De eerste keren dat de navigatietechniek de afgelopen maanden in Rotterdam werd uitgeprobeerd, leverde veelbelovende resultaten op, aldus de chirurgen. Het gaat om de zogeheten Hololens, van Microsoft.

De neurochirurgen gebruikten het nieuwe kijksysteem voor het lokaliseren van hersentumoren. Het zorgde voor een verhoogde concentratie en aandacht van de chirurg. De onderzoekers publiceren hun bevindingen in vakblad World Neurosurgery.

Bij hersenoperaties wordt normaliter gebruikgemaakt van schermen waarop MRI-beelden van de hersenen worden getoond. De chirurg gebruikt die beelden als een soort landkaart, bijvoorbeeld om een tumor in het brein te lokaliseren. Dit heet het neuronavigatiesysteem.

In het Erasmus MC is nu voor het eerst bij een groep van vijfentwintig patiënten de Hololens getest. Daarmee 'ziet' de chirurg waar de tumor zich bevindt, terwijl hij rechtstreeks naar de patiënt kijkt, in plaats van naar een scherm. Eerder gemaakt 3D-MRI beelden worden dan geprojecteerd in de werkbril van de chirurg.

Op basis van MRI-scans werd een 3D-model gemaakt van de hersenen en de tumor. Dit model werd omgezet naar een hologram en ingeladen in de Hololens. Het hologram werd in de operatiekamer op het hoofd van de patiënt geprojecteerd, zodat de neurochirurg de tumor in het hoofd van de patiënt direct kon zien en kon lokaliseren.

De tumor werd vervolgens afgetekend met zowel de Hololens als het gebruikelijke neuronavigatiesysteem. Het verschil tussen die twee systemen werd opgemeten en gerapporteerd. De neurochirurg kon met de Hololens de tumor direct in het hoofd van de patiënt zien al voordat de operatie begon, zonder naar een scherm te moeten kijken.

"Dit zorgde voor betere concentratie en aandacht van de neurochirurg op de operatiekamer. De nauwkeurigheid van de Hololens in het lokaliseren van de tumor verschilde gemiddeld vier millimeter, vergeleken met het navigatiesysteem. Meer onderzoek is nodig om de nauwkeurigheid verder te verbeteren, maar de resultaten zijn hoopgevend", zeggen Fatih Incekara (foto boven), arts-onderzoeker op de afdelingen Radiologie en Neurochirurgie en dr. Arnaud Vincent, neurochirurg.

vrijdag 20 juli 2018

Anderhalf miljoen medische dossiers gestolen bij cyberaanval in Singapore

Hackers hebben medische dossiers gestolen van 1,5 miljoen inwoners van Singapore, ook van premier Lee Hsien Loong. Die laatste werd specifiek geviseerd door de deze aanval "zonder weerga", zo hebben de autoriteiten meegedeeld. Een databank van de staat was het doelwit van een "opzettelijke, gerichte en goed geplande" aanval, zeiden de ministeries van Gezondheid en Informatie in de mededeling.

Eerste laadpaal met openbare AED in Delft

Technologiestad Delft is de eerste gemeente ter wereld waar een laadpaal voor elektrisch rijden is uitgerust met een Automatische Externe Defibrillator (AED). Deze Nederlandse uitvinding wordt gezien als dé oplossing voor het schrijnende tekort aan goede AED-locaties. Vanochtend is de laadpaal onder toeziend oog van buurtbewoners, door PvdA-wethouder Karin Schrederhof (portefeuille Wonen, WMO en Sport) onthuld.

AED’s zijn apparaten waarmee hulpverleners een elektrische schok toe kunnen dienen aan een persoon met een hartstilstand zodat diens hart weer het juiste ritme krijgt. Elk jaar kunnen er in Nederland 2500 mensen gered worden van de dodelijke gevolgen van een hartstilstand, als er binnen 6 minuten gereanimeerd wordt met een AED.

Er is in Nederland een groot gebrek aan openbare locaties voor de plaatsing van AED’s die 24 uur per dag bereikbaar zijn. De Delftse organisatie City AED pakt dit probleem aan door openbare laadpalen voor elektrisch rijden uit te rusten met AED’s. Deze laadpunten zijn goed zichtbaar en worden op centrale punten in de woonwijk geplaatst, waardoor ze makkelijk bereikbaar zijn. De laadpaal in de woonwijk krijgt zo opeens een levensreddende functie.

City AED werkt samen met laadpalenleverancier EVBox om de AED-paal mogelijk te maken. EVBox levert de laadpaal die met een AED wordt uitgerust. City AED beheert de AED en zorgt ervoor dat deze ten allen tijden goed functioneert. De AED functioneert door de ingebouwde accu altijd zelfstandig, dus bijvoorbeeld een stroomuitval heeft geen effect op de AED zelf.

donderdag 19 juli 2018

1,5 miljoen voor telemonitoring

Het FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek) kent bijna 1.5 miljoen euro toe om telemonitoring voor gestationele hypertensieve aandoeningen (GHA) - of bloeddrukproblemen in de zwangerschap - grootschalig over Vlaanderen te onderzoeken. De meest ernstige uiting van bloeddrukproblemen bij zwangere vrouwen is pre-eclampsie, in de volksmond zwangerschapsvergiftiging, met grote risico’s voor moeder en ongeboren kind. Via telemonitoring kunnen deze zwangerschappen beter en efficiënter opgevolgd worden, met betere gezondheid voor moeder en kind tot gevolg. Het Future Health programma van het ZOL en de UHasselt initieerden het project, dat nu uitgebreid wordt naar 4 Vlaamse ziekenhuizen met een erkenning voor hoogrisico zwangerschappen. Dit om zoveel mogelijk zwangere vrouwen met verhoogd risico te kunnen bereiken.

In januari 2015 startte het onderzoeksteam van prof. dr. Wilfried Gyselaers het PREMOM (pregnancy remote monitoring) project. Dit in een samenwerking tussen het Ziekenhuis Oost-Limburg en de Universiteit van Hasselt, met verwijzingen vanuit alle Limburgse ziekenhuizen. Zwangere vrouwen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van bloeddrukproblemen krijgen een bloeddrukmeter en stappenteller mee naar huis. Er wordt aan hen gevraagd om 2 keer per dag hun bloeddruk te controleren, dagelijks hun activiteit te registreren en wekelijks hun gewicht in te geven in een app. Deze gegevens worden dan via Wi-Fi en bluetooth verzonden naar de vroedvrouw in het ziekenhuis. Wanneer er afwijkende waarden zijn (vb. de bloeddruk is te hoog) neemt de vroedvrouw contact op met de toezichthoudende en behandelende gynaecoloog. De gynaecoloog bepaalt welke interventie er moet gebeuren. Voorbeelden hiervan zijn ophoging van de medicatie, een extra raadpleging of opname in het ziekenhuis. Dit alles om de gezondheid van de moeder en de foetus zo lang mogelijk te waarborgen.

Vaak luidt de diagnose bij vrouwen met bloeddrukproblemen dat ze zwangerschapsvergiftiging ontwikkeld hebben. De gevolgen hiervan zijn niet enkel fysiek en mentaal belastend voor de zwangere vrouw en haar partner, met onder meer een hoog risico op vroeggeboorte, maar hebben ook een grote impact op de gezondheidszorg. In Vlaanderen werd in 2015 4.6% van de zwangeren met deze aandoening geconfronteerd, wat neerkomt op ongeveer 3 000 van de 64 000 zwangerschappen.


Dit telemonitoringsproject is één van de grootste in België en tevens één van de eerste projecten in Europa die op deze manier zwangeren met bloeddrukproblemen zal opvolgen. Dat telemonitoring in België aan een opmars bezig is, bewijst het AP19 project dat voor de zomer afgerond werd. Minister de Block lanceerde de oproep voor proefprojecten in juni 2016.

woensdag 18 juli 2018

Kinderen met astma testen app om meer te bewegen op de HvA

Kinderen met astma bewegen minder dan hun gezonde leeftijdsgenoten. Dat is zorgwekkend, signaleren specialisten, aangezien bewegen voor kinderen met astma een medicijn is voor hun gezondheid, conditie en zelfvertrouwen. HvA-onderzoekers ontwikkelen daarom een app die kinderen met astma helpt om meer te bewegen. Een aantal kinderen testten onlangs de eerste versie van deze app op de Hogeschool van Amsterdam.

Doel van het onderzoeksproject SIMBA is om een app te ontwikkelen die kinderen spelenderwijs stimuleert om meer te bewegen, en die zorgverleners als hulpmiddel kunnen inzetten in hun behandeltraject.

Onderzoekers van de HvA (lectoraten Oefentherapie, Fysiotherapie, Ergotherapie en Kracht van Sport), game-ontwikkelaars van de HvA (lectoraten Digital life en Play & Civic Media) en studenten van verschillende faculteiten werken in dit project samen met de doelgroep: kinderen tussen acht en twaalf jaar oud met astma, hun ouders, kindertherapeuten en longverpleegkundigen. 

dinsdag 17 juli 2018

Ziekenhuizen in Kenia werken met Nederlandse app

Het Afrikaanse bedrijf CarePay biedt het Keniaanse volk de mogelijkheid om makkelijk medische kosten te betalen via een app. Voor het contracteren van ziekenhuizen werkt CarePay met MoreApp, een Nederlandse digitale formulieren app. Met deze app versnellen ze het proces met 84% en kunnen patiënten sneller en bij meer ziekenhuizen terecht.

CarePay Ltd is een Keniaans bedrijf dat oplossingen biedt in de medische sector. Zoals een e-wallet genaamd: M-TIBA. Met de e-wallet van CarePay kunnen de gebruikers geld opzij zetten voor het betalen van gezondheidszorg. Het gespaarde bedrag word vastgehouden en kan alleen gebruikt worden voor medische hulp.

Voor het contracteren van nieuwe ziekenhuizen werkt CarePay met een digitaal formulier dat ze zelf samengesteld hebben met MoreApp. Met de formulieren app worden de volgende gegevens vastgelegd: de naam van het ziekenhuis, de locatie, het aantal werknemers, de bankgegevens en of het een erkend ziekenhuis is. Het is belangrijk om de bankgegevens van het ziekenhuis goed vast te leggen zodat het geld dat wordt overgemaakt door de patiënten voor de behandeling direct naar de juiste rekening gaat.

maandag 16 juli 2018

Eerste ziekenhuis maakt koppeling tussen EPD en systemen apotheken

Het Amphia Ziekenhuis in Breda is het eerste ziekenhuis dat een koppeling heeft gemaakt tussen het elektronisch patiënten dossier (EPD) en de informatiesystemen van openbare apotheken. Daardoor kan het ziekenhuis recepten digitaal naar de gewenste apotheek van de patiënt sturen. De uitwisseling tussen het EPD en de apotheeksystemen loopt via het Landelijk Schakelpunt (LSP). Volgens de NZV scheelt dit voor het ziekenhuis veel faxverkeer op de poliklinieken en zou het de kans op fouten moet verkleinen, doordat recepten niet meer handmatig moeten worden overgenomen.

vrijdag 13 juli 2018

Nieuw: beltoon voor slechthorenden

Het missen van een oproep, simpelweg omdat je je telefoon niet hebt gehoord, is voor slechthorenden dagelijkse kost. De oplossing wordt vaak gezocht in het zo hard mogelijk zetten van de beltoon, tot grote ergernis van de omgeving. Niet nodig. Wanneer iemand met ouderdomsgehoorverlies een oproep mist, komt dat in de meeste gevallen doordat bepaalde tonen voor hen slecht of niet hoorbaar zijn. Met de juiste combinatie van hoge of juist lage tonen en golflengten is dit probleem eenvoudig te verhelpen. Specsavers ontwikkelde daarom samen met geluidsstudio Soundcircus een beltoon voor mensen met ouderdomsgehoorverlies. Op Nederlandse Veteranendag, afgelopen zaterdag in Den Haag, werd de beltoon geïntroduceerd.

Op latere leeftijd krijgen veel mensen te maken met gehoorverlies. Eén op de drie 55-plussers heeft hier last van. Demelza Rapmund, audicien bij Specsavers: “Een bekend verschijnsel van ouderdomsgehoorverlies is dat mensen de hoge tonen niet meer horen; tonen die veelvuldig gebruikt worden in beltonen. Dit kan vervelende situaties opleveren, vooral wanneer een belangrijk telefoontje gemist wordt, zoals in een noodsituatie. Of een telefoon die maar blijft overgaan, tot ergernis van de omgeving. Veelal zetten mensen het volume van hun beltoon daarom op maximaal. Zij weten vaak niet dat het aan de hoogte van de tonen ligt die zij minder goed horen en dat het aanpassen van de beltoon ook een oplossing kan zijn. Met deze geoptimaliseerde beltoon willen we mensen hiervan bewust maken en daarbij hun omgeving een plezier doen!”

De beltoon is ontwikkeld voor mensen met een gehoorverlies vanaf 35 dB. Demelza Rapmund, audicien bij Specsavers: “Dit is de grens waarop het gehoor al wel is verslechterd, maar men vaak nog niet overgaat tot het gebruik van een hoortoestel. Om te laten horen hoe een ‘normale’ beltoon klinkt voor mensen met gehoorverlies, hebben we tevens een simulatiebeltoon* ontwikkeld. Je hoort hierbij duidelijk dat de hoge tonen als eerst wegvallen. We hopen dat dit zorgt voor een stukje begrip van de omgeving.”

donderdag 12 juli 2018

Huisarts schrijft alsmaar meer digitale getuigschriften

Bijna 4.000 huisartsen, oftewel ongeveer 1 op de 3 huisartsen maakt gebruik van eAttest: de softwaretoepassing om getuigschriften digitaal naar het ziekenfonds te versturen en die de traditionele kleefbriefjes vervangt. In totaal zijn al meer dan 1,5 miljoen getuigschriften digitaal verzonden en verwerkt. Dat meldt het Nationaal Intermutualistisch College. Die toepassing werd in februari gelanceerd maar is niet verplicht. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) is zeer tevreden dat het gebruik van het eAttest in de lift zit. "Dankzij de digitale verwerking van hun getuigschriften hoeven patiënten niet langer papieren rond te brengen en krijgen ze hun geld sneller terug via het ziekenfonds", aldus de minister.

woensdag 11 juli 2018

'Eye-on-a-chip': zicht op gerichter behandelen oogaandoeningen

Een levend stukje netvlies op een chip, als model voor het oog, maakt het mogelijk om oogaandoeningen te onderzoeken en ook gepersonaliseerde behandelingen te ontwikkelen. Onderzoeker Andries van der Meer van de Universiteit Twente verwacht dat met zo’n ‘eye-on-a-chip’ bijvoorbeeld een minder belastende behandeling is te vinden voor netvliesslijtage door ‘macula-degeneratie’. Op 5 en 6 juli komen technologen, medici, bedrijfsleven en patiëntenorganisaties bijeen in DesignLab, onderdeel van de UT, om het potentieel van de nieuwe technologie te verkennen en een agenda te formuleren voor de komende jaren.

‘Organ-on-a-chip’ systemen zijn sterk in opkomst: ze zijn in staat de functie van een heel orgaan na te bootsen op een microchip met vloeistofkanalen. Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben al goede resultaten geboekt met bloedvaten, de hartspier en de lever. Het netvlies heeft een gelaagde structuur met een complexe vloeistofhuishouding en het verbruikt veel energie. Toch is ook dit, dankzij technologie van het MESA+ NanoLab, te vertalen naar een ‘eye-on-a-chip’ systeem. Dit is mogelijk door netvliesweefsel te kweken met stamcellen van de patiënt. Dat maakt de diagnose en eventuele behandeling sterk gepersonaliseerd.

UT-onderzoeker Andries van der Meer, zelf verbonden aan de groep Applied Stem Cell Technologies (onderdeel van het TechMed Centre van de UT) wil een eye-on-a-chip bijvoorbeeld gebruiken voor onderzoek naar macula-degeneratie, een veel voorkomende aandoening waarbij het zicht verslechtert. De achteruitgang begint in de macula - de ‘gele vlek’ -  in het midden van het netvlies. De huidige behandeling bestaat uit regelmatige injecties in het oog: een vervelende en invasieve therapie. Op een chip kunnen verschillende alternatieven getest worden zonder de patiënt te belasten én met minder dierproeven. Van der Meer werkt al samen met de afdeling Oogheelkunde van het Radboudumc en gaat ook andere medische disciplines betrekken in het onderzoek.

Om het potentieel van de nieuwe technologie te verkennen en een onderzoeksagenda op te stellen voor de komende jaren, komen tijdens de ‘Eye-on-a-chip workshop’, op 5 en 6 juli, alle stakeholders bijeen in DesignLab Universiteit Twente: technologen, stamcelspecialisten, oogartsen, farmaceuten en patiëntvertegenwoordigers. Tijdens die dagen gaat het over de chiptechnologie, de medische randvoorwaarden, maar ook over de vertaling naar business en naar de wensen van de patiënt. Om deze uiteenlopende disciplines samen te brengen, heeft DesignLab een crossdisciplinaire methodiek ontwikkeld die Science2Design4Society heet. In creatieve sessies inspireren de deelnemers elkaar en vormen ze nieuwe oplossingsrichtingen.

dinsdag 10 juli 2018

KWF Kankerbestrijding en SAP lanceren UV-radar


KWF Kankerbestrijding zet in de strijd tegen huidkanker een nieuw wapen in. Samen met SAP, ProXcellence en Buienradar ontwikkelde KWF de UV-radar. Deze applicatie voorziet vakantiegangers overal ter wereld van een persoonlijk smeeradvies op basis van zonkracht en huidtype.

Huidkanker is de meeste voorkomende vorm van kanker in Nederland. In 2017 kregen 55.000 mensen de diagnose. Uv-straling, en met name verbranding door de zon, heeft een grote invloed op het ontstaan van deze ziekte. De kans op huidkanker kan onder andere worden verkleind door beschermende kleding te dragen, zon te weren en goed in te smeren met zonnebrandcrème.

UV-radar geeft een persoonlijk smeeradvies op basis van informatie over locatie, het weer en de actuele uv-straling. De app haalt deze gegevens op uit verschillende openbare databronnen en combineert ze met persoonlijke data over het huidtype van de gebruiker. Het resultaat is een individueel en actueel advies over zonbescherming.

KWF Kankerbestrijding ontwikkelde UV-radar in het 'Mobile Innovation Lab' van SAP. Een werkend prototype werd al binnen een week opgeleverd.

maandag 9 juli 2018

Zorgmedewerkers testen Augmented Reality

Zorgmedewerkers en studenten experimenteerden in een innovatieve pilot een half jaar lang met Augmented Reality (AR) brillen. Tijdens de uitvoering van zorghandelingen kregen zij instructies op basis van de Vilans KICK-protocollen via een klein schermpje in de AR-bril die zij ophadden. Toetsers hebben tijdens deze unieke proef meegekeken via een camera op de bril en feedback gegeven.

In het onderzoek werd getoetst hoe medewerkers en studenten een voorbehouden en risicovolle handeling uitvoeren terwijl ze instructies krijgen via de AR-bril. Voorbehouden en risicovolle handelingen (VRH) zijn handelingen die een speciale bekwaamheidsvragen van zorgmedewerkers. Belangrijk resultaat van het experiment is dat studenten en medewerkers aangeven meer persoonlijke aandacht te krijgen en daarmee betere feedback. De leermethode brengt verdieping en aandacht voor details. Bovendien geeft het leren met AR een positieve leerervaring.

De verbeterpunten gaan vooral over de technische randvoorwaarden en de bril zelf. Deelnemers geven aan dat de bril lastig is om in elkaar te zetten en dat de batterij snel leeg is. Daarnaast zijn er vaak storingen door de grote hoeveelheid toegevoegde informatie wanneer er gelopen wordt met de bril. In het vervolg van de toets wordt gewerkt aan de oplossing voor deze technische problemen.

vrijdag 6 juli 2018

Nederlandse health-tech startup Castor EDC haalt 5,3 miljoen op

Castor EDC, een van de snelst groeiende Nederlandse health-tech startups die het proces van medisch onderzoek wil versnellen met behulp van gebruiksvriendelijke technologie, kondigt een Series A-ronde aan van 5,3 miljoen euro. Deze financieringsronde wordt geleid door INKEF Capital, een investeringsmaatschappij die zich richt op technologie en de gezondheidszorg. Ook nemen enkele angel investors deel in de ronde.

Het platform van het bedrijf stelt onderzoekers in staat om formulieren op te stellen om gegevens te verzamelen, samen te werken met collega’s, patiënten uit te nodigen voor vragenlijsten, gegevens te importeren, exporteren en analyseren in een beveiligde, compliant cloud-omgeving, zonder uitgebreide training of technische kennis.
Door onderzoekers te helpen bij het standaardiseren van hun gegevens met behulp van machine learning krijgt Castor de beschikking over de grootste, meest uitgebreide, distributed medische onderzoeksdataset ter wereld.

De financieringsronde volgt op de derde grote samenwerking die Castor heeft gesloten met een groot Academisch Ziekenhuis en zal worden aangewend om uit te breiden naar de Verenigde Staten, naast voor de doorontwikkeling van het onderzoeksplatform.

donderdag 5 juli 2018

Reflectie nodig over gebruik medische expertsystemen

Medische expertsystemen kunnen zich volgens sommige bedrijven ontwikkelen tot ‘digitale dokters’. Deze toepassingen van kunstmatige intelligentie hebben een zelflerend vermogen en kunnen op basis van grote hoeveelheden wetenschappelijke literatuur en patiëntgegevens tot behandelopties komen voor uiteenlopende aandoeningen. In theorie kan dat leiden tot betere zorg, maar in de praktijk hebben expertsystemen de beloftes nog niet waargemaakt.

De systemen blijken soms niet geschikt voor gebruik omdat patiëntengroepen in de praktijk veel gevarieerder zijn dan de afgebakende groepen waar de ontwikkelaars mee gewerkt hebben. Of de systemen passen niet goed in de organisatorische routine van een ziekenhuis waardoor artsen het gebruik ervan als een storende onderbreking van hun werk ervaren. Bij het testen van medische expertsystemen zou daarom niet alleen gekeken moeten worden naar de effectiviteit van het systeem zelf, maar ook naar de gevolgen voor arts en patiënt bij toepassing in de praktijk.

Het gebruik van medische expertsystemen roept ook ethische vragen op. Hoe is bijvoorbeeld vast te stellen of het systeem het best mogelijke advies geeft voor een individuele patiënt als de werking van het systeem niet transparant is? Welke doelen van zorg streeft het systeem na? Zo lang mogelijk leven, zo lang mogelijk mobiel blijven, zo min mogelijk lijden? Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) roept op tot reflectie over deze vraagstukken en pleit ervoor de lessen uit de praktijk daarin mee te nemen.

woensdag 4 juli 2018

Nieuwe sensortechniek maakt super-gevoelig live monitoren van menselijke biomoleculen mogelijk

Het menselijk lichaam is een uiterst complexe moleculaire machine waarvan de details te volgen zijn via bepaalde stoffen; zogeheten biomarkers. Helaas is het nog niet mogelijk om bij patiënten biomarkers live te monitoren doordat deze in minuscule concentraties aanwezig zijn. Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben nu een nieuwe techniek ontwikkeld, die wel eens het ei van Columbus kan worden voor het live en super-gevoelig monitoren van biomarkers. Ze berichten erover in Nature Communications.

Voor het lichaam essentiële stoffen zoals eiwitten, hormonen en medicijnen zijn in het bloed aanwezig in pico- of nanomolaire concentraties. Dat zijn concentraties die vergelijkbaar zijn met 1 suikerkorrel die is opgelost in een Olympisch zwembad – extreem laag dus, en moeilijk te meten. In de groep Moleculaire Biosensoren voor Medische Diagnostiek van de TU Eindhoven is onder leiding van professor Menno Prins een sensortechniek ontwikkeld waarmee we super-gevoelig biomarker-veranderingen kunnen meten over de tijd.

De techniek is gebaseerd op het feit dat piepkleine deeltjes in water continu in Brownse beweging zijn, doordat watermoleculen er tegenaan botsen. De onderzoekers bonden de deeltjes via een nanostreng aan een glazen plaatje, waardoor de deeltjes op hun plaats heen en weer slingeren (zie deze uitlegvideo). Ze voorzagen zowel de deeltjes als het plaatje van hechtmoleculen, waaraan de te meten biomarker zich graag tijdelijk hecht. Op het moment dat een biomarker-molecuul zich hecht aan zowel een slingerend deeltje als aan het plaatje, dan zit het deeltje ineens vast waardoor zijn beweeglijkheid sterk afneemt – totdat de biomarker weer loslaat.

De beweeglijkheid van de deeltjes, die aan het doorzichtige glas gekoppeld zijn, konden de onderzoekers eenvoudig met licht waarnemen. Ze hebben hun techniek dan ook de naam BPM gegeven: Biomarker monitoring based on the sensing of Particle Mobility. Elke keer als een slingerend deeltje ineens minder beweegt, en daarna weer meer, is er 1 biomarker-molecuul waargenomen. Het aantal van deze gebeurtenissen per minuut verraadt met hoge gevoeligheid de concentratie van de biomarker in de vloeistof.

Het mooie van de BPM-sensortechniek is dat deze digitale precisie heeft, en dat zowel toenames als afnames van de biomarker-concentratie over de tijd gevolgd kunnen worden. De techniek is nu aangetoond voor het monitoren van eiwit en DNA. De techniek is breed toepasbaar, omdat voor bijna alle biomarkers al bijpassende hechtmoleculen beschikbaar zijn.

Die flexibiliteit, gecombineerd met de gevoeligheid en de verwachte miniaturisering van de technologie, maakt dat Prins en zijn collega-onderzoekers verwachten dat hun techniek een grote toekomst tegemoet gaat. “We voorzien dat hieruit een geheel nieuwe klasse van sensoren voor het monitoren van biomarkers gaat ontstaan”, aldus de hoogleraar. Hij is dan ook bezig een start-up op te richten die praktische sensoren en toepassingen gaat ontwikkelen. Een van de mogelijkheden is om een sensor aan een katheter te koppelen waarmee patiënten in de operatiekamer of in de intensive care nauwkeurig kunnen worden bewaakt. Naast medische toepassingen denkt Prins ook aan het monitoren van biomoleculen in industriële processen en waterzuivering.

dinsdag 3 juli 2018

Hoornvlies voor het eerst uit de printer gerold

Wanneer je het donorcodicil invult, wordt er aan je gevraagd welke organen en/of weefsels je ter beschikking wilt stellen. Dat kan je hart zijn of je darmen of je longen enzovoorts. Wat je ook kunt doneren, is je hoornvlies. Ondanks het feit dat deze optie er is, is er wereldwijd nog steeds een groot tekort aan donorhoornvlies. En voor mensen met een beschadigde cornea (hoornvlies) is dat een groot probleem. Daarom zijn onderzoekers naarstig op zoek naar alternatieven. Volgens wetenschappers van de Newcastle Universiteit is 3D-printen het antwoord. Ze lieten onlangs voor het eerst hoornvlies de printer uit rollen.

maandag 2 juli 2018

UT-robot voor borstkankeronderzoek nauwkeuriger en sneller

De Universiteit Twente onthulde vorig jaar de meest nauwkeurige 3D-geprinte biopsierobot ter wereld. Dit jaar tijdens de Surgical Robot Challenge op het internationale Hamlyn Symposium in London onthulden de onderzoekers de nieuwste versie. De robot, Sunram 5 genaamd, is nauwkeuriger en sneller, zodat de biopsie nog beter uitgevoerd kan worden.

De Sunram 5 wordt voortbewogen door cylinders aangedreven met luchtdruk. Met behulp van slangen die de lucht aanvoeren kan de aansturing van de robot buiten de MRI-scanner geplaatst worden. Het ontwerp van de robot is volledig aangepast aan de huidige setting binnen de MRI. Zo is de robot compact en kan het in verschillende oriëntaties aangesloten worden op het huidige borstcompressiesysteem. Hierdoor kan de robot gemakkelijk elke locatie in de borst bereiken. Nieuw in het ontwerp zijn de zogenoemde dual-speed motoren die zowel snelle als nauwkeurige bewegingen mogelijk maken. Hierdoor is de accuraatheid verbeterd naar 0.1mm en kan de robot in ongeveer 10 seconden van zijn beginpunt naar de targetlocatie bewegen. Verder is er een veiligheidsmechanisme ontworpen dat de naald uit de borst haalt wanneer de controller meet dat de netspanning of luchtdruk wegvalt.


Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Als tijdens de screening een laesie, een stukje verdacht weefsel, wordt gevonden, is nader onderzoek nodig om vast te stellen of het weefsel goed- of kwaadaardig is. Door een naald in de borst te plaatsen en te navigeren naar de laesie, is het mogelijk een stukje weefsel te verkrijgen. Het weefsel wordt naar een patholoog gestuurd die de aard van het weefsel kan bepalen. De hierboven beschreven procedure wordt biopsie genoemd.


Nauwkeurige naaldplaatsing is essentieel bij een biopsie. Wanneer de naald er naast zit, kan het zijn dat een laesie voor goedaardig wordt aangezien, terwijl hij in werkelijkheid kwaadaardig is. Niet alleen biopsieprocedures hebben baat bij precieze positionering, ook kankerbestrijdingstechnieken waarbij de punt van de naald gebruikt wordt om kankercellen te vernietigen, profiteren hiervan.