IBM heeft een apparaatje ontwikkeld dat nauwkeurig registreert hoe een vingernagel buigt en beweegt. Dat moet het mogelijk maken om te schrijven met je vinger, om te detecteren welke voorwerpen je vastgrijpt en om de ziekte van Parkinson sneller op te sporen. De spanningswaarden worden samen met de gegevens van de accelerometer naar een smartwatch gestuurd. Op basis van die data wordt een machine-learning-model getraind om de verschillende grijpbewegingen te herkennen.
vrijdag 28 december 2018
donderdag 27 december 2018
Smartwatch met ingebouwde bloeddrukmeter
Omron werkt al een goede twee jaar aan een smartwatch die ook een oscillometrische bloeddrukmeting op je pols kan uitvoeren. Er zijn veel verschillende apparaten op de markt waarmee mensen hun bloeddruk kunnen meten, maar waar de HeartGuide van Omron uniek in is, is dat het de stempel van de FDA draagt. Dat houdt in dat het niet zomaar een meetapparaat is dat schattingen afgeeft, maar dat het een medisch apparaat is dat door dokters kan worden gebruikt. De HeartGuide pompt zichzelf gedurende de dag en nacht via de bloeddrukmeter in de band op om medisch nauwkeurige metingen uit te voeren. Op een enkele lading kan het horloge zich tussen de 30 en 50 keer oppompen en het hoeft slechts een of twee keer per week opgeladen te worden.
maandag 24 december 2018
Interactieve playground jonge astmapatiënten slaat aan
Kinderen met astma bewegen meer dankzij de interactieve playground en thuismonitoring AIRplay. Dat blijkt uit de pilot met deze spelvoorziening op de poli Kindergeneeskunde van Medisch Spectrum Twente (MST). Er wordt nu een vergelijkbare playground met thuismonitoring ontwikkeld voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis in revalidatiecentrum Roessingh in Enschede.
Airplay is een gezamenlijk product van MST, ZGT (Ziekenhuisgroep Twente), Universiteit Twente en Roessingh Research and Development (RRD). Aanleiding was de constatering van kinderartsen dat kinderen met astma minder bewegen dan gezonde leeftijdsgenoten. Benauwdheid leidt ertoe dat deze kinderen langdurige fysieke inspanning uit de weg gaan en het contact met andere kinderen afneemt.
Een onderzoeksgroep van de vier instellingen ontving een Pioneers in Health Care voucher van 50.000 euro om iets aan het probleem te doen. Er werd een app ontwikkeld die via sensoren de activiteiten van jonge astmapatiënten monitort. De informatie levert data op over hun dagelijkse bewegingspatroon. Daarnaast ontwikkelden de onderzoekers een interactieve playground. De playground bestaat uit beamers die in het plafond zijn verwerkt en interactieve spellen projecteren op de grond. Een van de spellen is tikkertje.
De ervaringen met de AIRplay op de Kinderpoli van MST zijn positief. Jonge astmapatiënten vinden het leuk om samen te bewegen. Projectleider Monique Tabak: ,,De kinderen ervaren dat bewegen niet eng is, maar leuk en veilig. Dat verlaagt de drempel om op school of thuis mee te doen aan sport en spelletjes.”
Het AIRplay-project heeft een vervolg gekregen. Een promovendus van de UT richt zich nu op een vorm van monitoring waarmee de astmacontrole van een jonge astmapatiënt kan worden gevolgd en voorspeld. ,,Dat levert uiteindelijk betere zorg op”, aldus Tabak. ,,Nu ziet een kinderarts zijn patiënt standaard elk half jaar, ook als er niets aan de hand is met het kind. We willen toe naar een situatie waarin de arts een patiënt alleen ziet als het echt nodig is. Door er op tijd bij te zijn kan je bovendien een ziekenhuisopname voorkomen.”
De onderzoekers zijn daarnaast bezig met de Replay, een app voor thuis en een interactieve playground voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis (zoals DCD en CP). Ook voor deze groep kan bewegen lastig zijn, omdat ze moeite hebben met coördinatie en balans. De Replay, die een plek krijgt in revalidatiecentrum Roessingh, moet hen hierbij ondersteunen.
De Pioneers Health Care vouchers zijn deze maand voor de vijfde keer uitgereikt. Volgens Tabak draagt de onderzoekpremie bij aan meer samenwerking en betere zorg. Onderzoekers, ontwikkelaars en medici weten elkaar sneller te vinden, merkt ze. ,,Bij de voucher gaat het om een relatief beperkt geldbedrag, maar het heeft ons veel gebracht. Er is een vast samenwerkingsverband ontstaan. Je belt elkaar nu makkelijk op om iets op te pakken, van studentproject tot nieuwe subsidieaanvraag.”
Airplay is een gezamenlijk product van MST, ZGT (Ziekenhuisgroep Twente), Universiteit Twente en Roessingh Research and Development (RRD). Aanleiding was de constatering van kinderartsen dat kinderen met astma minder bewegen dan gezonde leeftijdsgenoten. Benauwdheid leidt ertoe dat deze kinderen langdurige fysieke inspanning uit de weg gaan en het contact met andere kinderen afneemt.
Een onderzoeksgroep van de vier instellingen ontving een Pioneers in Health Care voucher van 50.000 euro om iets aan het probleem te doen. Er werd een app ontwikkeld die via sensoren de activiteiten van jonge astmapatiënten monitort. De informatie levert data op over hun dagelijkse bewegingspatroon. Daarnaast ontwikkelden de onderzoekers een interactieve playground. De playground bestaat uit beamers die in het plafond zijn verwerkt en interactieve spellen projecteren op de grond. Een van de spellen is tikkertje.
De ervaringen met de AIRplay op de Kinderpoli van MST zijn positief. Jonge astmapatiënten vinden het leuk om samen te bewegen. Projectleider Monique Tabak: ,,De kinderen ervaren dat bewegen niet eng is, maar leuk en veilig. Dat verlaagt de drempel om op school of thuis mee te doen aan sport en spelletjes.”
Het AIRplay-project heeft een vervolg gekregen. Een promovendus van de UT richt zich nu op een vorm van monitoring waarmee de astmacontrole van een jonge astmapatiënt kan worden gevolgd en voorspeld. ,,Dat levert uiteindelijk betere zorg op”, aldus Tabak. ,,Nu ziet een kinderarts zijn patiënt standaard elk half jaar, ook als er niets aan de hand is met het kind. We willen toe naar een situatie waarin de arts een patiënt alleen ziet als het echt nodig is. Door er op tijd bij te zijn kan je bovendien een ziekenhuisopname voorkomen.”
De onderzoekers zijn daarnaast bezig met de Replay, een app voor thuis en een interactieve playground voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis (zoals DCD en CP). Ook voor deze groep kan bewegen lastig zijn, omdat ze moeite hebben met coördinatie en balans. De Replay, die een plek krijgt in revalidatiecentrum Roessingh, moet hen hierbij ondersteunen.
De Pioneers Health Care vouchers zijn deze maand voor de vijfde keer uitgereikt. Volgens Tabak draagt de onderzoekpremie bij aan meer samenwerking en betere zorg. Onderzoekers, ontwikkelaars en medici weten elkaar sneller te vinden, merkt ze. ,,Bij de voucher gaat het om een relatief beperkt geldbedrag, maar het heeft ons veel gebracht. Er is een vast samenwerkingsverband ontstaan. Je belt elkaar nu makkelijk op om iets op te pakken, van studentproject tot nieuwe subsidieaanvraag.”
vrijdag 21 december 2018
Minister Bruno Bruins: 'Wettelijke basis voor digitale gegevensuitwisseling verbetert patiëntveiligheid'
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) gaat zorginstellingen stapsgewijs verplichten om op een eenduidige manier digitale gegevens met elkaar uit te wisselen. Zo kunnen zorgverleners sneller over medische gegevens van patiënten beschikken en kunnen patiënten hun eigen gegevens veilig digitaal inzien en beheren. Dat schrijft de minister vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Minister Bruno Bruins: “Als de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg op orde is, kunnen vermijdbare fouten voorkomen worden en houden zorgverleners meer tijd over voor de patiënt. In het belang van de patiëntveiligheid is het daarom belangrijk dat digitaal het nieuwe normaal gaat worden”.
Huisartsen, ziekenhuizen en fysiotherapeuten gebruiken bij de gegevensuitwisseling vaak een eigen taal of systeem. Deze talen en systemen moeten op elkaar worden afgestemd. Goede en tijdige informatie-uitwisseling is nodig voor goede kwaliteit van zorg. In het belang van de patiënt. Nu is de bereidheid om samen te werken op het punt van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg vooral gebaseerd op vrijwilligheid. Dat gaat niet snel genoeg. Minister Bruins gaat deze belemmeringen aanpakken door per zorgproces toe te werken naar een wettelijke basis voor gegevensuitwisseling.
Om direct aan de slag te kunnen heeft NICTIZ tien processen vastgesteld waarmee de digitale gegevensuitwisseling kan worden gestart. Dit zijn de ambulance overdracht, huisartswaarneming, triageverwijzing, acute verloskunde, verpleegkundige overdracht, ziekenhuisoverdracht, medicatie, beelduitwisseling, verwijzing, jeugdgezondheidszorg en ketenzorg bij chronische aandoeningen.
Zorgverleners gaan afspraken maken om op dezelfde manier medische gegevens vast te leggen. Nu is het in de praktijk nog te vaak zo dat de huisarts dezelfde soort gegevens anders registreert dan de fysiotherapeut. Zo betekent de afkorting BB voor een arts bovenbuik en voor de fysiotherapeut bovenbeen. Juist in de medische wereld is het belangrijk dat alle zorgverleners op dezelfde manier informatie kunnen uitwisselen, om fouten te voorkomen en om snelle gegevensuitwisseling mogelijk te maken.
Digitalisering van gegevensuitwisseling in de zorg is een enorme klus die nog jaren in beslag gaat nemen. Het kabinet heeft hiervoor 400 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarnaast kreeg elektronische gegevensuitwisseling een belangrijke rol in de hoofdlijnenakkoorden die deze zomer zijn gesloten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt daarom samen met alle betrokkenen, waaronder de zorgverzekeraars, de ziekenhuizen, de huisartsen en de medisch specialisten, een apart plan van aanpak voor stapsgewijze digitalisering van de zorg. Uiterlijk 1 april 2019 stuurt minister Bruins het plan van aanpak naar de Tweede Kamer.
Minister Bruno Bruins: “Als de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg op orde is, kunnen vermijdbare fouten voorkomen worden en houden zorgverleners meer tijd over voor de patiënt. In het belang van de patiëntveiligheid is het daarom belangrijk dat digitaal het nieuwe normaal gaat worden”.
Huisartsen, ziekenhuizen en fysiotherapeuten gebruiken bij de gegevensuitwisseling vaak een eigen taal of systeem. Deze talen en systemen moeten op elkaar worden afgestemd. Goede en tijdige informatie-uitwisseling is nodig voor goede kwaliteit van zorg. In het belang van de patiënt. Nu is de bereidheid om samen te werken op het punt van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg vooral gebaseerd op vrijwilligheid. Dat gaat niet snel genoeg. Minister Bruins gaat deze belemmeringen aanpakken door per zorgproces toe te werken naar een wettelijke basis voor gegevensuitwisseling.
Om direct aan de slag te kunnen heeft NICTIZ tien processen vastgesteld waarmee de digitale gegevensuitwisseling kan worden gestart. Dit zijn de ambulance overdracht, huisartswaarneming, triageverwijzing, acute verloskunde, verpleegkundige overdracht, ziekenhuisoverdracht, medicatie, beelduitwisseling, verwijzing, jeugdgezondheidszorg en ketenzorg bij chronische aandoeningen.
Zorgverleners gaan afspraken maken om op dezelfde manier medische gegevens vast te leggen. Nu is het in de praktijk nog te vaak zo dat de huisarts dezelfde soort gegevens anders registreert dan de fysiotherapeut. Zo betekent de afkorting BB voor een arts bovenbuik en voor de fysiotherapeut bovenbeen. Juist in de medische wereld is het belangrijk dat alle zorgverleners op dezelfde manier informatie kunnen uitwisselen, om fouten te voorkomen en om snelle gegevensuitwisseling mogelijk te maken.
Digitalisering van gegevensuitwisseling in de zorg is een enorme klus die nog jaren in beslag gaat nemen. Het kabinet heeft hiervoor 400 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarnaast kreeg elektronische gegevensuitwisseling een belangrijke rol in de hoofdlijnenakkoorden die deze zomer zijn gesloten. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt daarom samen met alle betrokkenen, waaronder de zorgverzekeraars, de ziekenhuizen, de huisartsen en de medisch specialisten, een apart plan van aanpak voor stapsgewijze digitalisering van de zorg. Uiterlijk 1 april 2019 stuurt minister Bruins het plan van aanpak naar de Tweede Kamer.
vrijdag 14 december 2018
Innovatiefonds Pioneers in Health Care kent 10 vouchers toe
Tien onderzoeksgroepen hebben een Pioneers In Health Care (PIHC) voucher van 70.000 euro ontvangen om te werken aan technologie voor betere patiëntenzorg. De teams bestaan uit minimaal een onderzoeker van de Universiteit Twente of hogeschool Saxion en een zorgprofessional van Medisch Spectrum Twente (MST), Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) of Deventer Ziekenhuis. De uitreiking van de vouchers vond op 11 december plaats bij hogeschool Saxion in Enschede.
In totaal dienden 32 onderzoeksgroepen een voorstel in bij het innovatiefonds, dat de vouchers voor het vijfde jaar toekent. De tien winnende voorstellen ontwikkelen technologie die ten goede komt aan patiënten met astma, tabaksverslaving, hart- en vaatziekten, obesitas, longkanker en lymfeklierkanker. Het geld uit het PIHC-fonds (in totaal 700.000 euro) is afkomstig van de UT, Saxion, MST, ZGT, Deventer Ziekenhuis en zorgverzekeraar Menzis.
In totaal dienden 32 onderzoeksgroepen een voorstel in bij het innovatiefonds, dat de vouchers voor het vijfde jaar toekent. De tien winnende voorstellen ontwikkelen technologie die ten goede komt aan patiënten met astma, tabaksverslaving, hart- en vaatziekten, obesitas, longkanker en lymfeklierkanker. Het geld uit het PIHC-fonds (in totaal 700.000 euro) is afkomstig van de UT, Saxion, MST, ZGT, Deventer Ziekenhuis en zorgverzekeraar Menzis.
donderdag 13 december 2018
Helpilepsy geeft inzicht in je epilepsie
Van alle aandoeningen is epilepsie één van de moeilijkst te behandelen. Om het zorgtraject tenminste op heldere data te stoelen, ontwierp de Brusselse start-up Helpilepsy een tool die aanvallen registreert en de neuroloog zo een inkijk biedt in het probleem. 'Eén op honderd mensen heeft epilepsie', vertelt Helpilepsy-CEO Jonathan Schreiber, 'en die ziekte heeft behoorlijk wat impact op hun leven. Bij dertig à vijftig procent van hen blijven er immers aanvallen komen, ondanks hun medicatie. En dan spreek ik nog niet over de stevige bijwerkingen daarvan, en de co-morbiditeiten als depressie waar veel mensen met epilepsie onder lijden.'
woensdag 12 december 2018
Incision: chirurgen versneld opleiden en trainen met een digitale tool
“Iedereen die op een operatietafel ligt, wil de beste chirurgische zorg hebben”, zegt Ritsaart van Montfrans. Incision geeft chirurgen een instrument in handen dat hen traint met behulp van 3D en virtual reality. De ambitie is om honderd miljoen operaties per jaar te verbeteren. In filmpjes 3D- modules doen chirurgen en OK-medewerkers kennis en kunde op. Je leert hoe je stap voor stap door een operatie kunt gaan. Je krijgt tips en herkent gevaren. 3D-beelden gecombineerd met het 3D-anatomisch model tonen waar je bent in het lichaam
maandag 10 december 2018
'Facebook treft geen blaam voor volgen op medische sites'
Facebook treft in de Verenigde Staten geen blaam voor het aanbieden van een mogelijkheid waarmee het bedrijf mogelijk gevoelige medische informatie in handen krijgt. Een rechtszaak daarover is terecht afgewezen, oordeelt het hof van beroep voor negen Amerikaanse staten, meldt Law360. De federale rechtbank vertegenwoordigt ongeveer een vijfde van de inwoners van de VS. De zaak tegen Facebook en zeven gezondheidswebsites was aangespannen door een groep gebruikers.
Apple komt met nieuwe Beddit 3.5-slaapmonitor
De afgelopen week dook er een nieuw product op bij de FCC. Apple had goedkeuring gekregen voor de verkoop van een nieuwe slaaptracker. Vandaag blijkt dit te gaan om een nieuwe 3.5-versie van de Beddit-slaapmonitor. De nieuwe versie lijkt in veel opzichten op de Beddit 3.0-slaapmonitor. Al in 2017 nam Apple Beddit over. Het leek erop dat Apple zelf aan de slag zou gaan met de techniek van Beddit voor een eigen slaaptracker, ook omdat de Beddit-clouddienst voor slaapdata stopgezet was.
donderdag 6 december 2018
Financiering Innovatiefonds Noord-Holland voor verbeteren blaaskankerdiagnose
Scinvivo, een MedTech startup gevestigd in Amsterdam, heeft een lening ontvangen van 300.000 euro van het Innovatiefonds Noord-Holland.
Scinvivo gaat het geld gebruiken om een innovatie te realiseren in het verbeteren van blaaskankerdiagnostiek. Volgens Scinvivo kan de huidige diagnostiek verbeterd worden met nieuwe beeldvormingstechnieken.
Het bedrijf ontwikkelt een katheter die in het blaasweefsel kan kijken zodat de arts kan zien wat er in de blaaswand gebeurt. De katheter gebruikt OCT (optical coherence tomography) om dwarsdoorsnede beelden te maken van het weefsel. Op deze manier kan de uroloog tijdens de operatie zien wat zich in de blaaswand afspeelt, en zo een betere diagnose stellen.
Scinvivo gaat het geld gebruiken om een innovatie te realiseren in het verbeteren van blaaskankerdiagnostiek. Volgens Scinvivo kan de huidige diagnostiek verbeterd worden met nieuwe beeldvormingstechnieken.
Het bedrijf ontwikkelt een katheter die in het blaasweefsel kan kijken zodat de arts kan zien wat er in de blaaswand gebeurt. De katheter gebruikt OCT (optical coherence tomography) om dwarsdoorsnede beelden te maken van het weefsel. Op deze manier kan de uroloog tijdens de operatie zien wat zich in de blaaswand afspeelt, en zo een betere diagnose stellen.
woensdag 5 december 2018
Huawei introduceert app om dove kinderen te helpen met lezen
Wereldwijd zijn er 32 miljoen dove kinderen die meer moeite hebben met leren lezen dan horende leeftijdsgenootjes. Dit komt doordat dove en slechthorende kinderen klanken niet aan geschreven woorden kunnen koppelen. Hierdoor lopen zij vaak al op vroege leeftijd een taalachterstand op.
StorySign helpt ouders om samen met hun dove kinderen een warm en vertrouwd voorleesmoment te hebben. De app gebruikt AI om tekst te vertalen naar gebarentaal, waardoor dove en slechthorende kinderen, net als hun leeftijdsgenoten, leren lezen terwijl ze naar de woorden in kinderboekjes kijken. Volgens FODOK, Federatie voor Ouders van Dove Kinderen, is het erg belangrijk dat er meer aandacht komt voor leesbevordering. “Voorleeskilometers maken met dove en slechthorende kinderen zorgt voor leesplezier. En voorlezen vergroot hun greep op de wereld. Ze worden er sterker van”, zegt woordvoerder Mariën Hannink.
StorySign maakt gebruik van de AI (kunstmatige intelligentie) van Huawei. Huawei gelooft dat technologie, en kunstmatige intelligentie in het bijzonder, echt kan bijdragen aan maatschappelijke problemen. StorySign is daar een mooi voorbeeld van.
Voor een optimale leeservaring maakt de app gebruik van Image Recognition en Optical Character Recognition (OCR). De AI in Huawei smartphones zorgt ervoor dat de hoek waarin de smartphone boven de tekst gehouden wordt geen invloed heeft op de gebruikservaring. Kinderen zullen namelijk in de praktijk hun telefoon niet altijd recht boven de tekst houden. OCR zorgt ervoor dat de app nog nauwkeuriger werkt. Om de app voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te maken werkt deze ook op andere Android toestellen. De StorySign-app is erop gebouwd om in de toekomst meer boeken te kunnen toevoegen en zo veel mogelijk ouders en kinderen er gebruik van te kunnen laten maken.
StorySign helpt ouders om samen met hun dove kinderen een warm en vertrouwd voorleesmoment te hebben. De app gebruikt AI om tekst te vertalen naar gebarentaal, waardoor dove en slechthorende kinderen, net als hun leeftijdsgenoten, leren lezen terwijl ze naar de woorden in kinderboekjes kijken. Volgens FODOK, Federatie voor Ouders van Dove Kinderen, is het erg belangrijk dat er meer aandacht komt voor leesbevordering. “Voorleeskilometers maken met dove en slechthorende kinderen zorgt voor leesplezier. En voorlezen vergroot hun greep op de wereld. Ze worden er sterker van”, zegt woordvoerder Mariën Hannink.
StorySign maakt gebruik van de AI (kunstmatige intelligentie) van Huawei. Huawei gelooft dat technologie, en kunstmatige intelligentie in het bijzonder, echt kan bijdragen aan maatschappelijke problemen. StorySign is daar een mooi voorbeeld van.
Voor een optimale leeservaring maakt de app gebruik van Image Recognition en Optical Character Recognition (OCR). De AI in Huawei smartphones zorgt ervoor dat de hoek waarin de smartphone boven de tekst gehouden wordt geen invloed heeft op de gebruikservaring. Kinderen zullen namelijk in de praktijk hun telefoon niet altijd recht boven de tekst houden. OCR zorgt ervoor dat de app nog nauwkeuriger werkt. Om de app voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te maken werkt deze ook op andere Android toestellen. De StorySign-app is erop gebouwd om in de toekomst meer boeken te kunnen toevoegen en zo veel mogelijk ouders en kinderen er gebruik van te kunnen laten maken.
dinsdag 4 december 2018
Serious game helpt ouderen bij zorgconsult
EIT Digital en partners lanceren een nieuwe Europese zorginnovatie waarmee ouderen zich thuis kunnen voorbereiden op een gesprek met de huisarts. Een gesprek met een huisarts is vaak kort en met name oudere mensen hebben moeite in die korte tijd de juiste vragen te stellen over hun behandeling. Het is dan soms lastig om de juiste beslissingen te nemen over een eventuele behandeling. Met De Oefendokter - of The Virtual Training Doctor in het Engels - kunnen ouderen online het gesprek oefenen, waardoor ze beter voorbereid bij de dokter aankomen.
De Oefendokter is gericht op het trainen van gespreksvaardigheden van ouderen om het nemen van gezamenlijke beslissingen (Shared Decision Making) met zorgprofessionals te verbeteren. In deze serious game oefent de oudere een gesprek met een virtueel personage. Hierdoor leert hij of zij de juiste vragen te stellen, doelen en wensen goed duidelijk te maken en een actieve rol te nemen in het gesprek. Zo verbetert de een-op-een communicatie tussen ouderen en zorgprofessionals en nemen ze makkelijker en beter gezamenlijke beslissingen.
De Oefendokter is binnen EIT Digital’s action line Digital Wellbeing ontwikkeld door de Universiteit Utrecht, in samenwerking met DialogueTrainer, Vilans, de University of Edinburgh, en de Politehnica University of Bucharest. Die internationale samenwerking heeft voordelen zegt Jeuring. “Door de samenwerking met Europese partners die werken aan natural language processing, hebben we geavanceerde taaltechnologie aan het product kunnen toevoegen. Daarnaast hebben ook Schotse ouderen met De Oefendokter kunnen experimenteren.”
De Oefendokter is gericht op het trainen van gespreksvaardigheden van ouderen om het nemen van gezamenlijke beslissingen (Shared Decision Making) met zorgprofessionals te verbeteren. In deze serious game oefent de oudere een gesprek met een virtueel personage. Hierdoor leert hij of zij de juiste vragen te stellen, doelen en wensen goed duidelijk te maken en een actieve rol te nemen in het gesprek. Zo verbetert de een-op-een communicatie tussen ouderen en zorgprofessionals en nemen ze makkelijker en beter gezamenlijke beslissingen.
De Oefendokter is binnen EIT Digital’s action line Digital Wellbeing ontwikkeld door de Universiteit Utrecht, in samenwerking met DialogueTrainer, Vilans, de University of Edinburgh, en de Politehnica University of Bucharest. Die internationale samenwerking heeft voordelen zegt Jeuring. “Door de samenwerking met Europese partners die werken aan natural language processing, hebben we geavanceerde taaltechnologie aan het product kunnen toevoegen. Daarnaast hebben ook Schotse ouderen met De Oefendokter kunnen experimenteren.”
maandag 3 december 2018
‘ECG-functie op Apple Watch komt in watchOS 5.1.2’
Eén van de grote vernieuwingen in de Apple Watch Series 4 is de ECG-functie waarmee je beter inzicht krijgt in je hartconditie. Volgens interne documenten van Apple zal de functie in watchOS 5.1.2 aanwezig zijn , zodra deze versie uit beta gaat. Daarmee wordt de Apple Watch Series 4 het eerste consumentenapparaat dat door de FDA is toegelaten en die je zonder doktersvoorschrift kunt aanschaffen. Medisch professionals hebben de ECG-app getest voor de release en zijn van mening dat het levens gaat redden.
vrijdag 30 november 2018
Ruime meerderheid voor het uitwisselen van medische gegevens
Uit eigen onderzoek van VZVZ blijkt dat het merendeel van de Nederlanders het uitwisselen van hun medische gegevens tussen zorgaanbieders een goed idee vindt. Ze zien vooral praktische voordelen: ze verwachten betere zorg en minder fouten in bijvoorbeeld het voorschrijven van medicatie. Slechts een krappe meerderheid van de ondervraagden weet dat ze hier zelf toestemming voor moeten geven.
Want het uitwisselen van medische gegevens tussen huisarts, apotheek of medisch specialist, kan alleen als men hiervoor zelf toestemming geeft bij hun zorgaanbieder of op Volgjezorg.nl.
Opvallend is dat veel Nederlanders niet weten of ze hun huisarts en apotheek wel of geen toestemming hebben gegeven. Dit kunnen ze navragen bij hun huisarts en apotheek. Of zelf nakijken op www.volgjezorg.nl. Hier kan men zien welke zorgaanbieders hun medische gegevens hebben gedeeld of bekeken en ook hun toestemming regelen. Het geven van toestemming is belangrijk om een zo goed mogelijke zorg te krijgen. Volgjezorg geeft mensen hier zelf grip op.
De privacy van burgers wordt beschermd via de privacywetgeving. Daarin is onder meer geregeld dat burgers hun zorgaanbieders ieder apart toestemming moeten geven voor het elektronisch uitwisselen van hun medische gegevens. Ze geven dus niet alleen toestemming aan hun huisarts, maar ook aan hun apotheek of meerdere apotheken als ze daar medicijnen halen.
De privacy van de gegevensuitwisseling is dus geborgd, desalniettemin maakt een derde van de Nederlanders zich zorgen over de privacy
Het delen van de medische gegevens gaat via het Landelijk Schakelpunt (LSP). Dit is een veilig en betrouwbaar netwerk. De huisarts, apotheek en medisch specialist kunnen hun computer aansluiten op dit Landelijk Schakelpunt en de medische gegevens bekijken met een beveiligde pas en pincode. Mensen kunnen zelf een melding instellen: als een zorgverlener hun gegevens beschikbaar heeft gesteld of bekeken, krijgen ze direct een e-mail.
VZVZ behartigt de belangen van zorgaanbieders en patiënten op het gebied van zorgcommunicatie. VZVZ is een vereniging. Eind 2017 heeft VZVZ het merk Volgjezorg geïntroduceerd. Volgjezorg is er voor alle Nederlanders. Zij krijgen een steeds grotere rol en verantwoordelijkheid in hun eigen zorg. Dus is het belangrijk dat zij weten wat zij daarin kunnen doen en hoe. Door toestemming te geven voor het uitwisselen van hun medische gegevens helpen zij zichzelf en hun zorgaanbieder(s). Met Volgjezorg maken we burgers hier bewust van.
Want het uitwisselen van medische gegevens tussen huisarts, apotheek of medisch specialist, kan alleen als men hiervoor zelf toestemming geeft bij hun zorgaanbieder of op Volgjezorg.nl.
Opvallend is dat veel Nederlanders niet weten of ze hun huisarts en apotheek wel of geen toestemming hebben gegeven. Dit kunnen ze navragen bij hun huisarts en apotheek. Of zelf nakijken op www.volgjezorg.nl. Hier kan men zien welke zorgaanbieders hun medische gegevens hebben gedeeld of bekeken en ook hun toestemming regelen. Het geven van toestemming is belangrijk om een zo goed mogelijke zorg te krijgen. Volgjezorg geeft mensen hier zelf grip op.
De privacy van burgers wordt beschermd via de privacywetgeving. Daarin is onder meer geregeld dat burgers hun zorgaanbieders ieder apart toestemming moeten geven voor het elektronisch uitwisselen van hun medische gegevens. Ze geven dus niet alleen toestemming aan hun huisarts, maar ook aan hun apotheek of meerdere apotheken als ze daar medicijnen halen.
De privacy van de gegevensuitwisseling is dus geborgd, desalniettemin maakt een derde van de Nederlanders zich zorgen over de privacy
Het delen van de medische gegevens gaat via het Landelijk Schakelpunt (LSP). Dit is een veilig en betrouwbaar netwerk. De huisarts, apotheek en medisch specialist kunnen hun computer aansluiten op dit Landelijk Schakelpunt en de medische gegevens bekijken met een beveiligde pas en pincode. Mensen kunnen zelf een melding instellen: als een zorgverlener hun gegevens beschikbaar heeft gesteld of bekeken, krijgen ze direct een e-mail.
VZVZ behartigt de belangen van zorgaanbieders en patiënten op het gebied van zorgcommunicatie. VZVZ is een vereniging. Eind 2017 heeft VZVZ het merk Volgjezorg geïntroduceerd. Volgjezorg is er voor alle Nederlanders. Zij krijgen een steeds grotere rol en verantwoordelijkheid in hun eigen zorg. Dus is het belangrijk dat zij weten wat zij daarin kunnen doen en hoe. Door toestemming te geven voor het uitwisselen van hun medische gegevens helpen zij zichzelf en hun zorgaanbieder(s). Met Volgjezorg maken we burgers hier bewust van.
donderdag 29 november 2018
FundiQare investeert in het jonge Delftse bedrijf Momo Medical
Innovatiefonds FundiQare investeert in het jonge Delftse bedrijf Momo Medical. De startup heeft een technologische oplossing ontwikkeld ter voorkoming van doorligwonden (decubitus ulcera) bij kwetsbare ouderen en chronisch zieken. Dankzij slimme sensoren wordt het liggedrag van een patiënt nauwkeurig in kaart gebracht en teruggekoppeld aan zorgprofessionals.
Onder het matras wordt een sensorplaat aangebracht die in verbinding staat met een bedieningsunit. Aan de hand visualisatie krijgen zorgmedewerkers continu inzicht in de lighouding en bewegingen van een cliënt gebaseerd op geavanceerde algoritmes. Afhankelijk van de toestand van de cliënt geeft de sensor een seintje aan de zorgmedewerker of en wanneer een cliënt gedraaid moet worden.
De techniek van Momo Medical wordt sinds begin 2018 getest in het Reinier de Graaf Gasthuis en Pieter van Foreest verpleeginstellingen. “Uit de pilots blijkt dat het ontwerp goed aansluit op de klinische praktijk en op de wensen van zorgverleners en patiënten”, aldus Ide Swager, mede-oprichter van Momo Medical.
Momo Medical, opgericht in 2017 en gevestigd in de YES!Delft incubator, is een initiatief van de jonge Delftse ondernemers Ide Swager en Menno Gravemaker. FundIQare wil Momo Medical met de financiële injectie ondersteunen in het uitbreiden van de productiecapaciteit en de opschaling van het bedrijf. Ook krijgt de startup de mogelijkheid om de techniek verder te ontwikkelen in een living lab omgeving.
Innovatiefonds FundIQare is een samenwerkingsverband van investeerders – Fundis, regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland InnovationQuarter en Noaber Foundation (via investeringsarm Noaber Ventures). De initiatiefnemers richten zich op zorginnovaties die de kwaliteit van leven voor kwetsbare ouderen, chronisch zieken en/of mantelzorgers verbeteren.
Onder het matras wordt een sensorplaat aangebracht die in verbinding staat met een bedieningsunit. Aan de hand visualisatie krijgen zorgmedewerkers continu inzicht in de lighouding en bewegingen van een cliënt gebaseerd op geavanceerde algoritmes. Afhankelijk van de toestand van de cliënt geeft de sensor een seintje aan de zorgmedewerker of en wanneer een cliënt gedraaid moet worden.
De techniek van Momo Medical wordt sinds begin 2018 getest in het Reinier de Graaf Gasthuis en Pieter van Foreest verpleeginstellingen. “Uit de pilots blijkt dat het ontwerp goed aansluit op de klinische praktijk en op de wensen van zorgverleners en patiënten”, aldus Ide Swager, mede-oprichter van Momo Medical.
Momo Medical, opgericht in 2017 en gevestigd in de YES!Delft incubator, is een initiatief van de jonge Delftse ondernemers Ide Swager en Menno Gravemaker. FundIQare wil Momo Medical met de financiële injectie ondersteunen in het uitbreiden van de productiecapaciteit en de opschaling van het bedrijf. Ook krijgt de startup de mogelijkheid om de techniek verder te ontwikkelen in een living lab omgeving.
Innovatiefonds FundIQare is een samenwerkingsverband van investeerders – Fundis, regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland InnovationQuarter en Noaber Foundation (via investeringsarm Noaber Ventures). De initiatiefnemers richten zich op zorginnovaties die de kwaliteit van leven voor kwetsbare ouderen, chronisch zieken en/of mantelzorgers verbeteren.
woensdag 28 november 2018
Solvo en eHealth88 bundelen krachten
Medisch platform Solvo, marktleider in eHealth-gezondheidsinformatie en eHealth booking platform waarin RTL Ventures sinds 2016 investeert, heeft zorg-communicatiebureau eHealth88 overgenomen. eHealth88 is in 2014 opgericht door Martine Rooth en richt zich op online professionalisering van zorgorganisaties en praktijkhouders. Na de overname is Rooth benoemd als de nieuwe CEO van solvo. Ze volgt daarmee Marijn Pijnenborg op, die als mede-oprichter van solvo actief blijft als aandeelhouder.
Volgens Rooth leidt de samenwerking tot “meer slagkracht in bereik, expertise en middelen.” Ze licht toe: “We kunnen de zorginstanties en zorgprofessionals naast sterke eigen communicatiemiddelen nu ook het grootste medisch boekingsplatform en toegang tot 6 miljoen consumenten per maand bieden, met websites als Dokterdokter.nl, Gezondheidsplein.nl en Ziekenhuis.nl. Daarmee kunnen we een completere invulling geven aan de wensen van onze klanten. Ik ben ervan overtuigd dat de bundeling van onze krachten en talenten een logische stap is richting toekomstbestendige zorg.”
Volgens Rooth leidt de samenwerking tot “meer slagkracht in bereik, expertise en middelen.” Ze licht toe: “We kunnen de zorginstanties en zorgprofessionals naast sterke eigen communicatiemiddelen nu ook het grootste medisch boekingsplatform en toegang tot 6 miljoen consumenten per maand bieden, met websites als Dokterdokter.nl, Gezondheidsplein.nl en Ziekenhuis.nl. Daarmee kunnen we een completere invulling geven aan de wensen van onze klanten. Ik ben ervan overtuigd dat de bundeling van onze krachten en talenten een logische stap is richting toekomstbestendige zorg.”
dinsdag 27 november 2018
Apple onderzoekt speciale sensoren voor slaapanalyse
Het is eigenlijk vreemd dat de Apple Watch nog geen standaard slaapfuncties bevat, maar misschien gaat daar verandering in komen in watchOS 6. Daarvoor zouden speciale piëzo-sensoren gebruikt kunnen worden, zoals beschreven in het patent. Deze beschrijft een zogenaamde “piëzo-sensor met meerdere elementen, die fysiologische metingen in bed uitvoert”. Leg je een apparaat met deze sensoren in bed, dan kan het de bewegingen van een gebruiker nauwkeurig volgen. De sensoren genereren meerdere elektrische signalen. Ook worden de vitale waarden uit verschillende punten van het lichaam opgevangen.
maandag 26 november 2018
Ziekenhuizen falen op digitale toegankelijkheid
Bijna alle ziekenhuizen in Nederland zijn niet goed digitaal toegankelijk voor mensen met een beperking. Hiermee zijn ze in overtreding van een nieuwe wet die afgelopen zomer is ingevoerd op basis van Europese besluitvorming. Tot deze constatering komt specialistisch bureau Stuurlui uit Utrecht na een analyse van de website van alle negentig ziekenhuizen in Nederland. De meeste problemen werden geconstateerd met iets simpels als het ontbreken van alternatieve tekst bij een afbeelding. Het grootste deel van Nederland heeft daar geen last van, want die leest de website niet met hulpmiddelen. Visueel gehandicapten daarentegen kunnen afbeelding enkel ‘lezen’ met behulp van de alt-teksten.
vrijdag 23 november 2018
Google-zusterbedrijf stopt onderzoek naar contactlens die glucose meet
Verily, het zusterbedrijf van Google dat zich bezighoudt met gezondheid, stopt zijn onderzoek naar een contactlens die glucosewaarden kan meten. "Ons klinisch onderzoek naar de glucosedetectielens toonde aan dat er onvoldoende consistentie was in onze metingen", schrijft Verily op zijn blog. Volgens het bedrijf voldoet de lens daarom niet aan de eisen van een medisch hulpmiddel. Verily startte zijn onderzoek naar de glucoselens in 2014 in samenwerking met het Zwitserse farmaciebedrijf Novartis. De bedrijven wilden onderzoeken of sensoren in de contactlens de glucosewaarden in tranen konden uitlezen.
donderdag 22 november 2018
UMCG-apparaat voorspelt diabetes en overlijden
Onderzoekers van het UMCG hebben een meetapparaat ter grootte van een baksteen ontwikkeld dat het risico op type 2-diabetes, hart- en vaatziekten en het overlijdensrisico kan voorspellen. Met de uitkomsten kan in een vroeg stadium gekeken worden hoe risicofactoren bij patiënten, zoals roken en te weinig bewegen, verminderd kunnen worden. Bekend is dat patiënten met diabetes type 2 een hoger niveau van bepaalde chemicaliën in hun lichaam hebben, de zogeheten versuikeringsproducten (AGE's). De nieuwe 'AGE-reader' kan deze hogere niveaus meten.
FingerReader ring laat blinden lezen zonder braille
Jaren geleden maakten we hier voor het eerst melding van de FingerReader, een innovatieve ring van het MIT die het voor blinden mogelijk maakt om teksten te lezen. Inmiddels is er een nieuwe variant in ontwikkeling, die aanzienlijk kleiner is en beter werkt.
woensdag 21 november 2018
Minister Bruno Bruins geeft startschot voor beter vindbare en betrouwbare medicijninformatie
Patiënten moeten betrouwbare en begrijpelijke medicijninformatie beter kunnen vinden op het internet. Om dat te bereiken gaf minister Bruno Bruins (Medische Zorg) vandaag het startschot voor het Netwerk Patiënteninformatie. Zeven organisaties tekenden vandaag een intentieverklaring en gaan aan de slag. De eerste concrete stap die gezet wordt, is het aan elkaar koppelen van vier websites: van de medicijnautoriteit (CBG), het bijwerkingencentrum (Lareb), de huisartsen (NHG, Thuisarts.nl) en de apothekers (KNMP, Apotheek.nl).
Minister Bruno Bruins: ‘Ik wil dat patiënten zo goed mogelijk geïnformeerd zijn over de mogelijkheden voor hun behandeling. En dat gaat ook over geneesmiddelen. Die informatie moet duidelijk vindbaar en begrijpelijk zijn. Dit netwerk helpt daarbij. Zo kunnen mensen samen met hun arts beslissen welke zorg het beste bij hen past.’
Patiënten moeten betrouwbare en begrijpelijke medicijninformatie beter kunnen vinden op het internet. Om dat te bereiken gaf minister Bruno Bruins (VWS) vandaag het startschot voor het Netwerk Patiënteninformatie. Zeven organisaties tekenden vandaag een intentieverklaring en gaan aan de slag. De eerste concrete stap die gezet wordt, is het aan elkaar koppelen van vier websites: van de medicijnautoriteit (CBG), het bijwerkingencentrum (Lareb), de huisartsen (NHG, Thuisarts.nl) en de apothekers (KNMP, Apotheek.nl).
Onderzoeksinstituut NIVEL, expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos en de Patiëntenfederatie Nederland adviseren de deelnemers in het Netwerk. Met hun relevante kennis kan het Netwerk rekening houden met wensen en behoeften van medicijngebruikers in Nederland.
Veel Nederlanders gebruiken medicijnen. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd worden over de werking, de risico’s en het gebruik van deze medicijnen. Op initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft NIVEL in 2016 onderzocht wat de informatiebehoeften van patiënten zijn. Eén van de conclusies van dit onderzoek is dat digitale medicijninformatie versnipperd wordt aangeboden. Ook is soms onduidelijk of een website betrouwbaar is. Informatie over medicijnen is niet altijd gemakkelijk te vinden en is niet altijd begrijpelijk. De partners in het Netwerk Patiënteninformatie gaan vanaf nu samen een bijdrage leveren om de digitale zoektocht naar betrouwbare medicijninformatie eenvoudiger te maken. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op het verbeteren van de begrijpelijkheid van medicijninformatie. Dit kan bijvoorbeeld door helder taalgebruik en gebruik van animaties.
Minister Bruno Bruins: ‘Ik wil dat patiënten zo goed mogelijk geïnformeerd zijn over de mogelijkheden voor hun behandeling. En dat gaat ook over geneesmiddelen. Die informatie moet duidelijk vindbaar en begrijpelijk zijn. Dit netwerk helpt daarbij. Zo kunnen mensen samen met hun arts beslissen welke zorg het beste bij hen past.’
Patiënten moeten betrouwbare en begrijpelijke medicijninformatie beter kunnen vinden op het internet. Om dat te bereiken gaf minister Bruno Bruins (VWS) vandaag het startschot voor het Netwerk Patiënteninformatie. Zeven organisaties tekenden vandaag een intentieverklaring en gaan aan de slag. De eerste concrete stap die gezet wordt, is het aan elkaar koppelen van vier websites: van de medicijnautoriteit (CBG), het bijwerkingencentrum (Lareb), de huisartsen (NHG, Thuisarts.nl) en de apothekers (KNMP, Apotheek.nl).
Onderzoeksinstituut NIVEL, expertisecentrum gezondheidsverschillen Pharos en de Patiëntenfederatie Nederland adviseren de deelnemers in het Netwerk. Met hun relevante kennis kan het Netwerk rekening houden met wensen en behoeften van medicijngebruikers in Nederland.
Veel Nederlanders gebruiken medicijnen. Het is belangrijk dat zij goed geïnformeerd worden over de werking, de risico’s en het gebruik van deze medicijnen. Op initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft NIVEL in 2016 onderzocht wat de informatiebehoeften van patiënten zijn. Eén van de conclusies van dit onderzoek is dat digitale medicijninformatie versnipperd wordt aangeboden. Ook is soms onduidelijk of een website betrouwbaar is. Informatie over medicijnen is niet altijd gemakkelijk te vinden en is niet altijd begrijpelijk. De partners in het Netwerk Patiënteninformatie gaan vanaf nu samen een bijdrage leveren om de digitale zoektocht naar betrouwbare medicijninformatie eenvoudiger te maken. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op het verbeteren van de begrijpelijkheid van medicijninformatie. Dit kan bijvoorbeeld door helder taalgebruik en gebruik van animaties.
dinsdag 20 november 2018
Docly, een van Europa's toonaangevende e-health-diensten, verkent Nederland
Docly, een van Europa's toonaangevende e-health diensten, gaat de Nederlandse markt verkennen. Docly onderzoekt momenteel samen met The Healthcare Innovation Center (THINC.), onderdeel van het UMC Utrecht, de potentiële impact van Docly op de Nederlandse markt.
Docly is een online platform dat patiënten en huisartsen in staat stelt om online met elkaar te communiceren, ongeacht tijd of locatie. Doordat de patiënt inlogt via een app of de website en zelf de anamnese invult, wordt veel administratief werk uit handen genomen. De zorgvraag wordt meestal eerst via chat afgehandeld, met een mogelijke follow-up via video of telefoon. Ook is er de mogelijkheid om foto's en video's te uploaden voor ondersteuning. Door deze asynchrone communicatie tussen arts en patiënt worden de arts, de patiënt en de maatschappij ontlast.
In Zweden heeft deze methode al bewezen effectief te zijn. Wat begon als het streven van één enkele arts naar een efficiëntere en effectievere gezondheidszorg is in vijf jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijke zorgverlener met meer dan 140 artsen en meer dan 300.000 patiënten in Zweden. De volgende stap in haar streven om de gezondheidszorgsector te ontwikkelen is om Docly op Europees niveau aan te bieden, te beginnen met Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Docly wil in Nederland inspringen op de toenemende vraag naar eerstelijnszorgdiensten en de verschuiving van de tweede naar de eerste llijn. De huisartsenpraktijk heeft moeite om aan deze uitdaging het hoofd te bieden. In een recent onderzoek in 2018 gaf 60% van de ervaren huisartsen aan dat de kwaliteit van de huisartsenzorg onder druk staat door de alsmaar toenemende werkdruk bij huisartsen (LHV, meer tijd voor de patiënt 2018). Dezelfde uitdaging met toenemende werkdruk en tekort aan triagisten is te zien in de out-of-hours zorg die in Nederland is georganiseerd in huisartsenposten.
Docly is een online platform dat patiënten en huisartsen in staat stelt om online met elkaar te communiceren, ongeacht tijd of locatie. Doordat de patiënt inlogt via een app of de website en zelf de anamnese invult, wordt veel administratief werk uit handen genomen. De zorgvraag wordt meestal eerst via chat afgehandeld, met een mogelijke follow-up via video of telefoon. Ook is er de mogelijkheid om foto's en video's te uploaden voor ondersteuning. Door deze asynchrone communicatie tussen arts en patiënt worden de arts, de patiënt en de maatschappij ontlast.
In Zweden heeft deze methode al bewezen effectief te zijn. Wat begon als het streven van één enkele arts naar een efficiëntere en effectievere gezondheidszorg is in vijf jaar tijd uitgegroeid tot een belangrijke zorgverlener met meer dan 140 artsen en meer dan 300.000 patiënten in Zweden. De volgende stap in haar streven om de gezondheidszorgsector te ontwikkelen is om Docly op Europees niveau aan te bieden, te beginnen met Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Docly wil in Nederland inspringen op de toenemende vraag naar eerstelijnszorgdiensten en de verschuiving van de tweede naar de eerste llijn. De huisartsenpraktijk heeft moeite om aan deze uitdaging het hoofd te bieden. In een recent onderzoek in 2018 gaf 60% van de ervaren huisartsen aan dat de kwaliteit van de huisartsenzorg onder druk staat door de alsmaar toenemende werkdruk bij huisartsen (LHV, meer tijd voor de patiënt 2018). Dezelfde uitdaging met toenemende werkdruk en tekort aan triagisten is te zien in de out-of-hours zorg die in Nederland is georganiseerd in huisartsenposten.
maandag 19 november 2018
Nieuwe technologie zorgt voor natuurlijk gebruik prothese arm
In een onlangs gepubliceerd artikel in the Journal of Neural Engineering hebben onderzoekers van de Universiteit Twente (NL), in samenwerking met het Imperial College London (UK) en de Universiteit van Aalborg (DK), een volledig nieuwe aanpak gepresenteerd. Deze nieuwe aanpak zorgt ervoor dat het aansturen van een prothese meer natuurlijk aanvoelt voor de gebruikers. De technologie is gebaseerd op spier-skelet-modellen en biedt een alternatief voor het gebruikelijke machine learning.
Wereldwijd zijn er miljoenen mensen die een deel van hun lichaam niet kunnen gebruiken als gevolg van een amputatie. Geavanceerde robotische oplossingen zorgen in deze situaties voor een onmiddellijk herstel van de motorische vaardigheden. Ondanks de vooruitgang op vele gebieden, bieden de huidige prothesen slechts beperkte functionaliteit aan hun gebruikers.
Menselijke bewegingen ontstaan doordat elektrische impulsen vanuit de hersenen naar spieren worden gestuurd. Een surrogaat van deze hersensignalen kan worden geregistreerd, in de vorm van elektromyogrammen (EMG's), door gebruik van electroden die op de huid worden geplaatst.
Bij mensen met een geamputeerde arm kunnen EMG-signalen gemeten worden vanuit de overgebleven spieren na de amputatie. Deze signalen worden gebruikt om de prothese in realtime aan te sturen. Gevestigde methodologieën zijn afhankelijk van machine learning, waarbij algoritmen patronen detecteren in EMG-signalen die kenmerkend zijn voor een bepaalde beweging. Deze algoritmen leren het verband te leggen tussen bepaalde EMG-signalen en een specifieke beweging. Zodra een EMG-patroon wordt gedetecteerd, kan dit worden geassocieerd met een beweging van de prothese.
Ondanks wijdverspreid gebruik, zijn algoritmen voor machine learning echter gevoelig voor veranderingen in EMG-eigenschappen als gevolg van ruis, plaatsing van elektroden en spiervermoeidheid. Om het gebruik van de prothese te beheersen moet de gebruiker leren om systematisch zeer verschillende EMG-patronen te produceren; iets dat niet altijd mogelijk is.
Dit type technologie biedt daardoor vaak een beperkte betrouwbaarheid en wordt om deze reden minder gebruikt door mensen met een armamputatie.
Wereldwijd zijn er miljoenen mensen die een deel van hun lichaam niet kunnen gebruiken als gevolg van een amputatie. Geavanceerde robotische oplossingen zorgen in deze situaties voor een onmiddellijk herstel van de motorische vaardigheden. Ondanks de vooruitgang op vele gebieden, bieden de huidige prothesen slechts beperkte functionaliteit aan hun gebruikers.
Menselijke bewegingen ontstaan doordat elektrische impulsen vanuit de hersenen naar spieren worden gestuurd. Een surrogaat van deze hersensignalen kan worden geregistreerd, in de vorm van elektromyogrammen (EMG's), door gebruik van electroden die op de huid worden geplaatst.
Bij mensen met een geamputeerde arm kunnen EMG-signalen gemeten worden vanuit de overgebleven spieren na de amputatie. Deze signalen worden gebruikt om de prothese in realtime aan te sturen. Gevestigde methodologieën zijn afhankelijk van machine learning, waarbij algoritmen patronen detecteren in EMG-signalen die kenmerkend zijn voor een bepaalde beweging. Deze algoritmen leren het verband te leggen tussen bepaalde EMG-signalen en een specifieke beweging. Zodra een EMG-patroon wordt gedetecteerd, kan dit worden geassocieerd met een beweging van de prothese.
Ondanks wijdverspreid gebruik, zijn algoritmen voor machine learning echter gevoelig voor veranderingen in EMG-eigenschappen als gevolg van ruis, plaatsing van elektroden en spiervermoeidheid. Om het gebruik van de prothese te beheersen moet de gebruiker leren om systematisch zeer verschillende EMG-patronen te produceren; iets dat niet altijd mogelijk is.
Dit type technologie biedt daardoor vaak een beperkte betrouwbaarheid en wordt om deze reden minder gebruikt door mensen met een armamputatie.
donderdag 15 november 2018
Dit Japanse bedrijf maakt exoskeletten die je bestuurt met hersengolven
In deze video gaan we op bezoek bij Cyberdyne, een Japanse firma met een CEO die fan is van science fiction. Zo is zijn bedrijf vernoemd naar de fabrikant van The Terminator uit de gelijknamige film en draagt zijn belangrijkste product de naam HAL, naar 2001: A Space Odyssey.
woensdag 14 november 2018
'Zorgactiviteiten DeepMind naar Google Health'
In het nieuwe Google Health worden ook de gezondheidsactiviteiten van DeepMind ondergebracht. DeepMind is een in kunstmatige intelligentie gespecialiseerde dochter van Google-moederbedrijf Alphabet. Wat betreft gezondheidstechnologie is het bedrijf vooral bekend van de app Streams, die artsen helpt bij het signaleren van tekenen van nierfalen.
Spraakherkenning vergroot efficiëntie Britse Health Service enorm
Maand na maand verhoogt de administratieve druk op medische professionals. Dit leidt uiteindelijk tot minder tijd met de patiënten en burn-outs. Het gebruik van intelligente op AI-gebaseerde spraak-en taaltechnologie helpt de arts om meer tijd vrij te maken voor de patiënt. Dat is een vooruitgang die we moeten stimuleren. Op dit moment worden er diverse pilots en proefperiodes gedraaid met spraakherkenning in combinatie met EPD’s, en deze worden met groot enthousiasme ontvangen. Sterker nog, bij veel van de pilotprojecten is spraakherkenning inmiddels onmisbaar geworden voor de medische professionals. Een mooi voorbeeld van de succesvolle inzet van spraakherkenning zien we terug bij de National Healthcare Service (NHS), in Engeland.
dinsdag 13 november 2018
Hartritmevariabiliteit meten met de Apple Watch en apps
Sinds de Apple Watch verkrijgbaar is leren mensen hun lichaam steeds beter kennen. De gezondheidsfuncties zorgen ervoor dat je bij het trainen meteen kunt zien of je in de juiste hartslagzone zit en een lagere rusthartslag maakt duidelijk dat je fitter bent geworden. De hartslag- of hartritmevariabiliteit (HRV) is veel minder bekend, maar het kan een interessante waarde zijn om eens nader te bekijken. Het vertelt je namelijk veel over de stressfactoren in je leven en hoe je lichaam daarmee omgaat. Het meten van HRV is heel gemakkelijk met de Apple Watch. Er zijn ook gespecialiseerde HRV-apps voor de iPhone.
vrijdag 9 november 2018
eHealth Convention: Hoe Het Dorp ehealth omarmde
Internet of Things is hot. En toch ook ongrijpbaar voor velen. Welke waarde kan het hebben voor de mens, in de relatie tussen zorgprofessional en patiënt? Waarom vinden we het gewoon dat een Intensive Care helemaal vol zit met technologie en een huis van iemand met een zware chronische ziekte of beperking niet? Academy Het Dorp houdt zich vooral bezig met deze vraagstukken die moeten leiden tot gepersonaliseerde technologie, zodat mensen thuis kunnen functioneren en minder afhankelijk zijn van zorg. Je hoort er volgende week meer over op eHealth Convention in Amsterdam.
Je bent geen invalide, je bent een mens. Net zoals ieder ander. Die gedachte lag in 1962 ten grondslag aan de opening van Het Dorp in Arnhem, de eerste woongemeenschap voor mensen met een beperking, bekend van de tv campagne onder leiding van Mies Bouwman.
De realisatie van Het Dorp in Arnhem, ruim 50 jaar geleden, was een grootse stap in de emancipatie van mensen met een beperking. Het Dorp werd wereldwijd een voorbeeld omdat de bewoners van Het Dorp werden gestimuleerd om hun eigen leven te organiseren en zelfstandig te leven. Dat uitgangspunt is nog steeds actueel. Met dank aan technologische ontwikkelingen.
Er is vandaag de dag veel meer mogelijk met technologie. Maar vaak wordt die niet, of niet goed genoeg ingezet voor mensen met een beperking. Terwijl zoveel mensen juist door kleine technologische aanpassingen niet meer afhankelijk hoeven te zijn van anderen. Voor de Academy is het dan ook logisch om zich te vestigen in Het Dorp, de plek waar de emancipatie voor mensen met een beperking ooit begon. Het was toen innovatief en dat zal het nu weer zijn.
Ook is van belang dat technologische innovaties in een vroeg stadium getest kunnen worden en dat deze nieuwe oplossingen, bij een succesvol resultaat, gebruikt worden door mensen met een beperking, zodat ze bijdragen aan hun zelfstandigheid.
Je bent geen invalide, je bent een mens. Net zoals ieder ander. Die gedachte lag in 1962 ten grondslag aan de opening van Het Dorp in Arnhem, de eerste woongemeenschap voor mensen met een beperking, bekend van de tv campagne onder leiding van Mies Bouwman.
De realisatie van Het Dorp in Arnhem, ruim 50 jaar geleden, was een grootse stap in de emancipatie van mensen met een beperking. Het Dorp werd wereldwijd een voorbeeld omdat de bewoners van Het Dorp werden gestimuleerd om hun eigen leven te organiseren en zelfstandig te leven. Dat uitgangspunt is nog steeds actueel. Met dank aan technologische ontwikkelingen.
Er is vandaag de dag veel meer mogelijk met technologie. Maar vaak wordt die niet, of niet goed genoeg ingezet voor mensen met een beperking. Terwijl zoveel mensen juist door kleine technologische aanpassingen niet meer afhankelijk hoeven te zijn van anderen. Voor de Academy is het dan ook logisch om zich te vestigen in Het Dorp, de plek waar de emancipatie voor mensen met een beperking ooit begon. Het was toen innovatief en dat zal het nu weer zijn.
Ook is van belang dat technologische innovaties in een vroeg stadium getest kunnen worden en dat deze nieuwe oplossingen, bij een succesvol resultaat, gebruikt worden door mensen met een beperking, zodat ze bijdragen aan hun zelfstandigheid.
donderdag 8 november 2018
Nieuwe website geeft ggz-patiënt inzicht in behandeling
Mensen met psychische klachten die op zoek zijn naar de juiste behandeling en behandelaar, moeten gemakkelijker de juiste informatie daarover kunnen krijgen en een psychiater of psycholoog in de buurt kunnen vinden. Daarom lanceert een samenwerkingsverband met daarin onder meer zorgverzekeraars en de ggz-sector donderdag de website kiezenindeggz.nl. Patiënten, maar ook verwijzers zoals huisartsen, kunnen op de website terecht voor onder meer wachttijden per ggz-aanbieder en de hoogte van de vergoeding voor een behandeling. De bedoeling van de site is dat mensen die op zoek zijn naar therapie meer inzicht en houvast krijgen en dat de transparantie van de geestelijke gezondheidszorg ermee wordt vergroot, aldus in de initiatiefnemers.
dinsdag 6 november 2018
TURBO-grants voor vier medisch-technische onderzoeken
Op maandag 5 november zijn vier TURBO-subsidies toegekend voor nieuwe technisch-medische onderzoeksvoorstellen. De subsidies zijn onderdeel van het TURBO-programma, een samenwerking tussen de Universiteit Twente en het Radboudumc. Onderzoeksgroepen van beide instellingen kunnen met de subsidie een innovatief idee uitwerken dat moet leiden tot een vervolgaanvraag bij een externe subsidieverstrekker. Dit is het tweede jaar dat het TURBO-programma loopt.
Het TURBO-programma is in 2017 van start gegaan en staat voor ‘Twente University RadBoudumc Opportunities’. Het sluit aan bij het TopFit-programma dat invulling geeft aan innovatieprofiel ‘Concepts for a Healthy Life’ van de regio Oost Nederland. Doel van een TURBO-subsidie is om een project voor te bereiden op het verwerven van grotere externe subsidies, zoals van nationale en Europese fondsen en bedrijven op het gebeid van gezondheidszorg en technologie. In het TechMed Magazine van juni 2018 vertellen twee wetenschappers meer over een van de winnende onderzoeken van vorig jaar: het simuleren van de bloed-brein barrière voor het ontwikkelen van gepersonaliseerde medicatie.
Tumor-on-a-chip
Hypoxie (zuurstoftekort) in een tumor versterkt de agressiviteit hiervan en belemmert de effectiviteit van immunotherapie. Er is op dit moment geen behandeling die zich specifiek richt op hypoxische cellen in tumoren. Onderzoekers Severine le Gac (UT) en Roland Brock (Radboudumc) gaan een slimme tumor-on-a-chip ontwikkelen die deze complexe tumorstructuren kan nabootsen, om daarmee te onderzoek te doen naar mogelijke manieren om specifiek deze hypoxische kankercellen te doden.
Een 3D hersentumor omgeving
Op dit moment is het nog niet mogelijk om de hersenstructuur in 3D na te bootsen met organ-on-a-chip technologie. Daardoor is de kennis over de interactie tussen gliomen (een type tumor) en omliggende cellen in de hersenen nog slechts rudimentair. Onderzoekers Peter Friedl (Radboudumc) en Jai Prakash (UT) willen een 3D tumor micro-omgeving voor de hersenen ontwikkelen om deze interactie te onderzoeken en zo stappen te zetten naar gerichte behandelingen.
Veerkracht meten met draagbare sensoren
Mensen die een heup breken, herstellen vaak niet optimaal. Dit leidt tot meer ziektelast voor de patiënt en kosten voor de maatschappij. De uitkomst van behandelingen zal beter zijn als artsen de individuele veerkracht (resilience) van patiënten beter kunnen voorspellen en kwantificeren. Onderzoekers René Melis (Radboudumc) en Hermie Hermens (UT) gaan een systeem ontwikkelen, gebaseerd op draagbare sensoren en slimme algoritmes, waarmee deze veerkracht gemeten kan worden en dat behandelbeslissingen kan ondersteunen.
Beter ademen bij neuromusculaire aandoeningen
Veel neuromusculaire aandoeningen, zoals bijvoorbeeld ALS, kunnen leiden tot een niet- of slechtwerkend middenrif. Daardoor hebben patiënten moeite met ademhalen. Hoewel er voor het middenrif pacemakers bestaan, vergelijkbaar met die voor het hart, zijn de mogelijkheden daarvan nog beperkt: ze zorgen voor een gelijkmatige ademhaling, maar passen zich niet aan bij een veranderende behoefte, bijvoorbeeld bij beweging. Daardoor zijn ze maar beperkt toepasbaar. Onderzoekers Peter Veltink (UT) en Baziel van Engelen (Radboudumc) gaan werken aan een nieuwe pacemaker voor het middenrif die reageert op de behoeften van de individuele patiënt, en zo bijdraagt aan meer mobiliteit en zelfstandigheid.
Het TURBO-programma is in 2017 van start gegaan en staat voor ‘Twente University RadBoudumc Opportunities’. Het sluit aan bij het TopFit-programma dat invulling geeft aan innovatieprofiel ‘Concepts for a Healthy Life’ van de regio Oost Nederland. Doel van een TURBO-subsidie is om een project voor te bereiden op het verwerven van grotere externe subsidies, zoals van nationale en Europese fondsen en bedrijven op het gebeid van gezondheidszorg en technologie. In het TechMed Magazine van juni 2018 vertellen twee wetenschappers meer over een van de winnende onderzoeken van vorig jaar: het simuleren van de bloed-brein barrière voor het ontwikkelen van gepersonaliseerde medicatie.
Tumor-on-a-chip
Hypoxie (zuurstoftekort) in een tumor versterkt de agressiviteit hiervan en belemmert de effectiviteit van immunotherapie. Er is op dit moment geen behandeling die zich specifiek richt op hypoxische cellen in tumoren. Onderzoekers Severine le Gac (UT) en Roland Brock (Radboudumc) gaan een slimme tumor-on-a-chip ontwikkelen die deze complexe tumorstructuren kan nabootsen, om daarmee te onderzoek te doen naar mogelijke manieren om specifiek deze hypoxische kankercellen te doden.
Een 3D hersentumor omgeving
Op dit moment is het nog niet mogelijk om de hersenstructuur in 3D na te bootsen met organ-on-a-chip technologie. Daardoor is de kennis over de interactie tussen gliomen (een type tumor) en omliggende cellen in de hersenen nog slechts rudimentair. Onderzoekers Peter Friedl (Radboudumc) en Jai Prakash (UT) willen een 3D tumor micro-omgeving voor de hersenen ontwikkelen om deze interactie te onderzoeken en zo stappen te zetten naar gerichte behandelingen.
Veerkracht meten met draagbare sensoren
Mensen die een heup breken, herstellen vaak niet optimaal. Dit leidt tot meer ziektelast voor de patiënt en kosten voor de maatschappij. De uitkomst van behandelingen zal beter zijn als artsen de individuele veerkracht (resilience) van patiënten beter kunnen voorspellen en kwantificeren. Onderzoekers René Melis (Radboudumc) en Hermie Hermens (UT) gaan een systeem ontwikkelen, gebaseerd op draagbare sensoren en slimme algoritmes, waarmee deze veerkracht gemeten kan worden en dat behandelbeslissingen kan ondersteunen.
Beter ademen bij neuromusculaire aandoeningen
Veel neuromusculaire aandoeningen, zoals bijvoorbeeld ALS, kunnen leiden tot een niet- of slechtwerkend middenrif. Daardoor hebben patiënten moeite met ademhalen. Hoewel er voor het middenrif pacemakers bestaan, vergelijkbaar met die voor het hart, zijn de mogelijkheden daarvan nog beperkt: ze zorgen voor een gelijkmatige ademhaling, maar passen zich niet aan bij een veranderende behoefte, bijvoorbeeld bij beweging. Daardoor zijn ze maar beperkt toepasbaar. Onderzoekers Peter Veltink (UT) en Baziel van Engelen (Radboudumc) gaan werken aan een nieuwe pacemaker voor het middenrif die reageert op de behoeften van de individuele patiënt, en zo bijdraagt aan meer mobiliteit en zelfstandigheid.
maandag 5 november 2018
Verlamde Nederlander loopt weer dankzij implantaat
Drie verlamde mannen, onder wie een Nederlander, kunnen dankzij een implantaat dat hun ruggenmergzenuw stimuleert weer enigszins lopen of hun benen bewegen. De 35-jarige Gert-Jan Oskam werd zeven jaar geleden aangereden door een auto. Door een gedeeltelijke dwarslaesie raakte hij verlamd. Dankzij Zwitserse wetenschappers, die een soort pacemaker voor de rug ontwikkelden, heeft Oskam nu weer zijn eerste stappen gezet. Hij kan nu in 6 minuten weer zo'n 80 meter lopen met behulp van krukken. De Zwitser David M'zee, die ook zeven jaar geleden verlamd raakte, kan dankzij de nieuwe uitvinding bijna een kilometer lopen.
vrijdag 2 november 2018
dinsdag 30 oktober 2018
‘Apple Watch ECG-functie ook in Europa te gebruiken’
Met de Apple Watch ECG-functie maak je hartfilmpjes via de Digital Crown van je Apple Watch. Omdat het om een medische functie gaat, moet dit eerst goedgekeurd worden door de nodige instanties voordat Apple het in landen beschikbaar kan stellen. We weten dat de ECG-app nog niet in Nederland komt. Het was lange tijd onduidelijk of het aanpassen van de regio-instellingen voldoende was om de functie alsnog te krijgen, maar daar lijkt het nu wel op. 9to5Mac ontdekte, in de code van iOS dat de regio-instelling bepaalt of de app zichtbaar is.
maandag 29 oktober 2018
Nieuwe epilepsiemelder herkent overgrote deel van ernstige nachtelijke aanvallen
Een hightech armband, ontwikkeld door wetenschappers samenwerkend in het Nederlandse ‘Tele-epilepsie Consortium’, ontdekt 85 procent van alle ernstige nachtelijke epilepsieaanvallen. Dat is een veel betere score dan elke andere nu beschikbare technologie. De betrokken onderzoekers denken dan ook dat het aantal onverwachte nachtelijke sterfgevallen bij epilepsiepatiënten kan afnemen dankzij hun armband. Ze publiceren hun resultaten deze week in het wetenschappelijke journal Neurology.
SUDEP, sudden unexpected death in epilepsy, is een belangrijke doodsoorzaak bij epilepsiepatiënten.
Bij patiënten met een verstandelijke beperking en onbehandelbare epilepsie, zo’n 10.000 van de 120.000 epilepsiepatiënten in Nederland, is de kans zelfs 20 procent dat ze ooit hieraan overlijden. Alhoewel er meerdere technieken zijn om patiënten ’s nachts te monitoren, worden veel aanvallen nu nog over het hoofd gezien.
Onderzoekers van het consortium hebben daarom een armbandje ontwikkeld, dat twee essentiële kenmerken van ernstige aanvallen herkent: een afwijkende hartslag, en schokkende bewegingen van de patiënt. Het armbandje stuurt in die gevallen draadloos een alarmsignaal aan verzorgers of verplegenden.
Het onderzoeksteam beproefde de armband, met de naam Nightwatch, bij 28 epilepsiepatiënten met een verstandelijke beperking, over gemiddeld 65 nachten per patiënt. De armband mocht alleen een alarmsignaal afgeven bij ernstige aanvallen. De patiënten werden ook gefilmd, om te controleren of er mogelijk aanvallen waren die de Nightwatch over het hoofd zag. Uit die vergelijking blijkt dat het armbandje 85 procent van alle ernstige aanvallen signaleerde, wat een bijzonder hoge score is.
Ter vergelijking werd tegelijkertijd getest met de huidige detectiestandaard, een bedsensor die reageert op trillingen. Deze signaleerde slechts 21 procent van de ernstige aanvallen. Gemiddeld bleef de bedsensor dan ook eens per 4 nachten per patiënt onterecht stil. De Nightwatch daarentegen miste gemiddeld maar eens in de 25 nachten een ernstige aanval per patiënt. Verder bleken de patiënten weinig hinder van de armband te ondervinden en ook het verzorgend personeel was positief over het gebruik ervan.
SUDEP, sudden unexpected death in epilepsy, is een belangrijke doodsoorzaak bij epilepsiepatiënten.
Bij patiënten met een verstandelijke beperking en onbehandelbare epilepsie, zo’n 10.000 van de 120.000 epilepsiepatiënten in Nederland, is de kans zelfs 20 procent dat ze ooit hieraan overlijden. Alhoewel er meerdere technieken zijn om patiënten ’s nachts te monitoren, worden veel aanvallen nu nog over het hoofd gezien.
Onderzoekers van het consortium hebben daarom een armbandje ontwikkeld, dat twee essentiële kenmerken van ernstige aanvallen herkent: een afwijkende hartslag, en schokkende bewegingen van de patiënt. Het armbandje stuurt in die gevallen draadloos een alarmsignaal aan verzorgers of verplegenden.
Het onderzoeksteam beproefde de armband, met de naam Nightwatch, bij 28 epilepsiepatiënten met een verstandelijke beperking, over gemiddeld 65 nachten per patiënt. De armband mocht alleen een alarmsignaal afgeven bij ernstige aanvallen. De patiënten werden ook gefilmd, om te controleren of er mogelijk aanvallen waren die de Nightwatch over het hoofd zag. Uit die vergelijking blijkt dat het armbandje 85 procent van alle ernstige aanvallen signaleerde, wat een bijzonder hoge score is.
Ter vergelijking werd tegelijkertijd getest met de huidige detectiestandaard, een bedsensor die reageert op trillingen. Deze signaleerde slechts 21 procent van de ernstige aanvallen. Gemiddeld bleef de bedsensor dan ook eens per 4 nachten per patiënt onterecht stil. De Nightwatch daarentegen miste gemiddeld maar eens in de 25 nachten een ernstige aanval per patiënt. Verder bleken de patiënten weinig hinder van de armband te ondervinden en ook het verzorgend personeel was positief over het gebruik ervan.
woensdag 24 oktober 2018
Belg wil fitnessdata niet delen met verzekeraar
Klanten kortingen geven wanneer ze het bedrijf data sturen die via hun fitness trackers en andere tracking toestellen zijn opgeslagen: dat is wat de verzekeraar John Hancock, een van de oudste en grootste Noord-Amerikaanse levensverzekeraars sinds kort doet. In een opinieartikel antwoordde Mark Lambrecht (SAS) nog met een 'waarom ook niet?', maar een meerderheid van de Belgen is daar blijkbaar nog niet klaar voor. Slechts 23 procent schaart zich achter het idee om data van fitnesstrackers te delen met verzekeringsbedrijven, zo leert de Unisys Security Index ons: een onderzoek onder 13.000 respondenten.
vrijdag 19 oktober 2018
Voormalig Belgische Philips-topman gaat start-up rond VR-hypnose leiden
Oncomfort haalt 1,65 miljoen euro kapitaal op en benoemt de voormalige Belgische topman van Philips als nieuwe CEO. Oncomfort legt zich toe op hypnose via virtual reality. Het bedrijf uit Waver bestaat sinds 2015 en richt zich op klinische hypnose waarmee het onder meer digitale sedatie, angst- en pijnmanagement aanbiedt. Met de opgehaalde 1,65 miljoen euro wil het bedrijf haar digitale therapieën verder uitbreiden.
donderdag 18 oktober 2018
Computermodel verklaart immuunreactie bij openhartchirurgie
Een onderzoekteam onder leiding van Peter Sloot, hoogleraar Complexe Adaptieve Systemen aan de UvA, heeft met behulp van een computermodel de mechanismen ontrafeld achter immuunreacties bij openhartchirurgie. Het team laat zien dat door middel van extra toegediende lichaamseigen enzymen, zogeheten alkalische fosfatasen, patiënten bij openhartchirurgie weer controle kunnen krijgen over hun immuunrespons. Klinisch blijkt dit tot een verrassend kortere hersteltijd te leiden en aanzienlijk hogere overlevingskans. Het onderzoek is gepubliceerd in het toonaangevende open access-tijdschrift ‘Frontiers in Immunology’.
Sinds de oorsprong van het leven op aarde zo'n 3.8 miljard jaar geleden proberen verschillende levensvormen zich op cellulair niveau te beschermen tegen indringers van buitenaf. Bij die eerste levensvormen en bij de mens van tegenwoordig worden aanvallen van bacteriën, schimmels en virussen afgeslagen door het aangeboren immuunsysteem. Door co-evolutie van het immuunsysteem en de vijandelijke indringers is in de loop van vele miljoenen jaren een uiterst complex, zeer reactief en efficiënt afweersysteem ontstaan. Er bestaan echter situaties waarin je zou willen dat het er minder reactief aan toe gaat. Bij bijvoorbeeld zware chirurgische ingrepen gaat het immuunsysteem in de overdrive door een buitengewoon heftige ontstekingsreactie te geven. Hierin speelt een specifieke groep enzymen, de alkalische fosfatasen, een verrassende rol. Zij zorgen voor het ‘ontgiften’, maar zijn er tegelijkertijd verantwoordelijk voor dat in ons lichaam barrières - zoals de darmbarrière en de bloed-hersenbarrière - goed blijven functioneren. Indien het ontgiften mislukt of de barrièrefuncties verloren gaan, treden complicaties op (in de vorm van die heftige reacties) met mogelijk desastreuze gevolgen. Sloot en zijn team hebben dit proces met behulp van een computermodel en klinisch onderzoek ontrafeld.
‘Het computermodel stelt ons in staat om voorafgaand en tijdens de operatie te voorspellen hoe de patiënt de aanval op zijn immuunsysteem zal ondergaan’, vertelt coauteur Ruud Brands, moleculair celbioloog aan de Universiteit Utrecht en president van Alloksys Life Sciences BV. ‘De behandelend cardiothoracaal chirurg kan dan proactief maatregelen nemen om de patiënt te behoeden voor verslechtering van zijn klinische conditie die ook op lange termijn louter negatief zal doorwerken. Dit is niet alleen beter voor de patiënt, maar het draagt op termijn ook bij aan een kostenbesparing in de gezondheidzorg.'
Sinds de oorsprong van het leven op aarde zo'n 3.8 miljard jaar geleden proberen verschillende levensvormen zich op cellulair niveau te beschermen tegen indringers van buitenaf. Bij die eerste levensvormen en bij de mens van tegenwoordig worden aanvallen van bacteriën, schimmels en virussen afgeslagen door het aangeboren immuunsysteem. Door co-evolutie van het immuunsysteem en de vijandelijke indringers is in de loop van vele miljoenen jaren een uiterst complex, zeer reactief en efficiënt afweersysteem ontstaan. Er bestaan echter situaties waarin je zou willen dat het er minder reactief aan toe gaat. Bij bijvoorbeeld zware chirurgische ingrepen gaat het immuunsysteem in de overdrive door een buitengewoon heftige ontstekingsreactie te geven. Hierin speelt een specifieke groep enzymen, de alkalische fosfatasen, een verrassende rol. Zij zorgen voor het ‘ontgiften’, maar zijn er tegelijkertijd verantwoordelijk voor dat in ons lichaam barrières - zoals de darmbarrière en de bloed-hersenbarrière - goed blijven functioneren. Indien het ontgiften mislukt of de barrièrefuncties verloren gaan, treden complicaties op (in de vorm van die heftige reacties) met mogelijk desastreuze gevolgen. Sloot en zijn team hebben dit proces met behulp van een computermodel en klinisch onderzoek ontrafeld.
‘Het computermodel stelt ons in staat om voorafgaand en tijdens de operatie te voorspellen hoe de patiënt de aanval op zijn immuunsysteem zal ondergaan’, vertelt coauteur Ruud Brands, moleculair celbioloog aan de Universiteit Utrecht en president van Alloksys Life Sciences BV. ‘De behandelend cardiothoracaal chirurg kan dan proactief maatregelen nemen om de patiënt te behoeden voor verslechtering van zijn klinische conditie die ook op lange termijn louter negatief zal doorwerken. Dit is niet alleen beter voor de patiënt, maar het draagt op termijn ook bij aan een kostenbesparing in de gezondheidzorg.'
woensdag 17 oktober 2018
Nederlandse health-tech startup wint Europese aanbesteding LUMC voor datamanagementsysteem
De Nederlandse health-tech startup Castor EDC, een electronic data capture-platform voor medisch onderzoek, heeft een Europese aanbesteding gewonnen bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Met het platform van Castor EDC kunnen de onderzoekers van het LUMC in een paar stappen een klinische dataverzameling voor onderzoek opstellen en uitvoeren.
Met Castor EDC kunnen onderzoekers eenvoudig onderzoeksdata verzamelen, standaardiseren en delen. Alle klinisch onderzoekers in het LUMC krijgen hiermee toegang tot het Castor EDC-platform. Het platform maakt tevens een koppeling met het Medical Intelligence platform dat door het LUMC is opgezet, waarbij data uit onder andere het EPD (HiX van Chipsoft) gebruikt kunnen worden voor klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Dankzij een koppeling van Castor EDC kunnen gepseudonimiseerde patiëntgegevens via een veilige, versleutelde verbinding, conform de HL7 FHIR-standaard, beschikbaar worden gesteld in het onderzoeksplatform ten bate van klinisch onderzoek. Hiermee besparen de onderzoekers veel tijd, omdat gegevens uit patiëntendossiers niet meer handmatig hoeven worden overgenomen.
Met Castor EDC kunnen onderzoekers eenvoudig onderzoeksdata verzamelen, standaardiseren en delen. Alle klinisch onderzoekers in het LUMC krijgen hiermee toegang tot het Castor EDC-platform. Het platform maakt tevens een koppeling met het Medical Intelligence platform dat door het LUMC is opgezet, waarbij data uit onder andere het EPD (HiX van Chipsoft) gebruikt kunnen worden voor klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Dankzij een koppeling van Castor EDC kunnen gepseudonimiseerde patiëntgegevens via een veilige, versleutelde verbinding, conform de HL7 FHIR-standaard, beschikbaar worden gesteld in het onderzoeksplatform ten bate van klinisch onderzoek. Hiermee besparen de onderzoekers veel tijd, omdat gegevens uit patiëntendossiers niet meer handmatig hoeven worden overgenomen.
Limburg doet mee aan Interreg europeproject MedTech4Europe
Begin 2017 is in het Vanguard Initiative (VI) de idee ontstaan om een nieuwe pilot rond het thema MEDTECH op te richten. Daarvoor is het Interreg europe project MedTech4Europe in het leven geroepen samen met de sterkste Europese regio’s op dit terrein.
Binnen het Zuid-Nederlandse samenwerkingsverband van het OP Zuid Programma, de daaronder liggende Smart Specialisation Strategie (RIS3) en de werkzaamheden van VI heeft Limburg zich vanuit zijn sterkte op dit thema met de Brightlands Maastricht Health Campus geëngageerd om hierop volop in te zetten. De projectaanvraag werd in mei 2018 definitief gehonoreerd door het Comité van Toezicht van Interreg europe, zodat nu effectief met de uitvoering kan worden begonnen.
Het is de bedoeling dat de RIS3 en het OP Zuid Programma in relatie tot MEDTECH, de Limburgse Brightlands campussen en de kennisuitwisseling tussen Europese partners daarover centraal staan in dit project. Onze Brightlands campussen, de onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven zullen dus ook nadrukkelijk een rol hebben in het project binnen een nog op te richten regionale stakeholdersgroep. De inhoud van het project sluit aan bij de coalitiedoelen aangaande versterking en internationalisering van de Brightlands Maastricht Health Campus. Interreg europe is een Europees subdisieprogramma op maat van de regio’s in Europa gemaakt, omdat het beïnvloeden van een beleidsinstrument centraal dient te staan, in dit geval dus OP Zuid en RIS3. Het is de bedoeling dat er aanbevelingen vanuit het project komen, die vanuit een Europese context komen, alsook best practices die invloed gaan hebben op de uiteindelijke vormgeving van het volgende OP in Zuid Nederland.
De beste MEDTECH regio’s uit Europa bundelen hun krachten in dit project. Naast Limburg en Auvergne-Rhône-Alpes (FR), zullen Steinbeis uit Baden-Württemberg (DE), Lombardije (IT), Helsinki Region (FI), Copenhagen Capital Region (DK), GAPR uit Upper Silesia (PL) en STRIA uit Hongarije als partners in het project meedraaien.
Binnen het project zullen de partners samen een analyse maken van de huidige stand van zaken rond samenwerking in de Medtech-sector, investeringen, betrokkenheid van het MKB en het niveau van specialisatie voor elke campus. Daarna worden de verbanden met de regionale besluitvorming en OP’s onder de loep genomen en daaruit worden dan aanbevelingen en leerpunten vanuit de andere regio’s gekoppeld om de beïnvloeding van het regionaal beleid voor de komende periode op dit thema te bewerkstelligen. De Provincie Limburg zal dan ook op regelmatige basis stakeholdersbijeenkomsten organiseren waarbij de campussen (Brightlands Chemelot Campus en Brightlands Maastricht Health Campus), samen met de relevante onderzoekstinstellingen (MERLIN, LINK), bedrijven en grote projecten (REGMEDXB) betrokken worden. Ook onze stakeholders kunnen op die manier binnen het project gaan snuffelen aan de ontwikkelingen in de andere Europese MEDTECH-voorbeeldregio’s.
Binnen het Zuid-Nederlandse samenwerkingsverband van het OP Zuid Programma, de daaronder liggende Smart Specialisation Strategie (RIS3) en de werkzaamheden van VI heeft Limburg zich vanuit zijn sterkte op dit thema met de Brightlands Maastricht Health Campus geëngageerd om hierop volop in te zetten. De projectaanvraag werd in mei 2018 definitief gehonoreerd door het Comité van Toezicht van Interreg europe, zodat nu effectief met de uitvoering kan worden begonnen.
Het is de bedoeling dat de RIS3 en het OP Zuid Programma in relatie tot MEDTECH, de Limburgse Brightlands campussen en de kennisuitwisseling tussen Europese partners daarover centraal staan in dit project. Onze Brightlands campussen, de onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven zullen dus ook nadrukkelijk een rol hebben in het project binnen een nog op te richten regionale stakeholdersgroep. De inhoud van het project sluit aan bij de coalitiedoelen aangaande versterking en internationalisering van de Brightlands Maastricht Health Campus. Interreg europe is een Europees subdisieprogramma op maat van de regio’s in Europa gemaakt, omdat het beïnvloeden van een beleidsinstrument centraal dient te staan, in dit geval dus OP Zuid en RIS3. Het is de bedoeling dat er aanbevelingen vanuit het project komen, die vanuit een Europese context komen, alsook best practices die invloed gaan hebben op de uiteindelijke vormgeving van het volgende OP in Zuid Nederland.
De beste MEDTECH regio’s uit Europa bundelen hun krachten in dit project. Naast Limburg en Auvergne-Rhône-Alpes (FR), zullen Steinbeis uit Baden-Württemberg (DE), Lombardije (IT), Helsinki Region (FI), Copenhagen Capital Region (DK), GAPR uit Upper Silesia (PL) en STRIA uit Hongarije als partners in het project meedraaien.
Binnen het project zullen de partners samen een analyse maken van de huidige stand van zaken rond samenwerking in de Medtech-sector, investeringen, betrokkenheid van het MKB en het niveau van specialisatie voor elke campus. Daarna worden de verbanden met de regionale besluitvorming en OP’s onder de loep genomen en daaruit worden dan aanbevelingen en leerpunten vanuit de andere regio’s gekoppeld om de beïnvloeding van het regionaal beleid voor de komende periode op dit thema te bewerkstelligen. De Provincie Limburg zal dan ook op regelmatige basis stakeholdersbijeenkomsten organiseren waarbij de campussen (Brightlands Chemelot Campus en Brightlands Maastricht Health Campus), samen met de relevante onderzoekstinstellingen (MERLIN, LINK), bedrijven en grote projecten (REGMEDXB) betrokken worden. Ook onze stakeholders kunnen op die manier binnen het project gaan snuffelen aan de ontwikkelingen in de andere Europese MEDTECH-voorbeeldregio’s.
dinsdag 16 oktober 2018
Virtuele supermarkt voor diabetici
Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam gaan een virtuele supermarkt ontwikkelen, speciaal voor mensen met diabetes type 2. Met deze toepassing kunnen gebruikers zichzelf trainen om verleidingen beter te weerstaan en zo gezondere keuzes te maken.
In een supermarkt is het vaak moeilijk gezonde keuzes te maken. Al winkelend worden consument verleid door de lekkere dingen die worden aangeboden. Voor volwassenen met diabetes is dit extra moeilijk. Ongezonde keuzes hebben bij hen een nog grotere schadelijke impact op de gezondheid.
Een team van communicatiewetenschappers en psychologen van de Universiteit van Amsterdam gaat nu samen met het VUMc aan de slag met een virtuele supermarkt speciaal voor mensen met diabetes.
In deze supermarkt kunnen mensen 'levensecht', maar in een VR-omgeving, boodschappen doen en zichzelf daarmee trainen in het maken van gezondere keuzes. Het doel is de virtuele supermarkt als app voor de mobiele telefoon aan te bieden.
Voor het ontwikkelen van de toepassing, voeren de onderzoekers momenteel een studie uit onder gezonde volwassenen, volwassenen met prediabetes en volwassenen met diabetes type 2. Daarbij kijken ze welke rol externe afleidingen (het ongezonde eten dat je in een supermarkt aangeboden krijgt, de drukte in de winkel, de achtergrond muziek) en interne afleidingen (hongergevoel op dat moment) spelen.
Uiteindelijk moet er een mobiele applicatie komen waarmee mensen zichzelf kunnen trainen om minder aandacht voor interne en externe verleidingen te krijgen en gezonde producten te kopen ook in het echte dagelijkse leven.
De toepassing van de virtuele supermarkt bouwt voort op een conceptversie die in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam gerealiseerd is. Met de doorontwikkeling wordt de ervaring verbeterd.
Diabetes Fonds en ZonMw financieren het maken van een zogenaamde Proof of Concept.
In een supermarkt is het vaak moeilijk gezonde keuzes te maken. Al winkelend worden consument verleid door de lekkere dingen die worden aangeboden. Voor volwassenen met diabetes is dit extra moeilijk. Ongezonde keuzes hebben bij hen een nog grotere schadelijke impact op de gezondheid.
Een team van communicatiewetenschappers en psychologen van de Universiteit van Amsterdam gaat nu samen met het VUMc aan de slag met een virtuele supermarkt speciaal voor mensen met diabetes.
In deze supermarkt kunnen mensen 'levensecht', maar in een VR-omgeving, boodschappen doen en zichzelf daarmee trainen in het maken van gezondere keuzes. Het doel is de virtuele supermarkt als app voor de mobiele telefoon aan te bieden.
Voor het ontwikkelen van de toepassing, voeren de onderzoekers momenteel een studie uit onder gezonde volwassenen, volwassenen met prediabetes en volwassenen met diabetes type 2. Daarbij kijken ze welke rol externe afleidingen (het ongezonde eten dat je in een supermarkt aangeboden krijgt, de drukte in de winkel, de achtergrond muziek) en interne afleidingen (hongergevoel op dat moment) spelen.
Uiteindelijk moet er een mobiele applicatie komen waarmee mensen zichzelf kunnen trainen om minder aandacht voor interne en externe verleidingen te krijgen en gezonde producten te kopen ook in het echte dagelijkse leven.
De toepassing van de virtuele supermarkt bouwt voort op een conceptversie die in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam gerealiseerd is. Met de doorontwikkeling wordt de ervaring verbeterd.
Diabetes Fonds en ZonMw financieren het maken van een zogenaamde Proof of Concept.
maandag 15 oktober 2018
Investering voor 3D-technologie van Manometric voor perfect passende braces
De Delftse startup Manometric heeft een veel snellere en nauwkeurigere manier ontwikkeld voor het aanmeten van hand- en polsbraces. De 3D-handscanner van Manometric maakt in een fractie van een seconde een zeer nauwkeurige handscan. Met behulp van hun software wordt vervolgens op basis van die scan en aanpassingen van de orthopedisch technoloog een gepersonaliseerde brace 3D geprint. Manometric ontvangt een investering van het Zuid-Hollandse vroege-fasefonds UNIIQ en Rabobank om de techniek verder te automatiseren. De investering werd bekendgemaakt door de Delftse wethouder Vollebregt in het Reinier de Graaf Gasthuis.
Elk jaar worden er in Nederland meer dan 250.000 hand- en polsbraces aangemeten, een belangrijk deel is voor patiënten met chronische aandoeningen zoals reuma en artrose. Huidige braces zijn beperkt in functionaliteit en worden vaak als oncomfortabel en lelijk ervaren. Daardoor belandt een groot deel van de braces in de kast.
3D-scanners worden al gebruikt in de orthopedie, maar huidige scanners vergen veel oefening. De patiënt moet zijn/haar hand heel stil kunnen houden – en dat is vaak lastig voor mensen met een handaandoening. Zelfs als de scan gelukt is, kost het nog vele uren om op basis daarvan een goede brace te ontwerpen. Manometric biedt als eerste een toegankelijke en snelle totaaloplossing waarbij er een nauwkeurig aansluitende brace kan worden geprint. Tegenwoordig kost het maken van een brace nog ruim vier uur arbeid, met de nieuwe productlijn van Manometric wordt dit teruggebracht tot een kwartier. Bovendien kun je je eigen kleur kiezen. Samen met medische professionals heeft Manometric de workflow van de toekomst ontwikkeld.
Samenwerking met Reinier de Graaf Gasthuis
Manometric werkt nauw samen met het Reinier de Graaf Gasthuis, waar hard gewerkt wordt aan een pilot om patiënten uit het Westland en regio Delft te helpen. Gerald Kraan, orthopeed en traumachirurg Reinier de Graaf is erg tevreden over de samenwerking en het product: “Een aantal van onze artrose patiënten heeft de brace van Manometric geprobeerd. Uit deze proef bleek dat alle patiënten de 3D-geprinte brace beter vinden zitten dan de traditionele versie. Daar zijn we natuurlijk erg blij mee en daarom willen we Manometric graag met een klinische studie verder helpen om de 3D-scan en de brace nog beter te maken”.
Robin Jones, co-founder van Manometric: “Met deze financiering kunnen we onze workflow verregaand automatiseren en daarmee de digitale standaard voor braces realiseren. We zijn erg blij met de nauwe samenwerking met het Reinier de Graaf Gasthuis zodat we de werking van onze braces klinisch kunnen valideren en direct al een impact kunnen maken in het dagelijks leven van patiënten."
De investering is mogelijk gemaakt door Rabobank Westland, Rabobank Zuid-Holland Midden en proof-of-concept fonds UNIIQ.
Manometric werd in 2017 opgericht door Robin Jones en Pieter Smakman die beiden zijn opgeleid in Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. Manometric is verbonden aan startup-incubator YES!Delft waar ze met programmeurs, orthopedisch technologen en ingenieurs werken aan de toekomst van de orthopedie.
Elk jaar worden er in Nederland meer dan 250.000 hand- en polsbraces aangemeten, een belangrijk deel is voor patiënten met chronische aandoeningen zoals reuma en artrose. Huidige braces zijn beperkt in functionaliteit en worden vaak als oncomfortabel en lelijk ervaren. Daardoor belandt een groot deel van de braces in de kast.
3D-scanners worden al gebruikt in de orthopedie, maar huidige scanners vergen veel oefening. De patiënt moet zijn/haar hand heel stil kunnen houden – en dat is vaak lastig voor mensen met een handaandoening. Zelfs als de scan gelukt is, kost het nog vele uren om op basis daarvan een goede brace te ontwerpen. Manometric biedt als eerste een toegankelijke en snelle totaaloplossing waarbij er een nauwkeurig aansluitende brace kan worden geprint. Tegenwoordig kost het maken van een brace nog ruim vier uur arbeid, met de nieuwe productlijn van Manometric wordt dit teruggebracht tot een kwartier. Bovendien kun je je eigen kleur kiezen. Samen met medische professionals heeft Manometric de workflow van de toekomst ontwikkeld.
Samenwerking met Reinier de Graaf Gasthuis
Manometric werkt nauw samen met het Reinier de Graaf Gasthuis, waar hard gewerkt wordt aan een pilot om patiënten uit het Westland en regio Delft te helpen. Gerald Kraan, orthopeed en traumachirurg Reinier de Graaf is erg tevreden over de samenwerking en het product: “Een aantal van onze artrose patiënten heeft de brace van Manometric geprobeerd. Uit deze proef bleek dat alle patiënten de 3D-geprinte brace beter vinden zitten dan de traditionele versie. Daar zijn we natuurlijk erg blij mee en daarom willen we Manometric graag met een klinische studie verder helpen om de 3D-scan en de brace nog beter te maken”.
Robin Jones, co-founder van Manometric: “Met deze financiering kunnen we onze workflow verregaand automatiseren en daarmee de digitale standaard voor braces realiseren. We zijn erg blij met de nauwe samenwerking met het Reinier de Graaf Gasthuis zodat we de werking van onze braces klinisch kunnen valideren en direct al een impact kunnen maken in het dagelijks leven van patiënten."
De investering is mogelijk gemaakt door Rabobank Westland, Rabobank Zuid-Holland Midden en proof-of-concept fonds UNIIQ.
Manometric werd in 2017 opgericht door Robin Jones en Pieter Smakman die beiden zijn opgeleid in Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. Manometric is verbonden aan startup-incubator YES!Delft waar ze met programmeurs, orthopedisch technologen en ingenieurs werken aan de toekomst van de orthopedie.
vrijdag 12 oktober 2018
AP rondt controle ziekenhuizen en zorgverzekeraars af
Alle gecontroleerde ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aangesteld. Iedereen die dat wil kan ook makkelijk contact opnemen met de FG: hun (directe) contactgegevens zijn gepubliceerd op de websites van de organisaties. Dit is de opbrengst van een controle door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) bij 91 ziekenhuizen en 33 zorgverzekeraars.
Sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) controleert de AP onder meer steekproefsgewijs of vereisten uit de privacywetgeving worden nageleefd. Zo controleerde de AP eerder overheidsorganisaties op FG’s en deed de AP een steekproef bij grote private organisaties om te onderzoeken of zij een register voor verwerkingsactiviteiten bijhouden.
Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywetgeving, de AVG. Onderdeel hiervan is dat sommige organisaties, zoals ziekenhuizen en zorgverzekeraars, een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) moeten aanstellen die binnen de organisatie toezicht houdt op naleving van de AVG.
De FG’s vervullen bij grotere zorgorganisaties een belangrijke functie om de medische gegevens van mensen te beschermen en om de privacywetgeving na te leven. De FG kan vanuit een onafhankelijke positie adviseren over hoe de privacywetgeving moet worden toegepast in zijn organisatie.
Privacy-issues moeten snel en in vertrouwen gemeld kunnen worden bij de FG. Het moet daarom voor iedereen die dat wil makkelijk zijn om contact op te nemen met de FG zonder dat daar iemand tussen zit.
Dit liet na een eerste controle bij bijna 25% van de organisaties nog te wensen over: bij 17 ziekenhuizen en 2 zorgverzekeraars trof de AP geen contactgegevens op hun website. Het is verplicht een direct telefoonnummer of e-mailadres te vermelden waarmee de FG te bereiken is. De naam van de FG is niet noodzakelijk. Van de organisaties die wel contactgegevens op hun website vermelden, vond de AP aanvankelijk bij 3 ziekenhuizen en 1 zorgverzekeraar geen direct e-mailadres of doorkiesnummer.
Sinds de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) controleert de AP onder meer steekproefsgewijs of vereisten uit de privacywetgeving worden nageleefd. Zo controleerde de AP eerder overheidsorganisaties op FG’s en deed de AP een steekproef bij grote private organisaties om te onderzoeken of zij een register voor verwerkingsactiviteiten bijhouden.
Sinds 25 mei 2018 geldt de nieuwe Europese privacywetgeving, de AVG. Onderdeel hiervan is dat sommige organisaties, zoals ziekenhuizen en zorgverzekeraars, een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) moeten aanstellen die binnen de organisatie toezicht houdt op naleving van de AVG.
De FG’s vervullen bij grotere zorgorganisaties een belangrijke functie om de medische gegevens van mensen te beschermen en om de privacywetgeving na te leven. De FG kan vanuit een onafhankelijke positie adviseren over hoe de privacywetgeving moet worden toegepast in zijn organisatie.
Privacy-issues moeten snel en in vertrouwen gemeld kunnen worden bij de FG. Het moet daarom voor iedereen die dat wil makkelijk zijn om contact op te nemen met de FG zonder dat daar iemand tussen zit.
Dit liet na een eerste controle bij bijna 25% van de organisaties nog te wensen over: bij 17 ziekenhuizen en 2 zorgverzekeraars trof de AP geen contactgegevens op hun website. Het is verplicht een direct telefoonnummer of e-mailadres te vermelden waarmee de FG te bereiken is. De naam van de FG is niet noodzakelijk. Van de organisaties die wel contactgegevens op hun website vermelden, vond de AP aanvankelijk bij 3 ziekenhuizen en 1 zorgverzekeraar geen direct e-mailadres of doorkiesnummer.
donderdag 11 oktober 2018
Belgische medische app FibriCheck goedgekeurd door Amerikaanse FDA
FDA, de Amerikaanse waakhond die controles uitvoert op medische toepassingen die de Amerikaanse markt willen betreden, heeft aan de Belgische app FibriCheck een goedkeuring toegekend.
Het is de allereerste keer dat een medische smartphone applicatie voor hartritmestoornissen door de FDA wordt goedgekeurd, beweren de Belgen.
FibriCheck maakt gebruik van de camera’s in smartphones, of de optische sensoren in slimme horloges, om hartslagen te detecteren en hieruit een hartritme af te leiden. De techniek wordt ook wel photoplethysmografie of PPG genoemd. Door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie in combinatie met medische software, kan FibriCheck een accurate analyse maken van het hartritme en informeert het de gebruiker en/of de arts over de toestand ervan.
Het hoofddoel van FibriCheck is het detecteren van voorkamerfibrillatie, een hartstoornis de kans op een beroerte met factor 5 verhoogt.
Het is de allereerste keer dat een medische smartphone applicatie voor hartritmestoornissen door de FDA wordt goedgekeurd, beweren de Belgen.
FibriCheck maakt gebruik van de camera’s in smartphones, of de optische sensoren in slimme horloges, om hartslagen te detecteren en hieruit een hartritme af te leiden. De techniek wordt ook wel photoplethysmografie of PPG genoemd. Door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie in combinatie met medische software, kan FibriCheck een accurate analyse maken van het hartritme en informeert het de gebruiker en/of de arts over de toestand ervan.
Het hoofddoel van FibriCheck is het detecteren van voorkamerfibrillatie, een hartstoornis de kans op een beroerte met factor 5 verhoogt.
woensdag 10 oktober 2018
Medisch transport via drones moet sneller en goedkoper alternatief bieden
Dagelijks gaan ze van laboratorium naar ziekenhuis en terug: bloedstalen, organen, ander lichaamsweefsel, geneesmiddelen en farmaceutische producten. Dergelijk gespecialiseerd transport heeft zijn specifieke bewaareisen, en is gebaat is bij een snelle levering. De Brusselse start-up Drone4Care wil voor beide problemen een oplossing bieden. 'Ze vergen een bijzondere behandeling, al die menselijke stalen', zegt Laurent Dollé, co-founder van Drone4Care. 'Zeker op het vlak van temperatuur kun je je geen fout permitteren, maar er zijn nog andere parameters die ook belangrijk zijn: luchtvochtigheid, schokbestendigheid, en ga zo maar door. Daarom kregen wij het idee om een box te ontwerpen die al die aspecten in de gaten houdt met datasensoren die uit het Internet of Things afkomstig zijn.'
dinsdag 9 oktober 2018
‘Glow-in-the-dark’-papier als snelle test voor infectieziekten
Eindhovense en Japanse onderzoekers presenteren een praktische en betrouwbare manier om te testen op infectieziekten. Je hebt slechts een speciaal oplichtend papierstripje nodig, een druppeltje bloed en een digitale camera, zo schrijven ze in het blad Angewandte Chemie. Dit maakt de technologie erg goedkoop en snel: na twintig minuten is duidelijk of sprake is van een besmetting. Dure en tijdrovende labmetingen in het ziekenhuis zijn hiermee onnodig. Ook in ontwikkelingslanden heeft de test veel potentie, om eenvoudig te kunnen testen op tropische ziektes.
De test toont de aanwezigheid van infectieziekten aan door naar bepaalde antilichamen te zoeken in het bloed. Deze stoffen maakt je lichaam als reactie op bijvoorbeeld virussen en bacteriën. De ontwikkeling van handzame tests voor de detectie van antilichamen staat sterk in de belangstelling, als praktisch en snel alternatief voor dure, tijdrovende labmetingen in ziekenhuizen. Ook gebruiken artsen antilichamen steeds vaker als medicijn, bijvoorbeeld bij kanker of reuma. Dus deze eenvoudige test is ook geschikt om regelmatig de dosis van zulke medicijnen te monitoren, om tijdig te kunnen corrigeren.
Dit papierstripje (sterk uitvergroot) bevat twee tests. De drie oplichtende stipjes per test geven het resultaat weer voor drie verschillende antilichamen. Je kunt dus met één test op drie verschillende ziektes of medicijnen tegelijk meten.
Het gebruik van het papieren stripje dat onderzoekers van de TU Eindhoven en het Japanse Keio University hebben ontwikkeld is een fluitje van een cent. Breng een druppeltje bloed aan op de daarvoor bestemde plek op het papier, wacht twintig minuten en draai het om. “Door een biochemische reactie geeft het papier aan de onderkant blauwgroen licht af”, zegt TU/e-hoogleraar en onderzoeksleider Maarten Merkx. “Hoe blauwer de kleur, hoe hoger de concentratie aan antilichamen.” Een digitale camera, bijvoorbeeld van een mobiele telefoon, is voldoende om de precieze kleur, en dus de uitslag, te bepalen.
De kleur ontstaat dankzij het geheime ingrediënt van de papierstrip: een zogeheten lichtgevend sensoreiwit, ontwikkeld aan de TU/e. Nadat een bloeddruppeltje op het papier komt, brengt dit eiwit een reactie op gang waarbij blauw licht ontstaat (bekend als bioluminescentie). Hierbij speelt een enzym een rol dat ook bijvoorbeeld vuurvliegjes en bepaalde vissen laat oplichten. In een tweede stap wordt het blauwe licht omgezet in groen licht. Maar hier komt de clue: als een antilichaam bindt aan het sensoreiwit blokkeert dit de tweede stap. Veel groen betekent dus weinig antilichamen, en andersom.
De test toont de aanwezigheid van infectieziekten aan door naar bepaalde antilichamen te zoeken in het bloed. Deze stoffen maakt je lichaam als reactie op bijvoorbeeld virussen en bacteriën. De ontwikkeling van handzame tests voor de detectie van antilichamen staat sterk in de belangstelling, als praktisch en snel alternatief voor dure, tijdrovende labmetingen in ziekenhuizen. Ook gebruiken artsen antilichamen steeds vaker als medicijn, bijvoorbeeld bij kanker of reuma. Dus deze eenvoudige test is ook geschikt om regelmatig de dosis van zulke medicijnen te monitoren, om tijdig te kunnen corrigeren.
Dit papierstripje (sterk uitvergroot) bevat twee tests. De drie oplichtende stipjes per test geven het resultaat weer voor drie verschillende antilichamen. Je kunt dus met één test op drie verschillende ziektes of medicijnen tegelijk meten.
Het gebruik van het papieren stripje dat onderzoekers van de TU Eindhoven en het Japanse Keio University hebben ontwikkeld is een fluitje van een cent. Breng een druppeltje bloed aan op de daarvoor bestemde plek op het papier, wacht twintig minuten en draai het om. “Door een biochemische reactie geeft het papier aan de onderkant blauwgroen licht af”, zegt TU/e-hoogleraar en onderzoeksleider Maarten Merkx. “Hoe blauwer de kleur, hoe hoger de concentratie aan antilichamen.” Een digitale camera, bijvoorbeeld van een mobiele telefoon, is voldoende om de precieze kleur, en dus de uitslag, te bepalen.
De kleur ontstaat dankzij het geheime ingrediënt van de papierstrip: een zogeheten lichtgevend sensoreiwit, ontwikkeld aan de TU/e. Nadat een bloeddruppeltje op het papier komt, brengt dit eiwit een reactie op gang waarbij blauw licht ontstaat (bekend als bioluminescentie). Hierbij speelt een enzym een rol dat ook bijvoorbeeld vuurvliegjes en bepaalde vissen laat oplichten. In een tweede stap wordt het blauwe licht omgezet in groen licht. Maar hier komt de clue: als een antilichaam bindt aan het sensoreiwit blokkeert dit de tweede stap. Veel groen betekent dus weinig antilichamen, en andersom.
maandag 8 oktober 2018
Artificiële intelligentie van VITO kan oogproblemen herkennen
VITO, de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek, doet een beroep op artificiële intelligentie om oogaandoeningen bij diabetespatiënten sneller op te sporen. En het doet een beroep op u om die AI te trainen. Het testje is vooral interessant voor diabetespatiënten, van wie één op drie ooit met oogklachten te maken krijgt. "Diabetische retinopathie begint vaak met de aantasting van de kleine bloedvaatjes in het netvlies. De eerste fase is pijnloos, maar kan daardoor onopgemerkt voorbijgaan, waardoor de ziekte uiteindelijk kan leiden tot blindheid", vertelt onderzoeker Nele Gerrits.
vrijdag 5 oktober 2018
Eerste private pre-seed investeringsfonds in healthtech een feit
Healthtech venture builder NLC lanceert met NLC Capital het allereerste private pre-seed investeringsfonds dat zal investeren in healthtech ventures. Hierdoor zullen veelbelovende zorginnovaties afkomstig van onderzoeksinstituten en bedrijven uit binnen- en buitenland de kans krijgen zich door te ontwikkelen tot nieuwe technologieën en behandelingen voor patiënten.
Op dit moment bereikt meer dan 95 procent van alle zorginnovaties nooit de patiënt. De reden is dat veel startups niet overleven, ondanks de meerwaarde die de innovaties de patiënt zullen leveren. Eerder dit jaar erkende ook minister van Medische Zorg Bruno Bruins dat het te vaak gebeurt dat goede zorgideeën blijven steken in de ontwikkelfase en niet bij de patiënt terechtkomen, mede door uitblijvende investeringen. Alhoewel het totale investeringsvolume in de zorg stijgt, zie je een verschuiving van investeringen in zorginnovaties die zich in een zogenaamde ‘pre-seed’ en ‘seed’ fase bevinden, naar investeringen in bedrijven die zich al in een veel verder gevormd stadium bevinden. Hierdoor ontstaat voor startups een structureel kapitaaltekort.
Dat Nederland een slecht functionerende kredietmarkt heeft voor startende bedrijven blijkt ook uit de afgelopen zomer gepubliceerde ranglijst voor innovatieve landen. Op het functioneren van de kredietmarkt voor bedrijven scoorden maar liefst 87 landen beter dan Nederland. NLC Capital springt nu als eerste private fonds in het gat van deze funding gap. Vanwege de oprichting door en samenwerking met healthtech venture builder NLC is het fonds in staat in deze pre-seed fase te opereren, waar andere fondsen het vaak afleggen vanwege de hoge transactiekosten van relatief kleine investeringen. Het fonds zal in het eerste kwartaal van 2019 worden gelanceerd en zal een grootte hebben van minimaal 20 miljoen euro.
Op dit moment bereikt meer dan 95 procent van alle zorginnovaties nooit de patiënt. De reden is dat veel startups niet overleven, ondanks de meerwaarde die de innovaties de patiënt zullen leveren. Eerder dit jaar erkende ook minister van Medische Zorg Bruno Bruins dat het te vaak gebeurt dat goede zorgideeën blijven steken in de ontwikkelfase en niet bij de patiënt terechtkomen, mede door uitblijvende investeringen. Alhoewel het totale investeringsvolume in de zorg stijgt, zie je een verschuiving van investeringen in zorginnovaties die zich in een zogenaamde ‘pre-seed’ en ‘seed’ fase bevinden, naar investeringen in bedrijven die zich al in een veel verder gevormd stadium bevinden. Hierdoor ontstaat voor startups een structureel kapitaaltekort.
Dat Nederland een slecht functionerende kredietmarkt heeft voor startende bedrijven blijkt ook uit de afgelopen zomer gepubliceerde ranglijst voor innovatieve landen. Op het functioneren van de kredietmarkt voor bedrijven scoorden maar liefst 87 landen beter dan Nederland. NLC Capital springt nu als eerste private fonds in het gat van deze funding gap. Vanwege de oprichting door en samenwerking met healthtech venture builder NLC is het fonds in staat in deze pre-seed fase te opereren, waar andere fondsen het vaak afleggen vanwege de hoge transactiekosten van relatief kleine investeringen. Het fonds zal in het eerste kwartaal van 2019 worden gelanceerd en zal een grootte hebben van minimaal 20 miljoen euro.
donderdag 4 oktober 2018
Exoskelet in CORPUS: techniek en het menselijk lichaam
Tijdens het Weekend van de Wetenschap, op zondag 7 oktober, tonen studenten van de TU Delft het exoskelet in CORPUS ‘reis door de mens’.
Na de ‘reis door de mens’ laten studenten van de TU Delft aan kinderen en volwassenen zien hoe ze aan de hand van techniek mensen met een dwarslaesie (verlamming) weer laten lopen. Dat gebeurt met een robotpak dat ze het exoskelet noemen. De studenten vertellen in CORPUS meer over de techniek van het robotpak en over de mens (piloot) die in het robotpak loopt. Met een exoskelet is het zelfs mogelijk om weer een trap te beklimmen. Er zijn ook 3D elementen te zien waarmee de studenten van tevoren geoefend hebben om het exoskelet te maken.
Er is een indringende rapportage te zien over de piloot in het robotpak en als speciale activiteit kunnen kinderen hun eigen exoskelet knutselen.
Na de ‘reis door de mens’ laten studenten van de TU Delft aan kinderen en volwassenen zien hoe ze aan de hand van techniek mensen met een dwarslaesie (verlamming) weer laten lopen. Dat gebeurt met een robotpak dat ze het exoskelet noemen. De studenten vertellen in CORPUS meer over de techniek van het robotpak en over de mens (piloot) die in het robotpak loopt. Met een exoskelet is het zelfs mogelijk om weer een trap te beklimmen. Er zijn ook 3D elementen te zien waarmee de studenten van tevoren geoefend hebben om het exoskelet te maken.
Er is een indringende rapportage te zien over de piloot in het robotpak en als speciale activiteit kunnen kinderen hun eigen exoskelet knutselen.