donderdag 28 februari 2019

Eerste 5G operatie in Barcelona

Het was het huzarenstukje van Mobile World Congress 2019: ’s werelds eerste 5G operatie. Chirurg Antonio Maria de Lacy gaf gisteren vanuit de Fira Gran Via met behulp van een liveverbinding instructies aan vrouwelijke collega’s in Hospital Clinic Barcelona. Dat klinkt spannender dan het was, want de patiënt werd gewoon ter plaatse in het ziekenhuis geopereerd.

De bedoeling was dan ook om aan te tonen dat doktoren op afstand kunnen assisteren via 5G bij onder meer complexe darmoperaties. De Lacy gebruikte een zogenoemde telestator om een bepaald weefsel uit te lichten.

Dat zou in de toekomst ook in landen als Afrika kunnen, vooropgesteld dat 5G daar aanwezig is. 143 miljoen operaties per jaar kunnen niet uitgevoerd worden omdat er geen experts beschikbaar zijn. Zij zouden teams op afstand kunnen aansturen.

woensdag 27 februari 2019

'Apple Watch gaat slaap monitoren'

Apple is van plan om volgend jaar een nieuwe functionaliteit toe te voegen aan de Apple Watch waarmee het mogelijk wordt om je slaap te monitoren. Het bedrijf voert al enkele maanden testen uit met de functionaliteit die slaappatronen bijhoudt. Dat meldt Bloomberg op gezag van ingewijden. Als de feature de testen met succes doorstaat, zou Apple de nieuwe functionaliteit volgend jaar willen toevoegen.

dinsdag 26 februari 2019

Consumentenbond: zware medicijnen bestellen zonder doktersrecept kinderlijk eenvoudig

De Consumentenbond roept de minister voor Medische Zorg op actiever te waarschuwen voor de gevaren van het eigenhandig bestellen van zware medicijnen. Uit onderzoek blijkt dat het nog altijd kinderlijk eenvoudig is om online receptmedicijnen te bestellen, zonder tussenkomst van een arts.

De Consumentenbond bestelde bij 12 aanbieders in binnen- en buitenland 20 receptmedicijnen zonder doktersvoorschrift, zoals antibiotica, slaap- en kalmeringsmiddelen en kankermedicijnen. Zestien medicijnen werden bezorgd, vanuit Nederland, Groot-Brittannië, Zwitserland, India en Singapore. Uit analyse van het RIVM bleek dat in bijna alle geleverde medicijnen meer of minder werkzame stof zat dan op de verpakking staat. Een kleine afwijking kan ook bij reguliere medicijnen voorkomen, maar in bepaalde antibioticumpillen zat veel te veel werkzame stof: 625 mg in plaats van 500 mg.

Sommige van de onderzochte webwinkels zijn dan ook duidelijk illegaal, en vragen betaling in cash of met cryptovaluta. Ook drukken ze de klant op het hart de naam van het bedrijf niet te gebruiken bij de bestelling.

Zorgwekkend zijn volgens de Bond de professioneel ogende websites die nauwelijks te onderscheiden zijn van legale internetapotheken. Zij ontduiken de Nederlandse regelgeving via buitenlandse artsen en apotheken. Zo kreeg een mysteryshopper na het invullen van een medische vragenlijst een antibioticakuur van een Britse apotheek, op voorschrift van een arts in Roemenië.’

Een behandelrelatie met een arts is essentieel, omdat deze kan beoordelen of een bepaald geneesmiddel geschikt is voor een patiënt en of het veilig gebruikt kan worden in combinatie met andere medicijnen.

Reinier de Graaf vergroot veiligheid en efficiëntie met track en trace op de operatiekamer


Chirurgen van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft testen als eerste ziekenhuis ter wereld radio frequency identification (RFID) technologie op de operatiekamer (OK). Met deze techniek worden medische instrumenten voorzien van een sensor (RFID tag) waardoor zij via een dashboard live te volgen zijn. Zo wordt de efficiëntie van opereren verbeterd en de patiëntveiligheid vergroot. Momenteel wordt het systeem getest bij kijkoperaties.

Het RFID-project is in nauwe samenwerking met de TU Delft, Van Straten Medical (fabrikant medische instrumenten) ontwikkeld en onder leiding van promovendus Frederique Meeuwsen van de TU Delft uitvoerig op de operatiekamer getest.

Maarten van der Elst, traumachirurg en coördinator van de onderzoeksOK: “Door samen te vernieuwen en vooruit te zien kunnen we met goede ideeën en technologieën de zorg voor patiënten beter maken. Als chirurg zijn wij gefocust op patiëntveiligheid en efficiency want operatietijd is de duurste tijd van het ziekenhuis. En de patiënt wil veiligheid boven alles. Daarom hebben we dit systeem ontwikkeld waarmee we beiden doelen kunnen realiseren. Omdat we alle instrumenten kunnen volgen, weten we zeker dat alle instrumenten die de OK ingaan er ook weer uitgaan. Het tellen verloopt door deze track en trace automatisch en dat scheelt tijd. Zo worden OK assistenten ontlast en kunnen zij zich richten op hun primaire taak; de zorg voor de patient”.
Samen innoveren

Arts en promovendus Frederique Meeuwsen van de TU Delft deed twee jaar onderzoek naar de mogelijke toepassing van de RFID-technologie op de onderzoeks-OK. Meeuwsen: “In mijn onderzoek heb ik specifiek gekeken naar het gebruik van instrumenten tijdens de operatie. Aan de hand van het gebruik van instrumenten en de combinaties hiervan kun je zien met welke fase van de operatie een chirurg bezig is. Zo kun je inschatten hoe lang de ingreep nog gaat duren en bijvoorbeeld de volgende patiënt gereed maken. Zo kunnen we de planning op de operatiekamer verbeteren. De huidige uitdagingen zitten vooral in het verder door ontwikkelen van veilige en gecertificeerde sensoren die de hoge temperaturen van het sterilisatieproces goed kunnen blijven doorstaan. Maar verder geeft deze toepassing ons veel inzichten en vormt het de sleutel voor het verder verbeteren van de kwaliteit van zorg op de OK.”

Ook fabrikant van medische instrumenten, Van Straten Medical, is nauw betrokken geweest bij het testen en ontwikkelen. “De toepassing van de RFID technologie levert ook een enorme bijdrage aan efficiënt instrumentbeheer en verduurzaming van de zorg. Door de track en trace weten we of er voldoende voorraad is en wanneer instrumenten vervangen of onderhouden moeten worden. Ons doel is om instrumenten langer te gebruiken door reparatie en revisie. Of, als ze niet meer gebruikt kunnen worden, om te smelten zodat ziekenhuisafval nieuwe grondstof wordt voor nieuwe producten. Dat levert een grote kostenbesparing op voor ziekenhuizen en het draagt bij aan onze koers om onze medische hulpmiddelen circulair te maken”; aldus Bart van Straten.

vrijdag 22 februari 2019

'Half levende vaas’ TU/e prikkelt fantasie over toekomstige kunstorganen

Een bijzondere samenwerking tussen een kunstenaar en wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven heeft geleid tot een uniek, fantasie prikkelend kunstobject: een ‘half levend vaasje’. Naar een idee van kunstenaar Hongjie Yang lieten TU/e-onderzoekers Patricia Dankers en Dan Jing Wu levende, menselijke cellen groeien op 3D-geprinte plastic mallen in de vorm van een vaasje. Het project zal vanaf 20 februari worden tentoongesteld in het wereldberoemde museum Centre Georges Pompidou in Parijs. De drie vaasjes tonen een intrigerend beeld van de huidige vooruitgang in de regeneratieve geneeskunde die op den duur moet leiden naar het met slimme materialen kweken van volledige organen. Daarnaast prikkelen ze bezoekers met het idee dat de grens tussen levende en niet-levende materialen aan het vervagen is.

Dat je menselijke cellen buiten het lichaam kunt laten leven en laten groeien is inmiddels ruim 60 jaar mogelijk. Niet dat het eenvoudig is, want in deze ‘vreemde omgeving’ gedragen cellen zich totaal anders. Echter, na decennia van onderzoek lukt het steeds beter om cellen te laten groeien op complexe driedimensionale structuren, die bijvoorbeeld met een 3D-printtechniek geproduceerd zijn. De grote belofte hiervan is om beschadigd of ziek weefsel bij patiënten te kunnen herstellen of vervangen, een tak in de wetenschap die bekend staat als de regeneratieve geneeskunde.

De drie vaasjes in dit kunstproject zijn gemaakt door TU/e-hoogleraar Patricia Dankers en promovenda Dan Jing Wu, die zich in hun onderzoek richten op de ontwikkeling van nieuwe biomaterialen om het herstel van weefsels te sturen. De cellen voor de vaasjes zijn in het lab van Dankers aan de TU Eindhoven gekweekt en blauw gekleurd, waardoor ze een ‘Delftsblauw’ uiterlijk kregen. “Het project biedt ons een unieke kans om het onderzoek wat we doen op een andere manier met het brede publiek te delen. Het laat de vooruitgang in dit onderzoeksveld zien en geeft een prikkelend beeld van de toekomst.”, aldus Dankers. “Door intelligente, responsieve materialen te ontwikkelen hopen we in de toekomst gehele organen te kunnen maken, zoals bijvoorbeeld een kloppend hart”, zegt Wu.

Het project is onderdeel van een nieuwe tentoonstelling over de vele, nieuwe vormen van kunstmatig leven in het Centre Georges Pompidou in Parijs, één van 's werelds topmusea voor moderne kunst. De tentoonstelling opent op woensdag 20 februari. Uiteindelijk zullen in het museum niet de échte vaasjes getoond worden, maar zullen er replica’s te zien zijn. ‘We denken echter dat het idee alleen al prikkelend genoeg is om bezoekers aan het denken te zetten over de ethische kant van regeneratieve geneeskunde’, aldus Dankers.

donderdag 21 februari 2019

Rabo Ventures investeert in medische AI

Rabo Ventures, het investeringsinitiatief van Rabobank, investeert in de medische Artificial Intelligence (AI) start-up Aidence. Het Nederlandse bedrijf probeert medische diagnostiek te verbeteren aan de hand van Deep Learning.

Rabo Ventures nam deel in de door Inkef Capital geleide series A-financieringsronde van 10 miljoen euro.

Andere bestaande investeerders in Aidence zijn Northzone, HenQ en Health Innovations. Daarmee bereikt de totale door Aidence opgehaalde financiering op 12,5 miljoen euro. Aidence is opgericht in 2015 en heeft naam gemaakt met medische beeldvorming op basis van de AI software Veye Chest.

Aidence Veye Chest assisteert radiologen in detectie en rapportage van longnodules op CT Thorax beelden. De technologie is al in meer dan 10 ziekenhuizen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië geïnstalleerd.

woensdag 20 februari 2019

App helpt jongeren hun medicijnen juist in te nemen

Een app waarmee chronisch zieke jongeren kunnen chatten met hun apotheker helpt hen om hun medicijnen op tijd en op de juiste manier in te nemen. Onderzoeker Richelle Kosse van de Universiteit Utrecht promoveert vandaag op therapietrouw bij tieners. “Veel jongeren zijn onverschillig over hun chronische ziekte en het gebruik van medicatie. De app heeft een aantal praktische voordelen en zorgt ervoor dat jongeren die therapie-ontrouw zijn hun medicijnen beter gaan gebruiken.”

Op woensdag 20 februari promoveert farmaceutisch onderzoeker Richelle Kosse in Utrecht op het effect van een mobiele smartphone-applicatie die speciaal is ontwikkeld om jongeren met astma te helpen bij het goed gebruiken van hun medicijnen. “Volwassenen zijn zelf verantwoordelijk voor het innemen van medicijnen. Bij jonge kinderen zorgen hun ouders daarvoor, maar jongeren moeten leren om die verantwoordelijkheid te dragen. Daarbij kunnen ze best een beetje hulp gebruiken.”

Door met de jongeren in gesprek te gaan, verkreeg Kosse nieuwe inzichten over de houding van chronisch zieke tieners ten opzichte van hun medicijnen. Ze richtte zich onder andere op jongeren tussen de 12 en 18 jaar met eczeem, ADHD of astma. “Daaruit blijkt dat de patiënten met eczeem hun hormoontherapie gemiddeld veel langer gebruiken dan eigenlijk mag. Ze zeggen: ‘Die hormoonzalf werkt tenminste’.” Uit Kosses onderzoek naar ADHD bleek verder dat jongeren hun medicijnen vaak vergeten en vinden dat ze die in het weekend niet nodig hebben. “Daarnaast weten we nu dat veel jongeren met ADHD last hebben van bijwerkingen, zoals een slechte eetlust en slaapproblemen. Hun ouders maken zich daar vaak zorgen over, maar de jongeren zelf doen dat nauwelijks”, aldus de promovenda.

dinsdag 19 februari 2019

Data-analisten ABN AMRO werken mee aan verbetering diagnostiek hart- en vaatziekten

Samen met medisch specialisten en onderzoekers van het UMC Utrecht en de Hartstichting hebben data-analisten van de bank eind januari gewerkt aan het vinden van een methode om ernstige vaataandoeningen van het hart beter op te sporen. De eerste hoopvolle resultaten zijn er.

“Na een week hard werken hebben we een mooi resultaat geboekt”, zegt Tjebbe Tauber van ABN AMRO, Hij is initiatiefnemer van deze samenwerking, die ook wel een ‘hackathon’ wordt genoemd. “Op basis van ECG- en lab-gegevens kunnen we met 88 procent zekerheid voorspellen dat er geen schade in de grote vaten bij een patiënt te zien zal zijn op een MRI- of CT-scan. Voor de kleine vaten kunnen we dit met 80 procent zekerheid. En misschien stijgen deze percentages nog wel, want de volgende stap is dat we dit model verfijnen.”

Tijdens deze hackathon werd er gewerkt met verschillende type experts, legt Tjebbe uit. “De medici en de data-analisten. Die moeten elkaar gaan begrijpen. Want een data-analist kan geen ECG lezen, maar moet daar nu wel mee aan de slag. Andersom kan voor een data-analist een bepaalde analysetechniek een logische keuze zijn, maar zijn medici daar niet bekend mee. Tijdens een hackathon breng je het beste van twee werelden samen. We kunnen we van elkaar leren en elkaar helpen. Tijdens deze week zagen we dat ook andere bedrijven in onze sector dit een mooi project vonden. We kregen bijvoorbeeld hulp van 2 data-analisten & een strateeg van het Amsterdam Data Collective, een bedrijf dat normaal gesproken vooral consultancy voor de financiële sector doet.”

maandag 18 februari 2019

De beste hartslag-apps voor je Apple Watch en iPhone

Het in de gaten houden van je hartconditie zien we steeds vaker. Apple voegt hartslagfuncties toe aan de Apple Watch en met apps op de iPhone kun je vervolgens de metingen analyseren, trends bekijken en bepalen of het zin heeft om medische hulp in te roepen. Met deze apps kun je meteen aan de slag. HeartWatch is een van de bekendste apps om je hartslagmetingen op de Apple Watch in de gaten te houden. De app geeft je vier weergaven: ontwaken, normaal, workout en slaap.

vrijdag 15 februari 2019

Amsterdams ziekenhuis gaf veel te ruime toegang tot digitale patiëntendossiers

Studenten die via een flexbureau bij het Amsterdamse ziekenhuis OLVG werkten, konden jarenlang zonder restrictie en zonder enige waarschuwing of voorlichting vooraf elektronische dossiers van patiënten inzien. De studenten hadden toegang tot persoonsgegevens, afspraken, diagnoses en soms zelfs foto's en notities van artsen. Dat schrijft de Volkskrant op basis van verhalen van drie studenten die het afgelopen jaar bij het ziekenhuis werkten. De studenten hadden op basis van hun functie geen brede toegang mogen hebben tot de gegevens. Tijdens hun aannameprocedure kregen zij geen informatie over privacyregels.

VUB werkt samen met Europese universiteiten aan een app om mensen met kanker en hun mantelzorgers thuis beter te ondersteunen

Een Europees project onder leiding van professor Joachim Cohen van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (VUB) zal de komende jaren een applicatie ontwikkelen die mensen met kanker en hun naasten moet bijstaan tijdens de ziekte. Zes Europese universiteiten werken mee aan de ontwikkeling en het uittesten van de app. Uniek is dat niet enkel de patiënt centraal staat, maar ook de mantelzorger.

Begin dit jaar werd het startschot gegeven van het grootschalige Europese DIAdIC project, waar experts uit negen onderzoeksinstellingen uit België, Denemarken, Italië, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk aan meewerken. Dit onderzoeksproject wordt geleid door VUB-professor Joachim Cohen en wil mensen met kanker en hun mantelzorgers beter ondersteunen.

Een diagnose van kanker heeft een grote impact op zowel de patiënt als op zijn of haar mantelzorger. Een goede psychosociale en educatieve ondersteuning van beiden kan de effecten van de ziekte aanzienlijk verminderen en de kwaliteit van leven van beiden verbeteren. Dit Europese project zal het nodige bewijs leveren over welke psychosociale en educatieve interventies het meest effectief zijn.

Het DIAdIC-project zal twee verschillende ondersteuningsmethoden ontwikkelen en uittesten: een gesprek met een daarvoor speciaal opgeleide professional en een applicatie die de patiënt en de mantelzorger thuis kunnen gebruiken.

dinsdag 12 februari 2019

Epilepsie heel gericht bestrijden met elektrodes op het hoofd

Epilepsie treft ongeveer 120.000 mensen in Nederland. Zo’n dertig procent van hen reageert niet op medicatie en houdt aanvallen. Voor deze groep kan elektrische breinstimulatie een oplossing zijn. DBS (diepe breinstimulatie), met elektrodes diep in de hersenen, heeft al bewezen effectief te zijn. De elektrodes moeten hierbij nauwkeurig geplaatst worden, zodat ze precies het juiste hersengebiedje prikkelen. Die nauwkeurigheid is tot heden een bottleneck voor niet-invasieve neurostimulatie, want het is nog onvoldoende bekend waar precies gestimuleerd moet worden en het is van buitenaf nog moeilijker om met de stimulatiestroom de juiste plek in de hersenen te bereiken.

De onderzoekers verwachten dat een nieuw medisch instrument van Philips de oplossing biedt voor focale aanvallen; aanvallen in een specifiek deel van de hersenen. Het gaat om een systeem met 256 elektrodes dat niet alleen hersenactiviteit meet (EEG), maar in principe ook heel gericht stroom kan aanbrengen. Projectleider en technisch onderzoeksleider Rob Mestrom van de TU Eindhoven: “Dit instrument biedt ons dus de unieke mogelijkheid om nauwkeuriger dan voorheen te zien waar precies in de hersenen een epileptische aanval plaats vindt. Vervolgens gaan we precies dat punt stimuleren en kunnen direct meten wat het effect is.” De aanpak wordt daarmee gepersonaliseerd, doordat hij is afgestemd op de metingen bij de individuele patiënt.

Het basisidee van het project, met de naam PerStim, is eenvoudig, vertelt Paul Boon, klinisch onderzoeksleider en hoogleraar van de UGent en TU Eindhoven, “Wanneer we de bron van de aanval hebben gelokaliseerd, richten we op die plek een elektrische stimulus die precies het tegenovergestelde is van de gemeten activiteit. Daardoor zou de aanval moeten ‘uitdoven’.” We gaan dit onderzoeken met zowel gelijkstroom als wisselstroom.

De eerste stap in het onderzoeksproject is de ontwikkeling van een gepersonaliseerd rekenmodel om nauwkeurig de epileptische focus te kunnen reconstrueren. Daarna gaan de onderzoekers de stimulatieparameters bepalen om de gewenste focus van de stimulatie te bereiken. Vervolgens gaan ze bekijken hoe ze het beste het effect van stimulatie kunnen meten. De resultaten worden gaandeweg toegepast in klinische testen. Voor het project worden twee promovendi en een postdoc aangesteld. Het onderzoek, met een budget van 1.9 miljoen euro, is deel van het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC), een brede onderzoekssamenwerking tussen onder meer de TU/e, Kempenhaeghe en Philips.

'Oog voor Diabetes' zoekt mensen om software te trainen

De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en De Vrije Universiteit Brussel (VUB) lanceerden maandag samen met de Diabetes Liga het online burgerwetenschapsproject 'Oog voor Diabetes'. Daarbij wordt aan gewone burgers gevraagd om de verschillen tussen scans van het netvlies aan te duiden, zodat een AI-model ervan kan leren. Het is de bedoeling dat het computermodel de symptomen van diabetische retinopathie (een aandoening die het netvlies van diabetici aantast) leert opsporen.

maandag 11 februari 2019

Via LSP gedeelde patiëntgegevens niet end-to-end versleuteld

Patiëntgegevens die via het Landelijk Schakelpunt (LSP) worden gedeeld zijn niet end-to-end versleuteld, zo heeft minister Bruins voor Medische Zorg en Sport laten weten op vragen van de PvdD en SP. Het LSP is de infrastructuur voor het uitwisselen van vertrouwelijke medische patiëntgegevens. Tijdens het Algemeen Overleg over Gegevensuitwisseling in de zorg stelde PvdD-Kamerlid Teunissen dat de data-uitwisseling tussen zorgverlener en patiënt, of zorgverleners onderling, van begin tot eind versleuteld zou moeten zijn.

3D-geprint tumormodel laat interactie met immuuncellen zien

Rond een glioblastoom, een zeer agressieve hersentumor, gaan de cellen van ons immuunsysteem de tumor niet aanvallen maar zelfs een handje helpen. Om onderzoek te kunnen doen naar de interactie van deze cellen, hebben onderzoekers van de Universiteit Twente een 3D-biogeprint minimodel van het brein ontwikkeld. Vergeleken met bestaande labmodellen, 2D-plakjes, geeft het nieuwe model resultaten die patiëntdata veel beter benaderen. Daarmee is het een goed hulpmiddel om ‘in vitro’ het effect van medicijnen te testen én het aantal dierproeven terug te dringen. Het onderzoek is gepubliceerd in ‘Advanced Materials’.

Immuuntherapie, die ons eigen immuunsysteem stimuleert om in het geweer te komen tegen kanker of andere ziekten, krijgt op dit moment veel aandacht, getuige ook de Nobelprijs voor de Geneeskunde in 2018. Toch doet dat immuunsysteem soms  precies wat je níet verwacht: immuuncellen ontwikkelen zich dan tot handlangers van een tumor. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de cellen rond een glioblastoom, een kwaadaardige hersentumor met een slechte prognose. De cellen die macrofagen heten, gaan de tumor niet aanvallen maar infiltreren, zodat de tumor zich nog beter kan verspreiden. Dankzij het nieuw ontwikkelde 3D model, niet groter dan een paar millimeter in doorsnee, is dit mechanisme beter te bestuderen dan met 2D ‘plakjes’ of met dierproeven: de resultaten laten goede overeenkomst zien met de metingen bij patiënten.

Dankzij de snelle ontwikkelingen in 3D-bioprinting, hebben de UT-onderzoekers een miniatuur breinmodel kunnen creeëren bestaand uit het tere weefsel rondom de tumor, inclusief de macrofagen. Tijdens het printen is een holte vrijgehouden voor de tumorcellen. Voor het onderzoek kan de tumor ook weer verwijderd worden, om vast te stellen wat er dan met de omliggende cellen gebeurt. Het huidige model is zeker nog geen miniatuur weergave van een werkend brein: het heeft geen zenuwcellen of bloedvaten. Dat zou het erg complex maken om de cel-interactie te bestuderen. Wel biedt de technologie de mogelijkheid om, stap voor stap, celtypen toe te voegen. In het huidige model heeft de glioblastoom een redelijk geïsoleerde positie, in werkelijkheid zal de tumor zich ‘als een octopus’ verspreiden, wat opereren vaak onmogelijk maakt.

Toch is de basis ‘tumor microenvironment’ (TME) die nu is ontwikkeld, al een waardevolle bron van informatie, benadrukt onderzoeker Marcel Heinrich: “Voor een aantal tumormarkers zien we waarden die 1000 keer hoger liggen dan we hebben kunnen meten in 2D studies. Dit benadert veel beter wat we in werkelijkheid zien.” Dit heeft duidelijk invloed op de te kiezen medicatie: in het verleden leek een medicijn al eens succesvol in proefdieren én in plakjes weefsel in het lab, maar dit werd niet bevestigd door klinische trials. Het 3D-model laat nu bijvoorbeeld zien dat een veel hogere dosering gekozen had moeten worden. Een van de grootste uitdagingen is: zijn de macrofagen weer zodanig te ‘programmeren’ dat ze hun eigenlijke functie weer oppakken, het aanvallen van tumor cellen.

De veelbelovende resultaten met een relatief eenvoudige tumor omgeving geven aan dat de techniek ook voor andere tumoren is te gebruiken. Een groot voordeel van dit 3D-model is dat er veel minder dierproeven nodig zullen zijn.

donderdag 7 februari 2019

Hoe je dementie kunt bevechten met technologie

Ondanks decennia aan onderzoek is dementie nog steeds niet te genezen. Dat wil echter niet zeggen dat er niets te doen is om de persoon veilig te houden. Je kunt de persoon of zijn of haar spullen voorzien van een GPS-tracker, maar er is veel meer mogelijk. Deze technologie bestaat om dementerenden en hun zorgverleners te helpen. Iemand met dementie heeft vaak moeite om in de gaten te houden hoe laat het is en of het dag of nacht is. Het is zelfs iets waaraan je kunt merken dat iemand in de eerste stadia van de ziekte verkeerd. Er zijn speciale klokken om de dag- en nachtcyclus aan te geven, die Day Clocks worden genoemd.

dinsdag 5 februari 2019

'Medische hulpapps niet altijd volgens richtlijn op de markt'

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft onderzoek gedaan naar apps die mensen kunnen gebruiken om hun gezondheid of leefstijl in kaart te brengen of als ondersteuning bij een ziekte. Van de 271 onderzochte apps blijkt 21 procent een medisch hulpmiddel te zijn. Bij de helft daarvan ontbreekt een benodigde CE-markering, die aangeeft dat het medische hulpmiddel voldoet aan Europese richtlijnen.

Steeds meer mensen gebruiken digitale hulpmiddelen, waaronder apps, om hun gezondheid of leefstijl in kaart te brengen, of als ondersteuning bij een ziekte. Het aanbod van dergelijke hulpmiddelen is groot en varieert van tips om te stoppen met roken, een tool om de hartslag te meten tot hulp bij psychische problemen. De meeste apps over gezondheid en lifestyle zijn gratis.

Het ministerie van VWS wil weten welke producten verkrijgbaar zijn en of deze producten volgens de voorschriften voor medische hulpmiddelen in de handel zijn gebracht. Het RIVM heeft daarom in een verkennende studie gekeken naar het aanbod in Nederland, onderzocht of de apps medische hulpmiddelen zijn, en zo ja of een CE-markering aanwezig is. Deze markering geeft aan dat een product als medisch hulpmiddel op de markt is gebracht.

Een medisch hulpmiddel is een instrument, toestel of apparaat (inclusief software) dat een fabrikant heeft ontwikkeld om een diagnose te stellen, ziekten of gebreken te voorkomen of te behandelen. Op basis van regels wordt bepaald of een product een medisch hulpmiddel is of niet. De fabrikant van een medisch hulpmiddel is verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid ervan; het toezicht ligt bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Op basis van de beperkte beschikbare informatie bleek 21 procent van de 271 onderzochte apps een medisch hulpmiddel te zijn. Bij ruim de helft van dit percentage was de benodigde CE-markering niet te vinden.

De nieuwe regelgeving voor medische hulpmiddelen, die in 2020 in werking treedt, heeft gevolgen voor de risicoclassificatie van gezondheidsapps. Daarvoor geldt een zwaardere toelatingsprocedure dan nu en is een extra goedkeuring door een externe partij, een zogenaamde notified body, nodig. Voor apps met een laag risico mogen fabrikanten zelf de toelatingsprocedure blijven uitvoeren.

maandag 4 februari 2019

Medicine Men introduceert app voor geprotocolleerde thuisbloeddrukmeting volgens nieuwe Europese hypertensie richtlijn

Op het Nationaal Hypertensie Congres heeft Medicine Men de Emma HBPM applicatie gelanceerd, ontwikkeld in samenwerking met het UMC Utrecht. In heel Nederland kan nu iedere zorgverlener snel en eenvoudig een gevalideerde en geprotocolleerde thuisweekmeting van de bloeddruk door zijn/haar patiënten laten uitvoeren.

Volgens de nieuwste Nederlandse en Europese richtlijnen is de bestaande spreekkamermeting van de huisarts niet altijd betrouwbaar genoeg voor een juiste hypertensiediagnose en het aanpassen van medicatie. Zo’n bloeddrukmeting is een momentopname. Bovendien hebben veel patiënten last van een zogenaamd “witte jasseneffect”. Geadviseerd wordt daarom om bij een verhoogde meting in de spreekkamer een 24-uursmeting of een geprotocolleerde thuismeting (HBPM) gedurende een week door de patiënt thuis te laten uitvoeren.

Bij een 24-uursmeting worden meer dan 50 metingen per dag verricht. Patiënten geven regelmatig aan dat deze metingen belastend zijn en hun nachtrust verstoren. Thuis meten van de bloeddruk geeft meer vrijheid en betrekt de patiënt bij het monitoren en behandelen van een verhoogde bloeddruk. Belangrijk nadeel van onbegeleid thuismeten is dat patiënten het meetprotocol slecht volgen, de methode fraude- en rekenfoutgevoelig is en het de zorgverleners extra werk oplevert.

Medicine Men heeft in samenwerking met het UMC Utrecht en Huisartsen Utrecht Stad een bloeddrukmeting-serviceconcept ontwikkeld. Hiermee wordt het proces van starten, begeleiden en berekenen van de resultaten door de huisartsenpraktijk gereduceerd tot het invullen van één webpagina. Daarna neemt Medicine Men de logistiek van de thuisweekmeting over. Na een succesvolle weekmeting ontvangt de huisarts automatisch een pdf-meetrapport. De aan Emma HBPM gekoppelde Microlife bloeddrukmeter bevat een gepatenteerde boezemfibrilleren-detectie (AFIB-sens). Bij een positief screening resultaat wordt ook dit op het meetrapport getoond. Zorgverleners hoeven zelf geen software of apparatuur aan te schaffen. Zij betalen alleen voor een succesvolle rapportage. Het is ook mogelijk over langere tijd zelfmonitoring en telemonitoring services te bieden aan de patiënt. Na een uitgebreide testperiode in het UMC Utrecht en meer dan 15 huisartspraktijken is Emma HBPM nu in heel Nederland beschikbaar. Inmiddels hebben de meeste zorgverzekeraars toegezegd het gebruik van Emma HBPM service te vergoeden.

vrijdag 1 februari 2019

Atos ontwikkelt digitaal platform om biomedisch onderzoek in EU te versnellen

Atos geeft leiding aan de ontwikkeling van een digitaal platform als onderdeel van het Europese onderzoeksproject FAIR4Health. Atos is verantwoordelijk voor het ontwerp, de bouw en implementatie van dit platform. Hiermee creëert zij een infrastructuur waarin wetenschappers gezondheidsgegevens in een beveiligde en gecontroleerde omgeving kunnen delen en hergebruiken. Het platform moet biomedisch onderzoek, in het bijzonder naar chronische ziekten, verbeteren en in een stroomversnelling brengen.

Het FAIR4Health-project is gebaseerd op de zogenoemde FAIR-principes (Findable, Accessible, Interoperable en Reusable). Als onderdeel hiervan wordt data mining-technologie op de gedeelde datasets ingezet met als doel  twee case studies te ontwikkelen. De eerste studie staat in het teken van het identificeren van triggers die tot ziektes kunnen leiden en patronen die in verband kunnen worden gebracht met ziektes van comorbide patiënten. Dit zijn patiënten bij wie zich twee of meer aandoeningen tegelijkertijd voordoen. De andere studie gaat het om het voorspellen van het risico dat een aandoening of ziekte zich binnen 30 dagen opnieuw voordoet bij patiënten met een complexe chronische ziekte. De resultaten van het project staan aan de basis van de toekomstige strategie van de Europese Commissie gericht op het beheer van data die worden gegenereerd door wetenschappelijk onderzoek dat wordt gefinancierd met publieke gelden.

Het project, dat wordt gecoördineerd door het Universitair Ziekenhuis Virgen del Rocío van de gezondheidsdienst in Andalusië, wordt uitgevoerd door een multidisciplinair consortium dat uit 17 partners uit 11 landen bestaat: Spanje, Portugal, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Nederland, België, Servië en Turkije. Hieronder vallen zes organisaties die zich richten op gezondheidsonderzoek, twee universiteiten die internationaal worden erkend vanwege hun expertise op het gebied van datamanagement, twee universiteiten en twee instituten met een uitgebreide ervaring op het gebied van medische informatica en vijf zakelijke partijen, waaronder Atos.