zaterdag 30 maart 2019
Data honderdduizenden patiënten in stilte naar Google verhuisd
Patiëntgegevens van honderdduizenden Nederlanders zijn in stilte verplaatst naar de cloud van Google, blijkt uit onderzoek van het AD. Ziekenhuizen zijn op de hoogte, maar patiënten weten van niks. Privacydeskundigen en politici vrezen voor de veiligheid van deze uiterst gevoelige medische data. Tweede Kamerleden zijn bezorgd, D66 en de SP willen uitleg van het kabinet. D66-Kamerlid Kees Verhoeven: 'De schimmige onbekendheid is verontrustend.'
vrijdag 29 maart 2019
ECG app Apple ook in Nederland
Vanaf vandaag is de ECG-app voor Apple Watch Series 4 voor Nederlandse consumenten beschikbaar. Dat betekent dat gebruikers op hun pols een elektrocardiogram kunnen maken en hun hartritme kunnen meten wanneer ze symptomen ervaren zoals een snelle of onregelmatige hartslag. Op die manier kunnen ze artsen van belangrijke gegevens voorzien.
Deze mogelijkheid is nu beschikbaar in negentien Europese landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
In de VS heeft Apple jarenlang met de Food and Drug Administration (FDA) samengewerkt voor een De Novo-classificatie voor de ECG-app.
Deze mogelijkheid is nu beschikbaar in negentien Europese landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
In de VS heeft Apple jarenlang met de Food and Drug Administration (FDA) samengewerkt voor een De Novo-classificatie voor de ECG-app.
donderdag 28 maart 2019
Een computer kan een bril voorschrijven
Robert Wisse, oogarts en onderzoeker van het UMC Utrecht, presenteerde op het NOG Congres de resultaten van een klinische studie naar de werking van de online applicatie van Easee. Het onderzoek bevestigt de nauwkeurigheid van de online oogmeting in vergelijking met de traditionele meetmethoden. De digitalisering van het leveren van oogzorg biedt daarmee kansen om de gezondheidszorg betaalbaar en toegankelijk te houden.
De wetenschappelijke validatie heeft een grote maatschappelijke impact. Wereldwijd hebben miljarden mensen een bril of contactlenzen nodig. Een kwalitatieve oogmeting kan voortaan van huis uit worden gedaan. Dat bespaart veel tijd en geld en vergroot bovendien de toegankelijkheid. Daarnaast is volgens een berekening van Easee is bij implementatie van de applicatie in de zorg een landelijke besparing van 25 miljoen euro per jaar mogelijk voor de maatschappij op de behandeling van staar patiënten. “Daar komt bij dat de wachttijden worden verkort voor het uitvoeren van een staaroperatie door efficiëntere inzet van oogartsen”, aldus Yves Prevoo, Founder en CEO van Easee.
Niet eerder werd er zo uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van een online oogmeeting. Het UMC Utrecht heeft dan ook de ambitie om de online oogmeting in het elektronische patiëntendossier te integreren. Zo kunnen patiënten in de toekomst na een operatie op afstand gemonitord worden.
Het UMC Utrecht verrichtte een onderzoek naar de nauwkeurigheid van de oogmeting en deze tonen aan dat de online applicatie van Easee gelijkwaardig is aan de ‘gouden standaard’. De meting presteert uitstekend bij milde myopen tot -3D. Onderzoekers hebben de visus- en refractie afwijking van 100 gezonde proefpersonen (18-40 jaar) gemeten via de online applicatie van Easee en vergeleken deze uitkomsten met de traditionele oogmeting uitgevoerd door een optometrist.
De wetenschappelijke validatie heeft een grote maatschappelijke impact. Wereldwijd hebben miljarden mensen een bril of contactlenzen nodig. Een kwalitatieve oogmeting kan voortaan van huis uit worden gedaan. Dat bespaart veel tijd en geld en vergroot bovendien de toegankelijkheid. Daarnaast is volgens een berekening van Easee is bij implementatie van de applicatie in de zorg een landelijke besparing van 25 miljoen euro per jaar mogelijk voor de maatschappij op de behandeling van staar patiënten. “Daar komt bij dat de wachttijden worden verkort voor het uitvoeren van een staaroperatie door efficiëntere inzet van oogartsen”, aldus Yves Prevoo, Founder en CEO van Easee.
Niet eerder werd er zo uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van een online oogmeeting. Het UMC Utrecht heeft dan ook de ambitie om de online oogmeting in het elektronische patiëntendossier te integreren. Zo kunnen patiënten in de toekomst na een operatie op afstand gemonitord worden.
Het UMC Utrecht verrichtte een onderzoek naar de nauwkeurigheid van de oogmeting en deze tonen aan dat de online applicatie van Easee gelijkwaardig is aan de ‘gouden standaard’. De meting presteert uitstekend bij milde myopen tot -3D. Onderzoekers hebben de visus- en refractie afwijking van 100 gezonde proefpersonen (18-40 jaar) gemeten via de online applicatie van Easee en vergeleken deze uitkomsten met de traditionele oogmeting uitgevoerd door een optometrist.
woensdag 27 maart 2019
Behandeling hoogtevrees mogelijk zonder therapeut dankzij virtual reality
Onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en Universiteit Twente, onder leiding van VU-onderzoeker Tara Donker, ontwikkelden ZeroPhobia. Een behandeling die wordt geleverd via een smartphone app en een eenvoudige VR-bril. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift JAMA Psychiatry.
Zo’n twee tot vijf procent van de Nederlandse bevolking leidt aan hoogtevrees. Door gebruik van de app ZeroPhobia, welke is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (CGT), kunnen de symptomen van hoogtevrees sterk worden verminderd, blijkt uit het onderzoek. VU-onderzoeker Tara Donker: “We kunnen nu CGT voor fobieën aanbieden zonder tussenkomst van een therapeut, maar gewoon met de smartphone van de patiënt en een VR-bril die nog geen 10 euro kost.”
Het belangrijkste element van CGT om fobieën zoals hoogtevrees te behandelen is ‘blootstelling’. Donker: “Patiënten worden in de VR-omgeving geleidelijk blootgesteld aan situaties die zij eng vinden. In het geval van hoogtevrees staan ze bijvoorbeeld op een hoog gebouw of balkon. Op die manier leren ze stapje voor stapje omgaan met hun angst. Omdat ze weten dat de VR-omgeving niet echt is, zijn ze sneller bereid met hun angst aan de slag te gaan. En omdat ZeroPhobia volledig geanimeerd en gamified is kunnen ze het zelfs leuk vinden om te volgen. Nu we hebben geleerd hoe we hoogtevrees effectief kunnen behandelen, kunnen we gaan werken aan de ontwikkeling behandelingen voor andere angsten zoals vliegangst, spinnenangst en claustrofobie.”
Het feit dat de therapie zo laagdrempelig en veilig kan worden aangeboden, opent deuren voor mensen die kampen met de negatieve effecten van hun fobie, maar niet naar een specialist kunnen of willen stappen. Donker: “Je kan met ZeroPhobia werken zonder dat je ervoor de deur uit hoeft of afspraken met een behandelaar moet maken. Daarmee komt behandeling binnen bereik van een veel grotere groep mensen en dat is ons doel. We wisten al dat VR erg effectief kan zijn voor de behandeling van fobieën. Het spannende van ZeroPhobia is dat we laten zien dat we een complete en effectieve VR behandeling kunnen aanbieden die volledig zelfstandig kan worden doorlopen en zonder dat daarvoor dure apparatuur nodig is. Ik denk dat ZeroPhobia laat zien dat stand-alone toepassingen kunnen bijdragen aan het betaalbaar houden van onze gezondheidszorg en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van onze zorgsystemen.”
Zo’n twee tot vijf procent van de Nederlandse bevolking leidt aan hoogtevrees. Door gebruik van de app ZeroPhobia, welke is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (CGT), kunnen de symptomen van hoogtevrees sterk worden verminderd, blijkt uit het onderzoek. VU-onderzoeker Tara Donker: “We kunnen nu CGT voor fobieën aanbieden zonder tussenkomst van een therapeut, maar gewoon met de smartphone van de patiënt en een VR-bril die nog geen 10 euro kost.”
Het belangrijkste element van CGT om fobieën zoals hoogtevrees te behandelen is ‘blootstelling’. Donker: “Patiënten worden in de VR-omgeving geleidelijk blootgesteld aan situaties die zij eng vinden. In het geval van hoogtevrees staan ze bijvoorbeeld op een hoog gebouw of balkon. Op die manier leren ze stapje voor stapje omgaan met hun angst. Omdat ze weten dat de VR-omgeving niet echt is, zijn ze sneller bereid met hun angst aan de slag te gaan. En omdat ZeroPhobia volledig geanimeerd en gamified is kunnen ze het zelfs leuk vinden om te volgen. Nu we hebben geleerd hoe we hoogtevrees effectief kunnen behandelen, kunnen we gaan werken aan de ontwikkeling behandelingen voor andere angsten zoals vliegangst, spinnenangst en claustrofobie.”
Het feit dat de therapie zo laagdrempelig en veilig kan worden aangeboden, opent deuren voor mensen die kampen met de negatieve effecten van hun fobie, maar niet naar een specialist kunnen of willen stappen. Donker: “Je kan met ZeroPhobia werken zonder dat je ervoor de deur uit hoeft of afspraken met een behandelaar moet maken. Daarmee komt behandeling binnen bereik van een veel grotere groep mensen en dat is ons doel. We wisten al dat VR erg effectief kan zijn voor de behandeling van fobieën. Het spannende van ZeroPhobia is dat we laten zien dat we een complete en effectieve VR behandeling kunnen aanbieden die volledig zelfstandig kan worden doorlopen en zonder dat daarvoor dure apparatuur nodig is. Ik denk dat ZeroPhobia laat zien dat stand-alone toepassingen kunnen bijdragen aan het betaalbaar houden van onze gezondheidszorg en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van onze zorgsystemen.”
maandag 25 maart 2019
Robotarm in OK voorkomt tientallen amputaties
Door het gebruik van een robotarm in een speciale OK in het Diakonesssenhuis in Utrecht, zijn het afgelopen half jaar enkele tientallen amputaties van voeten en onderbenen voorkomen.
Met de robotarm kan de chirurg héél precies, met ingebouwde röntgenapparatuur, tijdens de operatie in het lichaam van de patiënt kijken. Daarmee worden ook verstoppingen in hele kleine bloedvaatjes beter zichtbaar en goed behandelbaar.
“Hierdoor hebben we dan ook zeker al enkele tientallen amputaties weten te voorkomen”, aldus vaatchirurg Mattijs de Vries van het Diakonessenhuis. “Dan gaat het vooral om mensen met ernstige vernauwingen en verstoppingen in de onderbenen, dikwijls diabetespatiënten.”
De hybride OK wordt inmiddels ook gebruikt voor operaties van aneurysma’s. Dit zijn uitstulpingen of verwijdingen van een slagader die makkelijk kunnen scheuren, met vaak dodelijke afloop. De grote precisie waarmee deze aandoening in een hybride OK kan worden geopereerd, brengt de patiënt in een nieuw tijdperk.
Voorheen betekende zo’n aneurysma in de buurt van hart, longen of buik meestal een zeer ingrijpende operatie. Met deze nieuwe apparatuur kan zo’n ingreep vaak via de liesslagader uitgevoerd worden en is een ‘open’ operatie via een grote snee in de buik niet meer noodzakelijk. Hierdoor nemen ook de risico’s van zo’n operatie af en herstelt de patiënt sneller.
Ook bij het verwijderen van grote nierstenen blijkt de hybride OK grote voordelen te bieden. Opereren is makkelijker en het resultaat is beter.
De robot (ARTIS Pheno) is een door Siemens Healthineers doorontwikkelde robotarm zoals die al langer in de auto-industrie wordt gebruikt. De robotarm is aangepast voor medisch toepassingen en de snelheid is naar beneden bijgesteld. Door de mechanische gewrichten van de robotarm en zijn grote flexibiliteit kan de patiënt van alle kanten optimaal bereikt worden voor 2D en 3D beeldvorming. Ook wordt er veel minder röntgenstraling gebruikt dan in de oude situatie. Daar profiteren zowel de patiënt als ook het operatieteam van.
Met de robotarm kan de chirurg héél precies, met ingebouwde röntgenapparatuur, tijdens de operatie in het lichaam van de patiënt kijken. Daarmee worden ook verstoppingen in hele kleine bloedvaatjes beter zichtbaar en goed behandelbaar.
“Hierdoor hebben we dan ook zeker al enkele tientallen amputaties weten te voorkomen”, aldus vaatchirurg Mattijs de Vries van het Diakonessenhuis. “Dan gaat het vooral om mensen met ernstige vernauwingen en verstoppingen in de onderbenen, dikwijls diabetespatiënten.”
De hybride OK wordt inmiddels ook gebruikt voor operaties van aneurysma’s. Dit zijn uitstulpingen of verwijdingen van een slagader die makkelijk kunnen scheuren, met vaak dodelijke afloop. De grote precisie waarmee deze aandoening in een hybride OK kan worden geopereerd, brengt de patiënt in een nieuw tijdperk.
Voorheen betekende zo’n aneurysma in de buurt van hart, longen of buik meestal een zeer ingrijpende operatie. Met deze nieuwe apparatuur kan zo’n ingreep vaak via de liesslagader uitgevoerd worden en is een ‘open’ operatie via een grote snee in de buik niet meer noodzakelijk. Hierdoor nemen ook de risico’s van zo’n operatie af en herstelt de patiënt sneller.
Ook bij het verwijderen van grote nierstenen blijkt de hybride OK grote voordelen te bieden. Opereren is makkelijker en het resultaat is beter.
De robot (ARTIS Pheno) is een door Siemens Healthineers doorontwikkelde robotarm zoals die al langer in de auto-industrie wordt gebruikt. De robotarm is aangepast voor medisch toepassingen en de snelheid is naar beneden bijgesteld. Door de mechanische gewrichten van de robotarm en zijn grote flexibiliteit kan de patiënt van alle kanten optimaal bereikt worden voor 2D en 3D beeldvorming. Ook wordt er veel minder röntgenstraling gebruikt dan in de oude situatie. Daar profiteren zowel de patiënt als ook het operatieteam van.
woensdag 20 maart 2019
Nieuw publiek-privaat AI-onderzoekslab voor medische beeldherkenning
UvA-hoogleraren Cees Snoek en Marcel Worring starten samen met onderzoekers van het Inception Institute of Artificial Intelligence Ltd. uit de Verenigde Arabische Emiraten een nieuw publiek-privaat onderzoekslab. In het nieuwe AIM Lab gaan ze zich richten op de inzet van kunstmatige intelligentie voor medische beeldherkenning. Het lab wordt onderdeel van ICAI, het nationale Innovatie Centrum voor AI, op Amsterdam Science Park.
De medische praktijk vereist steeds meer interpretatie van digitale beelden. Menselijke experts zijn duur, foutgevoelig en worden moe. Recente ontwikkelingen in de beeldherkenning, met name door ‘deep learning’, hebben laten zien dat computers meer informatie uit afbeeldingen kunnen halen en door hun toegenomen nauwkeurigheid soms al betrouwbaarder zijn dan mensen. De beeldherkenning heeft zich echter met name geconcentreerd op alledaagse afbeeldingen zoals te vinden op Instagram en YouTube.
Cees Snoek, een van de wetenschappelijke directeuren van het AIM Lab: ‘Het aanpassen en verder ontwikkelen van de beeldherkenning aan de karakteristieken van medische beelden is een belangrijke uitdaging voor het AIM Lab. Vanuit een technisch perspectief zal gewerkt worden aan fundamentele en relatief algemene AI-modellen en algoritmen die kunnen worden toegepast op specifieke ziekten’.
In het lab zullen zeven promovendi de komende vijf jaar gaan werken aan projecten die onder andere streven naar snellere diagnose van Alzheimer, het modelleren van hartbewegingen en het genereren van automatische rapportages op basis van röntgenbeelden.
Het AIM Lab is het zevende lab dat deel uitmaakt van ICAI. Het afgelopen jaar werden al AIRlab Amsterdam (gezamenlijk industrie-lab met Ahold Delhaize), het Nationaal Politielab (samenwerking UvA, Universiteit Utrecht en de Nationale Politie) en Elsevier AI Lab (samenwerking UvA, Vrije Universiteit en Elsevier) opgericht.
De medische praktijk vereist steeds meer interpretatie van digitale beelden. Menselijke experts zijn duur, foutgevoelig en worden moe. Recente ontwikkelingen in de beeldherkenning, met name door ‘deep learning’, hebben laten zien dat computers meer informatie uit afbeeldingen kunnen halen en door hun toegenomen nauwkeurigheid soms al betrouwbaarder zijn dan mensen. De beeldherkenning heeft zich echter met name geconcentreerd op alledaagse afbeeldingen zoals te vinden op Instagram en YouTube.
Cees Snoek, een van de wetenschappelijke directeuren van het AIM Lab: ‘Het aanpassen en verder ontwikkelen van de beeldherkenning aan de karakteristieken van medische beelden is een belangrijke uitdaging voor het AIM Lab. Vanuit een technisch perspectief zal gewerkt worden aan fundamentele en relatief algemene AI-modellen en algoritmen die kunnen worden toegepast op specifieke ziekten’.
In het lab zullen zeven promovendi de komende vijf jaar gaan werken aan projecten die onder andere streven naar snellere diagnose van Alzheimer, het modelleren van hartbewegingen en het genereren van automatische rapportages op basis van röntgenbeelden.
Het AIM Lab is het zevende lab dat deel uitmaakt van ICAI. Het afgelopen jaar werden al AIRlab Amsterdam (gezamenlijk industrie-lab met Ahold Delhaize), het Nationaal Politielab (samenwerking UvA, Universiteit Utrecht en de Nationale Politie) en Elsevier AI Lab (samenwerking UvA, Vrije Universiteit en Elsevier) opgericht.
dinsdag 19 maart 2019
'Pas online gezondheidsinformatie aan persoonlijke voorkeuren aan'
In de afgelopen jaren is het aantal en gebruik van gezondheidswebsites enorm gegroeid. UvA promovendus Minh Hao Nguyen onderzocht de rol van deze websites voor specifiek oudere patiënten met kanker. Goede informatie kan de betrokkenheid bij gezondheid en zorg vergroten, helpen bij besluitvorming, angst verminderen en kwaliteit van leven verbeteren. Hoe kunnen we online gezondheidsinformatie voor patiënten met kanker daarvoor optimaliseren?
Door visuele/auditieve en cognitieve achteruitgang, beperkte computerervaring en gezondheidswebsites die niet afgestemd zijn op persoonlijke voorkeuren, kunnen oudere patiënten minder gemotiveerd en bekwaam zijn in het gebruik van online gezondheidsinformatie en het risico lopen minder goed met hun zorgverleners te communiceren. Zo kunnen ze zich minder goed voorbereiden op medische consulten en stellen daardoor bijvoorbeeld minder vragen of onthouden minder informatie.
In haar promotieonderzoek stond Minh Hao Nguyen stil bij de vraag hoe we online gezondheidsinformatie voor oudere patiënten met kanker kunnen verbeteren zodat een goede communicatie met zorgverleners wordt ondersteund. Door de eerder genoemde visuele/auditieve en cognitieve achteruitgang kunnen oudere van jongere volwassenen verschillen wat betreft hun voorkeuren voor het presentatieformat van online informatie.
Nguyen onderzocht of het zou helpen het presentatieformat van websites op maat te maken en gebruikers zelf tekstuele, visuele en audiovisuele voorkeuren te laten instellen: zijn patiënten dan meer tevreden over websites, voelen zij zich beter voorbereid, neemt hun angst af, kunnen ze betere vragen stellen en zien we hierin verschillen bij jongere en oudere patiënten?
Nguyen onderzocht de impact van gezondheidswebsites met behulp van twee experimentele studies onder jongere en oudere volwassenen en twee veldstudies onder jongere en oudere patiënten met kanker. In totaal namen ruim 1200 mensen deel aan deze studies. Een deel van de respondenten kreeg een website op maat te zien waarop zij het presentatieformat naar eigen voorkeur konden aanpassen. De overige respondenten kregen een standaard website te zien.
Door visuele/auditieve en cognitieve achteruitgang, beperkte computerervaring en gezondheidswebsites die niet afgestemd zijn op persoonlijke voorkeuren, kunnen oudere patiënten minder gemotiveerd en bekwaam zijn in het gebruik van online gezondheidsinformatie en het risico lopen minder goed met hun zorgverleners te communiceren. Zo kunnen ze zich minder goed voorbereiden op medische consulten en stellen daardoor bijvoorbeeld minder vragen of onthouden minder informatie.
In haar promotieonderzoek stond Minh Hao Nguyen stil bij de vraag hoe we online gezondheidsinformatie voor oudere patiënten met kanker kunnen verbeteren zodat een goede communicatie met zorgverleners wordt ondersteund. Door de eerder genoemde visuele/auditieve en cognitieve achteruitgang kunnen oudere van jongere volwassenen verschillen wat betreft hun voorkeuren voor het presentatieformat van online informatie.
Nguyen onderzocht of het zou helpen het presentatieformat van websites op maat te maken en gebruikers zelf tekstuele, visuele en audiovisuele voorkeuren te laten instellen: zijn patiënten dan meer tevreden over websites, voelen zij zich beter voorbereid, neemt hun angst af, kunnen ze betere vragen stellen en zien we hierin verschillen bij jongere en oudere patiënten?
Nguyen onderzocht de impact van gezondheidswebsites met behulp van twee experimentele studies onder jongere en oudere volwassenen en twee veldstudies onder jongere en oudere patiënten met kanker. In totaal namen ruim 1200 mensen deel aan deze studies. Een deel van de respondenten kreeg een website op maat te zien waarop zij het presentatieformat naar eigen voorkeur konden aanpassen. De overige respondenten kregen een standaard website te zien.
maandag 18 maart 2019
Mobiel meten breinsignalen bij bewegingsstoornissen
De mobiliteitsproblemen bij Parkinson, MS of Huntington, zijn voor iedere patiënt weer anders. Wil je meten wat er in het brein gebeurt bij een bewegingsstoring, dan kun je dat alleen doen als de patiënt mobiel is. De Universiteit Twente en Radboud Universiteit gaan daarom, samen met enkele ondernemingen, een mobiel meetsysteem ontwikkelen voor onder meer het meten van EEG en de hersendoorbloeding. De metingen leiden dan tot een gepersonaliseerde strategie om de bewegingsstoring te compenseren.
Motorische storingen bij ziekten als Parkinson, zijn op zichzelf al erg ontwrichtend. Maar ze kunnen ook nog weer leiden tot een serie van complicaties door bijvoorbeeld valpartijen. Een voorbeeld is ‘freezing of gait’ (FOG), waarbij de loopbeweging van het ene op het andere moment blokkeert. Er zijn technieken - zogenaamde cueing - om deze storing te compenseren, bijvoorbeeld met lasers op de schoenen of het aanbieden van een ritmisch signaal, maar die krijgen nu nog geen signaal van het brein wanneer ze nodig zijn: ze hebben geen voorspellende gaven.
Een beter beeld ontstaat met metingen van EEG en doorbloeding, gekoppeld aan bijvoorbeeld detectie van balansproblemen. Maar het heeft geen zin om die metingen liggend of zittend te doen in het ziekenhuis, de patiënt moet juist mobiel zijn en de tests moeten mogelijk zijn in verschillende omgevingen – vertrouwd of juist onbekend. De projectpartners gaan daarom een mobiel meetsysteem ontwikkelen dat een persoonlijke diagnose mogelijk maakt en vervolgens een op maat gemaakte strategie ontwikkelt om de bewegingsstoring te compenseren.
Dit systeem gaat gebruikmaken van mobiele EEG-metingen, en ook van de techniek functional near-infrared spectroscopy (fNRIS) die met licht de doorbloeding van het brein kan meten en een waardevolle aanvulling levert op de EEG signalen. Daarnaast gaat het systeem data verzamelen via een smartphone of andere ‘wearables’. Al deze gegevens samen, verwerkt door slimme algoritmen, leveren een beeld op dat de basis is voor een persoonlijk advies of een gerichte ‘cueing’ actie die de storing compenseert en nare gevolgen voorkomt.
Motorische storingen bij ziekten als Parkinson, zijn op zichzelf al erg ontwrichtend. Maar ze kunnen ook nog weer leiden tot een serie van complicaties door bijvoorbeeld valpartijen. Een voorbeeld is ‘freezing of gait’ (FOG), waarbij de loopbeweging van het ene op het andere moment blokkeert. Er zijn technieken - zogenaamde cueing - om deze storing te compenseren, bijvoorbeeld met lasers op de schoenen of het aanbieden van een ritmisch signaal, maar die krijgen nu nog geen signaal van het brein wanneer ze nodig zijn: ze hebben geen voorspellende gaven.
Een beter beeld ontstaat met metingen van EEG en doorbloeding, gekoppeld aan bijvoorbeeld detectie van balansproblemen. Maar het heeft geen zin om die metingen liggend of zittend te doen in het ziekenhuis, de patiënt moet juist mobiel zijn en de tests moeten mogelijk zijn in verschillende omgevingen – vertrouwd of juist onbekend. De projectpartners gaan daarom een mobiel meetsysteem ontwikkelen dat een persoonlijke diagnose mogelijk maakt en vervolgens een op maat gemaakte strategie ontwikkelt om de bewegingsstoring te compenseren.
Dit systeem gaat gebruikmaken van mobiele EEG-metingen, en ook van de techniek functional near-infrared spectroscopy (fNRIS) die met licht de doorbloeding van het brein kan meten en een waardevolle aanvulling levert op de EEG signalen. Daarnaast gaat het systeem data verzamelen via een smartphone of andere ‘wearables’. Al deze gegevens samen, verwerkt door slimme algoritmen, leveren een beeld op dat de basis is voor een persoonlijk advies of een gerichte ‘cueing’ actie die de storing compenseert en nare gevolgen voorkomt.
zondag 17 maart 2019
'Apple Watch voorspelt hartproblemen met 84 procent nauwkeurigheid’
Uit een grootschalige studie van Stanford University blijkt dat de Apple Watch erg goed in staat is om hartproblemen te detecteren. Van de 419.093 deelnemers aan het onderzoek van Stanford zochten 2.000 mensen medische hulp. Dit bleek in 84 procent van de gevallen terecht. DDe artsen die eraan meewerkten zijn positief over de studie, maar ook over het feit dat de Apple Watch een nuttige bron van informatie is bij de diagnose.
vrijdag 15 maart 2019
Holografische 3D-coach helpt bij gezond leven
Een 3D-hologramprojectie van een coach die je helpt met fysiek en mentaal welzijn. DesignLab werkte in de afgelopen maanden aan het ontwerp en de hardware van een prototype-HoloProjector voor virtuele coaches, samen met onderzoekers Hermie Hermens, Dennis Reidsma en programmamanager Monique Tabak van Universiteit Twente. De software komt van projectpartners uit het Europese Council of Coaches, dat de kijk op coaching wil veranderen. Op maandag 11 maart onthulden studenten het prototype bij DesignLab.
De HoloProjector heeft wat weg van een piramidevormig aquarium. De kern bevat een hologram, een 3D-illusie. Waar een hologram vaak dient ter vermaak, kent dit ontwerp een serieuze toepassing. “De HoloProjector is een showcase voor virtuele toepassingen, en bovendien een mogelijkheid om het effect te bestuderen van innovatieve coaching via hologramtechniek,” aldus Hermie Hermens, hoogleraar en boegbeeld van het onderzoeksprogramma Personalized eHealth Technology van Universiteit Twente.
Opdrachtgever voor het project - Council of Coaches - onderzoekt hoe het meerdere virtuele coaches kan inzetten voor persoonlijke adviezen over gezond leven en welzijn. De HoloProjector kan één van deze coaches tonen, of de groep coaches die onderling in discussie gaan. De gebruiker kan eromheen lopen, en naar verschillende standpunten van de coaches luisteren. Via knoppen, geluiden en diverse interfaces gaan mensen interactie met hun ‘holo-coaches’ aan.
De HoloProjector heeft wat weg van een piramidevormig aquarium. De kern bevat een hologram, een 3D-illusie. Waar een hologram vaak dient ter vermaak, kent dit ontwerp een serieuze toepassing. “De HoloProjector is een showcase voor virtuele toepassingen, en bovendien een mogelijkheid om het effect te bestuderen van innovatieve coaching via hologramtechniek,” aldus Hermie Hermens, hoogleraar en boegbeeld van het onderzoeksprogramma Personalized eHealth Technology van Universiteit Twente.
Opdrachtgever voor het project - Council of Coaches - onderzoekt hoe het meerdere virtuele coaches kan inzetten voor persoonlijke adviezen over gezond leven en welzijn. De HoloProjector kan één van deze coaches tonen, of de groep coaches die onderling in discussie gaan. De gebruiker kan eromheen lopen, en naar verschillende standpunten van de coaches luisteren. Via knoppen, geluiden en diverse interfaces gaan mensen interactie met hun ‘holo-coaches’ aan.
donderdag 14 maart 2019
Zorgveld start met Twiin voor uitwisseling van medische gegevens
De uitwisseling van medische gegevens kan sneller en veiliger. Het programma Twiin zorgt ervoor dat gegevens zoals röntgenfoto’s eenvoudiger gedeeld kunnen worden tussen zorgverleners en met patiënten. Tijdens het jaarlijkse evenement Zorg&ICT in Utrecht maken acht partijen hun gezamenlijke deelname aan het Twiin-project bekend. De partijen willen zorginformatie over de grenzen van zorginstellingen en regio’s heen digitaal met elkaar kunnen delen.
Nu komt het nog regelmatig voor dat een patiënt een USB-stick of DVD meekrijgt met daarop de eigen röntgenbeelden. Taxi’s en koeriers rijden heen en weer tussen zorginstellingen om DVD’s op tijd bij andere zorginstellingen af te leveren. Medische gegevens van patiënten zijn binnen zorginstellingen digitaal beschikbaar, echter de betrokken ICT-systemen van verschillende leveranciers communiceren onvoldoende met elkaar. Zo kunnen twee verschillende ziekenhuizen hun interne elektronische patiëntendossier volledig op orde hebben, maar heeft de specialist uit het ene ziekenhuis geen inzage in gegevens van andere ziekenhuizen, waardoor geen integraal overzicht van de patiënt in de tijd beschikbaar is.
Dit zorgt voor onnodige vertraging, onderzoeken die dubbel worden gedaan en kostbare tijd van medewerkers die via handmatige acties toegang proberen te krijgen tot medische gegevens elders. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden. Het overtypen van dossiers is foutgevoelig, waardoor patiënten bijvoorbeeld verkeerde medicatie voorgeschreven krijgen. Daarnaast raken medische gegevens via DVD en fax soms zoek, wat tot onveilige situaties leidt.
Acht samenwerkende partijen gaan daar binnen het programma Twiin verandering in aan brengen. Beheerders van digitale infrastructuren, regionale netwerken, beroepsverenigingen in de zorg en brancheverenigingen zetten hier samen de schouders onder.
Patiëntenfederatie Nederland kijkt kritisch mee om de belangen van de patiënt zeker te stellen en te zorgen dat er pas gegevens worden uitgewisseld als er toestemming is. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zal het eerste deel van het programma financieren. De eerste reacties van ICT-leveranciers zijn positief en zij geven aan dat dit programma nodig is om gezamenlijk medische gegevens eenvoudig en veilig te kunnen uitwisselen tussen zorgverleners en met de patiënt.
Nu komt het nog regelmatig voor dat een patiënt een USB-stick of DVD meekrijgt met daarop de eigen röntgenbeelden. Taxi’s en koeriers rijden heen en weer tussen zorginstellingen om DVD’s op tijd bij andere zorginstellingen af te leveren. Medische gegevens van patiënten zijn binnen zorginstellingen digitaal beschikbaar, echter de betrokken ICT-systemen van verschillende leveranciers communiceren onvoldoende met elkaar. Zo kunnen twee verschillende ziekenhuizen hun interne elektronische patiëntendossier volledig op orde hebben, maar heeft de specialist uit het ene ziekenhuis geen inzage in gegevens van andere ziekenhuizen, waardoor geen integraal overzicht van de patiënt in de tijd beschikbaar is.
Dit zorgt voor onnodige vertraging, onderzoeken die dubbel worden gedaan en kostbare tijd van medewerkers die via handmatige acties toegang proberen te krijgen tot medische gegevens elders. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden. Het overtypen van dossiers is foutgevoelig, waardoor patiënten bijvoorbeeld verkeerde medicatie voorgeschreven krijgen. Daarnaast raken medische gegevens via DVD en fax soms zoek, wat tot onveilige situaties leidt.
Acht samenwerkende partijen gaan daar binnen het programma Twiin verandering in aan brengen. Beheerders van digitale infrastructuren, regionale netwerken, beroepsverenigingen in de zorg en brancheverenigingen zetten hier samen de schouders onder.
Patiëntenfederatie Nederland kijkt kritisch mee om de belangen van de patiënt zeker te stellen en te zorgen dat er pas gegevens worden uitgewisseld als er toestemming is. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) zal het eerste deel van het programma financieren. De eerste reacties van ICT-leveranciers zijn positief en zij geven aan dat dit programma nodig is om gezamenlijk medische gegevens eenvoudig en veilig te kunnen uitwisselen tussen zorgverleners en met de patiënt.
woensdag 13 maart 2019
Iedereen zijn persoonlijke gezondheidsomgeving
Minister Bruno Bruins (Medische Zorg) heeft een regeling aangekondigd, waarmee het voor iedere Nederlander mogelijk is om de komende jaren kosteloos gebruik te maken van een digitale persoonlijke gezondheidsomgeving. Hiermee kun je als patiënt zelf bepalen of en met welke zorgverleners je jouw medische gegevens deelt.
Een PGO is een digitaal hulpmiddel, bijvoorbeeld een website of app, waarmee je toegang hebt tot je eigen gezondheidsgegevens. Met een PGO krijgen patiënten meer regie over de eigen gezondheidsgegevens. In een gezondheidsomgeving kan iedereen dus straks de gegevens zien die bijvoorbeeld jouw huisarts, apotheek en ziekenhuis over jou hebben verzameld. Daarnaast bieden de PGO’s allerlei mogelijkheden tot ondersteuning van een gezonde leefstijl, zoals bijvoorbeeld het thuis meten en vastleggen van je hartslag.
De gebruikersregeling is een tijdelijke financieringsregeling voor de leveranciers van de persoonlijke gezondheidsomgeving. De gebruikersregeling is geen subsidie, iedere leverancier kan zich inschrijven en er zit geen limiet aan het aantal gebruikers. De leveranciers dienen te voldoen aan het MedMij-label waardoor gezondheidsgegevens veilig uitgewisseld kunnen worden.
Binnenkort maakt de Patiëntenfederatie een PGO-keuzehulp beschikbaar, die mensen kan helpen bij het kiezen van de PGO die het beste bij hun wensen en gezondheidssituatie past. De eerste regeling loopt van 1 oktober 2019 tot eind 2020.
Een PGO is een digitaal hulpmiddel, bijvoorbeeld een website of app, waarmee je toegang hebt tot je eigen gezondheidsgegevens. Met een PGO krijgen patiënten meer regie over de eigen gezondheidsgegevens. In een gezondheidsomgeving kan iedereen dus straks de gegevens zien die bijvoorbeeld jouw huisarts, apotheek en ziekenhuis over jou hebben verzameld. Daarnaast bieden de PGO’s allerlei mogelijkheden tot ondersteuning van een gezonde leefstijl, zoals bijvoorbeeld het thuis meten en vastleggen van je hartslag.
De gebruikersregeling is een tijdelijke financieringsregeling voor de leveranciers van de persoonlijke gezondheidsomgeving. De gebruikersregeling is geen subsidie, iedere leverancier kan zich inschrijven en er zit geen limiet aan het aantal gebruikers. De leveranciers dienen te voldoen aan het MedMij-label waardoor gezondheidsgegevens veilig uitgewisseld kunnen worden.
Binnenkort maakt de Patiëntenfederatie een PGO-keuzehulp beschikbaar, die mensen kan helpen bij het kiezen van de PGO die het beste bij hun wensen en gezondheidssituatie past. De eerste regeling loopt van 1 oktober 2019 tot eind 2020.
maandag 11 maart 2019
Kliniek betaalt ransomware voor ontsleutelen patiëntgegevens
Een Amerikaanse chirurgische kliniek heeft cybercriminelen zo'n 15.000 dollar betaald voor het ontsleutelen van patiëntgegevens die door ransomware waren versleuteld. Bij de aanval werden namen en mogelijk ook rijbewijsnummers, social security nummers en gevoelige gezondheidsgegevens van patiënten versleuteld. 'We kwamen snel tot de conclusie dat de gezondheid en het welzijn van onze patiënten het belangrijkst was, en toen we betaalden ontvingen we een decryptiesleutel waarmee we de data konden ontsleutelen.'
zondag 10 maart 2019
Videorobot vertelt patiënt dat hij gaat sterven
Een patiënt in de Verenigde Staten heeft van een robot te horen gekregen dat hij ging sterven. Of toch van een robot met videoverbinding met een dokter. De familie van de man spreekt van een ‘extreem frustrerende situatie’. De 78-jarige Ernest Quintana lag in het Kaiser Permanente Medical Center in Fremont, Californië, toen een dokter hem deze week heel slecht nieuws kwam brengen. Indirect, via een robot voorzien van een scherm met videoverbinding. Ernest had maximaal nog een paar dagen te leven, kreeg hij te horen.
dinsdag 5 maart 2019
LED-lampje reset op hol geslagen hart automatisch
Onderzoekers van het LUMC en de TU Delft hebben een manier gevonden om een op hol geslagen hart automatisch te resetten met een geïmplanteerd LED-lampje. In het wetenschappelijke tijdschrift Science Translational Medicine beschrijven ze hoe hun bio-elektronische defibrillator werkt in het laboratorium. Het kan de eerste stap zijn naar een pijnvrije behandeling voor patiënten met boezemfibrilleren.
Het systeem dat de onderzoeksgroep ontwikkelde, detecteert de ritmestoornis in de boezem van een rattenhart en stuurt vervolgens een signaal naar een LED-lampje aangebracht in de buurt van het hart. “De lichtflits van dit lampje zorgt vervolgens dat het hart zélf een elektrisch stroompje opwekt om de ritmestoornis te stoppen. Dit is mogelijk gemaakt door bepaalde lichtgevoelige eiwitten met gentherapie in het hart aan te brengen. Het hart komt hierdoor direct en automatisch weer in het goede ritme”, zegt onderzoeksleider Daniël Pijnappels van de afdeling Hartziekten van het LUMC.
René Poelma, onderzoeker bij de afdeling Microelectronics van de TU Delft, is tweede auteur van het artikel in Science Translational Medicine. Samen met professor Kouchi Zhang ontwikkelde hij het implanteerbare LED-lampje. “Om de hartspier weer in beweging te brengen heb je o.a. een hoge lichtintensiteit nodig van de juiste golflengte, maar er is weinig ruimte in het lichaam. Daarom hebben we een geminiaturiseerd LED-lampje ontwikkeld, dat eenmaal ingebracht, het licht met voldoende intensiteit kan verspreiden over een relatief groot oppervlak”, legt hij uit. Het onderzoek is een mooi voorbeeld van hoe medische en technologische kennis en samenwerking gecombineerd kan leiden tot innovatie.
Dit is volgens de onderzoekers een mogelijk grote verbetering ten opzichte van de huidige wijze waarop boezemfibrilleren direct kan worden gestopt. Boezemfibrilleren is de meeste voorkomende hartritmestoornis. De huidige behandeling, ook wel cardioversie genoemd, is gebaseerd op het toedienen van een elektrische schok die, vanwege de pijn, onder narcose in het ziekenhuis moet plaatsvinden. Voor veel patiënten is dit de enige behandeling om boezemfibrilleren direct te stoppen, omdat medicijnen of een operatie niet succesvol zijn.
Pijnappels: “De bio-elektronische defibrillator kan boezemfibrilleren stoppen zonder een elektrische schok. Op die manier kan het hart op elk moment en volledig automatisch worden gereset. We verwachten dat deze behandeling van boezemfibrilleren zowel de kwaliteit van leven als de prognose van de patiënt zou kunnen verbeteren.” De onderzoekers benadrukken dat er nog veel onderzoek nodig is voordat hier een behandeling uit voortkomt die geschikt is voor patiënten. Echter, dat de mogelijkheid kan bestaan is volgens de onderzoekers nu aangetoond.
maandag 4 maart 2019
Nieuw waterdicht systeem voor medicatiebereiding
Het Diakonessenhuis in Utrecht heeft een nieuw waterdicht systeem, waarmee verpleegkundigen veilig medicijnen kunnen bereiden. Bij die bereiding wordt elke stap door het scannen van QR-codes op ingrediënten automatisch gecontroleerd en vastgelegd. Het Diakonessenhuis is een van de eerste ziekenhuizen in Nederland die dit systeem op deze schaal toepast.
Het nieuwe ‘Voor-Toediening-Gereed-Maken-systeem’ is geïntegreerd met het patiëntendossier (HiX). Daarmee controleert het systeem ook of de juiste patiënt de juiste medicatie krijgt. Het is daardoor veel veiliger en maakt in de meeste gevallen de dubbele menselijke routinecontroles bij het bereiden overbodig.
Op dit moment bereiden verpleegkundigen medicijnen volgens instructies uit het ‘Handboek Parenteralia’. Om fouten zoveel mogelijk uit te sluiten, werkt de bereider samen met een collega die alles controleert. Omdat er hierbij veel fout kan gaan, is dit systeem kwetsbaar, volgens ziekenhuisapothekers Jurjen Lagas en Emile Kuck, van het Diakonessenhuis.
Met het nieuwe systeem krijgt de bereider stap-voor-stap instructies. Alleen als alles goed is gegaan, komt er na de bereiding een etiket uit met een barcode, dat weer op de infuuszak of spuit met het medicijn gaat. De verpleegkundige scant aan het bed van die patiënt deze barcode en het polsbandje van de patiënt.
Als er ergens ook maar iets niet klopt wordt dit direct zichtbaar. De extra menselijke routinecontrole wordt daarmee deels overgenomen door het nieuwe systeem. Alleen bij instellen van een pompstand blijft deze gehandhaafd. Ook wordt op deze manier elke handeling bij het bereiden en elk verstrekt medicijn automatisch in HiX geregistreerd, waardoor er geen fouten meer in de registratie kunnen sluipen.
Hoewel het nieuwe systeem de kans op fouten tijdens de bereiding vrijwel uitsluit en menselijke controle grotendeels overbodig maakt, moet wel elke stap in het systeem worden vastgelegd. Dat gebeurt door scannen van de bar- of QR-codes op alle ingrediënten. “Ik verwacht niet dat dit, zeker in het begin, sneller zal gaan”, legt Jurjen Lagas uit. “Maar het is wel een stuk veiliger.”
Het nieuwe ‘Voor-Toediening-Gereed-Maken-systeem’ is geïntegreerd met het patiëntendossier (HiX). Daarmee controleert het systeem ook of de juiste patiënt de juiste medicatie krijgt. Het is daardoor veel veiliger en maakt in de meeste gevallen de dubbele menselijke routinecontroles bij het bereiden overbodig.
Op dit moment bereiden verpleegkundigen medicijnen volgens instructies uit het ‘Handboek Parenteralia’. Om fouten zoveel mogelijk uit te sluiten, werkt de bereider samen met een collega die alles controleert. Omdat er hierbij veel fout kan gaan, is dit systeem kwetsbaar, volgens ziekenhuisapothekers Jurjen Lagas en Emile Kuck, van het Diakonessenhuis.
Met het nieuwe systeem krijgt de bereider stap-voor-stap instructies. Alleen als alles goed is gegaan, komt er na de bereiding een etiket uit met een barcode, dat weer op de infuuszak of spuit met het medicijn gaat. De verpleegkundige scant aan het bed van die patiënt deze barcode en het polsbandje van de patiënt.
Als er ergens ook maar iets niet klopt wordt dit direct zichtbaar. De extra menselijke routinecontrole wordt daarmee deels overgenomen door het nieuwe systeem. Alleen bij instellen van een pompstand blijft deze gehandhaafd. Ook wordt op deze manier elke handeling bij het bereiden en elk verstrekt medicijn automatisch in HiX geregistreerd, waardoor er geen fouten meer in de registratie kunnen sluipen.
Hoewel het nieuwe systeem de kans op fouten tijdens de bereiding vrijwel uitsluit en menselijke controle grotendeels overbodig maakt, moet wel elke stap in het systeem worden vastgelegd. Dat gebeurt door scannen van de bar- of QR-codes op alle ingrediënten. “Ik verwacht niet dat dit, zeker in het begin, sneller zal gaan”, legt Jurjen Lagas uit. “Maar het is wel een stuk veiliger.”
zaterdag 2 maart 2019
Microsoft beëindigt ondersteuning Microsoft Band-wearable
Op 31 mei worden de apps en diensten rondom de Microsoft Band stopgezet. Gebruikers kunnen daarna de (gezondheids)band nog maar in beperkte mate gebruiken en na een reset is het apparaat geheel onbruikbaar. Microsoft geeft gebruikers wel hun geld terug, onder bepaalde voorwaarden. Volgens Microsoft kunnen gebruikers na de stop nog wel hun gezondheidsinformatie, lichamelijke activiteiten en slaap in kaart brengen en ook nog alarmen zetten.
vrijdag 1 maart 2019
Steeds meer Nederlanders appen met medisch deskundige voor advies
Het aantal mensen dat per app, telefoon en mail advies vraagt aan medisch deskundigen is het afgelopen jaar met 19 procent gestegen naar ruim 40.000. Hierbij was de grootste stijging (38 procent) te zien in het aantal mensen dat per appdienst een medische vraag wilde bespreken. Dit blijkt uit gegevens van Medicinfo.
Deze stijging loopt parallel aan de groei van het aantal mensen dat online op zoek gaat naar medisch advies, zoals het CBS eerder dit jaar al bekend maakte. Hoewel Dokter Google 24/7 bereikbaar is, leidt het online zoeken juist vaak tot meer ongerustheid en nieuwe vragen en wordt er geen rekening gehouden met iemands persoonlijke situatie. Steeds meer mensen hebben daardoor de behoefte aan betrouwbaar en persoonlijk medisch advies op afstand.
De belangrijkste redenen om contact te zoeken met een medisch deskundige op afstand zijn het wegnemen van twijfel over een bezoek aan de huisarts, snel geruststelling krijgen over een kwaal en de laagdrempeligheid en persoonlijke benadering van de diensten. In 27% van de gevallen was het geven van informatie door een medische deskundige voldoende om de persoon te helpen, in 19% van de gevallen kon een persoonlijk advies worden gegeven hoe iemand zelf de klacht kon oplossen.
De meeste vragen bij de medische helpdesk van Medicinfo komen inmiddels binnen per app (50 procent) en telefoon (48 procent), slechts 2 procent van de vragen komt per mail binnen. De meeste vragen per app komen binnen in de avonduren, het weekend en tijdens de vakantieperiodes vanuit het buitenland.
Jongeren geven duidelijk de voorkeur aan het gebruik van de appdiensten: meer dan de helft van de gebruikers van deze diensten is jonger dan 30 jaar. Bij mensen boven de 40 jaar is vooral de telefoonlijn populair: 55 procent van de vragen die gesteld worden per telefoon komt van mensen uit deze leeftijdsgroep. Toch komt ook bijna 20 procent van de telefonische vragen van jongeren onder de 20 jaar, zij geven aan dat de anonimiteit van de diensten de belangrijkste reden is dat ze er gebruik van maken. Ruim twee derde van alle vragen komt van vrouwen. Zij vragen echter niet alleen advies voor zichzelf maar het valt op dat zij in veel gevallen contact opnemen voor familieleden.
Deze stijging loopt parallel aan de groei van het aantal mensen dat online op zoek gaat naar medisch advies, zoals het CBS eerder dit jaar al bekend maakte. Hoewel Dokter Google 24/7 bereikbaar is, leidt het online zoeken juist vaak tot meer ongerustheid en nieuwe vragen en wordt er geen rekening gehouden met iemands persoonlijke situatie. Steeds meer mensen hebben daardoor de behoefte aan betrouwbaar en persoonlijk medisch advies op afstand.
De belangrijkste redenen om contact te zoeken met een medisch deskundige op afstand zijn het wegnemen van twijfel over een bezoek aan de huisarts, snel geruststelling krijgen over een kwaal en de laagdrempeligheid en persoonlijke benadering van de diensten. In 27% van de gevallen was het geven van informatie door een medische deskundige voldoende om de persoon te helpen, in 19% van de gevallen kon een persoonlijk advies worden gegeven hoe iemand zelf de klacht kon oplossen.
De meeste vragen bij de medische helpdesk van Medicinfo komen inmiddels binnen per app (50 procent) en telefoon (48 procent), slechts 2 procent van de vragen komt per mail binnen. De meeste vragen per app komen binnen in de avonduren, het weekend en tijdens de vakantieperiodes vanuit het buitenland.
Jongeren geven duidelijk de voorkeur aan het gebruik van de appdiensten: meer dan de helft van de gebruikers van deze diensten is jonger dan 30 jaar. Bij mensen boven de 40 jaar is vooral de telefoonlijn populair: 55 procent van de vragen die gesteld worden per telefoon komt van mensen uit deze leeftijdsgroep. Toch komt ook bijna 20 procent van de telefonische vragen van jongeren onder de 20 jaar, zij geven aan dat de anonimiteit van de diensten de belangrijkste reden is dat ze er gebruik van maken. Ruim twee derde van alle vragen komt van vrouwen. Zij vragen echter niet alleen advies voor zichzelf maar het valt op dat zij in veel gevallen contact opnemen voor familieleden.