woensdag 24 juli 2019

Implantaten uit de 3D-printer laten Utrechtse patiënt weer lopen

Dankzij een op maat gemaakt rugimplantaat van het UMC Utrecht, kan neurofibromatosepatiënt Rick Duwel weer lopen. De 3D-printer, die tot op de millimeter nauwkeurig hulpmiddelen en implantaten kan afdrukken, is bezig aan een enorme opmars in de zorg. ‘3D-printen is bezig met een opmars in de zorg’, zegt Thomas Maal, hoogleraar 3D-technologie in de gezondheidszorg aan het Radboudumc in Nijmegen en niet bij het onderzoek betrokken. Delen van de onderkaak, chirurgische hulpmiddelen, hartkleppen, heupkommen, ontbrekende stukjes schedel, maar ook botimplantaten waarop mensen van wie het been is geamputeerd hun beenprothese kunnen klikken, komen uit de printer.'

dinsdag 23 juli 2019

Amerikaanse zorgverzekeraar komt met app die diagnoses stelt

De Amerikaanse zorgverzekeraar Anthem komt met een app die diagnoses stelt op basis van symptomen en andere gezondheidsinformatie die gebruikers invoeren. De app heet CareSpree en biedt allerlei opties. Zo kunnen gebruikers via de app een videoafspraak met een arts maken. Ook is het mogelijk om fysieke afspraken met een arts en het laten maken van röntgenfoto's en MRI-scans in te plannen en vervolgens het verschuldigde bedrag via de smartphone te betalen. Anthem heeft met tien zorgverleners afspraken over de app gemaakt.

PvdA wil opheldering over gebruik Nederlandse patiëntendata

De PvdA heeft minister De Jonge van Volksgezondheid en minister Ollongren van Binnenlandse Zaken vragen gesteld over het gebruik van Nederlandse patiëntengegevens door een Amerikaans bedrijf. Aanleiding is een artikel van NRC dat het Amerikaanse bedrijf Epic, dat software levert voor het beheer van patiëntendossiers, toegang tot geanonimiseerde patiëntendata heeft. Elf grote Nederlandse ziekenhuizen werken met de software van Epic. PvdA-leden Ploumen en Kerstens willen nu bevestiging van de ministers of Epic inderdaad toegang tot geanonimiseerde patiëntendata heeft en hoe lang de bewindslieden dit al weten. Tevens vragen Ploumen en Kerstens of er andere softwareontwikkelaars zijn die ook toegang tot de data van patiënten hebben.

maandag 22 juli 2019

Kracht van 'organ-on-a-chip'

Vanuit de Top Sector Life Sciences & Health krijgen zeven projecten een subsidie voor een ‘showcase’ die de mogelijkheden van een organ-on-a-chip laat zien. Bij drie daarvan is de Universiteit Twente betrokken: het eye-on-a-chip project, een chip om uitzaaiingen te bestuderen en een chip voor verbeterde behandeling van hart- en vaatziekten.

Een organ-on-a-chip is een vloeistofsysteem met microkanalen, met daarin een reservoir voor levend celmateriaal. Het mini-orgaan krijgt voeding vanuit de kanalen, zodat de levensechte situatie wordt nagebootst. Op die manier wordt mogelijk om de reactie van het celmateriaal te testen, op bijvoorbeeld medicatie, te testen. De Universiteit Twente heeft, in het MESA+ Instituut en het TechMed Centre, veel ervaring opgebouwd met lab-on-a-chip en organ-on-a-chip systemen en maakt ook deel uit van het instituut ‘human Organ and Disease Model Technologies’ (hDMT).

EYE-ON-A-CHIP
Doel van het 'PLURIMACULA'-project is om een organ-on-chip model te maken van het buitenste weefsel van het netvlies.

Achtttien miljoen mensen in Europa lijden aan verlies van gezichtsvermorgen of zelfs blindheid door leeftijdafhankelijke macula-degeneratie. Wereldwijd groeit dit aantal in 2020 naar 196 miljoen, is de verwachting, waarbij de jaarlijkse kosten voor de zorg naar schatting 284 miljard bedragen. Nieuwe preventieve en curatieve behandelingen zijn hard nodig. Goede kennis van de ziekte, via modellen, is essentieel.

Bij leeftijdgebonden maculadegeneratie wordt vooral de buitenste grens van het netvlies aangetast. Het gezichtsvermogen gaat achteruit, te beginnen met de binnenste cirkel van het oog. Het weefsel van het netvlies bestaat uit cellen van verschillende typen, in verschillende lagen en verbonden door bloedvaten. De onderzoekers gaan organ-on-a-chip technologie toepassen om de complexe en gevoelige structuur van het weefsel na te bootsen in een labmodel. Door menselijke stamcellen van de patiënt toe te passen, wordt de behandeling ook nog eens gepersonaliseerd. Aan het eind van het project, met een looptijd van anderhalf jaar, verwachten de onderzoekers een eerste prototype van het organ-on-a-chip te hebben, hebben ze in detail bestudeerd of het de ziekteprocessen op een accurate manier weergeeft, en verschillende remedies uitgeprobeerd.

Het project brengt een consortium samen van technische wetenschappers, stamcelbiologen, genetici en artsen van de Universiteit Twente, LUMC en Radboudumc. Zij gaan ook samenwerken met Boehringer Ingelheim, een onderzoeksgedreven farmaceutisch bedrijf dat werkt met menselijk materiaal, niet met proefdieren. Het project wordt daarom ook ondersteund door de Nederlandse organisatie ‘Proefdiervrij’.

HEART-ON-CHIP
De partners in dit project gaan een hart-op-een chip screening platform ontwikkelen om nieuwe medicijnen te kunnen identificeren die het risico op hart- en vaatziekten, door het enzym lipoproteïne lipase te activeren.

Hart- en vaatziekten zijn de nummer één doodsoorzaak in de wereld, met 17,9 miljoen sterfgevallen per jaar. Mensen met een verhoogd risico, worden nu vooral behandeld met cholesterolverlagende medicijnen zoals statines. Een aanzienlijk percentage blijft onbehandelbaar.

Lipoproteine lipase (LPL) speelt een sleutelron in de stofwisseling en heeft  recent veel aandacht gekregen als nieuwe ‘druggable target’ voor het terugdringen van het ziekterisico. Op de identificatie van LPL-activerende kleine moleculen wordt nog in spanning gewacht. Het vinden van de juiste stof is ingewikkeld doordat er overspraak is tussen de endotheelcellen en het metabolisch actieve weefsel. Om die reden wordt een microfluidische chip ontwikkeld die het 3D hartweefsel in contact brengt met een monolaag van endotheelcellen, op basis van menselijke stamcellen, waarmee een vloeistofkanaal is 'bekleed'.

Als het heart-on-a-chip model werkt, dan kunnen grote bibliotheken van verschillende LPL-kandidaten getest worden die kunnen dienen als medicijn tegen CVD.
In dit project werkt de Universiteit Twente samen met het LUMC en River Biomedics.

CHIP-ME
Hoe verspreidt een tumor zich eigenlijk? De onderzoekers willen een antwoord vinden op deze vraag door de communicatie van een tumor, met andere organen, te onderzoeken. Met 10 miljoen sterfgevallen in 2018, blijft kanker, zeker als het gepaard gaat met uitzaaiingen, een van de grootste doodsoorzaken. Hoe tumors zich verspreiden is nog steeds niet goed bekend, en dit bemoeilijkt ook het onderzoek naar en de behandeling van kanker. Veel onderzoek heeft zich gericht op de vorming van een tumor en de omzetting die daarbij plaatsvindt, maar mechanische modellen die de groei van kankercellen en hun verspreiding beschrijven, ontbreken nog.

CHIP-ME wil daarom een modulair en veelzijdig multi-orgaanplatform ontwikkelen, dat gebruikt maakt van microkanalen en gevasculariseerde mini-organen, om te onderzoeken hoe bijvoorbeeld een borsttumor de interactie aangaat met een uitzaaiing in botweefsel. CHIP-ME gaat eerst verschillende typen mini-organen kweken, die vervolgens voorzien van doorbloeding, zodat er orgaan-specifieke modules ontstaan. Vervolgens gaat het onderzoek vooral over de circulatie tussen de organen die de communicatie van de modules op gang brengt.

Weten we meer over deze mechanismen, dan is gerichter behandeling mogelijk, maar ook ‘overbehandeling’ terug te dringen. Het kijken naar de circulatie en communicatie is nieuw; daarmee is de multi-orgaan benadering naar verwachting de start van een heel nieuwe generatie van organ-on-a-chip systemen, voor klinische en industriële toepassingen, voor prognose en het evaluaren van de efficientie van therapie.

zaterdag 20 juli 2019

2300 computers Britse gezondheidszorg draaien op Windows XP

Zo'n 2300 computers van de Britse gezondheidszorg NHS draaien nog op Windows XP, ook al wordt het besturingssysteem al jaren niet meer ondersteund door Microsoft. Dat blijkt uit antwoorden van Jackie Doyle-Price, staatssecretaris voor volksgezondheid, op vragen van parlementslid Jo Platt.
Platt had gevraagd hoeveel machines nog op Windows XP draaien.

woensdag 17 juli 2019

Nieuwe Withings bloeddrukmeter met ECG nu beschikbaar

Afgelopen januari kondigde Withings al, samen met de Withings Move, de BPM Core-bloeddrukmeter aan. Dit nieuwe gezondheidsaccessoires meet niet alleen je bloeddruk, maar kan ook een ECG maken en naar je hart luisteren via een digitale stethoscoop. De BPM Connect is een vernieuwde versie van de klassieke bloeddrukmeter van Withings. Beide zijn vanaf vandaag beschikbaar via de Apple Store en de Withings-website.

dinsdag 16 juli 2019

Eerste AVG-boete voor Haga

Het HagaZiekenhuis heeft de interne beveiliging van patiëntendossiers niet op orde. Dit blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Dit onderzoek volgde toen bleek dat tientallen medewerkers van het ziekenhuis onnodig het medisch dossier van een bekende Nederlander hadden ingezien. De AP legt het HagaZiekenhuis voor de onvoldoende beveiliging een boete op van 460.000 euro.

Om het ziekenhuis te dwingen de beveiliging van patiëntendossiers te verbeteren legt de AP het Hagaziekenhuis tegelijkertijd een last onder dwangsom op. Als het HagaZiekenhuis de beveiliging niet voor 2 oktober 2019 verbeterd heeft, moet het ziekenhuis elke twee weken 100.000 euro betalen, met een maximum van 300.000 euro. Het HagaZiekenhuis heeft inmiddels aangegeven maatregelen te nemen.

Aleid Wolfsen, voorzitter van de AP: ‘De AP vindt het een kwalijke zaak dat een ziekenhuis de interne beveiliging van patiëntendossiers niet op orde heeft. Daarbij past een ferme boete. De relatie tussen een zorgverlener en een patiënt hoort volstrekt vertrouwelijk te zijn. Ook binnen de muren van een ziekenhuis. Het maakt daarbij niet uit wie je bent.’

Een ziekenhuis moet alle technische en organisatorische maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat patiëntgegevens veilig zijn. Het HagaZiekenhuis heeft op twee onderdelen onvoldoende beveiligingsmaatregelen getroffen:
Het ziekenhuis moet regelmatig controleren wie welk dossier raadpleegt. Op deze manier kan het ziekenhuis tijdig signaleren wanneer iemand onbevoegd toch een dossier raadpleegt en daartegen maatregelen nemen.

Bij een goede beveiliging hoort authenticatie waarbij ten minste twee factoren betrokken worden. De identiteit van een gebruiker om toegang te krijgen tot een patiëntendossier wordt dan bijvoorbeeld vastgesteld met een code of een wachtwoord in combinatie met een personeelspas.
Rechtsmiddelen
Tegen het besluit van de AP staan nog rechtsmiddelen open.

App verwijst 188 verzekerden CZ urgent door voor mogelijke huidkanker

Zorgverzekeraar CZ biedt sinds begin dit jaar aan haar verzekerden een medische app om huidkanker op te sporen, SkinVision. Het gaat om een klinisch gevalideerde medische toepassing die met betrokkenheid van Nederlandse dermatologen is ontwikkeld en wordt geëvalueerd. Inmiddels is de app 50.000 keer geraadpleegd en heeft de app 188 keer geadviseerd met spoed naar een arts te gaan. In 112 gevallen was minstens één ervaren dermatoloog van SkinVision 90 procent zeker van de diagnose huidkanker. 

Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker en het aantal nieuwe gevallen stijgt nog ieder jaar. Veel mensen weten niet goed waar ze op moeten letten bij het controleren van de huid. Als gevolg hiervan worden huisartsen steeds vaker geraadpleegd voor verdachte huidafwijkingen; zo blijkt ook uit onderzoek. Met de SkinVision-app kunnen verzekerden sinds dit jaar, als ze twijfelen of een huidplekje kwaad kan of niet, een beoordeling hiervan krijgen zonder dat ze een afspraak hoeven te maken bij de huisarts. Directeur Zorg van CZ Joël Gijzen: “Technologie kan een steeds grotere rol spelen in de zorg. We begrijpen dat het best spannend is zo’n nieuwe technologie die werkt op basis van algoritmes te omarmen. Zowel voor de arts als de patiënt. Bij verdenking op huidkanker werkt SkinVision overigens met een extra toets door dermatologen. Wat ik merk is dat een enkele huisarts en dermatoloog sceptisch is maar gelukkig zien steeds meer verzekerden en zorgverleners de toegevoegde waarde die technologie kan hebben voor de zorg. Dit kan de patiënt echt helpen en de huisarts ontlasten. CZ steunt initiatieven die de eerste en tweede lijn kunnen ondersteunen, en zo de zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit houden. Vanuit die doelstelling werken we dan ook samen met SkinVision. Wij zullen als CZ de werking en validiteit van het systeem monitoren.’ Er zijn diverse wetenschappelijke studies die in gaan op de betrouwbaarheid van de app.

Gebruikers kunnen via de app op hun smartphone een huidafwijking laten analyseren door het algoritme en ontvangen direct een laag, laag met symptomen of hoog risicobeoordeling. SkinVision heeft een dermatologieteam die een continue kwaliteitscontrole uitvoert op de uitkomst van het algoritme. Daarnaast wordt met onafhankelijke onderzoekers samengewerkt om de kwaliteit en doorontwikkeling te borgen. Indien daar aanleiding toe is, krijgt de gebruiker advies over de te nemen volgende stappen zoals het bezoeken van een arts of het blijven monitoren van het plekje.  

Inmiddels wordt de app niet alleen door verzekerden maar ook door huisartsen gebruikt en aangeboden aan hun patiënten. Jasper Schellingerhout, huisarts bij Het Huisartsenteam De Keen, is enthousiast over inzet van e-Health en het gebruik van SkinVision. Het Huisartsenteam De Keen biedt SkinVision sinds 2 maanden aan in de app van hun online portaal. Jasper: ‘Als mensen zich ongerust maakten over een huidplekje was, tot enkele maanden geleden, hun enige optie om dit te laten beoordelen door de huisarts. Met SkinVision hebben mensen nu de mogelijkheid om dit zonder bezoek aan de huisarts te doen. De app doet eigenlijk de triage en vangt mensen af waarbij het huidplekje onschuldig is. Voordeel voor de patiënt is dat ze snel en gemakkelijk een beoordeling krijgen en voordeel voor de huisarts is dat er minder mensen op het spreekuur komen voor beoordeling van een huidplekje. SkinVision en vergelijkbare apps zouden daarmee een oplossing kunnen bieden voor de steeds zwaarder belaste huisarts(enzorg).’

maandag 15 juli 2019

HU-studenten ontwikkelen app voor medische patiëntinformatie

Studenten van de HU-opleidingen ICT en Technische Bedrijfskunde hebben een app ontwikkeld waarin patiënten die thuis beademd worden hun medische gegevens kunnen bewaren. Ze ontwikkelden de app in opdracht van het Centrum voor Thuisbeademing van het UMC Utrecht. Bij de ontwikkeling zijn patiënten nauw betrokken.

De app is een aanvulling op de Elektronische patiëntendossiers (EPD). Een EPD bevat alleen de  medische patiëntengegevens van van één enkele organisatie, zoals een ziekenhuis. Terwijl patiënten die thuis beademd worden meestal behandeld worden door specialisten van diverse ziekenhuizen. Bijvoorbeeld een neuroloog bij het ene ziekenhuis, thuisbeademing bij het UMCU en een revalidatiearts op een derde locatie.

Michael Gaytant, internist bij het UMC Utrecht: “Stel, zo’n patiënt breekt een been omdat hij uit zijn rolstoel is gevallen en komt in een voor hem onbekend ziekenhuis. Op de spoedeisende hulp zijn de artsen onvoldoende bekend met zijn neurologische ziekte en de combinatie met de beademing maakt het al helemaal ingewikkeld. De operatie aan het been is dan het minste probleem. Zo’n patiënt moet bijvoorbeeld uitkijken met de vorm van narcose, de pijnmedicatie, de houding tijdens de revalidatie. Als zo’n patiënt thuishulp heeft bij de beademing – bijvoorbeeld als er frequent slijm uit het beademingsbuisje moet worden gezogen, dan kan hij niet op een gewone chirurgie-afdeling liggen. Hij moet dan naar de intensive care, hoewel hij maar een simpele beenbreuk heeft. In zo’n situatie is het heel zinnig dat de patiënt zijn belangrijkste gegevens bij zich heeft. Dus: wie hij is, zijn thuissituatie en professionele achtergrond én zijn medische informatie: welke ziekte hij heeft, welke behandelaar en waarop gelet moet worden bij fysiotherapie, revalidatie, narcose en medicatie; welke vorm van beademing hij heeft, welke instellingen de machine heeft,  de afdeling waar iemand mag liggen, maar ook algemene medische adviezen die met de zeldzame ziekte te maken hebben.”

Studenten Technische Bedrijfskunde onderzochten wat er nodig was voor het maken van een prototype van de app. Studenten ICT hebben vervolgens – in samenspraak met het UMC en een patiënt die ALS heeft – het prototype ontwikkeld. Met de patiëntenvereniging is er een panel georganiseerd over de doorontwikkeling van de app. Gaytant: “De studenten hebben aangetoond dat de gegevens uit ons EPD te importeren zijn in de app en ook weer op een andere locatie te ontsluiten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet alleen een oplossing is voor onze patiëntengroep, maar dat het voor alle patiënten in Nederland een mooie tool zou zijn.”

zaterdag 13 juli 2019

3D-printer moet huid en botten voor astronauten printen

Toen astronaut Scott Kelly na een jaar aan boord van het ISS terug kwam op aarde, zag hij er doorleefd uit. En dat is niet gek, het gebrek aan zwaartekracht dat gepaard gaat met de ruimtereis heeft immer een slechte invloed op het lichaam. Vloeistoffen stromen niet zoals ze zouden moeten, spiermassa gaat verloren en botten worden brozer. De kans dat astronauten tijdens hun ruimtetrip verwondingen of ander letsel oplopen, is dan ook zeker aanwezig. Om herstel te versnellen, ontwikkelden onderzoekers van de technische universiteit Dresden samen met de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) een 3D-bioprinter. Die moet in de toekomst huid en botten printen met materiaal dat aan boord voor handen is; weefsel van de astronauten zelf.

vrijdag 12 juli 2019

Zorgverzekeraar VS betaalt 10 miljoen dollar wegens datalek

De Amerikaanse zorgverzekeraar Premera Blue Cross zal een coalitie van Amerikaanse staten in totaal 10 miljoen dollar betalen wegens een datalek waarbij de gegevens van ruim 10 miljoen mensen werden gestolen. Het ging om namen, geboortedata, postadressen, e-mailadressen, telefoonnummers, rekeninggegevens en informatie over verzekeringsclaims, waaronder klinische data. De gestolen klantgegevens gingen terug tot 2002.

woensdag 10 juli 2019

Amazon Alexa gaat medische vragen beantwoorden

Britten kunnen binnenkort voor een consult terecht bij Amazon Alexa. De gezondheidszorg in het land, de NHS, gaat samenwerken met Amazon, de maker van de slimme assistent Alexa. Kwetsbare groepen kunnen hun medische vragen over algemene problemen, zoals griep en hoofdpijn, binnenkort aan Amazon Alexa stellen. Dat moet de werkdruk van artsen verminderen. Alexa is onder meer beschikbaar in Amazons slimme speakers Echo en Echo Dot. Alexa hoort wat mensen zeggen en kan daarop reageren door iets te doen, zoals een bepaald liedje laten horen, of door antwoord te geven op een vraag.

zondag 7 juli 2019

Chirurgie ziekenhuis Assen gebruikt 3D-printer om operatietechniek te verbeteren

De afdeling chirurgie van Wilhelmina Ziekenhuis Assen beschikt sinds kort over een 3D-printer. Het apparaat maakt aan de hand van een aantal voorbewerkte CT-scans in een paar uur een print van bijvoorbeeld een polsbreuk. Van gekleurd kunststof maakt de printer levensechte 3D-modellen. Volgens chirurg Bas van Vugt van WZA kan de 3D-print dienen als hulpmiddel om een operatietechniek te verbeteren. ,,Zeker bij lastige fracturen." Er zijn volgens hem meer voordelen: ,,We kunnen patiënten een breuk in 3D laten zien, dat is veel begrijpelijker dan een CT-scan die ze niet kunnen interpreteren."

vrijdag 5 juli 2019

Reducept bestrijdt chronische pijn met Virtual Reality

Het Friese e-healthbedrijf Reducept heeft een investering opgehaald bij Healthy.Capital. Door deze investering wordt in september een VR-game voor het bestrijden van chronische pijnklachten naar de markt gebracht. Door middel van een VR-bril en de training in spelvorm van Reducept is het straks mogelijk om de controle terug te nemen over chronische pijn, een probleem dat bij ruim 2 miljoen Nederlanders speelt. Healthy.Capital, een nieuw VC-fonds dat met kapitaal de innovatie in de zorgsector wil versnellen, zet met deze investering zijn ambities kracht bij.

Na het winnen van meerdere pitch- en startupprijzen, waaronder de Accenture European Health Tech Innovation Award, hebben diverse zorginstellingen en fysiotherapeuten zoals het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen al een pre-order gedaan voor een software-licentie waarmee ze toegang hebben tot een bètaversie van de nieuwe behandelmethode. In september is de ontwikkeling van het product afgerond en gaat Reducept naar de markt.

Pijn is een sensorisch en emotioneel proces, waarbij de hoeveelheid pijn die iemand ervaart niet altijd samenhangt met de schade in het lichaam. De gedachte achter het gebruik van Reducept is dat de training het emotionele brein beïnvloedt waardoor de patiënt leert de pijn zelf te beïnvloeden. Door middel van een spel waarin wordt uitgelegd hoe pijn in het lichaam werkt en patiënten letterlijk de signalen wegschieten die pijn kunnen veroorzaken, wordt de werkelijke pijn die zij ervaren op een positieve manier beïnvloed. Zantema legt het uit: “Het spel zorgt ervoor dat je brein de signalen uit je lichaam anders interpreteert, doordat je emotionele brein denkt dat wat je ziet in VR echt is. Door middel van informatie, beelden, kleuren en muziek creëren we een gevoel van veiligheid en positiviteit voor de patiënt en dat heeft bewezen effect in de periode na het spelen van de training.”

Tijdens haar masteropleiding digitale zorginnovatie kwam Margryt Fennema (25) in contact met GZ-psycholoog Louis Zantema (31). Samen zijn zij opzoek gegaan naar een manier waarop technologie ingezet kan worden om pijn te bestrijden zonder bijwerkingen. Gedurende dit onderzoek toetsten ze verschillende interventiemethodes waaronder het aanbieden van informatie over chronische pijn op een website en groepssessies met lotgenoten. Wat echter het meest veelbelovend was, was een trial met een VR-bril. Dit idee hebben Fennema en Zantema verder ontwikkeld onder de naam Reducept.

donderdag 4 juli 2019

Reinier de Graaf ziekenhuis en TU Delft starten nieuwe leerstoel 'Technologie ter verbetering van de zorg'

Het Reinier de Graaf ziekenhuis en de TU Delft hebben een nieuwe leerstoel ingesteld om patiëntenzorg door middel van innovatieve technologie te verbeteren. Carina Hilders, directeur van het Reinier de Graaf ziekenhuis en Tim van der Hagen, rector magnificus van de TU Delft, tekenden op 3 juli de samenwerkingsovereenkomst. Het wetenschappelijk onderzoek binnen de leerstoel richt zich op patiëntveiligheid, efficiëntie van zorgprocessen, datamanagement en logistiek. Traumachirurg en hoogleraar Maarten van der Elst bekleedt de eerste 5 jaar van de leerstoel, die is ingebed bij de Sectie Medical Instruments and Bio-Inspired Technology van de TU Delft.

Door de vergrijzing neemt de zorgvraag toe. Tegelijkertijd moeten de kosten omlaag en moet de kwaliteit van zorg worden verbeterd. Om deze uitdaging het hoofd te bieden, zet het Reinier de Graaf ziekenhuis onder meer in op zorginnovatie. Dit doet zij samen met verschillende partners zoals de Erasmus MC, het LUMC, Hogescholen en de TU Delft. Sinds 2005 doen promovendi van de TU Delft onderzoek binnen het Reinier de Graaf ziekenhuis en wordt samengewerkt binnen de afdelingen Chirurgie, Orthopedie, Klinische fysica en Neurologie. Het instellen van deze leerstoel, is een intensivering van de jarenlange samenwerking. De leerstoel streeft ernaar om op wetenschappelijke wijze bij te dragen aan het ontwikkelen, vergaren, verspreiden, en toepassen van medisch-technische kennis met als doel de zorg verder te verbeteren.

De focus van het onderzoek ligt op:  ‘Het verhogen van patiëntveiligheid door de inzet van slimme technologie; het vergroten van efficiency ten aanzien van mensen en middelen; evaluatie van nieuwe datamanagementmethodieken en het verbeteren van de logistiek door middel van work-flow studies.

Binnen de leerstoel maken klinisch technologen en biomedische ingenieurs van de TU Delft kennis met zorgprocessen. Omgekeerd leren artsen in opleiding van Reinier de Graaf over innovatieve technologie.

De eerste hoogleraar die de Reinier de Graaf-leerstoel invulling geeft is traumachirurg Maarten van der Elst. Naast zijn werk als chirurg in het ziekenhuis is hij al tien jaar betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten en PhD-trajecten binnen de TU Delft. In zijn nevenfunctie als hoogleraar zal hij wetenschappelijk onderzoek stimuleren, begeleiden en de resultaten implementeren in de zorgpraktijk.

In hoog tempo nemen de medisch-technologische interventies in de zorg toe. Robotisering, digitalisering en Kunstmatige Intelligentie worden steeds verder ontwikkeld. “ Het is van belang dat nieuwe zorgtechnologie van te voren goed wordt onderzocht op toegevoegde waarde.”, zegt Carina Hilders, directeur van het Reinier de Graaf ziekenhuis. “Wat heeft de patiënt er aan? Is het product veilig en maakt het de zorg niet te duur? Verbetering van zorg door technologie maakt een grotere kans om succesvol te zijn wanneer niet alleen technologen, maar ook de arts nauw bij de ontwikkeling betrokken is. Als topklinisch ziekenhuis, doen we veel aan gemeenschappelijk wetenschappelijk onderzoek en innovatie. Deze leerstoel zet onze visie kracht bij. Samen leren en innoveren we om de kwaliteit van zorg niet alleen nu, maar ook in de toekomst verder te verbeteren.”