dinsdag 31 december 2019

Tegen de illegale handel van opiaten op internet kan de inspectie vaak weinig doen

Illegale medicijnhandel heeft vrij spel op het internet. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) staat vaak machteloos tegen de internethandel. Jaarlijks krijgt de toezichthouder tientallen meldingen van mogelijke illegale handel. Maar tot een straf voor de verkopers komt het vrijwel nooit, blijkt uit antwoorden van de inspectie op vragen van Trouw. Opiaten als fentanyl of oxycodon kunnen levensgevaarlijk zijn. Deze zware pijnstillers zijn zeer verslavend en bij een te hoge dosis dodelijk. In augustus bleek uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) dat het aantal opiaat­doden de afgelopen jaren flink steeg: van 139 doden in 2013 naar 220 doden in 2017.

'Chinese hackers troffen elektronicabedrijf Philips'

Medisch elektronicabedrijf Philips viel in 2016 ten prooi aan Chinese hackers, schrijft The Wall Street Journal dinsdag. De hackers hadden mogelijk banden met de Chinese overheid. Philips werd toen een van meerdere grote elektronicabedrijven die door hackers werden aangevallen, naast IBM en Hewlett Packard. De hackers zouden via de clouddiensten van deze bedrijven bij gegevens van bijvoorbeeld Philips zijn binnengekomen.

dinsdag 24 december 2019

Belgische patiënten klagen over toegang tot elektronische medische dossiers

Belgische patiëntenorganisaties krijgen een groeiend aantal klachten binnen over patiëntendossiersystemen. Met name NexuzHealth ligt onder vuur. Dat systeem wordt in meer dan de helft van de Vlaamse ziekenhuizen gebruikt. De klachten komen binnen bij onder andere het Vlaamse Patiëntenplatform, schrijft de krant De Morgen. Om hoeveel klachten en toenames het gaat is niet bekend, maar een woordvoerder bevestigt dat het aantal klachten stijgt. De klachten komen met name van patiënten die niet wisten dat hun gegevens werden gedeeld via het platform.

maandag 23 december 2019

Innovatief hartonderzoek Paula Mommersteeg van start dankzij crowdfunding


Dankzij crowdfunding kan Paula Mommersteeg van het departement Medische en Klinische Psychologie aan de slag met nieuw onderzoek om hartpatiënten te ondersteunen met een keuzehulp als voorbereiding op het gesprek met de arts. Binnen 8 weken heeft ze meer dan de benodigde 25.000 euro opgehaald, een bedrag dat is verdubbeld door de Hartstichting. In totaal is door 5 onderzoeksteams een bedrag van maar liefst 286.815 euro opgehaald, meldde de Hartstichting

woensdag 18 december 2019

Berisping voor Akwa GGZ na overnemen ROM-data

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de Alliantie kwaliteit in de geestelijke gezondheidszorg (Akwa GGZ) een berisping gegeven voor het verwerken van persoonsgegevens over de gezondheid. Volgens de privacywet is dit verboden, omdat gezondheidsgegevens gevoelige informatie geven over een persoon. Verwerking mag alleen bij uitzondering. Akwa GGZ heeft sinds begin 2019 een set met onvoldoende geanonimiseerde gezondheidsgegevens overgenomen van Stichting Benchmark GGZ (SBG). Daarmee heeft Akwa GGZ gezondheidsgegevens verwerkt, terwijl deze verwerking niet gebaseerd kan worden op een uitzondering op het verbod.

SBG en Akwa GGZ doen kwaliteitsonderzoek in de geestelijke gezondheidszorg. Patiënten vullen op verzoek van de zorginstelling een vragenlijst in, zodat GGZ-aanbieders gebenchmarkt kunnen worden op behandeleffect en klanttevredenheid. Deze zgn. Routine Outcome Monitoring (ROM) data gingen via Zorg TTP na pseudonimisering naar SBG. De AP deed na een handhavingsverzoek onderzoek naar de werkwijze van SBG en heeft deze getoetst aan relevante wet- en regelgeving.
ROM-data zijn persoonsgegevens

De AVG definieert persoonsgegevens als alle informatie die tot de persoon herleidbaar is. De AP heeft alle stappen geanalyseerd van het aanleveren van gegevens door de patiënt tot en met de verwerking van die gegevens door SBG. Hieruit blijkt dat SBG geen gebruik maakte van randomisatietechnieken op het moment dat SBG de data ontving. Ook blijft de sleutel voor pseudonimisering gelijk.

De AP stelt vast dat SBG op de dataset onvoldoende technische waarborgen heeft getroffen om de risico’s op herleidbaarheid weg te nemen. De ROM-data zijn daarmee niet anoniem en zijn tot de persoon herleidbare gezondheidsgegevens. Akwa GGZ heeft begin 2019 de dataset overgenomen van SBG. Daarmee hebben SBG en Akwa GGZ dus persoonsgegevens verwerkt over de gezondheid van patiënten.

De verwerking van bijzondere persoonsgegevens, zoals gezondheidsgegevens, is volgens de privacywet verboden. De AP concludeert dat SBG en Akwa GGZ zich niet kunnen beroepen op een wettelijke uitzonderingsgrond voor dit verbod, omdat SBG en Akwa GGZ geen instellingen voor gezondheidszorg of maatschappelijke dienstverlening zijn. Dit betekent dat het voor deze organisaties verboden was de gegevens te verwerken.

SBG bestaat inmiddels niet meer en heeft de onvoldoende geanonimiseerde data begin 2019 overdragen aan Akwa GGZ. Dit is een verwerking van persoonsgegevens die zonder wettelijke uitzonderingsgrond ook verboden is. Omdat SBG inmiddels niet meer bestaat als rechtspersoon, legt de AP alleen een handhavende maatregel op aan Akwa GGZ. Dat is in dit geval een berisping omdat Akwa GGZ de dataset in quarantaine heeft geplaatst en daarna heeft vernietigd.

dinsdag 17 december 2019

Falende automatiseerder moet ziekenhuis 4,6 miljoen betalen

Softwareleverancier Alert moet het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg ruim 4,6 miljoen euro schadevergoeding betalen, als gevolg van een mislukt automatiseringsproject. In 2008 ging het Tilburgse ziekenhuis in zee met de Portugees-Nederlandse automatiseerder Alert Life Sciences Computing voor een ambitieus automatiseringsproject, dat opgeleverd zou worden in het voorjaar van 2012.

3D-printen in de zorg: patiënt kan weer lopen dankzij technologie

Dankzij 3D-printers worden bij het UMC Utrecht patiënten geholpen die voorheen niet geholpen hadden kunnen worden. Afgelopen zomer kregen twee patiënten een 3D-geprint titanium implantaat in hun rug, waardoor ze nu weer kunnen lopen. 3D-printers zijn een uitkomst voor op maat gemaakte implantaten. En dan met name in gebieden in het lichaam waar het voor chirurgen doorgaans moeilijk werken is door de aanwezigheid van kwetsbare plekken.

Nieuwe digitale implantaatkaarten bieden vrouwen meer inzicht in borstimplantaat

Met een nieuwe digitale versie van een implantaatkaart kunnen vrouwen razendsnel en gemakkelijk de status van hun borstimplantaat checken op www.implantaatcheck.nl.

Patiënten krijgen na een borstimplantaatoperatie van hun plastisch chirurg een implantaatkaart van de fabrikant mee, waarop verschillende belangrijke gegevens staan, zoals de unieke identificatiecode. De kaartjes bevatten echter afkortingen en geven niet altijd duidelijk aan welke gegevens een vrouw moet gebruiken om haar implantaat te vinden.

Daarom heeft de DBIR (Dutch Breast Implant Registry)-commissie digitale voorbeelden laten maken van de verschillende kaarten. Hierop staat aangegeven welke gegevens een vrouw nodig heeft om haar implantaat online te vinden, zegt arts-onderzoeker en medisch coördinator bij de DBIR en DICA, Babette Becherer: 'Vrouwen met borstimplantaten maken zich zorgen als er negatieve berichten verschijnen over borstimplantaten. Hiermee hopen we het voor vrouwen makkelijker te maken om snel informatie te vinden over de registratie en status van hun implantaat. Dit kan veel onrust wegnemen.'

De digitale kaart bevat naast de unieke identificatiecode, ook de gegevens van de fabrikant en de naam van de patiënt en de plastisch chirurg. Dat deze gegevens over het borstimplantaat nu toegankelijker zijn, geeft vrouwen onder andere meer regie zegt plastisch chirurg en voorzitter van de DBIR-commissie, Hinne Rakhorst: “Vrouwen kunnen zo controleren of hun arts het implantaat in DBIR geregistreerd heeft en of hun implantaat betrokken is bij een terugroepactie.” De NVPC (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie), DBIR (onderdeel van DICA: Dutch Institute for Clinical Auditing), MRDM (Medical Research Data Management) en verschillende leveranciers hebben samen de online voorbeeldkaarten (zie bijlage) ontwikkeld die per merk online staan. Vooralsnog zijn er zes leveranciers van borstimplantaten die hun implantaatkaart hebben laten digitaliseren. Dit zijn Monobloc van Arion Laboratoires (leverancier Contourion), Eurosilicone en Nagor (beide leverancier EmdaPlast), Mentor (leverancier BlooMEDical), Motiva (leverancier Motiva Benelux) en Polytech (leverancier Aleamed).

maandag 16 december 2019

iPractice introduceert psychotherapie via online chat

iPractice, een zorginstelling in Amsterdam, introduceert als eerste in Nederland een nieuw concept binnen de GGZ. Ze ontwikkelden een ‘blended care’ behandelvorm, waarbij therapie via online chat een belangrijk element is naast het face-to-face en telefonische contact. De resultaten zijn zeer veelbelovend; de behandelcapaciteit is met 40 procent vergroot en de administratielast van de GZ-psychologen met 50 procent verminderd. Overheid, verzekeraars en bedrijven hebben al interesse getoond in de mogelijkheden van deze innovatieve psychologische zorg.

Twintig procent van de mensen loopt rond met psychische klachten terwijl er behandelcapaciteit is voor slechts 6 procent, technologie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verkorten van de wachtlijsten. Gijs Coppens, GZ-psycholoog en algemeen directeur van iPractice: “Terughoudendheid bij het inzetten van nieuwe technologie zorgt voor een suboptimale behandelaanpak en inzet van behandelcapaciteit. Sinds Freud hebben we weinig veranderd aan de manier waarop we psychische zorg leveren. Om de GGZ beter bereikbaar en betaalbaar te maken, is implementatie van slimme technologie nodig. Door op de achtergrond processen te automatiseren blijft er meer tijd over voor de cliënt. Chattechnologie maakt contact laagdrempelig en een therapie persoonlijker.”

Cliënten kunnen direct worden geholpen, de eerste algemene intake en diagnostiek gebeuren online bij iPractice. Aansluitend is er een face-to-face afspraak om op thema’s te verdiepen. De tweewekelijkse afspraken met de GZ-psycholoog op de praktijk (of op afstand via video), worden aangevuld met dagelijks online chatcontact op een moment dat het de cliënt het beste uitkomt. Het online deel van de behandeling wordt gedaan door startende psychologen, waardoor schaarse tijd van GZ-psychologen wordt vrijgespeeld. Bovendien blijkt dat cliënten makkelijker delen in de online spreekkamer, waardoor de psycholoog beter geïnformeerd is in het dagelijks leven van de patiënt. Hierdoor is er een sneller effect van de therapie, het grootste deel van de klachten is binnen vier maanden opgelost. Nine Gramberg, GZ-psycholoog bij iPractice: “We merken dat cliënten veel meer betrokken zijn bij hun behandeling door het dagelijkse chatcontact. Normaliter duurt een behandeltraject twaalf sessies, nu acht of negen. Het dossier wordt automatisch gevuld, het scheelt ons als behandelaar zeeën van tijd en we merken dat cliënten er heel goed op reageren.”

“Daarnaast innoveren we door bijvoorbeeld slimme integratie met taal-technologie, zoals berichten automatisch aanvullen, de beste therapeutische antwoorden voorspellen en voorstellen aan de psycholoog. We ontwikkelen ook een ‘chat simulator’ om nieuwe psychologen op te leiden tot chat-psycholoog. De grote motivatie is een laagdrempelig psychotherapeutisch contact voor iedere Nederlander, zonder wachttijd, omdat emoties ook geen wachttijd hebben”, aldus Coppens.

Inmiddels is de succesvolle innovatie van iPractice ook opgevallen bij het ministerie van VWS en is de staatssecretaris van volksgezondheid Blokhuis op de hoogte. Ook vinden gesprekken plaats met bedrijven om iPractice te implementeren. Op de korte termijn ligt hierbij de focus op scale-ups. Maar er wordt ook gepraat met een aantal grote bedrijven, zoals banken. Daarnaast is er contact met ziekenhuizen en universiteiten om een chatservice te ontwikkelen voor zorgverleners en studenten. Samen met een zorgverzekeraar start er in maart 2020 een pilot om gezamenlijk een chattherapie voor millennials te ontwikkelen.

vrijdag 13 december 2019

Thuisarts.nl nu ook geschikt voor mensen met een beperking

Thuisarts.nl heeft het Certificaat van toegankelijkheid gekregen, wat betekent dat de site voldoet aan de AA richtlijnen van het Waarmerk drempelvrij.nl.

Met 4,7 miljoen bezoeken per maand is Thuisarts.nl de best bezochte website met onafhankelijke en betrouwbare gezondheidsinformatie. Voor het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is het belangrijk dat ook mensen met een beperking (zoals doofheid en blindheid) goed gebruik kunnen maken van de website.

De informatie op Thuisarts.nl is gebaseerd op de bestaande wetenschappelijke richtlijnen voor huisartsen, medisch specialisten en de GGZ. Mensen die iets willen weten over hun gezondheid willen betrouwbare informatie in begrijpelijke taal. Het NHG werkt hier constant aan: bij het ontwerpen, bouwen en maken van de informatie (teksten, films) wordt rekening gehouden met mensen met een beperking. Elk jaar wordt Thuisarts.nl getest door deskundigen. Eventuele problemen die daaruit komen, worden opgelost. En we zorgen ervoor dat we op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen om websites bruikbaar te houden voor mensen met een beperking.

dinsdag 10 december 2019

Uitwisseling tussen patiënt en zorgverlener vergemakkelijkt door Zorgplatform en BeterDichtbij

Door de aansluiting van de digitale dienst BeterDichtbij op Zorgplatform kunnen artsen van zorgorganisaties die ook op dit platform zijn aangesloten binnen hun EPD de berichten uit de app ontsluiten. Het LangeLand Ziekenhuis (als onderdeel van de Reinier Haga Groep) is het eerste ziekenhuis dat hiermee start.

Door de beschikbaarheid van gegevens uit BeterDichtbij in het EPD van het LangeLand Ziekenhuis, kunnen artsen snel terugzien wat er al met de patiënt is besproken. Patiënten zijn er op hun beurt van verzekerd dat de arts binnen het EPD altijd beschikt over alle communicatie.
M

“Onze missie is om de zorg makkelijker te maken voor de patiënt én voor de zorgverlener. Deze samenwerking brengt dit weer een flinke stap verder,” vertelt Godfried Bogaerts, directeur van BeterDichtbij. “BeterDichtbij is op steeds meer plekken in Nederland al een vast onderdeel van de zorg. De samenwerking met het team van ChipSoft voor het tot stand brengen van deze koppeling met Zorgplatform verliep erg plezierig. In een relatief korte tijd hebben we samen de werkzaamheden kunnen afronden. Dit toont de potentie van Zorgplatform van ChipSoft en laat mooi zien dat er snel steeds meer verbindingen komen in de zorg. We zijn er trots op om deze mogelijkheid aan onze klanten te kunnen aanbieden.”

Via Zorgplatform kunnen patiëntgegevens vanuit EPD’s, PGO’s en digitale diensten gestructureerd worden uitgewisseld. Alle zorgorganisaties die zijn aangesloten op Zorgplatform kunnen van deze integratie gebruikmaken. Hierdoor beschikken zorgverleners binnen hun eigen EPD snel over de aanvullende patiëntgegevens die door de aangesloten digitale diensten, zoals BeterDichtbij, beschikbaar worden gesteld met toestemming van de patiënt.

ChipSoft en BeterDichtbij zien de huidige aansluiting op het Zorgplatform als eerste stap. Er komen nog meer mogelijkheden, zoals BeterDichtbij-taken voor de zorgverlener op de werklijst van de poli. De feedback van de eerste zorgverleners die gebruik maken van deze nieuwe koppeling is daarbij essentieel voor beide partijen. Ook als het gaat om het aansluiten van meer zorgorganisaties, zien beide partijen veel kansen. Bijvoorbeeld in de regio Rijnmond, waar steeds meer ziekenhuizen BeterDichtbij inzetten en recent is gestart met samenwerking via Zorgplatform.

Siliconen chip kan patiënten met verlamming helpen

Kunstmatige neuronen die het overdrachtsproces van elektrische signalen tussen de zenuwcellen in onze hersenen nabootsen, zouden op een dag misschien wel de gedroomde remedie zijn voor patiënten met zenuwschade. Zo beweert een onderzoek dat recent werd gepubliceerd in ‘Nature‘. De neuronen worden ingebouwd in kleine siliconen chips en zouden dus dienst kunnen doen als ‘boodschappers’ tussen de verschillende zenuwcellen die zijn aangetast door een ziekte of een letsel. De chips hoeven enkel over een miljardste van de computerkracht van een standaard microprocessor te beschikken, waardoor ze in theorie dus zouden kunnen worden gebuikt in medische implantaten.

Limburgse start-up helpt dokters met hun agenda

Een online agendasysteem specifiek voor hen bedoeld; dat kunnen Belgische dokters gebruiken vonden drie Limburgse ondernemers, en ze ontwikkelden Mya, een nieuwe start-up die medisch en aanverwante praktijken ondersteunt in het agendabeheer. Manage Your Agenda. Of - als je het liever als patiënt bekijkt - Make Your Appointment. Daar staat Mya voor. Het was Gwen Claes van Sanmax Projects die aanvoelde dat er nood was aan een goed online agendabeheer voor medische professionals. Hij haalde er met Lore De Raeve en Christophe Michel twee bevriende ondernemers bij die samen meer dan 25 jaar ervaring en een breed netwerk binnen de medische sector hadden.

maandag 9 december 2019

Keuzehulp op Thuisarts.nl: Testen op prostaatkanker?

Diagnostiek bij prostaatkanker heeft momenteel veel aandacht. De nieuwe keuzehulp op Thuisarts.nl ‘Testen op prostaatkanker?’ helpt mannen die hierover vragen hebben een weloverwogen keuze te maken. Deze keuzehulp is ontwikkeld in samenwerking met het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) en het Radboudumc in Nijmegen, de ProstaatKankerStichting.nl en de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU).

Veel mannen hebben vragen over prostaatkanker. Aan de huisarts kan men vragen om een zogenaamde PSA-test in het bloed. Arts en patiënt maken gezamenlijk de afweging of onderzoek nodig is. Het gaat vrijwel altijd om een individueel advies, waarbij veel aspecten een rol spelen. Leeftijd, voorgeschiedenis, familiaire belasting, klachten: dit zijn enkele zaken die aan bod komen voordat een advies kan worden uitgebracht over het laten bepalen van het PSA. Het doorlopen van de keuzehulp ‘Testen op prostaatkanker?’ helpt om een weloverwogen keuze te maken om wel of niet het PSA te laten bepalen. De arts zal de patiënt voorafgaand aan een eventuele PSA-bepaling goed informeren, ook over de mogelijke consequenties van een afwijkende uitslag.

Een PSA-bepaling wordt uitgevoerd bij goed geïnformeerde patiënten die op de hoogte zijn van de voor- en nadelen van de screening. De huisartsen en urologen in Nederland voeren al jaren een beleid dat erop gebaseerd is te komen tot een balans tussen vroege opsporing van prostaatkanker en het voorkomen van onnodige onrust, overdiagnose en overbehandeling. Op diverse manieren wordt gewerkt aan de informatievoorziening hierover. Die informatie kan de patiënt nu ook zelf verkrijgen, voorafgaand aan een bezoek aan de huisarts, door middel van het doorlopen van de keuzehulp op Thuisarts.nl en vervolgens samen met de arts.

Met ruim vier miljoen bezoekers per maand is Thuisarts.nl de best bezochte website met onafhankelijke en betrouwbare gezondheidsinformatie. De informatie op Thuisarts.nl is gebaseerd op de bestaande wetenschappelijke richtlijnen voor huisartsen, medisch specialisten en de GGZ. Mensen die iets willen weten over hun gezondheid willen betrouwbare informatie in begrijpelijke taal. De informatie op Thuisarts.nl is bedoeld om mensen te informeren over de aandoening en de behandelopties. Daarmee kunnen mensen hun situatie beter begrijpen, zich voorbereiden en samen beslissen met hun zorgverlener.

vrijdag 6 december 2019

Nieuwe gedragscode voor privacy in gezondheidsonderzoek in de maak

Miljoenen mensen helpen met hun gegevens het gezondheidsonderzoek vooruit. Daarbij moeten zij erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens vertrouwelijk blijven en dat het gebruik ervan bijdraagt aan verbeteringen in de gezondheid en zorg. De Gedragscode Gezondheidsonderzoek geeft onderzoekers sinds 2004 regels waarmee ze verantwoord om kunnen gaan met persoonlijke gegevens. Die regels zijn echter dringend aan herziening toe. COREON, de Commissie Regelgeving in Onderzoek van de Federatie van medisch-wetenschappelijke verenigingen, heeft daarom het initiatief genomen om de Gedragscode Gezondheidsonderzoek te gaan herzien.

Een nieuwe gedragscode is dringend nodig. Nieuwe privacywetgeving heeft voor veel onduidelijkheid in het onderzoek gezorgd, en allerlei nieuwe onderzoeksvormen en -technieken zijn in opkomst. Denk maar aan het verzamelen van gegevens via apps, genetica en artificial intelligence. De gedragscode geeft een praktische vertaling van de wettelijke en ethische kaders voor verwerking van persoonsgegevens in richtlijnen voor onderzoekers. Dat is niet alleen voor de onderzoekers van belang, maar ook voor betrokkenen, zoals patiënten en onderzoeksdeelnemers. Naast COREON zullen ook andere organisaties die betrokken zijn bij gezondheidsonderzoek betrokken worden bij de ontwikkeling van de code.

Voor het herzien van de gedragscode is door COREON een kerngroep gevormd van juristen, ethici, een functionaris gegevensbescherming en onderzoekers. De MLC Foundation biedt daarbij inhoudelijke en organisatorische begeleiding. Een klankbordgroep met brede vertegenwoordiging van betrokken organisaties en belanghebbenden zal op onderdelen commentaar leveren. Medio 2020 volgt een openbare consultatieronde over een concept van de Gedragscode. Tijdens het proces wordt regelmatig overlegd met de Autoriteit Persoonsgegevens. De Gedragscode wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 afgerond en gepubliceerd. Daarna zijn de betrokken organisaties samen met COREON verantwoordelijk voor de invoering en naleving van de Gedragscode. De herziening wordt mede mogelijk gemaakt door ZonMw.

woensdag 4 december 2019

Yves Prevoo (Easee): 'Onze online oogmetingen zijn even goed als metingen in het ziekenhuis'


Wereldwijd hebben 4,3 miljard mensen een gezichtsprobleem. Daarvan loopt één derde rond zonder bril of met een verkeerde bril. Dat leek Yves Prevoo zo’n vier jaar geleden een mooi uitgangspunt voor de ontwikkeling van een betrouwbare online oogmeting. “Grote partijen kunnen die hele grote transities niet goed aan, omdat je dan eerst alles wat je al hebt op het spel moet zetten. Je moet je eigen business ondergraven. Daarmee leek het mij een ideale propositie om met een startup mee aan de slag te gaan.” Zo werd Easee geboren.

dinsdag 3 december 2019

Amazon tool om gesprek tussen dokter en patiënt in tekst om te zetten

Amazon heeft zijn bestaande transcriptietool uit 2017, die automatisch spraak in tekst omzet, uitgebreid zodat deze ook inzetbaar is voor een gesprek tussen een dokter en een patiënt. De communicatie wordt dan automatisch als tekst in het medisch dossier ingevoegd. De tool Amazon Transcribe Medical is in feite een uitgebreidere versie van het in 2017 uitgebrachte Amazon Transcribe, met de toevoeging van de herkenning van allerlei medische termen. Met deze machinelearningtool kunnen transcripties worden gemaakt van medische consultaties tussen artsen en patiënten, inclusief de automatische toevoeging van interpunctie.

maandag 2 december 2019

Veel draagvlak voor digitale huisartsenzorg

Bijna vijftig procent van de Nederlanders staat positief tegenover digitale huisartsenzorg, dit blijkt uit onderzoek. Mensen zien digitalisering niet alleen als een waardevolle aanvulling op de huidige zorg, maar ook als een oplossing voor het groeiend tekort aan huisartsen.

Voor veel mensen is het al heel gebruikelijk om bankzaken en boodschappen digitaal te doen, en zelfs het zoeken naar een relatie gebeurt steeds vaker online. Maar de digitalisering van de huisartsenzorg bevindt zich nog in een pril stadium. Uit een peiling van Kantar, uitgevoerd in opdracht van zorgverzekeraar CZ, blijkt dat daar wel degelijk veel animo voor is.

De mogelijkheid om 24 uur per dag via chat of beeldbellen advies van een huisarts te vragen wordt door 47% van de mensen als positief bestempeld. Joep de Groot, bestuursvoorzitter van CZ, is content met het beeld dat het onderzoek laat zien. “In onze visie is én blijft de fysieke huisarts de spil van de huisartsenzorg. Maar digitaal spreekt aan, dat laat het onderzoek wel zien. Het draagvlak voor digitale manieren van zorg verlenen is bij verschillende groepen best groot. En dat is belangrijk, want door tekorten zien we dat huisartsen flink onder druk komen te staan. En in sommige regio’s is het echt steeds lastiger om een huisarts te vinden. Dat willen we oplossen en digitalisering speelt daarbij een belangrijke rol.”

Ook de deelnemers aan het onderzoek zien die rol. Zo geeft de helft van de ondervraagden aan bepaalde, niet-ernstige klachten, best met een digitale huisarts te willen bespreken om de eigen huisarts ontlasten. Op die manier ontstaat er meer tijd om andere patiënten persoonlijk te helpen. Ook het oplossen van het huisartsentekort in Nederland wordt door veel mensen genoemd als een probleem waarvoor de digitale huisarts een oplossing kan zijn.

Een aantal huisartsen heeft inmiddels al ervaring met digitale dienstverlening aan patiënten. Jasper Schellingerhout, van Het Huisartsenteam De Keen in Etten-Leur, is één van deze huisartsen. “Er is wat koudwatervrees voor digitale oplossingen bij huisartsen, maar dat is helemaal niet nodig. Onze ervaring is dat patiënten de online services intuïtief goed gebruiken en onze patiënten zijn er erg tevreden over. Inmiddels wordt in onze praktijk 45% van de afspraken bij de huisartsen online gemaakt en ook e-consulten zijn populair, ongeveer 7 consulten per huisarts per dag. Online services bieden hiermee een win-win situatie: het verhoogt de service aan de patiënt en de praktijk profiteert onder andere van een lager aantal inkomende telefoontjes en effectievere logistiek voor vragen en uitslagen.”

Mensen zijn over het algemeen zeer tevreden over hun huisarts, daarom is het verrassend dat veel mensen de toegevoegde waarde van digitale huisartsenzorg zien. De verklaring hiervoor is voornamelijk te vinden in het gemak en de laagdrempeligheid van digitale zorg. Uit het onderzoek blijkt dat één op de drie mensen het niet makkelijk vindt om een bezoek aan de huisarts in de dagelijkse beslommeringen in te passen. Digitale zorg kan hierbij een oplossing bieden, en vormt zo een goede aanvulling op de reguliere huisartsenzorg.

Veel zorg kan digitaal, maar mensen vinden dat nog niet voor iedere situatie een gewenste oplossing. Voor lichamelijke onderzoeken, zoals bij een knobbeltje in de borst, willen mensen nog graag de huisarts in eigen persoon zien. Maar een grote groep mensen is wel bereid in veel andere situaties gebruik te maken van een digitale huisarts. Bijvoorbeeld voor advies bij griep of als je wil starten met anticonceptie. Mensen zijn vooral positief over de rol van een digitale huisarts als het gaat om het beoordelen of er actie nodig is bij klachten en als het gaat om doorverwijzingen. Het monitoren van klachten op afstand scoort het laagst, al vindt nog steeds 32% van de ondervraagden dat de digitale huisarts ook die rol kan vervullen.

vrijdag 29 november 2019

Ziekenhuis VS annuleert afspraken wegens ransomware

Een Amerikaans ziekenhuis dat maandag door ransomware werd getroffen heeft veel afspraken en procedures moeten annuleren. Operaties konden nog wel doorgaan. Wat voor ransomware het netwerk van Great Plains Health infecteerde is onbekend, alsmede de infectiemethode. Volgens het ziekenhuis zijn er geen aanwijzingen dat de aanvallers patiëntgegevens hebben gestolen. Voor de zekerheid zal er echter een audit plaatsvinden.

donderdag 28 november 2019

VRiend wint 5G Innovation Challenge

VRiend is met zijn methode om ziekenhuispatientjes in contact te brengen met familie thuis door het publiek van Telecom Insights tot winnaar uitgeroepen, waarbij Project BB en Dronequest een eervolle vermelding kregen.

Onderdeel van het congres was de 5G Innovation Challenge, de zoektocht naar het beste 5G-idee van Nederland. De Challenge liep vanaf september.

In het blok ‘Next steps’ konden vandaag drie partijen in een korte pitch hun 5G-idee aan het publiek presenteren. VRiend werd met zijn methode om ziekenhuispatiëntjes in contact te brengen met familie thuis door het publiek tot winnaar uitgeroepen, waarbij Project BB en Dronequest een eervolle vermelding kregen.

Als winnaar van de 5G Innovation Challenge krijgt VRiend de mogelijkheid zijn idee verder uit te werken in een lab van één van de partners. Ook mag het bedrijf naar het 4YFN-event tijdens het MWC in Barcelona om daar in het Holland Paviljoen het idee te tonen.

maandag 25 november 2019

Patiënten met slaapapneu sneller behandeld dankzij OSAsense

Sneller, eenvoudiger en patiëntvriendelijker de diagnose slaapapneu vaststellen. Dat is mogelijk met OSAsense: een zorginnovatie waarbij op een eenvoudige manier bij patiënten thuis een slaaponderzoek wordt uitgevoerd. Michel Eijsvogel, longarts bij het Medisch Spectrum Twente: “Het aantal (onnodige) doorverwijzingen naar specialisten is door OSAsense met dertig procent verminderd.”

Zes á tien procent van volwassenen heeft last van slaapapneu. Bij dit syndroom stokt de ademhaling geregeld tijdens het slapen. Het zuurstofgehalte in het bloed daalt en ongemerkt is het lichaam de hele nacht aan het vechten om adem te halen. Hierdoor wordt de diepte van de slaap verstoord. Het gevolg: snurken, overdag minder energie en slechter functioneren op het werk.

Met deze klachten kloppen mensen aan bij de huisarts. Voorheen beschikte de huisarts niet over de tools om slaapapneu te onderzoeken. Patiënten kregen daarom al snel een doorverwijzing naar een KNO arts, longarts of neuroloog. Met OSAsense is het aantal (onnodige) doorverwijzingen afgenomen. Michiel: “OSAsense is een screeningtool bestaande uit een saturatiemeter, horlogeachtig device (dataopslag) en een digitale vragenlijst. Het idee is simpel. Patiënten krijgen de saturatiemeter met horloge voor een nacht mee naar huis en houden de meter om hun vinger tijdens het slapen. De saturatiemeter meet per uur het aantal keer dat de adem stokt. De saturatiemeter kan dit meten doordat het zuurstofgehalte in het bloed daalt tijdens deze ademstops. Daarnaast vullen patiënten een digitale vragenlijst in. Vervolgens worden deze gegevens gecombineerd met de metingen van de saturatiemeter. Hierdoor beschikt de huisarts over voldoende gegevens om patiënten snel en met grote betrouwbaarheid te screenen op slaapapneu.”

OSAsense heeft als doel om patiënten beter voor te selecteren in de eerste lijn. Daarmee kan een deel van de patiënten een verwijzing naar het ziekenhuis worden bespaard. Tegelijkertijd pakken we de huidige onderdiagnostiek aan, doordat huisartsen een tool in handen krijgen waarmee slaapapneu laagdrempelig kan worden opgespoord.

Slapeloosheid, tanden knarsen of een bewegingsziekte; het zijn enkele voorbeelden van mogelijke oorzaken die uit de vragenlijst naar voren komen. De huisarts krijgt dankzij OSAsense veel meer inzicht in de feiten en mogelijke oorzaken en kan daardoor soms zelf een behandeling starten. “Heeft een patiënt een lichte vorm van, of een laag risico op, slaapapneu en blijkt uit de vragenlijst dat de patiënt overgewicht heeft? Dan geeft de huisarts de patiënt het advies om af te vallen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld koffie en/of alcohol drinken of zware fysieke inspanning verrichten voor het slapen gaan. Ook in dat geval geeft de huisarts het advies om de levensstijl aan te passen. Met dit soort relatief kleine oorzaken, kan de huisarts zelf handelen en onnodige doorverwijzingen voorkomen. Dat maakt het zeer patiëntvriendelijk”.

Stabiele astmapatiëntjes en tevreden ouders dankzij de Puffer-app

In het Medisch Spectrum Twente worden circa 1000 kinderen met astma behandeld. Jonge astmapatiëntjes bezoeken gemiddeld drie keer per jaar het ziekenhuis voor hun jaarlijkse controles. Maar in het MST is dat verleden tijd. Boony Thio, kinderlongarts bij het MST: “Dankzij technologie kunnen we nu op afstand kwalitatief goede zorg bieden”.

Kinderlongarts Boony Thio deed al langer wetenschappelijk onderzoek naar kinderen met astma. “Soms liep ik tegen een muur op. Ik had het idee dat de zorg beter kon en er daardoor minder afspraken op de poli nodig waren. Technologie maakt het mogelijk om kwalitatief goede zorg op afstand te bieden. Met behulp van technologie werden muren afgebroken”.

Astma is een lastige ziekte om te diagnosticeren en te blijven monitoren. “Astma komt met vlagen. Dat maakt het voor ons lastig om een patiënt tijdens een jaarlijkse controle te analyseren. Voorheen kregen we tijdens de controles te horen ‘Nu gaat het goed, maar twee maanden geleden lag ze nachten lang te hoesten’. Juist op dat moment willen wij kinderen kunnen beoordelen. Met behulp van technologie kunnen wij patiënten op afstand volgen en hebben we zicht op hoe het écht met hen gaat”.

Om patiënten goed te kunnen behandelen, willen artsen zien wat er met een kind gebeurt wanneer het last heeft van astma. Samen met studenten van de bacheloropleiding Technische geneeskunde aan Universiteit Twente, ontwikkelde Boony Thio daarom een app. Via deze app kunnen ouders eenvoudig een filmpje insturen van hun kind dat last heeft van astmaklachten. “Zodra er een filmpje is ingestuurd, komt er een melding binnen bij onze poli. Het filmpje wordt geanalyseerd en ouders krijgen direct digitaal advies over wat zij kunnen doen om hun kind te helpen. In enkele gevallen komt het voor dat wij een kind naar de poli laten komen om hem/haar snel te kunnen behandelen.”

Ook krijgen ouders een instructieboekje, longfunctiemeter, ademmeter en hartslagmeter mee naar huis. Deze meters zijn gekoppeld aan de app. Alle resultaten zijn real-time te volgen in de app en dus inzichtelijk voor zowel ouders als artsen in het MST. Het doel: ouders snel en digitaal van advies voorzien, real-time inzicht in hoe het met de patiënt gaat en de patiënt snel en in eigen omgeving kunnen helpen.

vrijdag 22 november 2019

Oostendse robots trekken naar Afrika

Met een kantoor in Rwanda wil de Oostendse robotmaker ZoraBots de Afrikaanse markt betreden. Op termijn zullen daar 40 tot 60 mensen werken. ZoraBots is het bedrijf achter de kleine humanoïde robots Zora en Pepper. Het bedrijf begon in 2013 en is vandaag in 17 landen actief met robots en de daarbij horende software om ze in te zetten in onderwijs, hospitality en de zorgsector. Het bedrijf wordt geleid door Tommy Deblieck en Fabrice Goffin.

dinsdag 19 november 2019

Innovatiefonds NH investeert in e-Health applicatie ikherstel.nl

Het Innovatiefonds Noord-Holland heeft een een converteerbare lening van 250.000 euro toegekend aan GPO-Healthcare | Ik-Herstel B.V. om de e-Health applicatie 'ikherstel.nl' te ontwikkelen.

De applicatie maakt een sneller herstel na een operatie mogelijk. 'Ik herstel' is een nieuwe applicatie die patiënten voorziet van belangrijke informatie voor en na een geplande operatie. Ook vindt de patiënt er een op maat gemaakt herstelplan om de dagelijkse activiteiten weer op te kunnen pakken. Tijdens het zorgtraject kunnen ook de zorgprofessionals de voortgang van het herstel volgen in deze applicatie.

Deze eHealth-applicatie werd ontwikkeld op Amsterdam UMC, locatie VUmc. Ik-Herstel wordt nu op de markt gebracht door Ik-Herstel B.V. De app is de afgelopen jaren getest in een professionele wetenschappelijke omgeving. De applicatie blijkt van grote waarde voor de 11 verschillende operatieve ingrepen die er nu in staan. Het is gebleken dat een patient 5 tot zelfs 14 dagen sneller herstelt bij het gebruiken van de applicatie.

ik herstel is een nieuwe app die patiënten helpt met een sneller herstel na geplande operatie
Ik herstel is een nieuwe app die patienten helpt met een sneller herstel na geplande operatie.

maandag 18 november 2019

Amsterdam UMC stelt gegevens over IC-patiënten beschikbaar om levens te redden

Vincent Steenberg
Als eerste ziekenhuis in Europa stelt Amsterdam UMC data over intensive-carepatiënten beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en om de zorg te verbeteren. Individuele patiënten zijn hierbij redelijkerwijs niet identificeerbaar. Hierdoor moeten toekomstige IC-patiënten sneller de juiste behandeling krijgen. Dat is hard nodig, want tot 30 procent van de patiënten op de intensive care overlijdt.

In totaal zijn er bijna 1 miljard datapunten beschikbaar, vooral vanuit de bewakingsapparatuur. Juist door deze big data kunnen artsen en wetenschappers vanuit de hele wereld algoritmes ontwikkelen met kunstmatige-intelligentie-technieken als machine learning.

Het initiatief voor deze ontwikkeling komt van de Europese Vereniging voor Intensive Care Geneeskunde (ESICM) met de oprichting van hun sectie Data Science. Het project wordt gesteund door de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). Ze moedigen andere ziekenhuizen aan dit voorbeeld te volgen.

"Gegevens delen om behandelingen beter te maken is erg belangrijk voor toekomstige patiënten”, aldus dr. Paul Elbers, intensivist in Amsterdam UMC en projectleider. “En als je dat zeer zorgvuldig doet, is daar veel draagvlak voor", vult zijn collega dr. Patrick Thoral aan. In eigen land steunen intensivisten uit Radboudumc, Erasmus MC Rotterdam, OLVG Amsterdam, UMC Utrecht en Maastricht UMC+ het initiatief. Ook zij willen data op deze verantwoorde manier beschikbaar stellen. En ook de patiëntenorganisatie IC Connect en de stichting Family Centered Intensive Care laten weten achter deze manier van data delen te staan.

“Eerder waren dergelijke gegevens alleen van Amerikaanse intensive cares beschikbaar. Maar de organisatie van intensive care geneeskunde en het type patiënten kunnen flink verschillen tussen de Verenigde Staten en Europa. Dat zou kunnen leiden tot verkeerde algoritmes. Daarom is dit Europese initiatief en wereldwijde samenwerking zo belangrijk", aldus Thoral.

Voor Amsterdam UMC, de ESICM en de NVIC is het waarborgen van de privacy van patiënten van het allergrootste belang. Het spreekt voor zich dat alle wet- en regelgeving hierover strikt wordt nageleefd.

In Amsterdam UMC kunnen patiënten altijd bezwaar maken tegen gebruik van hun gegevens voor wetenschappelijk onderzoek. De gegevens van de patiënten die bezwaar hebben gemaakt zijn dan ook niet opgenomen in de data die beschikbaar worden gesteld. Bovendien krijgen alleen artsen en wetenschappers die aan strikte eisen voldoen en een overeenkomst tekenen toegang tot de data.
De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en zijn grondig gedeïdentificeerd. Zo grondig dat de betrokkenen redelijkerwijs niet meer identificeerbaar zijn in de context van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dat is gecontroleerd door onafhankelijke experts, onder aanvoering van prof. dr. Eric Sijbrands, hoogleraar Interne Geneeskunde aan Erasmus MC Rotterdam en privacy deskundige bij de Nederlandse Federatie van Universiteiten (NFU).

Amsterdam UMC heeft dit initiatief ook ethische laten toetsen door externe experts. Dit gebeurde onder leiding van klinisch ethicus dr. Erwin Kompanje, verbonden aan het Erasmus MC Rotterdam en gespecialiseerd in ethische vraagstukken rondom intensive care geneeskunde. Eventuele risico’s zijn volgens Kompanje geminimaliseerd en het initiatief biedt veel hoop voor toekomstige patiënten. Het delen van gegevens op deze manier is volgens de experts verantwoord en mag worden aangemoedigd.

Ook medische drones in Nederlands luchtruim

In navolging van België worden ook in Nederland drones ingezet voor medische toepassingen. Donderdag is in Rotterdam de kick-off van het samenwerkingsverband Medical Drone Service.

In de pilot wordt bekeken hoe drones ingezet kunnen worden voor het vervoer van bloed, medicijnen en diagnostische monsters naar patiënten en zorglocaties.

Het gaat om een samenwerking van Erasmus MC, Sanquin, ANWB, PostNL en diverse technologiepartners.

De proef gaat drie jaar duren. Daarbij wordt vooral onderzocht hoe een veilige vliegoperatie gerealiseerd kan worden.

In Antwerpen wordt al gevlogen tussen de ziekenhuizennetwerken GZA, ZNA en Helix. Het Antwerpse bedrijf Helicus bestuurt daarbij de drones, die tegen 60 kilometer per uur over de daken vliegen.

vrijdag 15 november 2019

Apple Watch kan succesvol boezemfibrilleren ontdekken

Stanford Medicine heeft de resultaten gepubliceerd rond de Apple Heart Study, waarin werd onderzocht of de Apple Watch succesvol boezemfibrilleren kan ontdekken. Deze specifieke hartritmestoornis kan een beroerte veroorzaken. Aan het onderzoek deden meer dan 400.000 mensen acht maanden lang mee. Tijdens deze periode heeft 0,52 procent van de deelnemers een notificatie op hun Apple Watch gekregen dat er mogelijk een onregelmatige hartslag is gesignaleerd.

woensdag 13 november 2019

Robotcollega verlaagt werkdruk in zorg

Het Nederlands bedrijf Bright Cape heeft, binnen een Europees EIT Digital innovatieconsortium, een robot-zorg-collega ontwikkelt om de werkdruk in de zorg te verminderen en de zorgkwaliteit te borgen.

SARA, heet die collega. SARA staat voor Social & Autonomous Robotic health Assistant. En SARA werkt al in twee Nederlandse zorginstellingen. De resultaten tot nu toe zijn zo bemoedigend dat SARA doorgaat als startup.

De vergrijzing stelt de Europese maatschappij voor uitdagingen. Het aantal ouderen en het aantal ouderen met (chronische) ziektes neemt toe terwijl tegelijkertijd zorginstanties en ziekenhuizen kampen met personeelstekorten en zware werkdruk. “In deze problematiek is het nodig om niet steeds maar harder te werken, maar juist slimmer”, zegt Emmy Rintjema, activity leader SARA van Bright Cape.

dinsdag 12 november 2019

'Google vergaart medische data miljoenen Amerikanen zonder hen in te lichten'

Google heeft gedetailleerde medische gegevens van miljoenen Amerikanen verzameld en verwerkt, zonder dat de patiënten of doktoren daarvan op de hoogte zijn gesteld, meldt de WSJ op basis van bronnen en documenten. Het initiatief, dat de codenaam Project Nightingale droeg, draait om de persoonlijke medische informatie van miljoenen Amerikanen uit 21 verschillende staten. r zou een complete gezondheidsgeschiedenis mee zijn samen te stellen, inclusief de namen van de patiënten en hun geboortedata. Minstens 150 Google-medewerkers zouden toegang hebben tot veel van de data van tientallen miljoenen patiënten, stelt een persoon die bekend zou zijn met de materie.

maandag 11 november 2019

Weather Channel-app waarschuwt voor het griepseizoen via integratie IBM's Watson

De app van The Weather Channel is uitgebreid met een functie die via ai en machinelearning het verloop van het griepseizoen probeert te voorspellen. Flu Insights, zoals de nieuwe functie heet, maakt gebruik van de kunstmatige-intelligentietechnologie van IBM's Watson-supercomputer. Met Flu Insights waagt The Weather Company zich aan een griepvoorspelling voor de komende vijftien dagen. Na het invoeren van een postcode krijgt de gebruiker te zien of er in zijn omgeving een hoog, laag of geen risico is op een griepuitbraak.

ECsens wint 4TU Impact Challenge

ECsens heeft de 4TU Impact Challenge gewonnen. De start-up van de Universiteit Twente ontwikkelt gevoelige sensoren om kanker sneller te diagnosticeren. De technische universiteiten in Nederland organiseerden dit jaar voor het eerst een gezamenlijke innovatiecompetitie waar studenten hun baanbrekende oplossingen voor maatschappelijke problemen kunnen laten zien. De winnaar gaat samen met vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse zaken en een aantal bedrijven op handelsmissie naar de World Expo in Dubai.

“Het is een eenmalige kans die wij moesten pakken”, zegt UT'er Pepijn Beekman naar aanleiding van de overwinning van zijn bedrijf ECsens, dat hij oprichtte samen met Dilu Mathew. “Het is geweldig dat het is gelukt.” Met de start-up wil hij ervoor zorgen dat iedere patiënt een op maat gemaakte behandeling kan ondergaan. Er ging een grote afvalrace vooraf aan de finale in het Zuiderstrandtheater in Den Haag. De technische universiteiten in Eindhoven, Delft, Twente en Wageningen organiseerden in het voorjaar ieder hun eigen voorrondes. In totaal namen zo’n 800 studenten deel aan de competities, 80 teams per TU. Uiteindelijk bleven er zestien finalisten over.

De keuze van de onafhankelijke jury viel onder meer op de Twentse start-up omdat hun product een groot maatschappelijk probleem oplost. Het kan impact hebben op het leven van heel veel mensen. Maar juryvoorzitter Esther van Someren, plaatsvervangend generaal van het Nederlandse consulaat in Dubai, gaf toe dat het een lastige keuze was.

De teams hebben stuk voor stuk briljante oplossingen voor maatschappelijke problemen. Van efficiëntere zorg met oogtesten voor thuis tot het slim herstellen van bijvoorbeeld koraalriffen. Ook de voedselindustrie en het dreigende voedsel tekort zijn populaire thema’s.
Studenten onderzochten bijvoorbeeld het vervangen van vlees door insecten, om toch genoeg proteïne binnen te krijgen. Een ander team ontwikkelde praktische producten met een helder doel. Zoals een apparaatje om symptomen van PTSS bij hulpverleners eerder te herkennen zodat bijvoorbeeld werkgevers eerder professionele hulp aan kunnen bieden. Of een meegroeiende speelgoedtrein om kinderen spelenderwijs te leren programmeren.

zaterdag 9 november 2019

Wetenschappers zetten drones in om malaria te bestrijden

Op het eiland Zanzibar is een interessant project opgestart om te testen of drones van betekenis kunnen zijn in de strijd tegen malaria. Malaria is één van de meest ernstige doodsoorzaken in Afrika. Op jaarlijkse basis geraken volgens schattingen minstens 200 miljoen mensen besmet, wat resulteert in honderdduizenden slachtoffers. Omdat de symptomen erg gelijken op griep (koorts, spierpijn), beseffen mensen vaak ook niet dat ze de ziekte hebben. Wie al eens naar een tropisch gebied geweest is, heeft al kennis gemaakt met die vervelende malariapillen. Maar die neem je dus niet zomaar. Voel je je koortsig bij terugkomst, aarzel dan ook geen seconde om naar de dokter te gaan!

maandag 4 november 2019

Sancties voor Menzis en VGZ voor overtreding van de privacywet

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft aan twee zorgverzekeraars, VGZ en Menzis, in 2018 een last onder dwangsom opgelegd voor het niet voldoen aan de privacywet. Beide zorgverzekeraars waren onzorgvuldig bij de verwerking van medische gegevens. Zo was het autorisatiebeleid niet op orde, werd er niet goed gelogd en hadden marketingmedewerkers ten onrechte ook toegang tot gezondheidsgegevens van verzekerden. Om ervoor te zorgen dat de zorgverzekeraars hun systemen zo inrichten dat zij ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens voorkomen, heeft de AP hen een last onder dwangsom opgelegd. Menzis heeft niet tijdig aan de gehele last voldaan. De AP heeft daarom begin 2019 een dwangsom van €50.000 geïnd. De zorgverzekeraars hebben hun werkwijze inmiddels aangepast.

De AP heeft onderzocht hoe zorgverzekeraars medische persoonsgegevens verzamelen en verwerken. De AP heeft hiervoor onderzoek gedaan bij de vier grootste zorgverzekeraars, die samen bijna 90% van de markt beslaan. Daarbij heeft de AP onder meer gekeken naar doelbinding (worden gezondheidsgegevens gebruikt voor marketingdoeleinden) en autorisatiebeleid (welke personen er toegang hebben tot medische gegevens). De AP constateerde dat bij geen van de zorgverzekeraars medische persoonsgegevens van verzekerden zijn gebruikt voor marketingdoeleinden. De AP deed onderzoek naar de werkwijze van zorgverzekeraars na een handhavingsverzoek van Vrijbit.

Bij Menzis, een van de zorgverzekeraars, heeft de AP vastgesteld dat marketingmedewerkers wel toegang hadden tot medische gegevens, terwijl dit volgens het beleid van de zorgverzekeraar niet mogelijk zou moeten zijn. Niet is vastgesteld dat deze medewerkers daadwerkelijk medische gegevens van verzekerden hebben gebruikt voor marketingacties. Omdat bij Menzis de technische maatregelen onvoldoende waren om te waarborgen dat medewerkers niet over meer gegevens kunnen beschikken dan noodzakelijk voor hun werk, heeft de AP een last onder dwangsom opgelegd. Aan deze last is niet tijdig volledig voldaan waardoor de AP een dwangsom heeft ingevorderd van €50.000.

Ook bij VGZ hadden medewerkers toegang tot medische gegevens, terwijl dit voor hun werkzaamheden niet noodzakelijk was. De AP heeft ook in dit geval geen aanwijzingen dat zij de gegevens daadwerkelijk hebben verwerkt voor marketingacties. Ook bij VGZ waren de technische maatregelen onvoldoende om te waarborgen dat medewerkers niet over meer gegevens kunnen beschikken dan noodzakelijk voor hun werk. De geconstateerde overtredingen zijn voor de AP een reden geweest om ook VGZ een last onder dwangsom op te leggen. VGZ heeft tijdig aan de last voldaan. De AP heeft daarom bij VGZ geen dwangsom ingevorderd.

Het onderzoek en de handhavingsbesluiten van de AP waren onderdeel van een gerechtelijke procedure. In deze procedure heeft de rechter onlangs uitspraak gedaan en bezwaren tegen het onderzoek van de AP en de handhavingsbesluiten ongegrond verklaard. Dat is de reden waarom de AP nu publiceert over de sancties. Tegen deze uitspraak is door Vrijbit hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

vrijdag 1 november 2019

De impact van kanker reduceren door slim en veilig data combineren

TNO en Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) slaan de handen ineen en gaan samenwerken op het gebied van innovatieve AI-oplossingen voor de zorg. Daarmee komen nieuwe, betere manieren beschikbaar om uit steeds grotere hoeveelheden data inzichten te genereren die helpen om de impact van kanker te reduceren.

De samenwerking werd beklonken tijdens een Mind Lab. Hierin lieten experts uit beide organisaties zoals artsen, epidemiologen, data scientists en klinisch informatici via pitches en demo’s zien hoe ze elkaar kunnen versterken door multidisciplinaire samenwerking.

Binnen de gezondheidszorg is AI sterk in opkomst. TNO en IKNL zien dat AI ongekende mogelijkheden biedt naarmate er in de zorg steeds meer multimodale, maar ook internationale data beschikbaar is. Beide organisaties zetten zich er voor in dat AI op een verantwoorde manier ingezet wordt.

IKNL is een onafhankelijk kennisinstituut voor de oncologische en palliatieve zorg, en heeft als missie de impact van kanker te reduceren. Dat doet IKNL op basis van inzichten uit de Nederlandse Kanker Registratie (NKR). De NKR bevat gegevens over ziekte, zorg en uitkomsten waarmee de levensloop van alle patiënten met kanker in Nederland in kaart wordt gebracht.

IKNL kwam onlangs als eerste met een open source oplossing voor de Personal Health Train (PHT). Door die oplossing te combineren met de MPC van TNO ontstaat er een nog rijker repertoire aan mogelijkheden om data veilig te combineren ten behoeve van de ontwikkeling van AI.

woensdag 30 oktober 2019

Koning Willem-Alexander opent TechMed Centre van Universiteit Twente

Koning Willem-Alexander verricht de officiële opening van het gloednieuwe TechMed Centre van de Universiteit Twente (UT) op 29 november, de dag dat de UT haar 58e verjaardag viert, de DIES Natalis.

Het onderzoekscentrum is uniek. Er was nog geen plek in Nederland waar medische technologie op deze manier bij elkaar wordt gebracht.

De Universiteit Twente brengt in haar TechMed Centrum talentontwikkeling, opleiding, wetenschappelijk onderzoek, innovatie en simulatiecentrum samen onder één dak. Door op deze manier technologische knowhow te combineren met gedrags-/sociale wetenschappen in het onderzoeks- en educatieprogramma, ontstaat volgens de universiteit een unieke interactie tussen mens en technologie. Daarbij wordt intensief samengewerkt met een groot netwerk van topklinische ziekenhuizen, UMC’s en het MedTech bedrijfsleven.

maandag 28 oktober 2019

‘Medicijnvervoer per drone cruciaal voor dringende diagnosestelling’

21 Antwerpse ziekenhuizen en 6 ziekenhuizen in Hasselt werken samen om het transport van klinische monsters, bloed en medicijnen snel en efficiënt te laten verlopen via drones. Op Emerce Health, komende donderdag, vertelt Tim Cleys van Helicus over de samenwerking, de plannen, luchtvaartregels en verpakkingen.

'Het platform dat wij voor de ziekenhuizen hebben ontwikkeld, biedt in de eerste plaats een oplossing voor de toenemende logistieke problemen die men in stedelijke gebieden ondervindt,' aldus Cleyd. 'Zo is er de toenemende noodzaak om ziekenhuisnetwerken op te zetten. Vanwege de financieringsproblematiek in de gezondheidssector wordt gekeken naar mogelijkheden om (medisch-technische) diensten te centraliseren.'

dinsdag 22 oktober 2019

Zorgkaartnederland.nl moet beledigingen aan arts verwijderen

De site Zorgkaartnederland.nl is veroordeeld tot het betalen van schade aan een arts wegens beledigingen die daar door een lezer waren geplaatst.

De Patiëntenfederatie vertegenwoordigt verschillende patiëntenorganisaties en exploiteert onder de naam ZorgkaartNederland een site waar patiënten kunnen zoeken naar een zorgverlener. Van de zorgverleners die op de website staan, zijn naam, geslacht, specialisme en werkgever vermeld.

In de zomer van 2018 is een negatieve waardering over een arts geplaatst op ZorgkaartNederland. In de vrije toelichting stond: ‘Vreselijke dokter. Laat beslissingen niet aan de patiënt over. Beledigend, en onjuiste zorg geleverd, oftewel geen zorg geleverd. Buiten het boekje gegaan omtrent haar eigen mening, totaal geen respect gehad voor onze mening en beslissing.’

Zes belangrijke lessons learned na vier jaar zorgrobotica

Robotica in de zorg is een veelbesproken onderwerp. De verwachting is dat zorgrobotica een steeds grotere rol gaat spelen in het tegengaan van personeelstekorten en het verbeteren van de zorgkwaliteit. Om de volledige potentie van zorgrobotica te kunnen benutten, is het belangrijk dat ervaringsdeskundigen, ontwikkelaars en kennis- en zorginstellingen inzichten met elkaar delen. Met die gedachte ontstond vier jaar geleden het ‘Freestyle RoboPark’. Een netwerk voor partijen die betrokken zijn bij de inzet van robotica in de zorg. Door de jaren heen heeft het veel nieuwe kennis opgeleverd. Wat zijn de belangrijkste lessen die we hebben geleerd?

donderdag 17 oktober 2019

Snelgroeiende Amsterdamse e-health startup Castor opent kantoor in VS

De snelgroeiende Amsterdamse e-health / tech startup Castor maakt bekend dat het de Amerikaanse markt betreedt met de opening van een kantoor in Hoboken, New Jersey (tegenover Manhattan, New York City).

Castor helpt medische onderzoekers de waarde van hun onderzoeksdata te maximaliseren. Met de lancering in de VS hoopt Castor meer onderzoekers en commerciële bedrijven in staat te stellen sneller ontdekkingen te doen die het genezen en behandelen van (levensbedreigende) ziekten mogelijk maakt.

Frank Cesaro, voorheen Head of Sales bij de health-tech bedrijf Zocdoc, gaat het Amerikaanse kantoor leiden. Hoboken geldt als een goedkoper alternatief voor New York waar tevens meerdere health-tech bedrijven gevestigd zijn.

woensdag 16 oktober 2019

Mediq maakt incontinentie beter bespreekbaar met zorgoplossing Pien

De nieuwe zorgoplossing Pien van Mediq vergemakkelijkt het leven van mensen met incontinentie én hun ondersteuning door zorgprofessionals. Pien is een altijd beschikbare kennisbank die assisteert bij alledaagse én ingewikkelde zaken. Op basis van de gebruikte continentiematerialen en de persoonlijke situatie van de patiënt verschaft Pien informatie op maat zoals instructievideo’s en tips. Daarnaast is er een telefonische hulplijn voor advies en vragen. Zo helpt Pien mensen om de overgang van het ziekenhuis naar de thuissituatie soepel te laten verlopen en snel hun ‘gewone’ leven weer op te pakken. Ook biedt Pien een antwoord op de taboedrempel om hulp te zoeken bij incontinentie.

“Pien is ontwikkeld naar aanleiding van gesprekken die we met 75 patiënten en 30 zorgprofessionals voerden”, vertelt Marloes Timmers, productmanager continentiezorg bij Mediq. “Een belangrijke constatering was dat patiënten het lastig vinden om hulp te vragen. Dit leidt tot veel onnodig aanmodderen, meer kans op complicaties zoals urineweginfecties en extra werk voor de zorgprofessionals. Alle bevindingen hebben we verwerkt in Pien. Met Pien kunnen mensen in hun vertrouwde omgeving oefenen, bijvoorbeeld met zelf thuis katheteriseren en met aanbrengen, verwisselen en verwijderen van continentiemateriaal. Zo zorgt Pien er – in samenwerking met de continentieverpleegkundige, uroloog of arts – voor dat mensen steeds beter met incontinentie omgaan en zoveel mogelijk zelf kunnen doen.”

Wat Pien zo speciaal maakt, is het op maat gesneden karakter in combinatie met de heldere instructievideo’s. Een ander belangrijk voordeel is het gemak van een altijd beschikbaar aanspreekpunt voor uitleg en vragen over absorberende en afvoerende producten en materialen. “Ik denk dat mijn patiënten en hun verzorgers enorm geholpen zijn met de praktische video’s en tips van Pien”, zegt Marga Boere. Ze is gespecialiseerd verpleegkundige continentiezorg met aandachtsgebied neuromusculaire aandoeningen bij ZorgBrug. “Zelf een blaaskatheter aanbrengen, is in het begin voor veel mensen een grote opgave. Met Pien kunnen ze na de uitleg van de neuroloog of verpleegkundige thuis rustig terugkijken hoe het werkt. Dat geeft een goed gevoel van rust, vertrouwen en veiligheid.”

maandag 14 oktober 2019

Forum over MS gehackt, privégegevens duizenden Nederlanders op straat

Het forum van MSweb, een website over zenuwziekte multiple sclerose, is gehackt. De volledige database van het forum, met daarin de e-mailadressen van zo'n 6000 veelal anonieme gebruikers, ligt op straat. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws, dat de database via een anonieme tip ontving. Naast e-mailadressen zijn ook IP-adressen en versleutelde wachtwoorden gelekt. Omdat de wachtwoorden zijn versleuteld, zijn ze niet zomaar te kraken en misbruiken.

vrijdag 11 oktober 2019

Chrome helpt slechtzienden met beschrijvingen voor ongelabelde beelden

Een nieuwe functie van Googles browser Chrome genereert beschrijvingen voor beeldmateriaal op het web dat niet van een tekstlabel is voorzien. Dit is vooral nuttig voor blinde en slechtziende gebruikers die afhankelijk zijn van gesproken feedback of brailleschrift. De nieuwe functie met de naam 'Get Image Descriptions from Google' werd in de voorbije maanden uitgebreid getest, meldt website 9to5Google.

'Digitale vernieuwing brengt ziekenhuis dichter bij patiënt en verlicht personeelstekorten'

Met digitale toepassingen kan steeds meer ziekenhuiszorg op afstand worden geleverd. Bijna drie op de vijf ondervraagde consumenten ontvangen periodieke ziekenhuiszorg liever thuis of dicht bij huis dan in het ziekenhuis. Naast groter gemak voor de patiënt leveren digitale toepassingen ook besparingsmogelijkheden op voor ziekenhuizen. Dit blijkt uit een onderzoek van het ING Economisch Bureau.

Ziekenhuizen doen er volgens ING goed aan in hun zorgverlening meer gebruik te maken van nieuwe digitale mogelijkheden. Het kan niet alleen de zorg beter en efficiënter maken, maar ook de hoogoplopende personeelstekorten verminderen.

Uit onderzoek onder 25.000 respondenten op de ING Vraag van Vandaag komt naar voren dat bijna drie op de vijf consumenten periodieke ziekenhuiszorg liever thuis of dicht bij huis (bij de huisarts of in een gezondheidscentrum) ontvangen dan in het ziekenhuis. Om dit mogelijk te maken hebben ziekenhuizen landelijk afgesproken dat zij de digitale mogelijkheden beter gaan benutten.

Er zijn tegenwoordig voldoende digitale toepassingen die een efficiëntere zorgverlening mogelijk maken. Digitale monitoring thuis kan het aantal ziekenhuisbezoeken verminderen, doordat de patiënt alleen voor urgente zaken naar het ziekenhuis hoeft. Daarnaast kunnen aandoeningen door zelfmeting eerder aan het licht komen, waardoor eerder kan worden ingegrepen en minder vervolgbehandelingen nodig zijn. Zo kunnen patiënten met apps en wearables zelf hun bloed- en suikerwaarden meten en aan het ziekenhuis doorgeven. Het ziekenhuis kan deze patiënten op afstand monitoren en wanneer nodig via een beveiligde videoverbinding met hen communiceren. Verder kan een gegevensuitwisseling via digitale weg tot minder medische fouten en minder administratief werk leiden.

Naast groter gemak voor de patiënt leveren digitale toepassingen ook besparingsmogelijkheden op voor ziekenhuizen. Drie op de vijf ziekenhuisbestuurders zien digitale innovatie als één van de belangrijkste manieren om de ziekenhuiskosten te verlagen, zo blijkt uit onze enquête. Zij verwachten dat digitale procesinnovaties de komende tien jaar een besparing van 12% op de totale geneeskundige zorguitgaven opleveren.

Ziekenhuizen kampen met groeiende personeelstekorten. Omdat de zorgvraag groeit en de beroepsbevolking op termijn krimpt, dreigen de personeelstekorten chronisch te worden.
Digitalisering kan via efficiëntere zorgverlening de personeelsbehoefte temperen. Bij voortzetting van de productiviteitstrend van de afgelopen vijf jaar (0,4% productiviteitsgroei per jaar), zouden er in 2040 bijna 170.000 ziekenhuismedewerkers meer nodig zijn . Wanneer de productiviteit door inzet van digitalisering 1 procent per jaar zou toenemen, komt de personeelsbehoefte in 2040 circa 60.000 ziekenhuismedewerkers lager uit.

donderdag 10 oktober 2019

Te weinig apps met medische toepassingen

Er zijn te weinig apps met medische toepassingen. De certificering is te lastig en de risico’s op claims zijn te groot. Dat zegt Ruud Verdaasdonk, hoogleraar Health Technology Implementation aan de Universiteit Twente. Hij houdt zijn oratie ‘Bruggen bouwen voor technologie in de gezondheidszorg’ later vandaag. Voorafgaand aan zijn oratie vindt een symposium plaats ‘Hoe overleef ik het MedTech Implementatie avontuur: van idee naar medisch product’.

Nieuwe Europese regelgeving voor medische apparatuur dreigt innovatie in de gezondheidszorg ernstig te vertragen, zegt de hoogleraar.

Een uitzondering is bijvoorbeeld de Apple Watch die een hartfilmpje (ECG) kan maken. Maar technisch is er al veel méér mogelijk. “De huidige generatie smartphones heeft al zoveel sensoren, en natuurlijk camera’s, aan boord dat ze geschikt zijn voor veel meer medische toepassingen dan we nu gebruiken. Maar het komt nog niet echt van de grond.”

Het in november te openen Technical Medical Centre (TechMed Centre) van de UT kan hier een cruciale rol spelen. “Ik noem het ook wel een ‘technisch ziekenhuis’, waarin we in een vroege fase de technologie al kunnen testen zonder noodzaak voor certificering,” stelt Verdaasdonk.

“We hebben specialisten die het marktpotentieel kunnen inschatten, we kunnen onderzoeken hoe patiënten een nieuwe technologie gaan accepteren. Dat betekent dat we rondom de MDR al heel belangrijk ‘vóórwerk’ kunnen doen om de technologie sneller te kunnen implementeren in de zorg.”

Ook in het opleiden van mensen die de juiste kennis in huis hebben om de MDR-certificering uit te voeren, waar een groot tekort te verwachten is, ziet Verdaasdonk een duidelijke rol voor het TechMed Centre.

dinsdag 8 oktober 2019

Succesvol nieuwe digitale zorgproducten implementeren

​dHealth Lab van de Hanzehogeschool Groningen heeft een simulatie omgeving ontwikkeld waar nieuwe digitale producten voor de zorg al in een vroeg stadium in een veilige en realistische omgeving kunnen worden getest.

Bij de start van de ontwikkeling van een nieuw zorgproduct starten de ondernemer, de zorgprofessionals en de cliënten/patiënten vaak met veel enthousiasme. Helaas ligt de kans op teleurstelling op de loer. Dure producten worden aangeschaft maar niet gebruikt. Halffabricaten worden getest in een omgeving waar de werkdruk hoog is en waar met kwetsbare groepen wordt gewerkt. Bij de toekomstige gebruikers neemt hierdoor de acceptatie en het draagvlak af. Dit creëert een situatie waarin zorgprofessionals en cliënten steeds minder gemotiveerd raken om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen, testen en implementeren van nieuwe innovaties (zorgproducten). Goede innovaties blijven op de plank liggen.

Het dHealth Lab is in 2017 in het leven geroepen om deze innovaties verder te ontwikkelen. Samen met de ondernemer en zorgprofessional wordt het zorgproces in kaart gebracht en het (nieuwe) digitale zorgproduct in het skillslab van de Hanzehogeschool Groningen getest.

Amerikaanse ziekenhuizen betalen losgeld ransomware

Drie Amerikaanse ziekenhuizen die vorige week door ransomware werden getroffen hebben besloten om het gevraagde losgeld te betalen om zo versleutelde bestanden te ontsleutelen. Het gaat om het DCH Regional Medical Center, Northport Medical Center en Fayette Medical Center in de staat Alabama. De infectie door de Ryuk-ransomware deed zich vorige week dinsdag voor. De ransomware versleutelde bestanden op allerlei belangrijke systemen.

maandag 7 oktober 2019

Vitaliteitsproject IVY uitgeroepen tot winnaar van de Patient Innovation Award

Vitaliteitsproject IVY is uitgeroepen tot winnaar van de Patient Innovation Award 2019. Veel borstkankerpatiënten ontwikkelen tijdens hun behandeltraject een laag zelfbeeld en vermoeidheid. Met de IVY-app - een gezamenlijk project van ZGT en Universiteit Twente - wordt het zelfbeeld op het vlak van vitaliteit vroegtijdig positief beïnvloed. De app kreeg van het publiek én de vakjury de meeste stemmen.

De IVY-app is tot stand gekomen uit een samenwerking tussen Universiteit Twente, Borstkankervereniging Nederland (BVN) en ZGT. Vanuit het TechMed Centre en de vakgroep Psychology, Health & Technology, werkten Roos Wolbers, gezondheidspsycholoog en junior onderzoeker, en universitair hoofddocenten Christina Bode en Marcel Pieterse aan de app. De app is een uitstekend voorbeeld voor personalized eHealth Technology.

Internist-oncoloog van ZGT Ester Siemerink mocht de award in ontvangst nemen: "Met het prijzengeld kunnen we de app verder door ontwikkelen, waardoor we de patiënt in haar behandeltraject meer in haar kracht kunnen zetten. Ik geloof echt dat ons product van toegevoegde waarde is om je brein vitaler te houden. Daardoor kun je een behandeling beter doorstaan en je rol in de maatschappij behouden. En daarbij is het voor ons als hele projectgroep een mooie beloning van een vruchtbare samenwerking tussen drie partijen.