3D-printer maakt gepersonaliseerde pillen

Doser, een start-up uit Leiden, ontwikkelde een 3D-printer waarmee apothekers medicijnen kunnen printen die precies zijn afgestemd op de individuele patiënt: de juiste dosering, bij kinderen bijvoorbeeld veel kleiner dan standaard-tabletten. 

Volgens mede-oprichter Niels Ouwerkerk (in samenwerking met co-founder Arjan van Unen) is de bedoeling dat apothekers zelf – net als met een soort Nespresso-machine – op aanvraag een pil maken die perfect past bij de patiënt. 

Dat is vooral relevant voor groepen waarvoor standaarddoseringen tekortschieten: kinderen, mensen met zeldzame doseringsbehoeften of patiënten waarbij combinaties en maatwerk gewenst zijn. Doser hoopt zo behandelingen te verbeteren, medicatie goedkoper, makkelijker toedienbaar en met minder bijwerkingen te maken. 

De techniek is al operationeel: inmiddels staan de printers op enkele locaties, waaronder een universitair ziekenhuis én een reguliere apotheek in Den Haag. De bedoeling is om op korte termijn daadwerkelijk patiënten te voorzien van deze op maat gemaakte pillen. 

Volgens Doser zou deze manier van medicijnproductie ook tot minder verspilling leiden — in plaats van grootschalige productie in vaste doses, print je precies wat nodig is. Daardoor is er minder overproductie en minder restafval.  

LUMC en KickstartAI ontwikkelen eerste AI-model voor snellere en consistentere wondrapportages

Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en KickstartAI zetten vandaag een belangrijke stap richting minder administratie in de zorg. Zij starten de ontwikkeling van het eerste AI-model in Nederland dat automatisch wondrapportages opstelt op basis van foto’s. De technologie moet zorgen voor tijdswinst voor verpleegkundigen en een meer consistente en kwalitatieve wondzorg.

Jaarlijks krijgen in Nederland naar schatting ruim 500.000 patiënten te maken met (complexe) wonden. De zorg voor deze patiënten vraagt veel aandacht van verpleegkundigen, niet alleen bij de behandeling zelf, maar ook bij de verslaglegging. De huidige werkwijze is omslachtig: eerst observeert de verpleegkundige de wond, maakt vervolgens een foto, uploadt die handmatig in het elektronisch patiëntendossier (EPD) en vult daarna het TIME-formulier in. Pas later bekijkt de wondverpleegkundige de gegevens om een beoordeling te geven.

“Verpleegkundigen ervaren dit echt als een administratieve last,” zegt Albert Simonse, wondverpleegkundige en Nursing Information Officer bij het LUMC. “Door die tijdsdruk komt ook de continuïteit van wondzorg onder druk te staan.”

Het nieuwe AI-model moet dit proces vereenvoudigen door automatisch een deel van de wondrapportage te genereren op basis van foto’s. Daarmee kunnen verpleegkundigen sneller en consistenter rapporteren, terwijl de kwaliteit van de wondregistratie verbetert. Nu interpreteren verpleegkundigen wonden vaak verschillend, zijn rapportages niet altijd volledig of vergelijkbaar en varieert de kwaliteit van foto’s sterk.

De komende maanden werken het AI-team van KickstartAI en het LUMC, in nauwe samenwerking met verpleegkundigen, aan de ontwikkeling, het testen en de voorbereiding van de implementatie van de tool in de klinische praktijk. Het doel is om het model binnen een jaar operationeel te hebben in het ziekenhuis. Na validatie kan de aanpak ook buiten het LUMC worden toegepast, bijvoorbeeld in samenwerkende centra zoals het Erasmus MC.

“Deze samenwerking laat precies zien waar KickstartAI voor staat: praktische toepassingen met maatschappelijke impact,” zegt Anouk Wolters,  AI Project Lead KickstartAI. “Zorgprofessionals en AI-engineers bouwen hier samen aan technologie die écht verschil maakt in de dagelijkse praktijk.”

Het project komt voort uit de National AI Challenge 2025, een initiatief van KickstartAI en de AI Coalition for the Netherlands (AIC4NL). Het LUMC (via CaireLab) won samen met de Nederlandse Politie de challenge met de meest maatschappelijk relevante AI-use cases.  

Ruim 40 BN’ers en artsen slachtoffer van deepfake-video’s voor supplementen Wellness Nest

Ruim 40 artsen en bekende Nederlanders zijn slachtoffer van deepfake-video’s waarmee supplementen op TikTok worden gepromoot, blijkt uit onderzoek van Pointer Checkt. Het gaat hierbij onder andere om het product shilajit van het merk Welness Nest, waarachter een netwerk van Vietnamese ondernemers schuilgaat. Artsenfederatie KNMG laat weten “zich grote zorgen te maken over het toenemende misbruik van deepfakes voor misleidende gezondheidclaims”. 

In de deepfakevideo’s worden echte beelden gebruikt van artsen en bekende Nederlanders, zoals ex-presentator Arie Boomsma, influencer Monica Geuze of neuropsycholoog Erik Scherder. Door een met AI nagebootste stem lijkt het alsof zij reclame maken voor de supplementen van Wellness Nest, die bijvoorbeeld zouden helpen tegen vermoeidheid of overgangsklachten. Maar voor de geneeskrachtige werking ervan ontbreekt wetenschappelijk bewijs. 

Hoewel de sprekers in de video’s soms nog wat robotisch praten en de mondbewegingen niet altijd matchen met de uitspraken, werkt de methode wel. Onder de video’s staan veel reacties van mensen die vragen waar ze het supplement kunnen kopen. Ook laten artsen Erik Scherder en Diederik Gommers aan Pointer Checkt weten dat ze regelmatig e-mails ontvangen van mensen die vragen of ze de producten moeten kopen die zij online ‘aanprijzen’.  

De artsenfederatie KNMG maakt zich grote zorgen over het toenemend misbruik van medische deepfakes, waarin de gezichten en stemmen van artsen zonder hun toestemming worden gebruikt voor misleidende gezondheidsclaims. Dat is volgens KNMG schadelijk voor de beroepsgroep en misleidend voor het publiek: “Bovendien kan de verspreiding van deze misleidende content leiden tot verkeerde gezondheidsbeslissingen bij burgers en zo een risico vormen voor de volksgezondheid.” 

Uit handelsregisters in Colorado (Verenigde Staten) en in Vietnam, en uit openbare bedrijfsinformatie die wordt gedeeld op Facebook, blijkt dat Wellness Nest wordt gerund door een groep Vietnamese e-commerce ondernemers van het bedrijf Pati Group. De Vietnamese ondernemers runnen voor het merk ook een zogeheten affiliateprogramma: ze sporen anderen aan om handelspartner (affiliate) te worden en tegen een commissie via TikTok zelf supplementen te verkopen. Dit zijn niet enkel deepfakes, soms worden ook fictieve artsen of influencers met AI gegenereerd, of medische stockbeelden gebruikt. 

De medewerkers van Pati Group delen online screenshots van geldbedragen die affiliattes zouden verdienen met de verkoop van hun product, zoals PayPal-bijschrijvingen die variëren van 1700 tot 66.000 Amerikaanse dollar en wedstrijden voor affiliattes waar winnaars meer dan 100.000 Amerikaanse dollar in een maand verdienen. Pointer Checkt kan niet verifiëren of deze bedragen echt worden verdiend. 

Na vele contactpogingen ontkent een medewerker van Wellness Nest de aantijgingen. Op herhaaldelijke verzoeken om een schriftelijke reactie wordt verder niet gereageerd.  

Gedupeerden van de deepfakes, zoals Arie Boomsma en mindfullness-spreker Michael Pilarczyk, hebben TikTok verzocht om de accounts van Wellness Nest te verwijderen. Pilarczyk schakelde hiervoor zelfs een advocaat in. Toch verwijderde TikTok de video’s pas nadat Pointer Checkt contact opnam. In een schriftelijke reactie laat het platform weten: “Ondanks onze uitgebreide moderatieprocessen kunnen we niet garanderen dat alle inhoud voldoet aan onze richtlijnen.” Op de vraag waarom de accounts twee maanden lang online konden staan, komt geen duidelijk antwoord.  

Pointer Checkt (KRO-NCRV) is vanaf zondag 23 november 16.00 uur te zien op het YouTube-kanaal van NPO 3 (en NPO3.nl). 
 

Nieuwe AI-dienst ‘AllesGoed’ verlicht druk op mantelzorgers

Naarmate het aantal dementiepatiënten in Nederland toeneemt tot bijna een half miljoen, zijn er zo'n 800.000 mantelzorgers die dagelijks tijd besteden aan bellen, herinneren en controleren. AllesGoed.nl heeft een telefonische AI-assistent gelanceerd die deze herhalende taken kan overnemen. Deze assistent belt ouderen automatisch op om hen te herinneren aan afspraken en uit te voeren dagelijkse controles. Deze vernieuwende dienst ontlast mantelzorgers aanzienlijk, terwijl er van ouderen geen digitale vaardigheden worden vereist.

In Nederland zijn er momenteel ruim 300.000 mensen met dementie. Alzheimer Nederland voorspelt dat dit aantal zal stijgen tot meer dan 500.000 in 2040. Deze vergrijzing veroorzaakt een toenemende belasting voor mantelzorgers, die vaak de zorg moeten combineren met werk en gezinsleven. Het dagelijks nabellen om te controleren of alles goed gaat of om aan afspraken te herinneren, vergt veel tijd en mentale inspanning.

Techondernemer Martin Pruim, die eerder de website VvE.nl oprichtte, herkende deze belasting in zijn eigen omgeving en ontwikkelde daarop AllesGoed.nl. "Mantelzorgers zijn vaak druk met de logistieke aspecten: bellen, plannen en herinneren. Ik wilde een oplossing creëren die deze taken uit handen neemt, zodat mantelzorgers zich meer kunnen richten op de menselijke kant van de zorg", verklaart Pruim.

De AI-assistent van AllesGoed.nl belt ouderen op afgesproken tijden en voert natuurlijke gesprekken over aankomende afspraken, zoals doktersbezoeken of een bezoek aan de kapper. Het systeem is ontworpen om warm en menselijk aan te voelen en legt geen technische drempels op aan de gebruiker. Als er niet wordt opgenomen, belt het systeem tot drie keer terug, met een interval van tien minuten.

Mantelzorgers krijgen via een app duidelijke verslagen van elk gesprek en worden gewaarschuwd als hun naaste niet bereikbaar is. Omdat de service via de reguliere telefoonlijn werkt, is deze ook geschikt voor mensen met beginnende dementie of die niet digitaal vaardig zijn.

AllesGoed.nl maakt gebruik van geavanceerde AI-technologie, maar blijft bewust eenvoudig in gebruik. De dienst ondersteunt diverse talen en is al beschikbaar vanaf 14 euro per maand. Pruim benadrukt het belang van toegankelijkheid: "Technologie dient zich aan te passen aan de mens, en niet andersom. Daarom hebben wij onze dienst zo ontworpen dat deze werkt met iets wat iedereen al kent: de telefoon."

Medicijngebruikers kwetsbaar voor illegale webshops door tekorten

Bijna de helft van de Nederlandse medicijngebruikers (42%) is bereid om hun medicatie online uit het buitenland te bestellen wanneer deze in Nederland niet beschikbaar is. Van de mannen heeft zelfs 23% al eens medicijnen via een buitenlandse webshop gekocht, tegenover 14 procent van de vrouwen. 

Dat blijkt uit onderzoek van Independer, uitgevoerd door Q&A. Het Openbaar Ministerie maakte gisteren bekend dat 49 sterfgevallen mogelijk verband houden met de illegale verkoop van medicijnen of drugs via de site Funcaps.
 
Gezondheidsinstellingen waarschuwen al langere tijd dat online medicijnverkoop serieuze risico’s met zich meebrengt. “Online is er veel illegale handel in medicijnen”, zegt Youri van der Avoird, zorgexpert bij Independer. “Zo worden bijvoorbeeld nepmedicijnen verkocht, maar ook vervuilde medicijnen met onjuiste doseringen of schadelijke stoffen. Ook is de herkomst van de medicijnen vaak onbekend en lang niet alle landen hanteren dezelfde kwaliteitscontroles als Nederland.”
 
Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het Europese Medicijnagentschap (EMA) waarschuwen voor de illegale online verkoop van geneesmiddelen.
 
Uit het onderzoek van Independer blijkt dat de helft van de Nederlanders weleens heeft moeten overstappen naar een ander medicijn vanwege de tekorten. Zeven op de tien heeft hierdoor vervelende bijwerkingen ervaren. Vertrouwde medicatie uit het buitenland importeren omzeilt dit probleem, maar brengt andere risico’s met zich mee.
 
De officiële weg is dan toch het veiligst. Veel apotheken werken samen met betrouwbare importeurs of internationale apotheken. Je kunt je apotheek vragen het medicijn legaal te importeren. Ook kan je apotheek of leverancier bij aanhoudende tekorten soms toestemming krijgen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd om een vergelijkbaar middel uit het buitenland te bestellen.
 
“De gezondheidsrisico’s zijn via deze weg veel lager dan als je op eigen houtje medicatie uit het buitenland bestelt. Wel worden medicijninformatie en instructies soms in een andere taal gegeven. Raadpleeg altijd je arts om onjuist gebruik te voorkomen”, zegt Van der Avoird van Independer.“
 
Slechts een derde van de 1.600 ondervraagde medicijngebruikers in het onderzoek van Independer weet wat ze moeten doen als hun medicatie niet verkrijgbaar is. Bijna de helft is bereid het heft in eigen handen te nemen en zelf online hun medicatie te bestellen. Independer en gezondheidsinstellingen zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd raden dit af.
 
“Niet iedereen mag zomaar medicijnen verkopen. Funcaps deed dit dus wel zonder vergunning. Online aanbieders moeten vermeld zijn op de aanbiederslijst online medicijnen van het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG). Maar in het Nederlandse register zijn geen buitenlandse organisaties opgenomen. Als je zelf medicijnen importeert kun je de betrouwbaarheid van de aanbieder minder goed duiden. Dat maakt het extra risicovol”, zegt Youri van der Avoird, zorgexpert bij Independer.
 
Uit eerder onderzoek van Independer blijkt dat slechts één derde van alle ondervraagden contact zou opnemen met de zorgverzekeraar als er leveringsproblemen zijn met hun medicijnen. “Zorgverzekeraars kunnen helpen een alternatieve aanbieder te vinden. Daarnaast kun je afspraken maken over vergoedingen van alternatieve medicijnen als het voorkeursmedicijn niet verkrijgbaar is”, zegt Youri van der Avoird, zorgexpert bij Independer.

4D-printen maakt menselijk weefselmodel realistischer

Wetenschappers kunnen steeds beter menselijk weefsel nabootsen in het lab, wat helpt om medicijnen veiliger en effectiever te testen en dierproeven te verminderen. In zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht ontwierp Marc Falandt biomaterialen waaraan ook na het 3D-printen nieuwe functies kunnen worden toegevoegd, in 4D dus. Daarnaast ontwikkelde hij een hybride materiaal dat stevig is maar cellen toch laat bewegen. Zijn werk brengt de biofabricatie van realistisch menselijk weefsel een stap dichterbij. 

Negentig procent van de kandidaat-geneesmiddelen faalt zodra ze op mensen worden getest, deels omdat dierproeven niet goed voorspellen hoe medicijnen bij mensen werken. Om dit te verbeteren en dierproeven te verminderen, maken onderzoekers menselijk weefsel na in een lab, de zogeheten in vitro-modellen. Deze modellen bestaan vaak uit een 3D-geprint biomateriaal waarop menselijke cellen kunnen groeien. Deze modellen worden inmiddels veel gebruikt om de werking van geneesmiddelen op te testen, maar ook in de regeneratieve geneeskunde. 

Toch blijft het ontwikkelen van volledig functioneel weefsel een uitdaging. Dat komt met name door een gebrek aan biomaterialen die de dynamiek van de omgeving van een cel nauwkeurig kunnen nabootsen. Die omgeving bestaat uit eiwitten en suikermoleculen die cellen ondersteunen en met elkaar verbinden en signalen doorgeven. Het wordt ook wel de extracellulaire matrix (ECM) genoemd. Bovendien moet het biomateriaal kunnen veranderen tijdens het groeien van de cellen, dus ná het printen, en dat kan vaak niet met bestaande biomaterialen.

Alleen met 4D-printen lukt het om functies toe te voegen op specifieke locaties

In zijn onderzoek ontwikkelde Falandt nieuwe biomaterialen die niet alleen een dynamische omgeving voor cellen vormen, maar die ook na het 3D-printen kunnen worden aangepast, dat heet 4D-bioprinten. Hij ontwierp speciale hydrogels waaraan bioactieve moleculen konden worden vastgemaakt zonder dat ze hun werking verloren. Eerst maakte hij de 3D-structuur met volumetrisch printen, een techniek die met licht in één keer het hele model vormt in plaats van laag voor laag te printen.

Daarna voegde hij bioactieve moleculen toe met behulp van photografting. Hierbij wordt opnieuw licht gebruikt, maar nu om de moleculen alleen vast te zetten op de belichte plekken. Een van deze moleculen was een groeifactor die de vorming van bloedvaten stimuleert. In de delen waar deze groeifactor zat, bewogen de cellen actiever en drongen ze beter het materiaal binnen dan in andere delen. 

“Bioprinten in 4D is erg belangrijk. Alleen op die manier lukt het om functies toe te voegen op specifieke locaties”, licht Falandt toe. “Tot dusver ontstond er, na het toevoegen van bijvoorbeeld een groeifacor, een volledige wildgroei of juist helemaal niks.”

Superkrachtige AI uit Eindhoven helpt artsen kanker en andere ziektes sneller te ontdekken

TU/e-onderzoekers hebben een medisch AI-model ontwikkeld dat artsen helpt afwijkingen op CT-scans eerder te herkennen, wat snellere diagnose mogelijk maakt van kanker en andere ziekten.

Het model is getraind op basis van ruim een kwart miljoen CT-scans. De onderzoekers waren de eersten die hiervoor de rekenkracht benutten van de nieuwe supercomputer SPIKE-1. 

De TU/e stelt het AI-model nu wereldwijd beschikbaar aan universiteiten, ziekenhuizen en bedrijven, zodat zij het kunnen doorontwikkelen voor hun eigen medische toepassingen. Juist als zij zelf niet beschikken over een eigen supercomputer.

Het team, onder leiding van universitair hoofddocent Fons van der Sommen, trainde een zogenoemd foundation model, een basismodel waarop andere, gespecialiseerdere AI-toepassingen kunnen voortborduren.

De onderzoekers voedden het model met zo’n 250.000 driedimensionale CT-scans en 75.000 radiologierapporten uit publieke medische databanken. Deze toonden verschillende soorten aandoeningen, waaronder kanker. Soms was er juist géén ziektebeeld, want ook scans van gezonde lichamen gaven het model bruikbare informatie.
Open source beschikbaar

“Je kunt het zien als het enten van een plant,” zegt Van der Sommen, verbonden aan de onderzoeksgroep Architectures for Reliable Image Analysis (ARIA) en het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI). “Wij leveren de stam waaruit anderen hun eigen medische AI-modellen kunnen laten groeien. Daarmee verlagen we de drempel voor innovatie en samenwerking in de zorg, want lang niet iedereen heeft de beschikking over de rekenkracht en capaciteit die wij hebben.”

Bovendien ontbreekt het bij ziekenhuizen soms aan voldoende data. “Hoe meer data, hoe beter je een AI-model kunt trainen”, aldus Van der Sommen. “Alleen is in de zorg niet altijd relevante data voorhanden, bijvoorbeeld in het geval van zeldzame tumoren. Dan moeten we te lang wachten om echt resultaten te boeken. Met ons model kunnen we ook echt meer betekenen voor bepaalde zeldzame ziektebeelden.”

Het model komt open source beschikbaar, zodat ziekenhuizen, kennisinstellingen en bedrijven hun eigen varianten kunnen doorontwikkelen. Het kan dienen als basis voor AI-systemen die tumoren opsporen, ziektes voorspellen of andere patronen herkennen in medische beelddata.

Van der Sommen: “Voorheen werd een nieuw AI-model gezien als de kip met de gouden eieren en die wilde je voor jezelf houden. Maar dit model kan zoveel gouden eieren leggen, dat kunnen wij niet allemaal behappen. Door ze te delen, kan iedereen er verder mee komen.”
De supercomputer die het mogelijk maakte

Het onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de rekenkracht van de vorig jaar door de TU/e in gebruik genomen supercomputer SPIKE-1. Die machine bestaat uit vier NVIDIA DGX B200-systemen, elk uitgerust met acht krachtige Blackwell-GPU’s. Dat zijn momenteel de snelste AI-chips ter wereld, speciaal ontworpen voor zware taken als modeltraining.

Met ruim 5,7 terabyte aan intern geheugen verwerkt SPIKE-1 honderden CT-scans tegelijk, iets wat reguliere grafische kaarten simpelweg niet aankunnen. “Een enkele CT-scan is al snel honderd megabyte groot,” legt Van der Sommen uit. “Voor dit onderzoek moesten we duizenden van die beelden in één trainingstraject combineren. Zonder SPIKE-1 zou dit resultaat volkomen buiten bereik zijn gebleven.”

Extra financiering voor VR-project dat kinderen met ADHD helpt in het dagelijks leven

Binnen de Impact Explorer 2025-ronde van NWO ontvangt Alexandra Hering (Tilburg School of Social and Behavioral Sciences) financiering om een onverwachte onderzoeksrichting verder te verkennen. De subsidie stimuleert wetenschappers om te onderzoeken hoe hun bevindingen kunnen bijdragen aan de maatschappij.

Alexandra Hering krijgt de toewijzing voor het project Digital Innovations for Clinical Practice: VR-based Self-Management Training for Children with ADHD samen met het team van de Digital Interventions Incubator in samenwerking met Dagmar Timmers en Ontzorgt!. In dit project wordt gekeken hoe Virtual Reality kan helpen bij het trainen van dagelijkse vaardigheden bij kinderen met ADHD. Het project is een samenwerking van twee faculteiten (TSB en TSHD) om digitale interventies op het gebied van geestelijke gezondheid te bevorderen.

Het bestaande VR-spel Virtual Day – oorspronkelijk ontwikkeld voor geheugenstrategieën bij ouderen – wordt aangepast voor kinderen met ADHD. In deze virtuele omgeving kunnen zij onder begeleiding oefenen met plannen, concentreren en omgaan met prikkels uit het dagelijks leven. Zo kan technologie een laagdrempelige aanvulling worden op bestaande behandelmethoden.

Met AI naar bed: slim slaapmasker moet je helpen beter te slapen

Een nieuw slaapmasker genaamd DreamPilot belooft de kwaliteit van je slaap te verbeteren door gebruik te maken van kunstmatige intelligentie. Het masker doet meer dan alleen het licht blokkeren — het houdt actief je hersengolven en bewegingspatronen in bed in de gaten om te bepalen in welke slaapfase je je bevindt. 

Op basis van die metingen wordt jouw slaapervaring geoptimaliseerd met speciale geluiden om je te helpen dieper te slapen, omgevingsgeluid te maskeren met ruis én een lichte warmte rond de oogspieren te geven om te ontspannen. 

Het toestel is momenteel beschikbaar via Kickstarter, waar al meer dan 16 000 euro is opgehaald. Je kunt het masker nu reserveren voor circa € 120 (inclusief korting). De levering is gepland voor januari 2026.  

TU Delft-studente wint James Dyson Award 2025 met slim toetsenbord voor parkinsonpatiënten

OnCue, een slim toetsenbord dat mensen met parkinson helpt om makkelijker en nauwkeuriger te typen, heeft de wereldwijde James Dyson Award 2025 gewonnen in de categorie gezondheid. De prijs, en het bijbehorende prijzengeld van €36.000, wordt jaarlijks uitgereikt aan baanbrekende uitvindingen gedaan door studenten. OnCue is door Alessandra Galli ontwikkeld tijdens haar studie aan de faculteit Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft.

Parkinson is een aandoening die wereldwijd meer dan 10 miljoen mensen treft, in 2050 stijgt dit aantal naar 25 miljoen. In Nederland leven zo’n 67.000 mensen met de ziekte. Typen op een regulier toetsenbord is voor veel patiënten een uitdaging vanwege symptomen als trilling van de handen, bevriezingen en vertraagde motoriek.

OnCue biedt een innovatieve oplossing: het toetsenbord en bijbehorende polsbanden geven subtiele trillingen en visuele aanwijzingen die het typen makkelijker maken en fouten verminderen. Dankzij AI voorspelt OnCue de volgende letters en licht deze op, zodat gebruikers minder aarzelen en sneller kunnen typen. Het gesplitste ontwerp, geïnspireerd door gamingtoetsenborden, is compact, draadloos en volledig aanpasbaar aan de individuele behoeften van de gebruiker.

Alessandra ontwikkelde OnCue tijdens haar studie aan de TU Delft, met een subsidie van ParkinsonNederland , en bleef er verder aan werken na haar afstuderen. “Door interviews met patiënten leerde ik hoe betere interactie met het toetsenbord hen kan helpen zich onafhankelijker en minder gefrustreerd te voelen. Wat ik als vanzelfsprekend beschouw, is voor hen een echt obstakel. Dat contrast inspireerde me om na mijn afstuderen door te gaan, vastbesloten om dit project te realiseren. Het winnen van de James Dyson Award is een grote eer en een bevestiging voor mij dat het de juiste keuze was om na mijn afstuderen met dit project door te gaan. De prijs helpt om OnCue een stap dichter bij de mensen te brengen die het nodig hebben”, zegt Alessandra.

Na het winnen van de James Dyson Award is ze van plan samen te werken met medisch specialisten en parkinsonpatiënten om het product verder te verbeteren. Ze hoopt OnCue op de markt te kunnen brengen en de ondersteuning uit te kunnen breiden, zodat ook mensen met andere neurologische aandoeningen zoals Alzheimer en dystonie er gebruik van kunnen maken.