maandag 31 oktober 2016

Gentse startup EPILOG levert belangrijke bijdrage aan de diagnosestelling van epilepsie

EPILOG, een spin-off van imec en UGent. komt met een nieuwe technologie die de diagnosestelling van epilepsie op verschillende vlakken bevordert. De startup ontwikkelde een geautomatiseerde dienst om grote hoeveelheden EEG-data van epilepsiepatiënten snel en accuraat te analyseren. Artsen kunnen daardoor gemakkelijker en objectiever een gefundeerde beslissing nemen over een optimale behandeling.

Epilepsie, een aandoening waarbij er ‘kortsluiting’ optreedt in de hersenen, is een complexe pathologie die opduikt in verschillende vormen. Het screenen en behandelen van de ziekte is vandaag een lang, ingewikkeld en arbeidsintensief proces. Bovendien lijdt een derde van de patiënten aan zogenaamde ‘farmacoresistente epilepsie’: zij kunnen niet met medicatie geholpen worden. Hersenchirurgie is wel een mogelijke uitweg, maar ziekenhuizen kampen dan weer met wachtrijen van één tot anderhalf jaar.

EPILOG heeft daarom een oplossing klaar die de probleemzones in de hersenen sneller en preciezer lokaliseert. Artsen kunnen daardoor gemakkelijker een onderbouwde beslissing nemen over de meest aangewezen behandeling van hun patiënten. Bovendien is het nieuwe systeem gebruiksvriendelijk en hoeft er niet langer geïnvesteerd te worden in krachtige en dure computersystemen.

vrijdag 28 oktober 2016

Minister: Java nog nodig voor software zorgaanbieders

Het overheidsadvies aan zorgaanbieders om hun browser niet te updaten is onlangs vooral gegeven omdat de software in de zorg nog steeds van Java gebruikmaakt. Browserupdates die de ondersteuning van Java uitschakelen kunnen er dan ook voor zorgen dat de software van zorgaanbieders niet meer werkt. Dat heeft minister Schippers van Volksgezondheid op Kamervragen van D66 laten weten.  Voor het laten inloggen van zorgaanbieders wordt er van Java- en ActiveX-onderdelen gebruik gemaakt. In de betreffende e-mail aan zorgaanbieders waarschuwde het CIBG om browsers op de computer niet te updaten, aangezien die vanaf oktober de vereiste Java- en ActiveX-onderdelen niet meer ondersteunen.

donderdag 27 oktober 2016

'Digitale applicaties bepalen toekomst Nederlandse zorgaanbieders'

"Digitale applicaties op smartphones en tablets gaan binnenkort de hoofdrol spelen in Nederland om de kwaliteit en effectiviteit van de zorg te borgen: praktisch, procedureel en wettelijk. Wijkverpleegkundigen gaan bijvoorbeeld via applicaties zorgplannen, rapportages en metingen opstellen en invoeren. Dat gaan we binnen nu en 12 maanden zien."

Dat zegt Bas van Nieuwkerk, CEO van TTS Technology To Serve, gespecialiseerd in software voor de zorgsector, tijdens de lancering van de Care2App Suite. "We staan aan het begin van de tweede grote digitale revolutie in de zorg; een logisch gevolg van de internationale digitalisering. Apps gaan onvermijdelijk de toekomst bepalen voor alle zorgaanbieders."

Apps gaan de hefboom vormen naar betere en effectievere zorg. Met doelgerichte, intuïtieve apps kunnen namelijk essentiële verbeterslagen worden gemaakt voor specifieke zorgprocessen. Technologische innovaties die een proces kunnen verbeteren zijn bovendien met applicaties sneller te implementeren.

"Apple zet met een wereldwijde strategie niet voor niets in op de gezondheidszorg en lanceert de Apple Health Kit", onderbouwt Van Nieuwkerk. "Google omarmt de digitale applicaties voor de zorg. Philips komt in 2017 met HealthSuite, een platform waarop medische gegevens van patiënten kunnen worden opgeslagen."

Op dit digitale zorgplatform kunnen ook de apps en apparaten van andere leveranciers worden aangesloten. TTS Technology To Serve speelt vandaag al in op de applicatie-revolutie: "Ons administratie- en declaratieplatform Care2Declare sluit nu al aan op apps uit onze eigen Care2App Suite en die van andere leveranciers." Apps bieden nagestreefde voortgang.

"Het gebruik van apps, die zijn opgebouwd vanuit gebruikerservaringen en zijn gericht op één specifiek proces, gaat de oplossing en voortgang brengen die al tijden wordt nagestreefd in de zorg", voorspelt Bas van Nieuwkerk. "De tijd van het realiseren van één alles-kunnend-ICT-systeem ligt dan ook al achter ons. Eén softwarepakket kan simpelweg niet tegemoet kan komen aan alle wensen van alle doelgroepen. Zo'n systeem is te log. Het ECD (Elektronisch Cliëntendossier) is hier een voorbeeld van. Het ECD brengt voor veel zorgaanbieders problemen met zich mee: er moet consensus worden bereikt tussen verschillende gebruikersgroepen. De implementatietijden zijn lang en er is sprake van gebrekkige integratie met technische innovaties, waardoor functionaliteiten in het ECD snel achterlopen op de mogelijkheden die de techniek biedt. Met als gevolg een ECD waarin de eindgebruiker zijn weg niet meer kan vinden." Apps daarentegen zijn intuïtief in gebruik en het werken met apps is eenvoudig aan te leren, ook voor medewerkers die minder digivaardig zijn. Met apps kan een zorgorganisatie sneller inspelen op technologische ontwikkelingen die het zorgproces verbeteren."

woensdag 26 oktober 2016

Combinatie van 3D-printen en origami-technieken gebruikt bij ontwikkeling zelfvouwende medische implantaten

Onderzoekers van de TU Delft hebben platte oppervlakken gemaakt die 3D worden geprint en dan ‘leren’ hoe ze zichzelf later moeten vouwen. Deze materialen zijn potentieel bijzonder geschikt voor een breed scala aan medische implantaten. De bevindingen van de onderzoekers worden op 24 oktober als omslagartikel gepubliceerd in Materials Horizons.

Volledige regeneratie van functioneel weefsel is de heilige graal van de weefselkweek en zou een revolutie teweeg kunnen brengen in de behandeling van vele ziekten. Voor effectieve weefselregeneratie zijn vaak multifunctionele biomaterialen nodig. Op dat gebied wordt momenteel veel onderzoek gedaan. Een voorbeeld daarvan is het grote onderzoeksproject – geleid door Maastricht UMC+ – op het gebied van ‘slimme’ 3D geprinte implantaten om botdefecten mee te herstellen, waaraan de TU Delft een van de deelnemers is. Dat project is deze maand van start gegaan. Als het een succes wordt, betekent dat voor patiënten sneller herstel en minder operaties.

De toepassingsmogelijkheden van 3D geprinte bio-implantaten gaan echter verder dan het repareren van botdefecten. Dr. Amir Zadpoor is een van de onderzoekers van de TU Delft die op dit gebied actief zijn. Hij werkt nauw samen met ziekenhuizen zoals het LUMC, het UMC en het AMC.

“In het ideale geval worden biomaterialen niet alleen geoptimaliseerd in termen van hun 3D-structuur, maar ook wat betreft de nanopatronen op hun oppervlak,” vertelt Zadpoor. “Met 3D-printen kunnen we weliswaar heel complexe 3D-structuren maken, maar op het oppervlak kan tijdens het 3D-printproces maar heel beperkt invloed worden uitgeoefend. Met technieken uit de nanolithografie kunnen wel heel complexe nanopatronen worden gegenereerd, maar in het algemeen alleen op platte oppervlakken. Er bestond nog geen manier om willekeurig complexe 3D-structuren te combineren met willekeurig complexe nanopatronen op het oppervlak.”

Zadpoor heeft deze impasse doorbroken met behulp van origami, de klassieke Japanse papiervouwkunst. Eerst worden platte oppervlakken op een speciale manier in 3D geprint: ze leren hoe ze zichzelf kunnen vouwen. Vervolgens wordt het platte oppervlak voorzien van complexe nanopatronen. Als laatste stap wordt het zelfvouwende mechanisme geactiveerd (bijvoorbeeld door de temperatuur te veranderen), zodat het platte vlak zich kan vouwen en er complexe 3D-structuren ontstaan.


Zadpoor: “De natuur gebruikt verschillende activeringsmechanismen om complexe transformaties te programmeren in de vorm en functionaliteit van levende organismen. Geïnspireerd door dat natuurlijke proces heeft ons team, waar onder andere de onderzoekers S. Janbaz en R. Hedayati deel van uitmaken, programmeerbare materialen ontwikkeld die in eerste instantie plat zijn (tweedimensionaal), maar die wanneer ze worden gestimuleerd door een prikkel zoals bijvoorbeeld een temperatuurswisseling zelf van vorm kunnen veranderen en een complexe driedimensionale geometrie kunnen aannemen.”

dinsdag 25 oktober 2016

IBM's Watson gaat doktertje spelen

In Duitsland start een proef waarbij de Watson, IBM's supercomputer, gebruikt wordt om aanvullende diagnoses te stellen voor een aantal zeldzame ziekten. De proef vindt plaats op het universiteitsziekenhuis van de stad Marburg. Watson is de supersnelle computer van IBM, die is voorzien van speciale kunstmatig intelligente software. Het apparaat was al in staat om menselijke deelnemers aan de spelshow Jeopardy! in de VS te verslaan. De redeneer- en leercapaciteiten van Watson zijn ook bruikbaar op serieus gebied, zoals het identificeren van ziektebeelden.

maandag 24 oktober 2016

App Test-Aankoop kiest het goedkoopste medicijn

De consumentenorganisatie Test-Aankoop heeft een applicatie ontwikkeld die consumenten duidelijk maakt dat er grote prijsverschillen bestaan tussen geneesmiddelen die niet worden terugbetaald. Volgens Test-Aankoop kunnen consumenten snel 40 procent besparen als ze kiezen voor medicijnen met dezelfde werkzame stof als de duurdere equivalenten. Met de app inforMED kan de consument zien welke goedkopere varianten er bestaan. Zodra hij de barcode scant of de naam ingeeft, verschijnt een tabel met alle goedkopere alternatieven.

vrijdag 21 oktober 2016

Regionale informatie over zorg op één plek beschikbaar

Voor actuele informatie over zorg en gezondheid kunnen Sallanders voortaan terecht op www.zorgpleinsalland.nl, een initiatief van het Deventer Ziekenhuis en Salland Zorgverzekeringen.

"Zorg en gezondheid staan bovenaan het lijstje van elke inwoner in deze regio", vertelt bestuursvoorzitter Gita Gallé van het Deventer Ziekenhuis. "Zorgplein Salland is een vrij toegankelijke website waar, ingedeeld naar thema's, veel praktische en actuele zorginformatie te vinden is. Denk aan blogs van artsen, patiëntervaringen, gezondheidsapps en een kijkje achter de schermen bij het ziekenhuis en de zorgverzekeraar."

Omdat het voor velen zo'n belangrijk thema is, voelen de initiatiefnemers zich verantwoordelijk om mensen goed te informeren over wat er in die zorg gebeurt. Jos Peeters, directeur Commercie en Zorginkoop bij Salland Zorgverzekeringen: "Met Zorgplein Salland slaan wij als zorgverzekeraar en ziekenhuis de handen ineen om die informatie te bieden, op een begrijpelijke en toegankelijke manier." Peeters en Gallé benadrukken dat het nieuwe platform pas echt een succes wordt als meer organisaties en zorgverleners uit de regio zich aansluiten. Ze nodigen hen dan ook van harte uit om mee te doen, zodat het aanbod vollediger wordt en goed blijft aansluiten bij de wensen van inwoners.

donderdag 20 oktober 2016

Nieuwe reanimatie-app Hartstichting inzet voor snellere reanimatie

Snelle reanimatie door burgers beïnvloedt de overlevingskans bij een harstilstand in grote mate. Om tijdige reanimatie nog meer te stimuleren lanceert de Hartstichting vandaag een reanimatie app die voor iedereen, ook mensen die niet kunnen reanimeren, te gebruiken is. De app geeft stap voor stap begeleiding bij reanimatie.


Burgerhulpverleners kunnen hun reanimatiekennis en vaardigheden up to date houden met de nieuwe reanimatie-app van de Hartstichting. De app biedt oefeningen en instructievideo’s, onder meer van borstcompressies en beademing, en informatie over nazorg. De app is uniek door de stap voor stap begeleiding die de hulpverlener/gebruiker krijgt: een stem geeft hulp bij de verschillende reanimatiestappen., De app is zodanig volledig dat collega-instanties in het buitenland de app willen overnemen. De app is voor iedereen te gebruiken, maar niet bedoeld ter vervanging van een reanimatiecursus.

De afgelopen decennia zijn de kansen op overleving bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis flink gestegen. Midden jaren negentig was de overleving 9 procent, inmiddels is dit percentage gestegen tot gemiddeld 23 procent. Dit is één van de belangrijkste uitkomsten uit een nieuw onderzoek van de Hartstichting: Reanimatie in Nederland 2016. Niet eerder bracht de Hartstichting de omvang van hartstilstanden, reanimatie en overleving in Nederland zo volledig in kaart. De groei van het aantal burgerhulpverleners én hun rol in de hulpverleningsketen hebben hiertoe bijgedragen. Direct reanimeren door omstanders verdubbelt de overlevingskansen van mensen met een hartstilstand.

woensdag 19 oktober 2016

Netatmo’s Healthy Home Coach houdt het binnenklimaat in de gaten

Netatmo heeft de Healthy Home Coach aangekondigd, een apparaatje waarmee je het klimaat in huis in de gaten kunt houden. De Healthy Home Coach meet de temperatuur, luchtvochtigheid en het geluid. Het apparaat verstuurt een notificatie wanneer de ruimte niet goed geventileerd is. Het circa $100 kostende apparaatje geeft ook advies hoe je het klimaat goed houdt, op basis van de metingen. Omdat we zo’n 80 procent van ons dagelijkse leven binnenshuis doorbrengen is het wel zo slim om ook het binnenklimaat in de gaten te houden.

dinsdag 18 oktober 2016

Zusterbedrijf Google werkt aan medische smartwatch met e-ink-scherm

Googles zusterbedrijf Verily werkt aan een medische smartwatch met een e-paperscherm, hetzelfde soort scherm als in de horloges van het Amerikaanse Pebble zit. Het bedrijf wil de horloges niet verkopen aan consumenten, maar inzetten bij medisch onderzoek. Het gaat om een rond horloge met een scherm van elektronische inkt, zoals fabrikanten van e-readers die ook gebruiken, meldt MIT Technology Review. Verily heeft gekozen voor zo'n scherm vanwege de lange accuduur die mogelijk is. Het is de bedoeling dat proefpersonen in onderzoeken die horloges langdurig dragen en als hij snel leeg raakt zou dat het verzamelen van onderzoeksresultaten wellicht in de weg staan.

maandag 17 oktober 2016

Met dit Apple Watch-bandje kun je de hele dag bloeddruk meten

Bloeddrukmeters laat je meestal thuis liggen, omdat het wat gek eruit ziet als je de hele dag ermee loopt. Een Canadese start-up heeft nu iets ontwikkeld waarmee je wel de hele dag met een bloeddrukmeter kunt rondlopen. Hij zit verwerkt in een Apple Watch-bandje of in een sleutelhanger. Het heet de Salu Pulse+. De makkelijkste manier om de Salu Pulse+ te gebruiken is door het siliconen Apple Watch-bandje van $250 aan te schaffen. Een opblaasbare armband is niet meer nodig.

vrijdag 14 oktober 2016

Nieuwe app voor meer structuur in de dag

Een nieuwe Nederlandse app moet gebruikers helpen met het brengen van meer structuur in hun dag. De applicatie, DayMate, is voornamelijk bedoeld voor mensen met autisme, ADHD of PDD-NOS, maar kan uiteraard door iedereen gebruikt worden die behoefte heeft aan een goed ingeplande dag. In de app is het mogelijk om een complete daginvulling in te plannen met behulp van prikkelarme icoontjes. Na het plannen krijgt de gebruiker voor elke activiteit een notificatie.

Zo werkt de Ademhaling-app (Breathe) op de Apple Watch

De nieuwe Ademhaling-app (Breathe in het Engels) is beschikbaar vanaf watchOS 3.0. De app laat je ademhalingsoefeningen doen, bij voorkeur minimaal eenmaal per dag. Maar je kunt de app ook even opstarten op momenten dat je gestresst bent. In sessies van één tot vijf minuten krijg je een visualisatie te zien, die je helpt om in een rustig tempo te ademhalen. Tegelijk voel je klopjes op je pols. Na afloop krijg je een overzicht van je hartslag.

woensdag 12 oktober 2016

Twintig zorginstellingen bundelen krachten in VR-platform Vrendle

Gisteren vond in Steenwijk de aftrap van Vrendle plaats. Twintig zorggroepen kwamen samen om het online Virtual Reality platform voor de geestelijke gezondheidszorg officieel te lanceren. De zorggroepen zijn Founding Fathers, partners die intensief betrokken zijn bij de ontwikkeling van het platform en de aangeboden VR-therapieën.

Een miljoen Nederlanders kampen met angststoornissen. Dit percentage stijgt naar verwachting met nog eens 20 procent de komende jaren. Angststoornissen vallen onder één van de vijf meest voorkomende ziektelasten in Nederland. Behandeling kost jaarlijks meer dan 600 miljoen euro. Een bedrag dat los staat van de maatschappelijke kosten.

Vrendle is een initiatief van het in Leeuwarden gevestigde Coolminds dat ruime ervaring heeft in de zorg. Het platform omvat onder meer een bibliotheek met 360 graden video’s. Deze zijn geschikt voor de behandeling van angststoornissen en empathietraining. Naast pleinvrees zijn er inmiddels therapieën ontwikkeld met als thema angst voor de dokter, tandarts, lift, bus en supermarkt. Meer therapieën volgen.

Gebruik van VR-therapieën kan ertoe bijdragen dat een behandeling met 30 tot 40 procent kan worden ingekort. Het gaat om mensen die sociaal geïsoleerd raken, de straat niet meer op durven of moeilijk functioneren. Het inkorten van de behandelperiode betekent belangrijke tijdwinst voor de patiënt.

Medisch bedrijf waarschuwt klanten voor kwetsbaarheid in insulinepomp

Het Amerikaanse bedrijf Johnson & Johnson, dat farmaceutische en medische producten levert, heeft klanten gewaarschuwd voor een kwetsbaarheid in een insulinepomp. Deze kan ervoor zorgen dat er een overdosis insuline wordt afgegeven, waardoor een gebruiker kan overlijden. Het bedrijf heeft zijn klanten op de hoogte gesteld in een brief. De kwetsbaarheid is in april ontdekt door een onderzoeker van het beveiligingsbedrijf Rapid7.

dinsdag 11 oktober 2016

Prof. Dr. Rademakers en Luc Colle vervoegen Qaelum

Qaelum, de Belgische start-up gespecialiseerd in medische software voor monitoring en analyse, haalt twee mensen binnen na een recente kapitaalsverhoging. Qaelum is een spin-off van het UZ Leuven die zich specialiseert in medische monitoring en analyse. Het haalt onder meer prof. Dr. Frank Rademakers aan boord, gewezen hoofdarts en momenteel directeur 'Medische Technologie en Innovatie' bij het UZ Leuven. Hij treedt toe tot de Raad van Bestuur.

'GE Healthcare is achterstand op Philips en Siemens aan het inlopen'

Gelachen in hun vuistje hebben ze niet op het hoofdkantoor van GE Healthcare in Hoevelaken. In april heeft het Helmondse Elkerliek ziekenhuis een nieuwe, hypermoderne CT-scanner in gebruik genomen. Van GE-makelij, en niet van marktleider Philips. "Soms winnen wij, soms zij", relativeert directeur Marcus Aben van GE Healthcare Nederland. Hij komt ze geregeld tegen: zijn evenknieën van die andere wereldmarktleiders in de zogeheten medische beeldvorming: Ze treffen elkaar in ieder geval 2 tot 3 keer per jaar in de Federatie Het Instrument. Daar delen ze marktontwikkelingen en trekken waar mogelijk gezamenlijk op.

maandag 10 oktober 2016

Eerste Xeltis-hartkleppen in mensen

TU/e-spin-off Xeltis is begonnen met een klinische studie met in het lichaam gekweekte nieuwe hartkleppen. Bij drie kinderen is een kunststof hartklep ingebracht die langzaam in een levende hartklep verandert door het opnemen van cellen uit de bloedbaan. De hartkleppen zijn gebaseerd op TU/e-onderzoek en doorontwikkeld door Xeltis.

De ingrepen zijn in de zomer uitgevoerd. De drie patiënten maken het volgens de betrokken arts Dr. Zsolt Prodan goed. Hij presenteert de resultaten deze week op de Annual Meeting of the European Association of Cardio-Thoracic Surgery.

De nieuwe hartkleppen vervangen de zogenaamde pulmonalisklep; de klep tussen de rechter kamer van het hart en de longslagader die ervoor moeten zorgen dat er geen bloed terugstroomt in het hart. Ze zijn vooral van belang voor kinderen waarbij de pulmonalisklep slecht functioneert. Die moeten nu nog meerdere keren in hun leven een ingrijpende operatie ondergaan om nieuwe kunstmatige hartkleppen te krijgen. De Xeltis hartkleppen bestaan uit geavanceerde polymeren, die cellen uit de bloedbaan invangen en stimuleren om nieuw, functionerend weefsel aan te maken. De originele kunststof klep lost intussen op en verdwijnt geheel.

De nieuwe kleppentechnologie is gebaseerd op jarenlang onderzoek en ontwikkeling bij de faculteiten Biomedische Technologie en Scheikundige Technologie van de TU/e. Het Nederlands-Zwitserse bedrijf Xeltis werkt nu in samenwerking met ziekenhuizen in Zwitserland, Polen en Hongarije aan de commercialisatie van de technologie. De R&D-afdeling van het bedrijf is gehuisvest op het TU/e-terrein.

vrijdag 7 oktober 2016

Isala ziekenhuis meldt verlies van 500 patiëntgegevens

Gegevens van zeker 500 patiënten van de afdeling Plastische Chirurgie van het Isala ziekenhuis zijn ontvreemd. Het ziekenhuis dat vestigingen heeft in onder meer Zwolle, Kampen en Heerde, heeft het datalek gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Volgens het ziekenhuis is een privé-laptop uit de woning van een coassistent gestolen. Op deze computer staat een spreadsheet met gegevens van 504 patiënten van de afdeling Plastische Chirurgie. Het gaat onder meer om patiëntnamen, patiëntnummers, geboortedata en enkele relevante medische gegevens. De laptop is wel voorzien van een wachtwoord. De eigenaar van de laptop heeft aangifte gedaan bij de politie.

‘Sportapps misbruiken gezondheid als verkoopargument'

Veel sportapps doen te weinig voor de gezondheid van sporters. Ze vergroten juist het risico op blessures. Dat concludeert sporthoogleraar Steven Vos van de TU Eindhoven. Veel recreatieve hardlopers stoppen als gevolg van blessures of een gebrek aan motivatie. De meeste hardloop-apps die op de markt zijn doen er weinig aan om dit te voorkomen. Vos betoogt dat deze apps gezondheid misbruiken als verkoopargument.

Op vrijdag 7 oktober houdt professor Vos zijn intreerede aan de TU/e. Vos concentreert zich in zijn wetenschappelijk onderzoek op breedtesport. Er is al veel research op topsportgebied, waar de nieuwe hoogleraar zich juist op gewone mensen richt. Het doel van Steven Vos is om iedereen in beweging te krijgen én te houden. In zijn rede legt hij uit dat een van de grootste verschillen tussen topsport en recreatieve sport het profiel van de sporter is.

1/3 van de hardlopers raakt wel eens geblesseerd. Van lopers met een slechte trainingsopbouw valt zelfs de helft geblesseerd uit in aanloop naar een wedstrijd. Ruim 80% van de hardlopers wijst blessures als een van de hoofdredenen zou zijn om te stoppen. Amateursporters ontberen vaak ervaring en kennis voor gezonde en goede training.

Goedkope technologische oplossingen, zoals smartphone applicaties, sporthorloges en andere wearables zouden hier een belangrijke rol in kunnen spelen. Vrijwel alle beschikbare sportapps zien recreatieve lopers als een homogene groep benaderen en dat beperkt hun nut. Sterker nog, mogelijk ontstaat hierdoor zelfs uitval onder sporters, zoals blijkt uit onderzoek van Steven Vos en zijn collega’s. De beschikbare apps besteden namelijk weinig aandacht aan het bevorderen van de gezondheid en zijn gericht op prestatieverbetering. Ze helpen hiermee niet bij het voorkomen van blessures en dragen daardoor bij aan het stoppen van sporters.

Door zijn aanstelling aan de TU/e als hoogleraar Design and Analysis of Intelligent Systems for Vitality and Leasure Time Sports zal Steven Vos zich nog meer kunnen richten op onderzoek naar het gebruik van technologie om sporten en bewegen in het algemeen te stimuleren. Door technologische vooruitgang is de noodzaak van fysiek werk sterk afgenomen, en is sporten voor veel mensen een verplichte activiteit geworden in plaats van een ontspannende hobby. Als sporthoogleraar onderzoekt Vos juist de mogelijkheden om technologie te gebruiken om beweging en sport te stimuleren.

Een van de oplossingen die Vos en collega’s hiervoor ontwikkeld hebben is een intelligente sportapp met een gepersonaliseerde benadering van de hardloper. Door het invullen van enkele vragen op de app ontstaat er een persoonlijk profiel van de gebruiker. Vervolgens wordt dit gecombineerd met een trainingsschema passend bij de vooropgestelde doelen en mogelijkheden. Door middel van GPS-informatie en een gekoppelde hartslagmeter worden trainingen op maat aangeboden, eventueel aangepast, en wordt er zowel tijdens als na de training feedback gegeven in begrijpelijke taal. Op deze manier wordt op een verstandige manier gesport en worden overbelasting en blessures voorkomen. Bovendien zorgt de gepersonaliseerde aanpak er voor dat de hardloper gemotiveerd blijft.
 

donderdag 6 oktober 2016

Schippers investeert 105 miljoen in inzage eigen patiëntendossier

Minister Edith Schippers (VWS) trekt de komende drie jaar 105 miljoen euro uit zodat patiënten zelf eenvoudig en digitaal toegang krijgen tot hun gegevens bij het ziekenhuis. Dit schrijft zij vandaag aan de Tweede Kamer in de voortgangsrapportage over e-health.

Het moet vanzelfsprekend zijn dat iedere patiënt over zijn eigen medische gegevens kan beschikken. Daardoor krijgt de patiënt de regie over zijn eigen gegevens en kan hij zelf kiezen met wie hij deze wil delen, bijvoorbeeld met andere zorgverleners of met een mantelzorger. Een belangrijke voorwaarde voor ziekenhuizen om in aanmerking te komen voor een bijdrage is dat zij daadwerkelijk resultaat halen: dat zij vanaf 2018 alle patiënten digitaal inzage bieden in de gegevens en dat dit per 2020 ook gestandaardiseerd gebeurt.
Veilige en gestandaardiseerde uitwisseling voor patiënten

Met het geld dat Schippers beschikbaar stelt kunnen ziekenhuizen informatie digitaal samenbrengen en veilig met de patiënt uitwisselen. Inzage in de eigen gegevens kan bijvoorbeeld van belang zijn om thuis met een familielid nog eens rustig terug te lezen wat de diagnose was en welke behandelopties er zijn. Maar het kan ook helpen om te zien welke arts nou precies welk medicijn had voorgeschreven. Het gestandaardiseerd opslaan en digitaal delen van informatie tussen het ziekenhuis en de patiënt is een belangrijke stap om de zorg klaar te maken voor de toekomst. De patiënt kan de gegevens daardoor ook echt actief gebruiken, bijvoorbeeld door bloedsuikerwaardes bij te houden in een zelfzorgapp en deze makkelijk te delen met een andere zorgverlener. Zo verbetert de behandeling, en leidt het uiteindelijk tot een vermindering van administratieve lasten voor zorgverleners.

Naast de voortgangsrapportage sturen minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn vandaag ook de jaarlijkse monitor over e-health en hun acties richting de Tweede Kamer. De monitor (www.eHealth-monitor.nl) laat zien dat e-health zeer wisselend gebruikt wordt. Om bekendheid te vergroten en patiënten en professionals te informeren organiseert het ministerie van VWS van 21 tot 27 januari 2017 een landelijke e-healthweek. Al ruim 70 organisaties dragen bij aan deze week.

Veilige verwerking patiëntgegevens met Nijmeegse oplossing

Dankzij een door de Radboud Universiteit ontwikkelde techniek wordt het mogelijk om in patiëntendata op grote schaal onderzoek te verrichten, zonder de veiligheid van de gegevens en de privacy van de patiënt te schaden. De techniek zal worden ingezet bij een grootschalig nieuw onderzoek naar de ziekte van Parkinson.

Het verzamelen en analyseren van medische data op grote schaal wordt voor onderzoekers een steeds belangrijker middel om ziektes beter te begrijpen. Om snel tot nieuwe inzichten te komen en dubbel werk te vermijden, is het belangrijk dat onderzoekers in internationaal verband samen kunnen werken, waarbij ze gebruik kunnen maken van elkaars data en deze kunnen verrijken.
Tegelijk gaat het in dergelijk onderzoek vaak om gevoelige gegevens van patiënten. Die moeten erop kunnen rekenen dat hun privacy gewaarborgd blijft en hun data veilig opgeslagen, in lijn met Europese privacywetgeving, die bekend staat als de strengste ter wereld.

Om dit mogelijk te maken is  door prof. dr. Bart Jacobs en prof. dr. Eric Verheul, beiden informatici van de Radboud Universiteit, ‘Polymorphic Encryption and Pseudonymisation’ (PEP) ontwikkeld. PEP versleutelt data en slaat ze op, zodanig dat het zelfs voor de partij waar de gegevens zijn opgeslagen niet mogelijk is om deze in te zien. Hierbij kan tevens steeds controle worden gehouden welke partij wanneer toegang tot welke data krijgt. PEP maakt het mogelijk om de data die voortkomen uit het onderzoek te bestuderen, waarbij de privacy van de patiënt gewaarborgd blijft.

Een van de eerste toepassingen van PEP vormt een door het Radboudumc geïnitieerd, patiëntenonderzoek naar de ziekte van Parkinson. Hierbij worden 650 mensen met Parkinson over een periode van twee jaar intensief gemonitord, onder meer gebruikmakend van draagbare meetapparatuur (wearables). Dankzij PEP kunnen de in Nederland verzamelde onderzoeksgegevens worden gedeeld met toponderzoekers uit heel de wereld, waaronder die van het life science instituut Verily uit de Verenigde Staten.

‘In de context van internationaal medisch onderzoek zijn persoonlijke gegevens goud waard. Het is daarom belangrijk dat de overheid investeert in een infrastructuur die de bescherming van deze gegevens garandeert,’ zegt Bart Jacobs, hoogleraar Digitale beveiliging aan de Radboud Universiteit. ‘Met name om te zorgen dat mensen ook in de toekomst enthousiast blijven om aan dit soort onderzoek mee te doen.’

De Radboud Universiteit en het Radboudumc investeren 920.000 euro en de Provincie Gelderland draagt 750.000 euro bij aan de ontwikkeling van PEP. De software komt open source beschikbaar. Hierdoor kunnen andere partijen er ook gebruik van maken.

De Gelderse gedeputeerde Michiel Scheffer juicht de samenwerking tussen Radboud, Parkinsonnet en Verily toe: 'Het versnelt het onderzoek naar Parkinson en vergroot de zelfredzaamheid van de patiënt. Het zet Gelderland op de kaart als dé zorgregio van Nederland.'

Over de toekomst van PEP is Bart Jacobs optimistisch. ‘Met het Parkinson-onderzoek krijgt PEP de kans om zijn nut in de praktijk te laten zien. Met dit voorbeeld zou het kunnen uitgroeien tot de internationale standaard voor het opslaan en uitwisselen van privacygevoelige medische gegevens.’ De eerste reacties in het veld zijn in elk geval erg positief, aldus Jacobs.

woensdag 5 oktober 2016

Regionale ziekenhuizen ontwikkelen consumentenapp BeterDichtbij

Vandaag lanceren de Vereniging Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) de gratis dienst BeterDichtbij. Met BeterDichtbij kunnen patiënten van het Röpcke-Zweers Ziekenhuis, BovenIJ Ziekenhuis, Ommelander Ziekenhuis Groningen en het Ziekenhuis Rivierenland Tiel in een veilige app hun persoonlijke vragen stellen aan hun eigen ziekenhuis of arts en onderzoeksuitslagen ontvangen op hun telefoon. Je hoeft geen patiënt te zijn: ook bewoners in de regio kunnen BeterDichtbij gebruiken. Volgend jaar sluiten meer regionale ziekenhuizen aan en wordt het aantal functies verder uitgebreid.

“We merken dat patiënten met allerlei kleine vragen zitten die ze niet zo gemakkelijk aan de juiste persoon kunnen stellen . Met de BeterDichtbij app kunnen patiënten en bewoners van de vier regionale ziekenhuizen hun vragen gemakkelijk stellen, zowel praktisch als medisch. Mensen die al patiënt zijn bij een van de deelnemende specialismen in de ziekenhuizen kunnen via BeterDichtbij worden uitgenodigd direct met hun arts te appen”, zegt Bert Kleinlugtenbeld, voorzitter van de Vereniging Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) en voorzitter van de raad van bestuur van één van de SAZ-ziekenhuizen, het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk.“We willen juist veilig en laagdrempelig contact leggen tussen patiënten en het ziekenhuis”

Volgens Kleinlugtenbeld is het vernieuwende van BeterDichtbij dat de service een brede groep consumenten moet aanspreken. “Veel digitale diensten en apps zijn gemaakt voor bepaalde patiëntengroepen en mensen die al verwezen zijn, bijvoorbeeld zwangere vrouwen. We willen met BeterDichtbij juist veilig en laagdrempelig contact leggen tussen patiënten en het ziekenhuis in hun regio, en hen de kans geven om direct vragen te stellen aan zorgprofessionals.”

Die verbinding in de regio is een van de strategische pijlers van BeterDichtbij. Door samen op te trekken met een vernieuwend serviceconcept hopen de regionale ziekenhuizen ook digitaal de verbinding met de burger sterker te maken. De academische en gespecialiseerde ziekenhuizen zijn niet langer de enige concurrenten van de kleinere streekziekenhuizen. Ze krijgen steeds vaker te maken met nieuwe (digitale) zorgaanbieders die ook een deel van hun patiëntenpopulatie bedienen, bijvoorbeeld met telemonitoring-diensten bij hartpatiënten.

Ransomware versleutelt patiëntendossiers zorgkliniek VS

Een Amerikaanse zorgkliniek gespecialiseerd in de behandeling van wervelletsel heeft patiënten gewaarschuwd nadat ransomware patiëntendossiers en de meest recente back-up versleutelde, waardoor het uiteindelijk moest betalen. Ook wist de ransomware het telefoonsysteem uit te schakelen.
Volgens de kliniek heeft de ransomware waarschijnlijk via een brute force-aanval toegang gekregen.

dinsdag 4 oktober 2016

Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens belangrijke verbetering voor de patiënt

De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met een wetsvoorstel waarin de elektronische uitwisseling van medische gegevens tussen zorgverleners wordt geregeld. Na inwerkingtreding van de wet hebben zorgaanbieders nog 3 jaar de tijd om te zorgen dat hun systemen voldoen aan deze nieuwe wet. De wet stelt eisen aan de beveiliging van medische gegevens en bevordert de privacy van patiënten. Eerder had de Autoriteit Persoonsgegevens zich in de Eerste Kamer al positief uitgelaten over dit wetsvoorstel. Digitale uitwisseling van medische dossiers vindt al heel veel plaats, bijvoorbeeld tussen de huisarts en de apotheek. Deze wet regelt nu dat iedereen zelf mag bepalen met welke zorgverleners zijn dossier elektronisch mag worden uitgewisseld en ook welke informatie wel en niet mag worden gedeeld. Daarnaast geeft de wet je het recht om je dossier elektronisch in te mogen kijken of er een afschrift van te ontvangen. Ook moet je kunnen zien wie jouw dossier heeft bekeken.

Een patiënt is niet verplicht toestemming te geven om zijn medische gegevens elektronisch beschikbaar te laten stellen aan andere zorgverleners. Wanneer je geen toestemming wil geven, heeft dit geen gevolgen voor de manier waarop de zorg geregeld wordt. De zorgverlener blijft verplicht om op een andere manier zoveel mogelijk informatie die hij nodig heeft voor de behandeling te verzamelen, bijvoorbeeld door deze bij de patiënt zelf te vragen.

Deze wet verbiedt zorgverzekeraars en bedrijfsartsen om in elektronische uitwisselingssystemen te kijken. Alleen zorgaanbieders met wie je een behandelrelatie hebt, of aan wie je toestemming hebt gegeven kunnen gegevens inzien. De wet voorziet ook in een hoge boete voor zorgverzekeraars die toch misbruik maken.

Staart van T. Rex Trix krijgt door Philips scan kleur

Philips presenteert de resultaten van de CT-scan van de staartwervels van de 66 miljoen jaren oude T. rex Trix. Philips bood museum Naturalis aan om één van 's werelds meest complete en best gepreserveerde T. rexen te scannen met behulp van de laatste innovatie op beeldvormingsgebied. Het doel van het onderzoek was vast te stellen hoe de IQon scanner de staartwervels van het T. rex-fossiel in beeld brengt in vergelijking met conventionele CT-technologie.

Anne Schulp, Paleontoloog bij Naturalis vertelt wat hij tijdens de scansessie heeft gezien: "De IQon filtert als het ware weg alle 'ruis' weg, waardoor je echt goed inzicht krijgt in de botstructuur en de opbouw van die structuur. Het is vergelijkbaar met de stap van zwart-wit films naar kleur. Zo zijn we in staat het medisch dossier van Trix te verdiepen: we maken het onzichtbare zichtbaar. Het is erg moeilijk om dat gevoel te omschrijven, wanneer je iets ziet dat niemand ooit eerder heeft gezien."

De vleesetende dinosaurus uit Montana USA, heeft ruim 66 miljoen jaar begraven gelegen in zandsteen. Het skelet bleef achter en er vond een mineralisatieproces plaats. De gefossiliseerde botten van Trix zijn 'geremineraliseerde' versies van de oorspronkelijke botten.

Kleine staartwervels van een T. rex zijn uiterst zeldzaam. Aaseters zijn hiermee aan de haal gegaan, of de wervels zijn weggestroomd voordat het dier door aarde werd bedekt en fossiliseerde. Er is dan ook weinig bekend van eerder onderzoek naar de interne structuur van deze wervels. Trix heeft echter een prachtig geconserveerde staart. Paleontoloog Anne Schulp wilde haar wervels dan ook graag in meer detail onderzoeken. Op 31 augustus zijn vier staartwervels van Trix gescand in een IQon scanner in Best.

maandag 3 oktober 2016

Dertig procent minder endoscopieën van de darm bij gebruik ontlastingstest

Volgens onderzoek in de Nederlandse huisartsenpraktijk zou het aantal patiënten dat voor een endoscopie (kijkonderzoek) van de darm wordt doorverwezen naar het ziekenhuis met 30 procent kunnen worden teruggebracht. In het diagnosetraject zou dan een combinatie van vragen, lichamelijk onderzoek én een ontlastingstest die door de huisarts kan worden uitgevoerd, standaard moeten worden opgenomen. Het onderzoek, gecoördineerd door het UMC Utrecht, is gepubliceerd in het vakblad BMC Medicine.

De diagnose van ernstige aandoeningen van de darm (zoals darmkanker en de ziekte van Crohn) wordt bemoeilijkt doordat de klachten niet altijd duidelijk zijn. Bij een vermoeden van een ernstige darmziekte verwijst de huisarts de patiënt in principe naar het ziekenhuis voor een endoscopie. Echter, uit eerdere onderzoeken is gebleken dat bij 60-80 procent van de doorverwezen patiënten vervolgens geen ernstige aandoening wordt geconstateerd. Deze patiënten worden dus eigenlijk onnodig aan een vervelende, tijdrovende en kostbare medische procedure blootgesteld.

Dr. Sjoerd Elias, eerste auteur van het onderzoek en arts-onderzoeker bij het Julius Centrum voor Gezondheids¬wetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde van het UMC Utrecht legt uit: “Het aantal patiënten dat nu onnodig voor een endoscopie wordt doorverwezen vanuit de huisartsenpraktijk is groot. Veel mensen ervaren zo’n onderzoek daarnaast als vervelend, het kan in zeldzame gevallen ernstige complicaties opleveren en bovendien drukt het op het gezondheidsbudget. Uit ons onderzoek blijkt dat we door het combineren van de klachten van patiënten met een ontlastingstest het aantal doorverwijzingen voor een endoscopische controle op een ernstige darmaandoening met ongeveer één derde veilig zouden kunnen terugdringen."