Hartchirurgie profiteert van nieuwe technologieën
Volgens Prof. dr. Jan Grandjean van onderzoeksinstituut MIRA staat de hartchirurgie aan de vooravond van belangrijke, technologische veranderingen. Grandjean is deeltijd hoogleraar aan de Universiteit Twente en werkt als cardio-thoracaal chirurg in het Thoraxcentrum Twente van het MST. Op 18 april sprak hij zijn oratie uit. “Dankzij technologie krijgen we meer inzicht in medisch handelen. Daar is behoefte aan in de hartchirurgie.”
Bij Technologie in Hartchirurgie gaat het vooral om het ontwikkelen van nieuwe operatietechnieken. “We kunnen op het gebied van hartchirurgie veel voorspelbaarder gaan werken”, stelt Grandjean.
“Waar we naar toe willen, is het modelleren van het eindresultaat van een hartingreep. De trial and error moet eruit. Medici weten vaak niet wat een ingreep oplevert. Een hart is erg dynamisch, maar als je aan of in het hart werkt, is alle dynamiek eruit. De uitkomst weet je pas als er weer vulling en beweging in het hart komt. Een chirurg kijkt met eigen ogen naar een echo en gaat dan aan de slag, maar iedereen ziet andere dingen. Ik zeg: bewerk die beelden met (bestaande) software zodanig dat je het eindresultaat ziet. ”
Grandjean voert zelf al geruime tijd operaties op een kloppend hart uit. Het Thorax Centrum Twente (onderdeel van het MST) is op dat gebied voorloper. Ruim tachtig procent van de bypassoperaties vindt plaats op een kloppend hart, landelijk is dat minder dan twintig procent.
In de hartchirurgie wordt bij een bypassoperatie sinds enige tijd gebruikgemaakt van de arteria radialis (een van de twee slagaders in de onderarm) in plaats van een ader uit het been. Momenteel wordt er een pilot gedraaid met de Twente Optical Perfusion Camera (TOPCAM) . “Daarmee krijgen we meer inzicht in de uitkomst. TOPCAM wordt gebruikt bij het op een endoscopische manier verwijderen van de arteria radialis. Dat levert minder schade aan de bloedvaten en de patiënt zelf op.”
Doel van zijn onderzoek is tevens een klepcorrectie waarbij, net als tijdens de bypassoperaties, het hart niet stil wordt gelegd. Zo moet de correct van de mitralisklep, de inlaatklep tussen de linkerboezem en linkerkamer, op die manier plaatsvinden.
“Bij het lekken van deze hartklep moet een correctie worden uitgevoerd. Dat moet dus op een kloppend hart gaan gebeuren, met een echo als begeleider. Daar komt veel bij kijken. Nieuw instrumentarium, het werken in weefsel, dat is een heel proces. Overal in de medische wereld is het zoeken naar een relatief simpele oplossing met een zekere uitkomst. Dat geldt ook hiervoor.”
Grandjean doet tevens onderzoek naar nieuwe materialen voor de hartklepoperatie. Er wordt gewerkt aan het omzetten van beelden van een echo, MRI- of CT-scan in software zoals een CAD-programma. Op deze manier weet de chirurg precies wat hij moet doen als de patiënt op de operatietafel ligt en de hartlongmachine begint te draaien. Ook hier geldt dat zodra de druk van de aorta af is, en dat is nodig om de aorta te openen, alle dynamiek en geometrie verdwenen is.
UT-onderzoekers zijn sinds kort in staat een 3D-print van een normale aorta of klep te maken. Grandjean: “Als de chirurg een tijd van tevoren zo’n malletje van een hartklep in handen heeft, is daar al veel informatie uit te halen. Ook onderzoeken we nieuwe materialen voor de aorta, als deze vervangen moet worden. Bij vervanging wordt vaak gebruikt gemaakt van een buis van weefmateriaal, maar we willen juist elastisch materiaal gebruiken. Dat lijkt meer op een normale aorta. De aorta is dan tot meer in staat en de aanhechting is sterker.” Op het gebied van textieltechnologie wordt nauw samengewerkt met Ten Cate uit Almelo.
Bij Technologie in Hartchirurgie gaat het vooral om het ontwikkelen van nieuwe operatietechnieken. “We kunnen op het gebied van hartchirurgie veel voorspelbaarder gaan werken”, stelt Grandjean.
“Waar we naar toe willen, is het modelleren van het eindresultaat van een hartingreep. De trial and error moet eruit. Medici weten vaak niet wat een ingreep oplevert. Een hart is erg dynamisch, maar als je aan of in het hart werkt, is alle dynamiek eruit. De uitkomst weet je pas als er weer vulling en beweging in het hart komt. Een chirurg kijkt met eigen ogen naar een echo en gaat dan aan de slag, maar iedereen ziet andere dingen. Ik zeg: bewerk die beelden met (bestaande) software zodanig dat je het eindresultaat ziet. ”
Grandjean voert zelf al geruime tijd operaties op een kloppend hart uit. Het Thorax Centrum Twente (onderdeel van het MST) is op dat gebied voorloper. Ruim tachtig procent van de bypassoperaties vindt plaats op een kloppend hart, landelijk is dat minder dan twintig procent.
In de hartchirurgie wordt bij een bypassoperatie sinds enige tijd gebruikgemaakt van de arteria radialis (een van de twee slagaders in de onderarm) in plaats van een ader uit het been. Momenteel wordt er een pilot gedraaid met de Twente Optical Perfusion Camera (TOPCAM) . “Daarmee krijgen we meer inzicht in de uitkomst. TOPCAM wordt gebruikt bij het op een endoscopische manier verwijderen van de arteria radialis. Dat levert minder schade aan de bloedvaten en de patiënt zelf op.”
Doel van zijn onderzoek is tevens een klepcorrectie waarbij, net als tijdens de bypassoperaties, het hart niet stil wordt gelegd. Zo moet de correct van de mitralisklep, de inlaatklep tussen de linkerboezem en linkerkamer, op die manier plaatsvinden.
“Bij het lekken van deze hartklep moet een correctie worden uitgevoerd. Dat moet dus op een kloppend hart gaan gebeuren, met een echo als begeleider. Daar komt veel bij kijken. Nieuw instrumentarium, het werken in weefsel, dat is een heel proces. Overal in de medische wereld is het zoeken naar een relatief simpele oplossing met een zekere uitkomst. Dat geldt ook hiervoor.”
Grandjean doet tevens onderzoek naar nieuwe materialen voor de hartklepoperatie. Er wordt gewerkt aan het omzetten van beelden van een echo, MRI- of CT-scan in software zoals een CAD-programma. Op deze manier weet de chirurg precies wat hij moet doen als de patiënt op de operatietafel ligt en de hartlongmachine begint te draaien. Ook hier geldt dat zodra de druk van de aorta af is, en dat is nodig om de aorta te openen, alle dynamiek en geometrie verdwenen is.
UT-onderzoekers zijn sinds kort in staat een 3D-print van een normale aorta of klep te maken. Grandjean: “Als de chirurg een tijd van tevoren zo’n malletje van een hartklep in handen heeft, is daar al veel informatie uit te halen. Ook onderzoeken we nieuwe materialen voor de aorta, als deze vervangen moet worden. Bij vervanging wordt vaak gebruikt gemaakt van een buis van weefmateriaal, maar we willen juist elastisch materiaal gebruiken. Dat lijkt meer op een normale aorta. De aorta is dan tot meer in staat en de aanhechting is sterker.” Op het gebied van textieltechnologie wordt nauw samengewerkt met Ten Cate uit Almelo.
Geen opmerkingen: