MobiHealth en Portavita automatiseren meetgegevens trombosepatiënten
MobiHealth en Portavita
hebben de gegevensverwerking van trombosepatiënten in zorginstellingen volledig
geautomatiseerd. Patiëntgegevens worden via barcodes gescand en na het meten van
de stollingswaarden via een vingerprik geautomatiseerd doorgestuurd naar de
trombosedienst. Dat gaat niet alleen sneller, ook de kans op fouten neemt af.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van het webportaal van Portavita dat bij driekwart
van de Nederlandse trombosediensten in gebruik is. MobiHealth zorgt voor de
automatische overdracht van meetgegevens uit de bloedstollingsmeter, naar het
webportaal van Portavita.
In oktober 2010 bracht de Inspectie voor de Volksgezondheid een zeer kritisch rapport uit over trombosezorg in Nederland. Trombosetherapie brengt risico’s met zich mee. Volgens de Inspectie worden die risico’s versterkt door gebrek aan samenhang in de keten en door ouderwetse middelen van communiceren. Trombosediensten zijn sindsdien hard aan de slag gegaan om de samenhang te verbeteren en communicatiemiddelen te moderniseren.
Een belangrijk onderdeel van trombosezorg is het regelmatig bepalen van de stollingstijd van het bloed (INR waarde). Op basis hiervan worden medicatieschema’s opgesteld. Een deel van de trombosepatiënten woont in een verzorgings- of verpleeghuis. Een regeling van de Nederlandse Zorg Autoriteit (Nza) geeft medewerkers in zorginstellingen de mogelijkheid bij trombosepatiënten de stollingstijd in het bloed te bepalen (ook wel Near-Patient Testing genoemd) en de gegevens door te geven aan de trombosedienst. Die stelt daarna het medicatieschema voor de patiënt op. Deze vernieuwde samenwerking tussen medewerkers van de zorginstelling en de trombosedienst heeft reeds tot een significante verbetering geleid. De geautomatiseerde gegevensverwerking is een waardevolle aanvulling hierop.
Evert Jan Hoijtink, CEO van Portavita: “De kwaliteit van de antistollingsbehandeling in Nederland is al enorm hoog, maar kan nog beter. Daarom investeren wij continu in het optimaliseren van zowel onze eigen software als van de andere schakels binnen de gehele antistollingsketen.”
In oktober 2010 bracht de Inspectie voor de Volksgezondheid een zeer kritisch rapport uit over trombosezorg in Nederland. Trombosetherapie brengt risico’s met zich mee. Volgens de Inspectie worden die risico’s versterkt door gebrek aan samenhang in de keten en door ouderwetse middelen van communiceren. Trombosediensten zijn sindsdien hard aan de slag gegaan om de samenhang te verbeteren en communicatiemiddelen te moderniseren.
Een belangrijk onderdeel van trombosezorg is het regelmatig bepalen van de stollingstijd van het bloed (INR waarde). Op basis hiervan worden medicatieschema’s opgesteld. Een deel van de trombosepatiënten woont in een verzorgings- of verpleeghuis. Een regeling van de Nederlandse Zorg Autoriteit (Nza) geeft medewerkers in zorginstellingen de mogelijkheid bij trombosepatiënten de stollingstijd in het bloed te bepalen (ook wel Near-Patient Testing genoemd) en de gegevens door te geven aan de trombosedienst. Die stelt daarna het medicatieschema voor de patiënt op. Deze vernieuwde samenwerking tussen medewerkers van de zorginstelling en de trombosedienst heeft reeds tot een significante verbetering geleid. De geautomatiseerde gegevensverwerking is een waardevolle aanvulling hierop.
Evert Jan Hoijtink, CEO van Portavita: “De kwaliteit van de antistollingsbehandeling in Nederland is al enorm hoog, maar kan nog beter. Daarom investeren wij continu in het optimaliseren van zowel onze eigen software als van de andere schakels binnen de gehele antistollingsketen.”
Geen opmerkingen: