Janneke Grutters benoemd tot hoogleraar Vroege Health Technology Assessment
Onderzoeker Janneke Grutters is benoemd tot hoogleraar Vroege Health Technology Assessment aan het Radboudumc / de Radboud Universiteit. Grutters zet zich in voor vroege evaluatie van nieuwe technologie in de zorg. Ze ontwikkelt hiervoor methoden, geeft handvatten voor het omgaan met onzekerheid bij beslissingen, en past vroege evaluatie toe bij tal van projecten zowel binnen als buiten het Radboudumc.
Nieuwe technologie in de zorg kan veel opleveren voor patiënten, maar gaat soms ook gepaard met negatieve gevolgen, zoals hoge kosten, en belasting van zorgmedewerkers en het klimaat. Daarbij zijn niet alle innovaties van toegevoegde waarde. Nu wordt pas als een nieuw product op de markt komt beoordeeld of het gebruikt of vergoed moet worden. Dan is alleen goedkeuren of afwijzen mogelijk. Janneke Grutters van de afdeling IQ Health pleit ervoor om veel eerder bij de ontwikkeling van innovaties mee te kijken, zodat er beter wordt nagedacht over de meerwaarde, en aanpassingen nog mogelijk zijn.
De hoofdvraag van Grutters is daarbij: hoe kan deze innovatie meerwaarde bieden? Grutters: ‘Ik denk met mijn team al vroeg mee, het liefste voordat de ontwikkeling van een zorginnovatie van start gaat. We onderzoeken dan of er behoefte is aan de innovatie, voor wie het interessant is en in welke situatie, en wat de eindgebruikers van de technologie nodig hebben. We kijken vanuit een wetenschappelijk perspectief en zoeken uit wat de patiënt, een ziekenhuis of de maatschappij aan een nieuw product kan hebben. En hoe we ervoor kunnen zorgen dat het product zo waardevol mogelijk ontwikkeld en ingezet wordt.’
Zo wordt er in het Radboudumc een plug ontwikkeld die vroeggeboortes moet tegengaan, waar Grutters al vanaf het begin bij betrokken was. ‘Soms is een kijkoperatie nodig bij een ongeboren kindje in de baarmoeder. Om het kindje te bereiken moet een gaatje worden gemaakt in de vliezen. Dat gaatje is niet te dichten en verhoogt de kans op een vroeggeboorte. Onderzoekers van het Radboudumc ontwikkelen samen een plug die het gaatje wel dicht krijgt. Wij hebben onderzocht voor welke operaties deze plug interessant is, en wat het betekent voor bijvoorbeeld patiënten, zorgverleners en de maatschappij als de plug inderdaad het aantal voeggeboortes vermindert.’
Grutters’ team gebruikt in het onderzoek twee soorten methoden, die ze ook verder ontwikkelen. Eerst doen ze kwalitatief onderzoek. Ze praten met bijvoorbeeld patiënten, artsen en zorgverzekeraars, en zoeken uit of er een behoefte ligt en of er draagvlak is voor de technologie. Daarna volgt de fase van besliskundig modelleren. Dat wil zeggen dat Grutters’ team uitzoekt welke impact een innovatie kan hebben, bijvoorbeeld wat de gevolgen zijn als de ontwikkelde plug inderdaad vroeggeboortes vermindert. Ze bouwen dan vaak een computermodel met een dashboard, zodat anderen het ook kunnen gebruiken. Bij voorkeur gaan de twee methoden hand in hand, zodat ze elkaar informeren.
Nieuwe technologie in de zorg kan veel opleveren voor patiënten, maar gaat soms ook gepaard met negatieve gevolgen, zoals hoge kosten, en belasting van zorgmedewerkers en het klimaat. Daarbij zijn niet alle innovaties van toegevoegde waarde. Nu wordt pas als een nieuw product op de markt komt beoordeeld of het gebruikt of vergoed moet worden. Dan is alleen goedkeuren of afwijzen mogelijk. Janneke Grutters van de afdeling IQ Health pleit ervoor om veel eerder bij de ontwikkeling van innovaties mee te kijken, zodat er beter wordt nagedacht over de meerwaarde, en aanpassingen nog mogelijk zijn.
De hoofdvraag van Grutters is daarbij: hoe kan deze innovatie meerwaarde bieden? Grutters: ‘Ik denk met mijn team al vroeg mee, het liefste voordat de ontwikkeling van een zorginnovatie van start gaat. We onderzoeken dan of er behoefte is aan de innovatie, voor wie het interessant is en in welke situatie, en wat de eindgebruikers van de technologie nodig hebben. We kijken vanuit een wetenschappelijk perspectief en zoeken uit wat de patiënt, een ziekenhuis of de maatschappij aan een nieuw product kan hebben. En hoe we ervoor kunnen zorgen dat het product zo waardevol mogelijk ontwikkeld en ingezet wordt.’
Zo wordt er in het Radboudumc een plug ontwikkeld die vroeggeboortes moet tegengaan, waar Grutters al vanaf het begin bij betrokken was. ‘Soms is een kijkoperatie nodig bij een ongeboren kindje in de baarmoeder. Om het kindje te bereiken moet een gaatje worden gemaakt in de vliezen. Dat gaatje is niet te dichten en verhoogt de kans op een vroeggeboorte. Onderzoekers van het Radboudumc ontwikkelen samen een plug die het gaatje wel dicht krijgt. Wij hebben onderzocht voor welke operaties deze plug interessant is, en wat het betekent voor bijvoorbeeld patiënten, zorgverleners en de maatschappij als de plug inderdaad het aantal voeggeboortes vermindert.’
Grutters’ team gebruikt in het onderzoek twee soorten methoden, die ze ook verder ontwikkelen. Eerst doen ze kwalitatief onderzoek. Ze praten met bijvoorbeeld patiënten, artsen en zorgverzekeraars, en zoeken uit of er een behoefte ligt en of er draagvlak is voor de technologie. Daarna volgt de fase van besliskundig modelleren. Dat wil zeggen dat Grutters’ team uitzoekt welke impact een innovatie kan hebben, bijvoorbeeld wat de gevolgen zijn als de ontwikkelde plug inderdaad vroeggeboortes vermindert. Ze bouwen dan vaak een computermodel met een dashboard, zodat anderen het ook kunnen gebruiken. Bij voorkeur gaan de twee methoden hand in hand, zodat ze elkaar informeren.
Geen opmerkingen: