Webtechnologie vergroot rol patiënt
Gebruik van online faciliteiten in de zorg blijkt vaak tegen te vallen. Patiënten hebben niet altijd behoefte aan datgene wat een zorginstelling ze biedt, of ze weten niet goed hoe of waarvoor ze de faciliteiten kunnen gebruiken. UT promovenda Rosalie van der Vaart slaagde er op vernieuwende wijze in een gebruikersvriendelijk online portaal voor reumapatiënten te ontwikkelen. Van der Vaart: ‘Bij mijn onderzoek en de ontwikkeling van het portaal is het essentieel geweest om belanghebbenden van verschillende niveaus te betrekken. Hiermee is rekening gehouden in alle stadia van ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het portaal. Voor zover ik weet is dit bij de ontwikkeling van een patiëntenportaal nog niet eerder zo uitgebreid en wetenschappelijk gebeurd.’
Circa 2.500 patiënten van het ReumaCentrum Twente beschikken nu over een inlogcode van een patiëntenportaal. Door een koppeling met het ziekenhuis informatie systeem beschikken de patiënten via dit patiëntenportaal ook direct over een belangrijk gedeelte van hun elektronisch medisch dossier. Hiermee hebben ze op elk gewenst moment toegang tot persoonlijke lab uitslagen, medicijngebruik en grafieken over hun functioneren. Dit alles op een zeer gebruikersvriendelijke manier gepresenteerd. Van der Vaart: “Het groter gevoel van inzicht in het eigen ziekteverloop is een belangrijke voorwaarde om de verantwoordelijkheid van de patiënt in zijn of haar behandeling te vergroten. Uit mijn onderzoek onder 360 patiënten blijkt dat bijna de helft van de mensen die gebruik maken van het portaal zich duidelijk meer betrokken voelen bij de zorg. Ook hebben ze het gevoel meer kennis te hebben over hun ziekte. Dus puur een betere informatievoorziening kan al het teamwork tussen arts en patiënt bevorderen.”
Van der Vaart ’s proefschrift omvat de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het online reumaportaal. Zij onderzocht in elke fase de wensen en de behoeftes van patiënten. Daarnaast werd nagegaan hoe zorgverleners in de reumatologie de rol van internet zagen. Van der Vaart: “Zorgverleners hadden soms twijfels over de vraag of patiënten alle data goed kunnen interpreteren. Uit de meeste interviews bleek dat zorgverleners graag een filter op het dossier wilden toevoegen, zodat patiënten alleen díe gegevens zouden kunnen inzien die zinvol zijn voor de behandeling en die ook worden besproken in het consult met de arts.” Ten slotte onderzocht van der Vaart aan de hand van observaties of patiënten over voldoende vaardigheden beschikten om het internet op een geschikte manier te gebruiken in verband met hun gezondheid. Van der Vaart: “Een geschikt meetinstrument voor deze vaardigheden is nog niet voorhanden. Een vervolgonderzoek zou zich hierop moeten richten. Uit onze observaties bleek dat veel deelnemers niet voldoende vaardigheden hadden om het internet op een geschikte manier te gebruiken. We hebben hiermee rekening gehouden bij het vervaardigen van het uiteindelijke portaal.”
Circa 2.500 patiënten van het ReumaCentrum Twente beschikken nu over een inlogcode van een patiëntenportaal. Door een koppeling met het ziekenhuis informatie systeem beschikken de patiënten via dit patiëntenportaal ook direct over een belangrijk gedeelte van hun elektronisch medisch dossier. Hiermee hebben ze op elk gewenst moment toegang tot persoonlijke lab uitslagen, medicijngebruik en grafieken over hun functioneren. Dit alles op een zeer gebruikersvriendelijke manier gepresenteerd. Van der Vaart: “Het groter gevoel van inzicht in het eigen ziekteverloop is een belangrijke voorwaarde om de verantwoordelijkheid van de patiënt in zijn of haar behandeling te vergroten. Uit mijn onderzoek onder 360 patiënten blijkt dat bijna de helft van de mensen die gebruik maken van het portaal zich duidelijk meer betrokken voelen bij de zorg. Ook hebben ze het gevoel meer kennis te hebben over hun ziekte. Dus puur een betere informatievoorziening kan al het teamwork tussen arts en patiënt bevorderen.”
Van der Vaart ’s proefschrift omvat de ontwikkeling, implementatie en evaluatie van het online reumaportaal. Zij onderzocht in elke fase de wensen en de behoeftes van patiënten. Daarnaast werd nagegaan hoe zorgverleners in de reumatologie de rol van internet zagen. Van der Vaart: “Zorgverleners hadden soms twijfels over de vraag of patiënten alle data goed kunnen interpreteren. Uit de meeste interviews bleek dat zorgverleners graag een filter op het dossier wilden toevoegen, zodat patiënten alleen díe gegevens zouden kunnen inzien die zinvol zijn voor de behandeling en die ook worden besproken in het consult met de arts.” Ten slotte onderzocht van der Vaart aan de hand van observaties of patiënten over voldoende vaardigheden beschikten om het internet op een geschikte manier te gebruiken in verband met hun gezondheid. Van der Vaart: “Een geschikt meetinstrument voor deze vaardigheden is nog niet voorhanden. Een vervolgonderzoek zou zich hierop moeten richten. Uit onze observaties bleek dat veel deelnemers niet voldoende vaardigheden hadden om het internet op een geschikte manier te gebruiken. We hebben hiermee rekening gehouden bij het vervaardigen van het uiteindelijke portaal.”
Geen opmerkingen: