Onderzoek naar kans op corona aan boord van vliegtuigen
Koninklijke NLR heeft samen met RIVM onderzocht wat het risico is dat een passagier ziek wordt door het inademen van het coronavirus SARS-CoV-2 aan boord van een vliegtuig.
Er gelden maatregelen die de kans verkleinen dat een besmettelijke passagier het vliegtuig instapt. Indien deze persoon toch in de cabine zit, lopen medepassagiers binnen een sectie van zeven rijen – rondom de besmettelijke passagier – gemiddeld een relatief laag risico op COVID-19. Lager dan bijvoorbeeld in ongeventileerde ruimtes van dezelfde afmeting.
Binnen de Nederlandse luchtvaartsector gelden verschillende maatregelen om te voorkomen dat een passagier besmet met COVID-19 aan boord van een vliegtuig stapt. Zo is voor alle vliegreizigers een gezondheidsverklaring verplicht en geldt voor reizigers uit zeer hoogrisicogebieden een aanvullende antigeen-sneltestverplichting van maximaal 24 uur oud voor boarden. Zonder negatieve testuitslag mogen passagiers niet worden toegelaten aan boord van vliegtuigen.
Bij een lage prevalentie van het virus op de plaats van vertrek en negatieve testuitslag voor het boarden, is de kans dat een besmettelijke passagier aan boord komt klein. Als er onverhoopt toch een besmettelijke persoon aan boord is, zijn verschillende factoren van invloed op mogelijke verspreiding van het virus in vliegtuigen.
m de risico’s van COVID-19 aan boord van vliegtuigen te beoordelen hebben Koninklijke NLR – Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Daarbij is er vanuit gegaan dat de coronamaatregelen voor de luchtvaartsector worden nageleefd, zoals het dragen van mondmaskers.
De onderzoeksresultaten laten zien dat het risico afneemt met een grotere afstand tot de besmettelijke passagier. Daarom gaat het rapport er vanuit dat passagiers die verder dan drie rijen verwijderd zitten van de besmettelijke passagier geen risico lopen. De onderzoekers schatten dat tussen de twee en 44 kruisvluchten de aanwezigheid van een ‘reguliere’ besmettelijke passagier mogelijk resulteert in ten minste 1 geval van COVID-19. Voor een superuitscheider wordt dat risico geschat op 1 tot 9 vluchten. Deze cijfers gelden voor de situatie waarin een besmettelijke passagier in de vliegtuigcabine aanwezig is. De waarschijnlijkheid daarvan is onder andere afhankelijk van het aantal met SARS-CoV-2 besmette personen in de bevolking en of er al of niet een negatieve testuitslag nodig is om aan boord te mogen.
Geen opmerkingen: